Richtlijn voor strafvordering bestuurlijke strafbeschikking overlastfeiten

[Regeling vervallen per 01-03-2011.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-04-2010 t/m 28-02-2011

Richtlijn voor strafvordering bestuurlijke strafbeschikking overlastfeiten

Samenvatting

[Regeling vervallen per 01-03-2011]

Deze richtlijn heeft als doel eenheid te brengen in de wijze van het afdoen van de overlastfeiten door middel van een strafbeschikking die door het Openbaar Ministerie (OM) wordt uitgevaardigd nadat een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) van een gemeente een aankondiging van strafbeschikking heeft opgemaakt (art. 257a Sv). In deze richtlijn is per overlastfeit aangegeven welk geldboetebedrag door het OM in de strafbeschikking zal worden opgelegd. De tarieven voor de strafbeschikking overlastfeiten liggen daarmee vast. Zij zijn afgestemd op de doorsnee, voor buitengerechtelijke afdoening vatbare overtredingen. Als het vermelde bedrag in de gegeven situatie als niet passend wordt ervaren, kan het bestuur respectievelijk de BOA afzien van het gebruik maken van de mogelijkheid een verkorte kennisgeving van bekeuring op te maken. De BOA moet in die gevallen een uitgebreid proces-verbaal met betrekking tot de geconstateerde overtreding opmaken. Dit proces-verbaal wordt – onder vermelding van de omstandigheden waarom is afgezien van een verkorte feitgecodeerde afdoening – ter beoordeling ingezonden aan de officier van justitie.

Het bestuursorgaan dient erop toe te zien dat de strafbeschikkingsbevoegdheid in gelijke gevallen op gelijke wijze conform deze richtlijn wordt toegepast.

Achtergrond

[Regeling vervallen per 01-03-2011]

Deze richtlijn voor strafvordering bevat het strafvorderingsbeleid van het OM inzake overlastfeiten waarvoor het bestuur een strafbeschikking kan doen uitvaardigen (op basis van art. 257a Sv) waarvoor door het College van procureurs-generaal op advies van de Commissie Feiten en Tarieven (CFT) van het Openbaar Ministerie tijdelijke feitomschrijvingen met daarbij behorende codes en tarieven zijn vastgesteld.

De strafbeschikking wordt gefaseerd ingevoerd (zie hiervoor Bijlage 1 bij de Aanwijzing OM-afdoening). In de eerste fase is het OM van start gegaan met de OM-strafbeschikking bij overtredingen van artikel 8 Wegenverkeerswet (WVW 1994), waarbij het mogelijk is dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) namens het OM via de feitgecodeerde lijn een strafbeschikking uitvaardigt, waarbij uitsluitend een geldboete wordt opgelegd. Per 1 juli 2009 is de OM-strafbeschikking voor overtreding van artikel 8 WVW 1994 landelijk ingevoerd. Thans wordt de invoering van de strafbeschikking ex artikel 257b Sv voorbereid. Omdat de minister van Justitie de Tweede Kamer had toegezegd dat het bestuur per 1 januari 2009 kon beschikken over een strafbeschikkingsbevoegdheid om daarmee de overlastfeiten te kunnen aanpakken, is de invoering van de bestuurlijke strafbeschikking, feitelijk de OM-strafbeschikking ex artikel 257a Sv, naar voren gehaald. Aangezien de invoering van de strafbeschikking als bedoeld in artikel 257b Sv om praktische redenen voor 1 januari 2009 niet haalbaar bleek, is ervoor gekozen de buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) bij het bestuur met de strafbeschikkingsbevoegdheid ex artikel 257a Sv (OM-strafbeschikking) te laten werken.

De BOA’s kondigen de strafbeschikking middels een kennisgeving van bekeuring bij de verdachte aan, welke kennisgeving de BOA aan het CJIB toezendt. De officier van justitie zal een strafbeschikking uitvaardigen op basis van artikel 257a Sv. De strafbeschikking wordt uitgevaardigd door de officier van justitie in algemene zin; de strafbeschikking wordt ondertekend met ‘de officier van justitie’. De in de strafbeschikking opgelegde geldboete wordt door het CJIB geïnd.

