Regeling wachtalarminstallatie voor Curaçao en Sint Maarten

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Regeling houdende uitvoering voor de Nederlandse Antillen van artikel 276, zesde lid, van het Vissersvaartuigenbesluit (Regeling wachtalarminstallatie voor de Nederlandse Antillen)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 276, zesde lid, van het Vissersvaartuigenbesluit;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Een wachtalarminstallatie wordt inen uitgeschakeld door middel van een sleutelbediende schakelaar.

  • 2 Een wachtalarminstallatie is voorzien van een tijdmeetsysteem met ten minste twee verschillende looptijden, waarvan de langste looptijd niet meer mag bedragen dan vijftien minuten. De looptijdkeuze moet sleutelbediend zijn en mag worden gecombineerd met de in het eerste lid bedoelde schakelaar.

  • 3 Een dimbare controlelamp geeft aan dat de wachtalarminstallatie in bedrijf is.

  • 4 Na de inschakeling van de wachtalarminstallatie start het tijdmeetsysteem. Dit tijdmeetsysteem kan op elk gewenst moment door middel van een terugsteldrukknop op nul worden teruggesteld, waarna de tijdmeting weer opnieuw begint.

  • 5 Aan het eind van de gekozen looptijd treedt in het stuurhuis een zichtbaar en hoorbaar waarschuwingssignaal in werking.

  • 6 Indien niet binnen zestig seconden na de inwerkingtreding van het waarschuwingssignaal, bedoeld in het vijfde lid, het tijdmeetsysteem door middel van de terugsteldrukknop op nul wordt teruggesteld, wordt een hoorbaar alarm gegeven in de verblijven van de kapitein, de stuurman alsmede andere daarvoor in aanmerking komende verblijven.

  • 7 De terugsteldrukknop wordt niet vanaf een normale navigatiepositie zoals de stuurstoel bediend.

  • 8 Een wachtalarminstallatie voldoet aan de als bijlage bij deze regeling behorende paragrafen 5 en 6 van de op 6 november 1991 aangenomen Resolutie A.694(17) van de Internationale Maritieme Organisatie.

Artikel 2

  • 1 De kapitein ziet erop toe dat de wachtalarminstallatie in werking is wanneer uitsluitend door de chef van de wacht op de brug wacht wordt gelopen.

  • 2 Tijdens de uitoefening van de visserij mag de wachtalarminstallatie afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden buiten werking worden gesteld, wanneer de kapitein zulks verantwoord acht.

  • 3 De kapitein houdt bij de keuze van de looptijd van het tijdmeetsysteem rekening met de bestaande toestand en omstandigheden.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling wachtalarminstallatie voor Curaçao en Sint Maarten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant en de Curaçaosche Courant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage die in de Nederlandse Antillen ter inzage wordt gelegd. Van de terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in de Curaçaosche Courant.

’s-Gravenhage, 11 september 1996.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven