Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s

[Regeling vervallen per 01-01-2024.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 09-06-2023 t/m 31-12-2023

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 oktober 2009, nr. DL/A/162364, houdende regels voor aanvullende bekostiging voor de versterking van de salarismix van docenten in het middelbaar beroepsonderwijs en vbo-groen afdelingen binnen de AOC’s in de Randstadregio’s (Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 2.2.3, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanvullende bekostiging: aanvullende bekostiging als bedoeld in artikel 2;

  • beroepsonderwijs: beroepsonderwijs en educatie als bedoeld in artikel 1.2.1 van de wet;

  • bezoldigingsschaal: salarisschaal volgens welke een docent of instructeur wordt bezoldigd;

  • BRP: basisregistratie personen;

  • Convenant Leerkracht van Nederland: tripartiete afspraken tussen de Minister en de sociale partners voor de sector Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie vastgelegd op 10 december 2008 (Stcrt. 2009, 42);

  • deeltijdstudent: student die een beroepsopleiding volgt als bedoeld in artikel 7.2.7, vijfde lid, van de wet, zoals dit luidde op 31 juli 2014;

  • docent: docent als bedoeld in artikel 4.2.1, eerste en tweede lid, van de wet, voor zover deze een onderwijsgevende taak uitvoert;

  • instructeur: personeelscategorie met onderwijsondersteunende werkzaamheden gericht op het primair proces conform artikel 4.2.2 van de wet;

  • Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • personeelsgegevens: gegevens als bedoeld in bijlage B van het Convenant Leerkracht van Nederland en bijlage 1, onder 3, van het Uitvoeringsbesluit WEB, conform het op 27 augustus 2009 herziene Protocol Personeelsinformatie MBO en herziene PVE;

  • Randstadregio’s: verzameling van gemeenten als opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling;

  • salarismix: verdeling van docenten in voltijdequivalenten over de bezoldigingsschalen;

  • voltijdstudent: student die een beroepsopleiding volgt als bedoeld in artikel 7.2.7, derde lid, van de wet, zoals dit luidde op 31 juli 2014;

  • wet: Wet educatie en beroepsonderwijs.

2. Hoofdlijnen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 2. Doelomschrijving

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De minister verstrekt aanvullende bekostiging aan het bevoegd gezag van een instelling:

    • a. ter versterking van de salarismix binnen de Randstadregio’s door het aandeel docenten in voltijdequivalenten in bezoldigingsschaal LC en/of LD en/of LE te verhogen;

    • b. ter verlichting van de werkdruk in de Randstadregio’s door extra functies voor instructeurs en/of docenten te realiseren.

  • 2 De aanvullende bekostiging wordt verstrekt op grond van de volgende overwegingen:

    • a. Versterking van de salarismix in de Randstadregio’s maakt deel uit van de afspraken in het Convenant Leerkracht van Nederland van 10 december 2008.

    • b. In het Convenant Leerkracht van Nederland is afgesproken dat 75% van de aanvullende bekostiging verstrekt op grond van deze regeling ingezet zal worden voor de verhoging van het aandeel docenten in voltijdequivalenten in hogere bezoldigingsschalen, conform de doelomschrijving in artikel 2, eerste lid onder a. De resterende 25% van de aanvullende bekostiging verstrekt op grond van deze regeling zal worden ingezet voor extra functies voor instructeurs en/of docenten, conform de doelomschrijving in artikel 2, eerste lid onder b.

    • c. In het Convenant Leerkracht van Nederland is vastgelegd dat de aanvullende convenantmiddelen aan het begin van schooljaar 2012−2013 beschikbaar komen als de sector de tussendoelen in 2011 heeft bereikt, welke voortvloeien uit de prestatieafspraken voor de salarismix in het middelbaar beroepsonderwijs die voor 2014 zijn vastgelegd.