Wijziging grondslag BSB

[Regeling vervallen per 01-03-2011]

Vanaf 1 april 2010 vindt gefaseerd de uitrol van de strafbeschikking in handen van opsporingsambtenaren plaats. Dit heeft tot gevolg dat de officier van justitie gefaseerd niet langer de strafbeschikkingen voor overlastfeiten zal uitvaardigen. Daarmee wijzigt de grondslag van de BSB van artikel 257a Sv in artikel 257b Sv en is deze Richtlijn voor Strafvordering Bestuurlijke Strafbeschikking Overlastfeiten per de hierna genoemde data niet meer op de daarbij genoemde gemeente(n) van toepassing:

1 april 2010:

Gemeenten in het arrondissement Almelo die hun keuze voor de bestuurlijke strafbeschikking bij het CJIB hebben bekend gemaakt en in verband met uit te vaardigen strafbeschikkingen zaken aanleveren volgens het proces zoals neergelegd in het handboek CJIB.

Utrecht.

Gemeenten in het arrondissement Zwolle/Lelystad die hun keuze voor de bestuurlijke strafbeschikking bij het CJIB hebben bekend gemaakt en in verband met uit te vaardigen strafbeschikkingen zaken aanleveren volgens het proces zoals neergelegd in het handboek CJIB.

1 juni 2010

Rotterdam

1 september 2010

Amsterdam

1 oktober 2010

Den Haag

Vanaf de hierboven genoemde data zijn de Aanwijzing OM-afdoening en de Richtlijn voor Strafvordering tarieven en feitomschrijvingen voor misdrijven, overtredingen en gedragingen als bedoeld in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften op de daarbij genoemde gemeenten van toepassing.

Bijlage 1. Feitenlijst strafbeschikking overlast

[Regeling vervallen per 01-03-2011]

Feitnummer

Omschrijving

Artikel

Bedrag (€)

     

Plaatselijk geldende verordeningen (Pl.V) – overlast

   
     

zonder vergunning van de burgemeester

Pl.V

 

BF

070

a

– op of aan de weg een evenement, feest of wedstrijd te geven of te houden

 

60

BF

070

b

– een georganiseerde dropping houden of daaraan deelnemen op een ander terrein dan een daarvoor bestemd sportterrein

 

60

BF

095

 

zonder vergunning op of aan de weg als dienstverlener optreden of zijn diensten als zodanig aanbieden

Pl.V

120

BF

100

 

als straatartiest, straatfotograaf, tekenaar, filmoperateur of gids voor publiek optreden op of aan door de burgemeester aangewezen (gedeelte van een) weg, waar dit niet is toegestaan

Pl.V

120

BF

101

 

Zonder vergunning of anders dan de daarin gestelde voorwaarden, de weg of een weggedeelte gebruiken anders dan overeenkomstig de bestemming daarvan (bijv.: terrasverbod, reclameborden)

Pl.V

180

BF

105

 

Als houder van een horecabedrijf, dit voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven, buiten de vastgestelde openingstijden

Pl.V

180

           
     

de weg of dat gedeelte van een onroerend goed dat vanaf de weg zichtbaar is

Pl.V

 

BF

110

a

bekrassen of bekladden

 

90

BF

110

b

zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding dan wel met enigerlei stof enige afbeelding, letter, cijfer of teken hierop aanplakken of op andere wijze aanbrengen

 

90

BF

111

 

op of aan door het College aangewezen wegen of gedeelten daarvan gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek verspreiden dan wel openlijk aanbieden, aanbevelen of bekendmaken

Pl.V

90

BF

114

 

de weg of op of aan de weg een voertuig, woonwagen, tent of soortgelijk ander onderkomen als slaapplaats gebruiken

Pl.V

90

BF

115

 

tijdens uren waarop het niet is toegestaan op de weg of openbaar water enig aanplakbiljet, aanplakdoek, kalk, teer, kleur- of verfstof of verfgereedschap te vervoeren of bij zich te hebben

Pl.V

90

BF

118

 

op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) te skaten of te skateboarden

Pl.V

60

           
     

op of aan de weg

Pl.V

 

BF

120

a

– klimmen of zich bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hek, heining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair

 

60

BF

120

b

– zodanig op te houden waardoor voor weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodige overlast of hinder wordt veroorzaakt

 

90

BF

121

a

Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) alcoholhoudende drank nuttigen

Pl. V

60

BF

121

b

Op de weg (binnen een door het college aangewezen gebied) aangebroken flessen, blikjes e.d. met alcoholhoudende drank bij zich hebben

Pl. V

60

           
     

zonder redelijk doel

Pl.V

 

BF

125

a

– zich in een portiek of poort op houden of in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw zitten of te liggen

 

60

BF

125

b

– zich anders dan als bewoner of gebruiker van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen of van publiek toegankelijke gebouwen bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte

