Richtlijn voor strafvordering tarieflijst waterzaken binnenvaart

[Regeling vervallen per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2009 t/m 31-12-2010

Richtlijn voor strafvordering tarieflijst waterzaken binnenvaart

Achtergrond

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Het Openbaar Ministerie kan via het aanbieden van een transactie – artikel 74 Wetboek van Strafrecht (Sr) jo. artikel 36 Wet op de economische delicten (WED) – of via dagvaarding een strafzaak afhandelen.

Als het Openbaar Ministerie een zaak afdoet met inachtneming van bovengenoemde artikelen, zal het voorwaarden stellen bij vrijwillige voldoening waaraan het recht tot strafvordering vervalt. De voorwaarden die kunnen worden gesteld zijn vermeld in de artikelen 74 Sr en 36 WED.

Met het oog op de gewenste eenheid in het strafvorderingbeleid, ten aanzien van overtredingen van bovengenoemde wet- en regelgeving, zijn tarieven vastgesteld. Deze tarieven dienen landelijk als richtlijn voor de bepaling van de bedragen die als transactie (bijvoorbeeld in het kader van lik-op-stuk) dan wel als eis ter terechtzitting kunnen worden gehanteerd.

De feiten die zijn opgenomen in de ‘Tekstenbundel voor misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen’ worden in deze richtlijn buiten beschouwing gelaten om afstemmingsproblemen te voorkomen.

Binnenvaartwet

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Op 1 juli 2009 is de Binnenvaartwet (BVW) in werking getreden. De BVW heeft de Binnenschepenwet (BISW), de Wet vervoer binnenvaart (WVB) en de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (WVBB) vervangen. De bij voornoemde wetten behorende regelgeving (zoals het Binnenschepenbesluit en het Besluit vaartijden en bemanningssterkte) is eveneens vervangen, door het Binnenvaartbesluit (BVB) en de Binnenvaartregeling (BVR).

De Binnenvaartwet bevat onder meer een regeling met betrekking tot de toegang tot de markt van het bedrijfsmatig vervoer per binnenschip, de technische eisen voor binnenschepen, de bemanningsvoorschriften, de vaar- en rusttijden, de vaarbewijsplicht en de scheepsnummering van schepen op Nederlandse binnenwateren.

De Binnenvaartwet kent een paragraaf over de bestuurlijke boete. Die paragraaf is tijdelijk nog niet van kracht: de artikelen 48 tot en met 50c BVW, die betrekking hebben op de bestuurlijke boete, zijn vooralsnog niet in werking getreden. Tot het moment dat deze artikelen in werking treden, is het strafrechtelijk handhavingsarrangement van de daartoe aangepaste Wet op de economische delicten van toepassing.1

Samenvatting

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Deze richtlijn bevat in de bijlagen de te hanteren tarieven van een aantal meer voorkomende overtredingen van bovenstaande wet- en/of regelgeving.

Sanctiepunten

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

In een groot aantal richtlijnen voor strafvordering wordt uitgegaan van het ‘kader voor strafvordering’ en het hierin gebruikte systeem van sanctiepunten. In deze richtlijn is echter, vanwege de verschillende regimes voor de internationale Rijn en de overige binnenwateren, gekozen voor tarieven in euro’s.

De regelgeving op het binnenwater in Nederland is verdeeld in twee regimes. Voor een deel van Nederland geldt hierbij het regime van het verdrag ‘Herziene Rijnvaartakte’. Dit betreft grosso modo de rivieren Rijn, Waal en Lek tot respectievelijk Gorinchem en Krimpen aan de Lek. Voor het overige deel van Nederland geldt het nationale regime.