    • d. In het Convenant Leerkracht van Nederland is afgesproken dat in het kader van de monitoring van de convenantmiddelen per instelling jaarlijks wordt bekeken of de convenantmiddelen volledig aan de omschreven doelen zijn besteed.

    • e. Tevens is in het convenant een stabiele verhouding tussen docenten en ondersteunend personeel afgesproken.

    • f. Indien de sector in 2011 de tussendoelen als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder c niet heeft gerealiseerd, dan worden de aanvullende middelen voor de in het eerste lid van dit artikel genoemde doelen op instellingsniveau afgestemd op de op dat moment gerealiseerde salarismix.

Artikel 3. Eisen aanvullende bekostiging

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

De aanvullende bekostiging wordt slechts verstrekt aan het bevoegd gezag van een instelling indien:

  • a. op 1/10/2007 minimaal 20% van het ongewogen totaal aantal studenten van de instelling volgens de BRP woonachtig in de Randstadregio’s is; en

  • b. de instelling de verplichte personeelsgegevens, bedoeld in artikel 1 onder s, tijdig, volledig en rechtstreeks aan het Ministerie van OCW heeft geleverd.

Artikel 3a. Fusie van instellingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Bij een institutionele fusie van instellingen vormt de som van het aantal gewogen studenten, bedoeld in de formule in artikel 5, vijfde lid, voor ieder bij de fusie betrokken instelling afzonderlijk, de basis voor de toekenning aan die gefuseerde instelling.

  • 2 De berekening, bedoeld in het eerste lid, leidt in geen geval tot een lagere toekenning van de aanvullende bekostiging dan vastgesteld vóór de fusie.

Artikel 3b. Beëindiging verzorgen van beroepsopleidingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Bij de beëindiging van het verzorgen van beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 7.1.2, tweede lid, van de wet door een instelling vormt het aantal studenten, bedoeld in de formule in artikel 5, vijfde lid, van de betreffende instelling de basis voor de toekenning aan één of meerdere instellingen.

  • 2 Indien er meerdere instellingen betrokken zijn bij de overname van de beroepsopleidingen, bedoeld in het eerste lid, treedt de minister in overleg.

  • 3 Bij de beëindiging van het verzorgen van beroepsopleidingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, vormt het aantal studenten, bedoeld in het deel van de formule (DDRi * 0,3 + VDRi *1), bedoeld in artikel 5, vijfde lid, de basis voor de toekenning aan de overnemende instelling(en).

  • 4 Bij beschikking bepaalt de minister welk deel van het aantal studenten voor de berekening van de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste en derde lid, wordt toegekend aan de betrokken instellingen.

Artikel 4. Bedragen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Voor de instellingen die voldoen aan de vereisten, bedoeld in artikel 3, is voor het kalenderjaar 2023 een totaalbedrag van € 55.279.000,– voor aanvullende bekostiging beschikbaar.

Artikel 5. Berekening aanvullende bekostiging

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 De aanvullende bekostiging wordt over de daarvoor in aanmerking komende bevoegde gezagsorganen, bedoeld in artikel 3, verdeeld naar rato van het aantal studenten van een in aanmerking komend bevoegd gezag dat volgens de BRP woonachtig is binnen de Randstadregio’s op het totaal aantal volgens de BRP in de Randstadregio’s woonachtige studenten van alle in aanmerking komende bevoegde gezagsorganen. Voor het bepalen van deze studentenaantallen vormt de teldatum van 1/10/2007 het uitgangspunt.

  • 2 Bij de berekening van de omvang van de aanvullende bekostiging voor een in aanmerking komend bevoegd gezag wordt bij de in de Randstadregio’s woonachtige studenten onderscheid gemaakt naar voltijd- en deeltijd studenten, waarbij voltijdstudenten met factor 1 en deeltijdstudenten met factor 0,3 gewogen worden.