 

60

BF

126

 

op de weg vervoeren, bij zich dragen of anderszins voorhanden hebben van kerstbomen, autobanden en andere voorwerpen of stoffen, met het kennelijk doel deze op de weg te verbranden

Pl. V

60

           
     

(in of op) een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke ruimte

Pl.V

 

BF

130

a

– zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden

 

90

BF

130

b

– verontreinigen

 

90

BF

130

c

– voor een ander doel bezigen dan waarvoor de ruimte bestemd is

 

60

BF

131

 

op of aan de weg een fiets, snorfiets of bromfiets plaatsen of laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek, waardoor de doorgang wordt versperd, dan wel in strijd met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of portiek

Pl.V

20

BF

133

 

een motorvoertuig, bromfiets of fiets op of aan de weg laten staan, anders dan deugdelijk afgesloten of onder behoorlijk toezicht

Pl.V

30

BF

135

 

zich met een fiets of bromfiets bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid wordt gehouden, welke publiek trekt

Pl.V

30

BF

136

 

zich met een winkelwagentje op of aan de weg bevinden op meer dan de toegestane afstand van het bedrijf dat het winkelwagentje ter beschikking heeft gesteld

Pl.V

60

BF

140

a

zich in de nabijheid van een persoon, gebouw, woonwagen of woonschip ophouden met de kennelijke bedoeling deze persoon of een zich daarin bevindende persoon te bespieden

Pl.V

90

BF

140

b

een persoon in een gebouw, woonwagen of woonschip door middel van een verrekijker bespieden

Pl.V

90

           
     

als eigenaar of houder van een hond, deze laten verblijven of laten lopen

Pl.V

 

BF

145

a

– op een weg gelegen binnen de bebouwde kom zonder dat de hond is aangelijnd

 

60

BF

145

b

– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak, speelweide of andere door het college aangewezen plaats

 

90

BF

145

c

– op een weg zonder dat de hond is voorzien van een halsband of een door middel van tatoeage aangebracht identificatiemerk, die de eigenaar of houder van de hond duidelijk doet kennen

 

60

BF

145

d

– op een weg zonder een deugdelijk middel dat is bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen bij zich te dragen en/of dit middel niet op eerste vordering tonen aan de met het toezicht belaste ambtenaar

 

60

           
     

als eigenaar of houder van een hond deze laten verblijven/lopen op of aan de weg of op een terrein van een ander, terwijl na schriftelijke aanzegging van het College deze hond niet

Pl. V

 

BF

150

a

– kort is aangelijnd

 

160

BF

150

b

– kort is aangelijnd en gemuilkorfd

Pl.V

160

BF

151

 

als degene die één of meer dieren onder zijn hoede heeft, niet door voorzorgsmaatregelen die van hem mogen worden verwacht, voorkomen dat deze dieren voor de omgeving hinderlijk zijn

Pl.V

90

BF

155

 

als rechthebbende er niet voor zorgen dat zodanige maatregelen worden getroffen dat het vee/pluimvee in een aan een weg liggend weiland of terrein, die weg niet kan bereiken

Pl.V

90

BF

171

a

op weg of weggedeelte (binnen een door het College aangewezen gebied) softdrugs gebruiken of openlijk voorhanden hebben

Pl.V

60

           
     

de weg niet (doen) reinigen na een verontreiniging ontstaan bij het laden, lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen of bij andere werkzaamheden

Pl.V

 

BF

180

a

– terstond, bij gevaar voor de verkeersveiligheid of bij gevaar voor beschadiging van het wegdek

 

160

BF

180

b

– in overige gevallen, (iedere dag) na het beëindigen van de werkzaamheden

 

90

BF

185

 

binnen de bebouwde kom buiten een daarvoor bestemde inrichting/plaats op of aan de weg zijn natuurlijke behoefte doen

Pl.V

90

BF

190

 

een geparkeerd voertuig op een aangewezen weg of weggedeelte, waar dit niet is toegestaan, te koop aanbieden of verhandelen

Pl.V

120

BF

195

 

een defect voertuig op een weg parkeren, langer dan de vastgestelde termijn

Pl.V

60

BF

205

 

een kampeerwagen, caravan, magazijnwagen, keetwagen, aanhangwagen of ander dergelijk voertuig op een aangewezen weg waar dit niet is toegestaan, langer dan de vastgestelde termijn te doen of laten staan

Pl.V

60

BF

210

 

een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op een weg parkeren met als doel handelsreclame te maken

Pl.V

120

           
     

een recreatiegebied gebruiken in strijd met de bepalingen geldend voor dat gebied

Pl.V

 

BF

212

a

– door het parkeren of aanwezig hebben van een voertuig of vaartuig

   
     

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

 

60

     

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

 

60

     

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

 

40

     

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

 

20

     

6 – Overige weggebruikers;

 

20

     

7 – Gezagvoerders/schippers;

 

60

     

8 – Een ieder.

