Kaders voor vaststellingsovereenkomsten

[Regeling vervallen per 14-04-2011 met terugwerkende kracht tot en met 04-04-2011.]
Geraadpleegd op 17-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2003 en zichtdatum 02-05-2024.
Geldend van 01-12-1997 t/m 03-04-2011

Kaders voor vaststellingsovereenkomsten

De Directeur-Generaal der Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

De Staatssecretaris van Financiën heeft kaders voor door de belastingdienst met belanghebbenden te sluiten vaststellingsovereenkomsten vastgesteld.

Definities

Vaststellingsovereenkomst: Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschil omtrent hetgeen tussen hen rechtens geldt, zich jegens elkaar aan een vaststelling daarvan, bestemd om ook te gelden voor zover zij van de tevoren bestaande rechtstoestand mocht afwijken (artikel 7:900, eerste lid, BW). Belanghebbende: Onder belanghebbende wordt verstaan een belastingplichtige, een inhoudingsplichtige, een belastingschuldige of een aansprakelijk gestelde.

Partijen. Geschil. Doel

  • 1. Vaststellingsovereenkomsten worden uitsluitend gesloten met belanghebbenden van wie de identiteit vaststaat. Bij het voorafgaande overleg dient tussen partijen duidelijkheid te bestaan over de onderwerpen die in het overleg aan de orde (zullen) komen en over hetgeen met het overleg wordt beoogd. Het verdient in dit verband de voorkeur om belanghebbende te verzoeken de kwestie schriftelijk aan de orde te stellen.

Inhoud. Omvang

  • 2. Het overleg kan betrekking hebben op de heffing of invordering van rijksbelastingen. Overleg tussen een belanghebbende en de Belastingdienst heeft in het algemeen betrekking op de toepassing van het belastingrecht in een concreet geval. Afspraken met groepen belanghebbenden vallen buiten het kader van deze regeling.

    Er mogen geen afspraken worden gemaakt die - beoordeeld ten tijde van het aangaan van de vaststellingsovereenkomst - op het tijdstip waarop c.q. gedurende de periode waarover de overeenkomst van kracht is, duidelijk in strijd zijn met de wet.

    Voorts mogen geen afspraken worden gemaakt over:

    • - de aspecten heffingsrente, invorderingsrente en bestuurlijke boete indien in combinatie met zo’n afspraak uitruil met betrekking tot andere aspecten en/of met elementen van de heffing/invordering plaatsvindt;

    • - de houdbaarheid van belastingbesparende constructies. Daaronder worden verstaan voornamelijk op belastingbesparing gerichte handelingen die door de wetgever niet zijn voorzien en die beleidsmatig ongewenst worden geacht. In dat geval kan de inspecteur/ontvanger, indien daartoe aanleiding bestaat, belanghebbende meedelen dat de constructie bestreden zal worden;

    • - het al dan niet aanmelden van een fiscaal of douanedelict op basis van de Aanmeldingsrichtlijnen;

    • - het al dan niet aanwenden van rechtsmiddelen in een strafzaak;

    • - zaken die betrekking hebben op (georganiseerd) arbeidsvoorwaardenoverleg tussen werkgevers(verenigingen) en werknemers(verenigingen) in het kader van bedrijfstak- of ondernemingscao’s (tenzij beide cao-partijen reeds een concreet onderhandelingsresultaat hebben bereikt en naar aanleiding daarvan de Belastingdienst een rechtsvraag hebben voorgelegd).

Bevoegdheden

  • 3. De inspecteur/ontvanger of een daartoe gemandateerde medewerker voert het overleg en sluit de vaststellingsovereenkomst. Bij onderwerpen die betrekking hebben op belanghebbenden die tot meer dan één entiteit behoren en ten aanzien waarvan meer dan éénheid bevoegd is (contactposten), dienen de betrokken inspecteurs/ontvangers vooraf de coördinerende inspecteur/ontvanger te machtigen tot het namens hen voeren van onderhandelingen en sluiten van een vaststellingsovereenkomst.

Volmacht

Indien het overleg wordt gevoerd door tussenkomst van een vertegenwoordiger, kan er aanleiding bestaan om de omvang van diens bevoegdheid vast te stellen aan de hand van een duidelijke schriftelijke volmacht. In voorkomende gevallen kan contact worden opgenomen met belanghebbende.

Samenwerking heffing/inning

  • 4. Indien het overleg plaatsvindt in de heffingssfeer, doch mede betrekking heeft of kan hebben op de invordering, wordt aan het overleg tevens deelgenomen door een invorderingsmedewerker. Indien het overleg plaatsvindt in de invorderingssfeer, doch mede betrekking heeft of kan hebben op de heffing, wordt aan het overleg tevens deelgenomen door een heffingsmedewerker.

Rulings

  • 5. Rulings zijn geen vaststellingsovereenkomsten. Een verzoek om het innemen van een standpunt omtrent de gevolgen van bepaalde (rechts)handelingen voor het vaststellen van de winst die in internationaal concernverband wordt behaald met in Nederland verrichte activiteiten, dient te worden doorgezonden naar de eenheid Belastingdienst/Grote ondernemingen Rotterdam.

