Met betrekking tot de overige voormalige sovjetrepublieken geldt het volgende.
Begin juli 1996 hebben de Armeense autoriteiten meegedeeld dat naar hun opvatting
de indertijd tussen Nederland en de voormalige Sovjet-Unie gesloten verdragen hun
toepasselijkheid met betrekking tot het Armeense grondgebied hebben verloren in december
1991. Dit betekent dat voor Nederland in de relatie tot Armenië in december 1991 een
verdragsloze situatie is ontstaan. Op 31 oktober 2001 is echter tussen Nederland en
Armenië een Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting gesloten, dat op 22 november
2002 in werking is getreden en vanaf 1 januari 2003 toepassing vindt. Ik heb goedgekeurd
dat het belastingverdrag met de voormalige Sovjet-Unie voor de periode van december
1991 tot 1 januari 1998 voor wat Nederland betreft wordt toegepast in de relatie tot
Armenië. In voorkomende gevallen kan met ingang van 1 januari 1998 tot 2003 in Nederland
in beginsel een beroep worden gedaan op het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989
respectievelijk het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001, op grond waarvan – indien aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan – aanspraak
kan worden gemaakt op een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting.
Aangezien Azerbeidzjan het algemene beginsel van statenopvolging niet onderschrijft,
is het belastingverdrag met de voormalige Sovjet-Unie vanaf december 1991 niet langer
van toepassing. Inmiddels is met Azerbeidzjan op 22 september 2008 een Verdrag tot
het vermijden van dubbele belasting gesloten, dat echter nog niet in werking is getreden.
Ik keur goed dat het belastingverdrag met de voormalige Sovjet-Unie voor wat Nederland
betreft wordt toegepast in de relatie tot Azerbeidzjan totdat het verdrag met Azerbeidzjan
in werking zal zijn getreden.
Met Belarus is op 26 maart 1996 een Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting
gesloten, dat op 31 december 1997 in werking is getreden en vanaf 1 januari 1998 toepassing
vindt. Ingevolge artikel 31, tweede lid, eerste volzin, van het Verdrag is het tussen
Nederland en de voormalige Sovjet-Unie gesloten belastingverdrag van 21 november 1986
in de betrekking tussen Nederland en Belarus op 31 december 1997 beëindigd. De bepalingen
van die Overeenkomst blijven echter op grond van artikel 31, tweede lid, laatste volzin,
van het Verdrag van toepassing voor belastingjaren en belastingtijdvakken die zijn
verstreken vóór het tijdstip waarop de bepalingen van het Verdrag toepassing vinden.
Met Georgië is op 21 maart 2002 een Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting
gesloten, dat op 21 februari 2003 in werking is getreden en vanaf 1 januari 2004 toepassing
vindt. Tijdens de verdragsonderhandelingen is van de zijde van Georgië medegedeeld
dat Georgië in voorkomend geval het door Nederland met voormalige Sovjet-Unie gesloten
belastingverdrag niet zal toepassen. Dit betekent dat voor Nederland in de relatie
tot Georgië tot 2004 een verdragsloze situatie is ontstaan. Ik heb echter goedgekeurd
dat het belastingverdrag met de voormalige Sovjet-Unie tot 1 januari 1999 voor wat
Nederland betreft wordt toegepast in de relatie tot Georgië. In voorkomende gevallen
kan met ingang van 1 januari 1999 tot 1 januari 2004 in Nederland in beginsel een
beroep worden gedaan op het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 respectievelijk
het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001, op grond waarvan – indien aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan – aanspraak
kan worden gemaakt op een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting.
Eind november 1994 heeft de Minister van Financiën van Kazachstan een brief gezonden
aan het Nederlandse Ministerie van Financiën. Daarin werd medegedeeld dat de Opperste
Sovjet van Kazachstan heeft besloten de toepassing van alle belastingverdragen die
zijn gesloten door de voormalige Sovjet-Unie voor wat betreft hun werking in Kazachstan
per 1 januari 1995 te beëindigen. Dit betekent dat voor Nederland in de relatie met
Kazachstan per de genoemde datum een verdragsloze situatie is ontstaan. Op 24 april
1996 is echter tussen Nederland en Kazachstan een Verdrag tot het vermijden van dubbele
belasting gesloten, dat op 2 mei 1997 in werking is getreden en vanaf 1 januari 1996
toepassing vindt. Nu derhalve voor het jaar 1995 geen sprake is van een verdragsrelatie
met Kazachstan kunnen zich in relatie met dat land mogelijk problemen van dubbele
belasting voordoen. Daarbij zij overigens opgemerkt dat in voorkomende gevallen in
beginsel een beroep kan worden gedaan op het Besluit voorkoming dubbele belasting
1989, op grond waarvan – indien aan de daaraan gestelde voorwaarden wordt voldaan
– aanspraak kan worden gemaakt op een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting.