 

60

BF

212

b

– anders dan tot doel van dagrecreatie

 

90

BF

212

c

– door met geluid voortbrengende apparatuur overlast te veroorzaken

 

90

BF

212

d

– door te graven of te spitten of doen graven of spitten op buiten het strand, de zandhelling, speelkuilen of zandbakken gelegen gedeelten

 

90

BF

212

e

– door anders dan in de aanwezige afvalbakken wegwerpen, neerleggen en/of achterlaten van afval, vuilnis, resten van levensmiddelen, papier, blikken, flessen of verpakkingsmateriaal

 

90

BF

212

f

– door een afvalmand, -bak of soortgelijk voorwerp op andere wijze te gebruiken dan tot het deponeren van klein afval

 

90

BF

212

g

– door zich als eigenaar of houder van een hond zich met die hond in een vastgestelde periode bevinden buiten een aangewezen gebied, waar het verblijf van de hond is toegestaan

 

60

BF

216

 

een voertuig parkeren of enig ander voorwerp plaatsen of laten staan op een weggedeelte waarvan door het bevoegde gezag is bekend gemaakt dat dit niet is toegestaan op de in die bekendmaking genoemde dagen en tijden (markt, evenement, kermis enz)

Pl.V

 
     

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

 

60

     

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

 

60

     

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

 

40

     

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

 

20

     

6 – Overige weggebruikers;

 

20

     

8 – Een ieder

 

60

BF

235

 

met of voor een vaartuig een ligplaats innemen, hebben of beschikbaar stellen op een gedeelte van een openbaar water waar dit niet is toegestaan

Pl.V

 
     

7 – Gezagvoerders/schippers;

 

60

     

8 – Een ieder.

 

60

BF

236

a

het zonder ontheffing van het college varen, doen of laten varen met enig vaartuig

Pl.V

 
     

7 – Gezagvoerders/schippers;

 

60

     

8 – Een ieder.

 

60

BF

240

 

als bader of zwemmer in openbaar water zich zodanig gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden

Pl.V

90

BF

245

 

zich zonder redelijk doel aan, op, of in een vaartuig in openbaar water vasthouden, klimmen, begeven of bevinden

Pl.V

60

           
     

zich in/op voor publiek toegankelijke natuurgebieden, bossen, parken, plantsoenen of recreatieterreinen bevinden ten aanzien waarvan door het bevoegde gezag is verklaard dat het gebruik van een motorvoertuig, bromfiets, fiets, rij- of trekdier overlast kan veroorzaken of schade kan berokkenen aan milieuwaarden, te weten

Pl.V

 

BF

250

a

– met die vervoermiddelen in gesloten tijd of gesloten gebied

   
     

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

 

90

     

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

 

90

     

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

 

60

     

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

 

35

     

6 – Overige weggebruikers.

 

35

BF

250

b

– met een motorvoertuig, bromfiets, fiets of paard buiten de (onverharde) wegen of gemarkeerde paden

   
     

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

 

90

     

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

 

90

     

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

 

90

     

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

 

35

     

6 – Overige weggebruikers.

 

35

BF

250

c

– met een rij- of trekdier buiten de daarvoor bestemde paden

   
     

6 – Overige weggebruikers.

 

35

           
     

met een motorrijtuig gebruik maken van een weg in strijd met de verordening tot het bevorderen van ongestoord wetenschappelijk onderzoek van de RadioSterrenWacht (storingsvrije zone), te weten

Pl.V

 

BF

260

a

– rijdend

   
     

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

 

90

     

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

 

90

     

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

 

60

     

6 – Overige weggebruikers.

 

35

BF

260

b

– parkeren dan wel laten staan

   
     

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

 

60

     

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

 

60

     

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

 

40

     

6 – Overige weggebruikers.