De overtredingen onder het regime van de Herziene Rijnvaartakte zijn overtredingen van de politievoorschriften van artikel 32 van de Herziene Rijnvaartakte. Artikel 32 van de Herziene Rijnvaartakte kent uitsluitend de geldboete als sanctie. Dit betekent dat in dit kader geen ruimte is voor oplegging van vervangende hechtenis.2

De Centrale Commissie voor de Rijnvaart heeft voor de meest voorkomende overtredingen van de politievoorschriften een Bussgeldkatalog vastgesteld. Uit het oogpunt van uniformiteit en rechtsgelijkheid zijn de in de bijlagen opgenomen tarieven daarmee, waar mogelijk, in overeenstemming.

Voor het nationale regime is het niet voldoen aan de in de bijlagen opgenomen feiten veelal een overtreding.

Tarieflijst Inleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

De tarieven zijn vergeleken met de sancties in de Bussgeldkatalog (BGK), waarvan de laatste versie medio november 2004 door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) is vastgesteld. De tarieven uit de tarieflijst blijven binnen de marges die in de Bussgeldkatalog worden aangegeven. Bij een aantal feiten is er in navolging van de Bussgeldkatalog voor gekozen om marges aan te geven. Wegingsfactoren zijn daarbij de ernst van feit, de mate van overtreding, de mate van gevaarzetting, het soort schip en de omstandigheden waaronder het feit werd gepleegd. Voor een aantal transactiebedragen is een uitzondering gemaakt, omdat Nederland een grote bevolkingsdichtheid kent en gezien recente gebeurtenissen, een verhoogd veiligheidsbewustzijn nodig wordt geacht. Het hogere transactiebedrag is daarbij mede gebaseerd op de afdoeningservaringen van het OM in het verleden en het aanzienlijke potentiële gevaar dat kan ontstaan bij niet naleving van het betreffende voorschrift. Zie bijvoorbeeld het niet aan boord aanwezig hebben van de meetbrief, het certificaat van onderzoek, groot vaarbewijs, rijnpatent en radarpatent. (1.10 BPR/RPR)

Deze richtlijn laat onverlet dat lokaal in Nederland, vanuit oogpunt van veiligheid en in verband met de grote economische belangen die spelen, een beleid op maat wordt toegepast.

Tarieflijst Opzet

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

De overtredingen waarop de tarieflijst betrekking heeft, zijn kort aangeduid en voorzien van het overtreden voorschrift. De opgave van het overtreden voorschrift betreft een verwijzing naar de betreffende regeling. De gehanteerde afkortingen die op de diverse regelingen betrekking hebben zijn vermeld in bijlage 1.

Overgangsrecht

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Deze richtlijn is geldig met ingang van de datum van inwerkingtreding. Ten aanzien van feiten uit de Binnenschepenwet (BISW), de Wet vervoer binnenvaart (WVB), de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart (WVBB), alsmede ten aanzien van feiten uit de op die wetten berustende regelgeving (Binnenschepenbesluit, Besluit vaartijden en bemanningssterkte), die zijn begaan vóór inwerkingtreding van de Binnenvaartwet, geldt de Richtlijn voor strafvordering tarieflijst waterzaken binnenvaart (2005R004).

Bijlage I

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Gebruikte afkortingen:

Bijlage II

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Scheepvaartverkeerswet

Artikel

Onderwerp

Transactie

SVVW 27/1

Een varend schip voeren of sturen onder invloed van een stof.

zie aanwijzing ¹

SVVW 26

Opzettelijk wederrechtelijk aan ander toebehorend schip gebruiken op scheepvaartweg. (joyvaren-recreatievaart en beroepsvaart)

€ 300–1200

SVVW 26

Opzettelijk wederrechtelijk aan ander toebehorend schip gebruiken op scheepvaartweg, in vereniging (toeslag 30%)

€ 400–1560

SVVW 27/2/a

Een varend schip voeren of sturen onder invloed van alcohol.

Alcoholgehalte adem > 350 µg/l.

zie aanwijzing ¹

SVVW 27/2/b

Een varend schip voeren of sturen onder invloed van alcohol.