In oktober 1996 is tussen Nederland en Moldavië een gemeenschappelijke verklaring
getekend waarin onder meer is vastgelegd dat het belastingverdrag met de voormalige
Sovjet-Unie van 21 november 1986 niet voortgezet van toepassing is gebleven. Dit betekent
dat voor Nederland in de relatie tot Moldavië in oktober 1996 een verdragsloze situatie
is ontstaan. Met Moldavië is echter op 3 juli 2000 een Verdrag tot het vermijden van
dubbele belasting gesloten, dat op 1 juni 2001 in werking is getreden en vanaf 1 januari
2002 toepassing vindt. Ik heb goedgekeurd dat het belastingverdrag met de voormalige
Sovjet-Unie voor de periode van oktober 1996 tot 1 januari 1998 voor wat Nederland
betreft wordt toegepast in de relatie tot Moldavië. In voorkomende gevallen kan met
ingang van 1 januari 1998 tot 1 januari 2002 in Nederland in beginsel een beroep worden
gedaan op het Besluit voorkoming dubbele belasting 1989 respectievelijk het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001, op grond waarvan – indien aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan – aanspraak
kan worden gemaakt op een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting.
Met Oekraïne is op 24 oktober 1995 een Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting
gesloten, dat op 2 november 1996 in werking is getreden en vanaf 1 januari 1997 toepassing
vindt. Krachtens artikel 33, tweede lid, eerste volzin, van het Verdrag is het tussen
Nederland en de voormalige Sovjet-Unie gesloten belastingverdrag van 21 november 1986
in de betrekking tussen Nederland en de Oekraïne op 2 november 1996 beëindigd. De
bepalingen van die Overeenkomst blijven echter van toepassing op belastingjaren en
belastingtijdvakken die zijn verstreken vóór het tijdstip waarop de bepalingen van
het Verdrag toepassing vinden.
Met Oezbekistan is op 18 oktober 2001 een Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting
gesloten, dat op 27 mei 2002 in werking is getreden en toepassing vindt vanaf 1 januari
2003. Na het uiteenvallen van de voormalige Sovjet-Unie eind 1991 heeft Oezbekistan
niet bevestigd zich als statenopvolger gebonden te achten aan het tussen Nederland
en de voormalige Sovjet-Unie gesloten belastingverdrag van 21 november 1986, maar
Oezbekistan heeft dit belastingverdrag niet uitdrukkelijk opgezegd. Ik keur goed dat
het belastingverdrag met de voormalige Sovjet-Unie voor wat Nederland betreft tot
1 januari 2003 wordt toegepast in de relatie tot Oezbekistan.
Met de Russische Federatie is op 16 december 1996 een Verdrag tot het vermijden van
dubbele belasting gesloten, dat op 27 augustus 1998 in werking is getreden en vanaf
1 januari 1999 toepassing vindt. Ingevolge artikel 30, tweede lid, eerste volzin,
van het Verdrag is het tussen Nederland en de voormalige Sovjet-Unie gesloten belastingverdrag
van 21 november 1986 in de betrekking tussen Nederland en de Russische Federatie op
27 augustus 1998 beëindigd. De bepalingen van die Overeenkomst blijven echter op grond
van artikel 30, tweede lid, laatste volzin, van het Verdrag van toepassing voor belastingjaren
en belastingtijdvakken die zijn verstreken vóór het tijdstip waarop de bepalingen
van het Verdrag toepassing vinden.
Met Tadzjikistan is op 2 september 1997 vastgesteld dat de Overeenkomst tot het vermijden
van dubbele belasting met de Sovjet-Unie tussen Nederland en Tadzjikistan van kracht
is gebleven. Ik merk hierbij op dat met Tadzjikistan waarschijnlijk op afzienbare
termijn onderhandelingen over een belastingverdrag zullen worden gevoerd.
Turkmenistan heeft op 4 maart 1997 schriftelijk medegedeeld dat het de voortgezette
gebondenheid aan het belastingverdrag met de voormalige Sovjet-Unie in de relatie
tussen Nederland en Turkmenistan in afwachting van de totstandkoming van een belastingverdrag
tussen Nederland en Turkmenistan onderschrijft. Op 9 februari 1999 heeft Turkmenistan
schriftelijk medegedeeld dat het door Nederland met de voormalige Sovjet-Unie gesloten
belastingverdrag met ingang van 1 januari 2000 niet wordt gecontinueerd. Dit betekent
dat voor Nederland in de relatie tot Turkmenistan per genoemde datum een verdragsloze
situatie is ontstaan. Ik keur goed dat het belastingverdrag met de voormalige Sovjet-Unie
voor de periode van 1 januari 2000 tot 1 januari 2010 voor wat Nederland betreft wordt
toegepast in de relatie tot Turkmenistan. Ik merk hierbij op dat met Turkmenistan
onderhandelingen over een belastingverdrag zijn gevoerd, welke op afzienbare termijn
zullen worden hervat.
Van de nog resterende staat van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) – Kyrgyzstan
– is nog geen officiële bevestiging ontvangen dat het zich gebonden acht aan het door
Nederland met de voormalige Sovjet-Unie gesloten belastingverdrag. Uitgaande van het
beginsel van continuïteit van verdragsrelaties, en ook gelet op het feit dat van Kyrgyzstan,
zij het op informele wijze, in beginsel een zekere bereidheid tot voortzetting van
verdragsrelaties is vernomen, keur ik goed dat het belastingverdrag met de voormalige
Sovjet-Unie voor wat Nederland betreft vooralsnog wordt toegepast in de relatie tot
Kyrgyzstan. Ik merk hierbij op dat met Kyrgyzstan onderhandelingen over een belastingverdrag
zijn gevoerd, welke op afzienbare termijn zullen worden hervat.