F. Hoe te handelen als de betrokkene met betrekking tot een afstammingsrelatie geen
stukken kan overleggen en er geen gegevens over die relatie zijn opgenomen in een
Nederlandse overheidsadministratie?
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
De situatie kan zich voordoen dat een persoon een beroep doet op het bestaan van een
biologische afstammingsrelatie, maar niet in staat is om deze relatie door middel
van documenten aan te tonen. Hieraan valt vooral te denken bij verzoeken tot gezinshereniging,
bij het doen van afstand ten behoeve van adoptie en bij verzoeken tot vaststelling
van de nationaliteit. Een dergelijke situatie,
waarin er voor de betrokkene sprake is van bewijsnood, zal zich met name voordoen
in het geval dat de registers van de burgerlijke stand in het land waar de documenten
vandaan moeten komen niet bestaan dan wel onvolledig zijn, alsmede wanneer er in het
land in kwestie geen stukken kunnen worden verkregen vanwege de op dat moment bestaande
politieke situatie. In zo’n geval zal de autoriteit bij wie het verzoek is gedaan,
desgewenst na consultatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, constateren dat
de betrokkene in bewijsnood verkeert. Die bewijsnood kan worden opgeheven door het
van de zijde van de overheid aanbieden van een DNA-onderzoek. Voor alle duidelijkheid
wordt benadrukt dat DNA-onderzoek uitsluitend kan plaatsvinden indien genoegzaam gebleken
is dat het niet mogelijk is om het bestaan van de gestelde biologische afstammingsrelatie
door middel van documenten aan te tonen.
Alleen in dat geval dient de betrokkene gewezen te worden op de mogelijkheid om DNA-onderzoek
te laten verrichten. De resultaten van dat onderzoek kunnen dan in plaats van documenten
worden overgelegd en worden als bewijs aanvaard indien het bestaan van de gestelde
afstammingsrelatie met voldoende zekerheid is vastgesteld.
Voor de GBA geldt dat DNA-onderzoek op zichzelf niet als brondocument kan dienen voor
het opnemen van gegevens omtrent de juridische afstammingsrelatie van een persoon,
die immers als enige afstammingsrelatie in de GBA van belang is.
Bij het ontbreken van over te leggen documenten zal door de betrokkene hier een verklaring
onder ede of belofte moeten worden afgelegd. Daarbij kunnen in voorkomende gevallen,
ter ondersteuning van de afgelegde verklaring, de resultaten van een DNA-onderzoek
als bijlage worden gevoegd.
Er zij hier met nadruk op gewezen dat de medewerking aan DNA-onderzoek uitsluitend
op vrijwillige basis kan geschieden. Hiervan dient te blijken uit een door de betrokkene
ondertekende verklaring. Indien DNA-onderzoek de enige manier is om een afstammingsrelatie
aan te tonen, zal de betreffende beslissende instantie u berichten tot welk laboratorium
u zich kunt wenden om dit onderzoek uit te laten voeren.
Deze laboratoria zijn op grond van hun expertise internationaal erkend. Zij bepalen
op welke wijze en onder welke voorwaarden de afname van DNA-materiaal geschiedt. Tevens
wordt bij afname van DNA-materiaal in het buitenland door de laboratoria bepaald aan
welke voorwaarden de verzending van het materiaal dient te voldoen.
De hierbij te volgen procedure luidt als volgt:
In Nederland verblijvende personen dienen zich voor DNA-onderzoek te wenden tot een
van de voornoemde laboratoria. In het buitenland verblijvende personen dienen zich
te wenden tot de bevoegde Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging. De laatstgenoemde
zal ervoor zorgdragen dat het te onderzoeken DNA-materiaal wordt afgenomen door een
daartoe gekwalificeerde persoon. Bij de afname zal de identiteit van de betrokkene
worden vastgelegd. Het DNA-specimen zal vervolgens door tussenkomst van de desbetreffende
diplomatieke vertegenwoordiging worden toegezonden aan het laboratorium dat het onderzoek
zal uitvoeren.
De kosten die verbonden zijn aan het uitvoeren van DNA-onderzoek dienen in principe
door de betrokkene gedragen te worden. Indien de uitslag van het onderzoek het bestaan
van de gestelde afstammingsrelatie bevestigt, kunnen de kosten onder bepaalde voorwaarden
vergoed worden door de Staat. Als de betrokkene niet akkoord gaat met de uitslag van
een DNA-onderzoek, kan hij deze betwisten op grond van de voorzieningen van bezwaar
en/of beroep die gelden voor de procedure in het kader waarvan de resultaten van het
DNA-onderzoek worden ingebracht.
G. Inlichtingen en onderzoek
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Voor inlichtingen over de toepassing van onderdeel B. 3.4., a tot en met c en over de procedure met betrekking tot DNA-onderzoek bij verblijfsrechtelijke procedures
in Nederland kunt u zich wenden tot de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het
Ministerie van Justitie, afdeling Voorlichting, Postbus 3211, 2280 GE Rijswijk, Telefoon:
0900-1234561.
Voor inlichtingen over de legalisatie van stukken kunt u zich wenden tot de Directie
Consulaire Zaken en Migratiebeleid, afdeling Strategie en Ondersteuning, Consulair
Dienstencentrum (DCM/SO/CDC), van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Postbus 20061,
2500 EB Den Haag, telefoon: 070-3484844, fax: 070-3486675.
Voor informatie over de verificatie van stukken, alsmede voor verzoeken om verificatie
van stukken, kunt u zich wenden tot de Directie Consulaire Zaken en Migratiebeleid,
afdeling Reisdocumenten, Legalisatie en Fraudebestrijding (DCM/RL) van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken, Postbus 20061, 2500 EB Den Haag, telefoon: 070-3485306, fax:
070-3484339.
Voor inlichtingen dan wel onderzoek inzake de formele echtheid van een stuk kunt u
zich wenden tot het Bureau Documenten van de IND, Postbus 7025, 8007 HA Zwolle, telefoon:
038-8886758, fax: 038-8886140.
Ik moge u wijzen op het belang van een zorgvuldige toepassing van deze circulaire
teneinde de juistheid van de gegevens in de registers van de burgerlijke stand en
in de GBA te waarborgen.