  • 3 Indien een bevoegd gezag dat voor wat betreft de studenten voldoet aan het gestelde in artikel 3 in totaal minder dan 5.000 studenten heeft, dan tellen alle bij die instelling ingeschreven studenten, ongeacht woonplaats, mee bij de berekening van de omvang van de aanvullende bekostiging.

  • 4 De aanvullende bekostiging van een op grond van artikel 3 in aanmerking komend bevoegd gezag wordt berekend op grond van de volgende formule: Xi= A1 * (DDRi * 0,3 + VDRi * 1) / DRT

    De definitie van de verschillende componenten uit deze formule is als volgt:

    • i = een in aanmerking komend bevoegd gezag van een instelling, waarbij geldt dat als het bevoegd gezag minder dan 5000 studenten heeft, alle bij die instelling ingeschreven studenten, ongeacht woonplaats, meetellen bij de berekening van Xi;

    • Xi = de aanvullende bekostiging voor een individuele instelling;

    • A1 = het totaalbedrag voor de aanvullende bekostiging van deze regeling;

    • DDRi= de op teldatum 1/10/2007 in de Randstadregio’s woonachtige deeltijdstudenten ingeschreven bij instelling i;

    • VDRi = de op teldatum 1/10/2007 in de Randstadregio’s woonachtige voltijdstudenten ingeschreven bij instelling i;

    • DRT= alle op teldatum 1/10/2007 in de Randstadregio’s woonachtige studenten gewogen naar deeltijdfactor van alle in aanmerking komende bevoegde gezagsorganen inclusief de buiten de Randstadregio’s woonachtige studenten van de in aanmerking komende bevoegde gezagsorganen met minder dan 5000 ingeschreven studenten.

Artikel 6. Betaling

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

In de maand januari maakt de minister de hoogte van de aanvullende bekostiging bekend. Na de bekendmaking vindt de uitbetaling plaats volgens het gebruikelijke betaalritme van de reguliere bekostiging.

3. Verantwoording

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 7. Verantwoording

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de aanvullende bekostiging worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.

  • 2 De aanvullende bekostiging wordt direct vastgesteld.

  • 3 De verantwoording van de aanvullende bekostiging geschiedt in de jaarverslaggeving en in model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

  • 4 Het bevoegd gezag toont op verzoek van de Minister aan dat de activiteiten waarvoor aanvullende bekostiging is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de aanvullende bekostiging.

Artikel 8. Onderzoek

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Er zal onderzoek worden gedaan naar het bereikte effect dan wel het bereikte resultaat van deze aanvullende bekostiging.

Artikel 9. Informatieplicht

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Het bevoegd gezag werkt mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoeken die erop gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens de minister te voeren beleid.

4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Artikel 9a. Overgangsbepaling voor het vbo van voormalige agrarische opleidingscentra

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

  • 1 Voor de berekening van de aanvullende bekostiging bedoeld in artikel 2 voor scholen voor vbo die van rechtswege zijn ontstaan na de omzetting van agrarische opleidingscentra op grond van artikel 12.2.4 van de wet, wordt voor wat betreft het kalenderjaar waarin die omzetting plaatsvindt, gebruik gemaakt van de berekeningswijze op grond van deze regeling zoals deze luidde op 31 juli van dat kalenderjaar.

Artikel 10. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Artikel 11. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling versterking van salarismix leraren middelbaar beroepsonderwijs in de Randstadregio’s.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Bijlage 1. Gemeenten in randstadregio’s

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Aalsmeer

ZNH

 

Hellevoetsluis

RM

 

Pijnacker-Nootdorp

HL

Abcoude

ZNH

 

Hendrik-Ido-Ambacht

RM

 

Purmerend

ZNH

Alblasserdam

RM

 

Hillegom

RG

 

Reeuwijk

RG

Albrandswaard

RM

 

Hilversum

GV

 

Ridderkerk

RM

Almere

 

 

Houten

UM

 

Rijnwoude

RG

Alphen a/d Rijn

RG

 

Huizen

GV

 

Rijswijk

HL

Amersfoort

EL

 