 

20

           
     

Milieu – Afvalstoffenverordening

   
     

Aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

   

BH

002

 

huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden, terwijl men geen gebruiker van het perceel is

Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

003

a

de aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden aan anderen dan de aangewezen inzameldienst of inzamelaar

Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

004

 

huishoudelijke afvalstoffen anders aanbieden dan via het aangewezen of verstrekte inzamelmiddel

Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

005

 

andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via inzamelmiddel aanbieden, dan waarvoor het is bestemd

Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

006

 

huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijze aanbieden

Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

007

 

afvalstoffen via het voor dat perceel toegewezen inzamelmiddel aanbieden, terwijl men niet de gebruiker van dat perceel is

Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

008

 

via een inzamelvoorziening voor groep percelen of op wijkniveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening bestemd is

Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

009

 

huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via een inzamelvoorziening voor groep percelen of op wijkniveau aanbieden

Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

010

 

via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanbieden, dan de categorie waarvoor het brengdepot bestemd is

Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

011

 

huishoudelijke afvalstoffen niet op de voorgeschreven wijzen via brengdepot op lokaal of regionaal niveau aanbieden

Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

012

 

categorieën huishoudelijke afvalstoffen, die zonder inzamelmiddel moeten worden aangeboden, niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden

Pl.Vjo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

013

 

huishoudelijke afvalstoffen op andere dan de vastgestelde dagen en tijden ter inzameling aanbieden

PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm

60

           
     

Aanbieden van andere dan huishoudelijke afvalstoffen

   

BH

014

 

andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst aanbieden

PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm

60

BH

015

 

de door het College aangewezen categorieën van afvalstoffen, niet zijnde huishoudelijke afvalstoffen, niet op de voorgeschreven wijze ter inzameling aanbieden

PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm

60

           
     

Doorzoeken van afvalstoffen

   

BH

016

 

afvalstoffen die ter inzameling gereed staan doorzoeken en verspreiden

PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm

90

           
     

Handelingen verrichten met huishoudelijk afval, waardoor verontreiniging kan ontstaan

   

BH

017

 

andere afvalstoffen dan straatafval achterlaten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen

PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm

90

BH

020

 

afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig laden, lossen, vervoeren of andere werkzaamheden verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed

PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm

90

BH

022

 

straatafval achterlaten in de openbare ruimte zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen

PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm

90

BH

096

 

als particulier een afvalstof, stof of voorwerp buiten een daarvoor bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op of in de bodem brengen, storten, houden, achterlaten of anderszins plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu

PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm

160

           
     

Wrakken

   

BH

019

 

afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer opslaan of opgeslagen hebben

PL.V jo. 10.23 lid 1 Wm

160

BH

107

 

een voertuigwrak plaatsen of aanwezig hebben op de weg

Pl.V

160

BH

109

 

zich als eigenaar of kentekenhouder ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken

Pl.V jo. 10.23 lid 1 Wm

240

           
     

Geluidhinder

   

BH

205

 

als particulier met toestellen of geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt, of toelaten dat deze handelingen worden verricht

Pl.V

90

BH

300

 

zonder daartoe bevoegd te zijn zich bevinden buiten wegen of paden, die liggen in/op voor publiek toegankelijke parken, wandelplaatsen, plantsoenen, groenstroken of grasperken dan wel in/tussen aanplantingen, bloemperken, heester- of struikgewassen, die op of aan de weg liggen

Pl.V

30

BH

305

 

zonder daartoe bevoegd te zijn schade toebrengen aan bomen, heesters, bloemen of grasperken in een park, een bos of op andere dergelijke plaatsen

Pl.V

90

BH

310

 

met een voertuig rijden door een park/plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook

Pl.V

 
     

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

 

90

     

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

 

90

     

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

 

60

     

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

 

35

     

6 – Overige weggebruikers;

 

35

BH

311

 

met een voertuig rijden (crossen) door een park/ plantsoen of op een niet van de weg deel uitmakende, van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook

Pl.V

 
     

1 – Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft;

 

160

     

2 – Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen;

 

160

     

3 – Bromfietsers en snorfietsers;

 

110

     

4 – Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor;

 

60

     

6 – Overige weggebruikers.

 

60

BH

315

 

roken in bos, duin dan wel andere dergelijke gebieden op tijd en plaats waarop dit niet is toegestaan

Pl.V

90

BH

320

 

in de openlucht vuur aanleggen, stoken of hebben

Pl.V

180

           
     

als eigenaar of houder van een hond er niet voor zorgen dat deze hond zich niet van uitwerpselen ontdoet

Pl.V

 

BH

325

a

– op een weggedeelte (mede) bestemd voor voetgangers

 

90

BH

325

b

– op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide

 

90

BH

325

c

– op een andere dan door het College aangewezen plaats

 

90

Naar boven