Conform fiscaal uitvoeringsbeleid

  • 6. In de vaststellingsovereenkomst wordt niet afgeweken van het vastgestelde fiscale uitvoeringsbeleid. Indien in een voorgenomen vaststellingsovereenkomst een standpunt wordt ingenomen dat precedentwerking zou kunnen hebben en daardoor als (een begin van) beleid zou kunnen worden opgevat, is het van de Staatssecretaris van Financiën van 21 juli 1995, nr. AFZ94/4519M onverkort van toepassing. In dat geval wordt de belanghebbende c.q. zijn vertegenwoordiger op de hoogte gesteld van de in het Besluit van 21 juli 1995 voorgeschreven procedure en van het eventuele uitstel in de besluitvorming die het volgen van deze procedure tot gevolg kan hebben.

Aanmeldingsrichtlijnen

  • 7. Indien de in geschil zijnde correcties voldoen aan de criteria van de Aanmeldingsrichtlijnen kan nog geen vaststellingsovereenkomst worden gesloten. In dat geval moet de zaak eerst worden gemeld bij de fraude-coördinator om duidelijkheid te verkrijgen over het te volgen traject.

Intern verslag

  • 8. Van ieder overleg maakt de behandelende ambtenaar van de Belastingdienst een intern schriftelijk verslag. De verslaglegging bevat de namen van belanghebbende en diens vertegenwoordiger, alsmede die van de behandelend(e) ambtena(a)r(en), de datum waarop het overleg heeft plaatsgevonden, de onderwerpen waarover overleg werd gevoerd, de inhoud van het overleg en de eventuele resultaten die het overleg heeft opgeleverd. Het interne verslag wordt in het klantdossier bewaard.

Elementen overeenkomst

  • 9. De overeenkomst die uit het overleg voortvloeit, wordt schriftelijk vastgelegd.

    Deze vastlegging bevat onder meer de volgende elementen:

    • - een verwijzing naar het gevoerde overleg en de daarmee samenhangende correspondentie;

    • - een omschrijving van de kwestie waarover overleg is gevoerd;

    • - een omschrijving van de feiten waarover partijen overeenstemming hebben dat deze feiten rechtens tussen hen gelden;

    • - de fiscaalrechtelijke en/of civielrechtelijke gevolgen van de overeenkomst;

    • - de periode waarvoor de overeenkomst geldt;

    • - de middelen, jaren/tijdvakken en/of belastingaanslagen waarop de vaststellingsovereenkomst betrekking heeft. Indien ook invorderingsaspecten in de vaststellingsovereenkomst zijn betrokken, verdient het aanbeveling op te nemen hoe de uit de vaststellingsovereenkomst voortvloeiende betalingen zullen worden verantwoord door de ontvanger;

    • - de omstandigheden op grond waarvan de overeenkomst eerder eindigt. Als reden voor de beëindiging van een overeenkomst dient te worden opgenomen een voor de betreffende vaststellingsovereenkomst relevante wetswijziging of wijziging van op de wet gebaseerde voorschriften. Ook een latere wijziging van relevante beleidsregels en jurisprudentie kan reden zijn om een overeenkomst te beëindigen;

    • - de uitdrukkelijke verklaring van belanghebbende dat hij ter zake van het overeengekomene geen gebruik zal maken van het recht van bezwaar en/of beroep of dat hij zijn bezwaar- c.q. beroepschrift intrekt.

    Voorts kan nog worden gedacht aan:

    • - de overige bijzondere omstandigheden van het geval;

    • - het eventuele bedrag waarmee belanghebbende wordt tegemoetgekomen in de kosten voor juridische bijstand, indien de vaststellingsovereenkomst werd gesloten in de beroepsfase. Voor de vergoeding van de kosten voor juridische bijstand wordt gehandeld overeenkomstig het bepaalde in het Besluit proceskosten fiscale procedures - BPF - en de Mededeling BPF.

Bedenktermijn

  • 10. Bij het bereiken van overeenstemming biedt de Belastingdienst aan de belanghebbende/vertegenwoordiger een redelijke termijn om zich te beraden, zijn adviseur te raadplegen of alsnog (fiscaal-)juridisch advies in te winnen, alvorens hij zich definitief vastlegt. Onder ,,redelijke’’ termijn wordt verstaan een periode van minstens één week.

    De bedenktermijn wordt in acht genomen tenzij de belanghebbende of zijn vertegenwoordiger uitdrukkelijk verklaart geen behoefte te hebben aan een bedenktermijn.

Eindverslag

  • 11. Indien het overleg niet tot een vaststellingsovereenkomst leidt, maakt de behandelende ambtenaar van de Belastingdienst een eindverslag op, waarin de kwestie, de feiten en fiscale gevolgen van het niet bereiken van een overeenkomst beknopt uiteengezet worden. Een afschrift van het eindverslag wordt aan de belanghebbende c.q. de vertegenwoordiger gezonden. Het eindverslag wordt in het klantdossier gedeponeerd.

Ondertekening overeenkomst

  • 12. De concept-overeenkomst wordt in tweevoud opgemaakt, door de redigerende partij ondertekend en vervolgens ter ondertekening aan de andere partij (indien belanghebbende een vertegenwoordiger heeft, aan de vertegenwoordiger) verzonden. Een door beide partijen ondertekend exemplaar van de vaststellingsovereenkomst wordt in het klantdossier bewaard.

Opzegging

  • 13. Bij de opzegging van een vaststellingsovereenkomst houdt de inspecteur/ontvanger rekening met de gerechtvaardigde belangen van belanghebbende, hetgeen onder meer mee kan brengen dat een redelijke opzegtermijn in acht wordt genomen.

Naar boven