IJsselstein

UM

 

Rotterdam

RM

Amstelveen

ZNH

 

Kaag en Braassem

RG

 

Rozenburg

RM

Amsterdam

ZNH

 

Katwijk

RG

 

Schiedam

RM

Baarn

EL

 

Korendijk

RM

 

Schoonhoven

RG

Barendrecht

RM

 

Krimpen a/d IJssel

RM

 

's-Gravenhage

HL

Beemster

ZNH

 

Landsmeer

ZNH

 

Sliedrecht

RM

Bergambacht

RG

 

Lansingerland

RM

 

Soest

EL

Bernisse

RM

 

Laren

GV

 

Spijkenisse

RM

Beverwijk

ZNH

 

Leerdam

RM

 

Strijen

RM

Binnenmaas

RM

 

Leiden

RG

 

Teylingen

RG

Blaricum

GV

 

Leiderdorp

RG

 

Uitgeest

ZNH

Bloemendaal

ZNH

 

Leidschendam-Voorburg

HL

 

Uithoorn

ZNH

Bodegraven

RG

 

Leusden

EL

 

Utrecht

UM

Boskoop

RG

 

Liesveld

RM

 

Utrechtse Heuvelrug

UM

Breukelen

UM

 

Lisse

RG

 

Velsen

ZNH

Brielle

RM

 

Loenen

GV

 

Vianen

UM

Bunnik

UM

 

Lopik

UM

 

Vlaardingen

RM

Bunschoten

EL

 

Maarssen

UM

 

Vlist

RG

Bussum

GV

 

Maassluis

RM

 

Voorschoten

RG

Capelle aan den IJssel

RM

 

Middelharnis

RM

 

Waddinxveen

RG

Cromstrijen

RM

 

Midden-Delfland

HL

 

Wassenaar

HL

De Bilt

UM

 

Montfoort

UM

 

Waterland

ZNH

De Ronde Venen

ZNH

 

Moordrecht

RG

 

Weesp

GV

Delft

HL

 

Muiden

GV

 

Westland

HL

Diemen

ZNH

 

Naarden

GV

 

Westvoorne

RM

Dirksland

RM

 

Nederlek

RG

 

Wijdemeren

GV

Dordrecht

RM

 

Nieuwegein

UM

 

Wijk bij Duurstede

UM

Edam-Volendam

ZNH

 

Nieuwerkerk a/d IJssel

RG

 

Woerden

UM

Eemnes

GV

 

Nieuwkoop

RG

 

Wormerland

ZNH

Giessenlanden

RM

 

Nieuw-Lekkerland

RM

 

Woudenberg

EL

Goedereede

RM

 

Noordwijk

RG

 

Zaanstad

ZNH

Gorinchem

RM

 

Noordwijkerhout

RG

 

Zandvoort

ZNH

Gouda

RG

 

Oegstgeest

RG

 

Zederik

RM

Graafstroom

RM

 

Oostflakkee

RM

 

Zeevang

ZNH

Haarlem

ZNH

 

Oostzaan

ZNH

 

Zeist

UM

Haarlemmerliede en Spaarnwoude

ZNH

 

Oud-Beijerland

RM

 

Zevenhuizen-Moerkapelle

RG

Haarlemmermeer

ZNH

 

Ouder-Amstel

ZNH

 

Zoetermeer

HL

Hardinxveld-Giessendam

RM

 

Ouderkerk

RG

 

Zoeterwoude

RG

Heemskerk

ZNH

 

Oudewater

RG

 

Zwijndrecht

RM

Heemstede

ZNH

 

Papendrecht

RM

     

ZNH = RPA Zuidelijk Noord-Holland

HL = RPA Haaglanden

GV = RPA Gooi en Vechtstreek

UM = RPA Utrecht-Midden

RG = RPA Rijn-Gouwe

RM = RPA Rijnmond

EL = RPA Eemland

Naar boven