Regeling administratievoorschriften multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, CVR, COPD)

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 22-07-2010 t/m heden

Regeling administratievoorschriften multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, CVR, COPD)

De Nederlandse Zorgautoriteit,

Gelet op artikel 36, 37 en 38 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg);

Heeft de volgende regeling vastgesteld:

Artikel 1. Algemeen

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders voor zover ze de prestatie Multidisciplinaire zorgverlening voor Diabetes Mellitus type 2 voor personen ≥ 18 jaar (DM type 2),de prestatie Multidisciplinaire zorgverlening voor Cardiovasculair Risicomanagement (CVR) en/of de prestatie Multidisciplinaire zorgverlening voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) leveren.

Vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling, eindigt de tot aan die datum geldende regeling Administratievoorschriften multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type2, CVR) (regeling CV/NR-100.108).

Artikel 2. Begripsbepalingen

Voor de begripsbepalingen wordt verwezen naar het Declaratievoorschrift multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, CVR, COPD).

Artikel 3. Doel

De registratie van de gegevens zoals genoemd in artikel 4 heeft tot doel om de ontwikkelingen van multidisciplinaire zorgvormen voor de chronische aandoeningen DM type 2, CVR en COPD en de daaruit volgende resultaten in de zorgverlening in relatie tot de betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg te kunnen volgen, toetsen en evalueren.

Artikel 4. Administratievoorschriften

4.1

De hoofdcontractant registreert, indien de prestatie multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, CVR en COPD) in rekening gebracht wordt, naast de in artikel 36, eerste lid 1, aangegeven administratie-eisen, de volgende gegevens volledig en naar waarheid:

4.2

De verplichting om te registreren omvat alleen de onderwerpen voor registratie die in de MDS zijn gedefinieerd. De manier waarop de registratie plaatsvindt, is aan de zorgaanbieder zelf. De registratie dient wel zodanig te worden opgezet dat de zorgaanbieder in staat is om in 2011 gegevens te rapporteren met de operationalisatie die in de MDS-en zijn gedefinieerd. De operationalisatie is als volgt:

4.3

De verplichting om te registreren als genoemd in deze regeling is van toepassing op het moment dat sprake is van levering van de prestatie.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij is geplaatst.

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit,

voorzitter Raad van Bestuur,

T.W. Langejan

Naar boven