Alcoholgehalte bloed > o,8‰.

zie aanwijzing ¹

SVVW 29/3

Een varend schip voeren of sturen tijdens een vaarverbod.

zie aanwijzing ¹

SVVW 28/1

Op eerste vordering van een opsporingsambtenaar weigeren medewerking te verlenen aan een ademtest.

zie aanwijzing ¹

SVVW 28a/2

Na bevel van een opsporingsambtenaar weigeren medewerking te verlenen aan een ademanalyse.

zie aanwijzing ¹

SVVW 28a/7

Na bevel van OvJ, HOvJ, etc. weigeren zich te onderwerpen aan bloedonderzoek.

zie aanwijzing ¹

¹ Zie aanwijzing en richtlijn varen onder invloed.

Bijlage III

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Binnenvaartpolitiereglement

Artikel

Onderwerp

Transactie

BPR 1.04

Als schipper niet alle voorzorgmaatregelen nemen die geboden zijn.

€ 100–1000

BPR 1.04 jo. 1.03/3

Als lid bemanning etc. die zelfstandig koers en snelheid schip bepaalt niet alle voorzorgsmaatregelen nemen die door algemene plicht tot waakzaamheid worden gevorderd.

€ 100–500

BPR 1.06

Afmetingen etc. schip/samenstel niet verenigbaar met karakteristiek/afmetingen van de vaarweg en de kunstwerken.

€ 250–750

BPR 1.07/1

Schip tot over vlak onderkant inzinkingsmerken beladen

N.B. Zie Aanwijzing rusttijden, vaartijden, bemanningsterkte en stilleggen van schepen (3.7 belading).

€ 250–750

BPR 1.07/2

Te geringe stabiliteit door onjuiste belading

€ 250–750

BPR 1.07/2

Niet genoeg vrij uitzicht tijdens de vaart.

€ 200–500

BPR 1.07/3

Geen controle stabiliteit (stabiliteitsberekening!) bij het genoemde containervervoer.

€ 500

BPR 1.09/2

Geen bekwame persoon in stuurhut snel schip die het roer bedient

€ 200–600

BPR 1.09/2

Geen (bekwame) tweede persoon in stuurhut snel schip

€ 200–400

BPR 1.09/3

In de stuurhut niet in staat alle inlichtingen en aanwijzingen te vernemen.

€ 175

BPR 1.09/3

Geen uitkijk of luisterpost aanwezig.

€ 175

BPR 1.10/1/a

Niet aan boord aanwezig: Meetbrief

€ 250

BPR 1.10/1/b

Niet aan boord aanwezig: ADNR bescheiden.

Zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water

BPR 1.10/1/c

Niet aan boord aanwezig: Groot vaarbewijs c.q. vaarbevoegdheidsbewijs.

€ 250

BPR 1.10/1/c

Niet aan boord aanwezig: Klein vaarbewijs c.q. vaarbevoegdheidsbewijs.

€ 75

BPR 1.10/1/d

Niet aan boord aanwezig: Radarpatent.

€ 250

BPR 1.10/1/e

Niet aan boord aanwezig: Handboek marifonie.

€ 75

BPR 1.10/1/f

Niet aan boord aanwezig: Vergunning gebruik frequentieruimte.

€ 75

BPR 1.10/1/g

Niet aan boord aanwezig: Marifoon bedieningscertificaat.

€ 75

BPR 1.10/1/h

Niet aan boord aanwezig: Certificaat van onderzoek.

€ 250

BPR 1.10/1/i

Niet aan boord aanwezig: Certificaat navigatielantaarns.

€ 100

BPR 1.12

Niet voldoen aan genoemde verplichtingen ter voorkoming gevaar voor uitstekende delen, niet voorhalen ankers, etc.

€ 150–350

BPR 1.13

Verplichtingen ter bescherming van verkeerstekens.

€ 150–350

BPR 1.14

Niet onverwijld autoriteit kennis geven van beschadiging kunstwerk met schip etc.

€ 350

BPR 1.15/1

Verbod te water doen geraken van voorwerpen of stoffen.

€ 150–500

BPR 1.15/2

Niet voldoen aan meldingsplicht bij te water raken van voorwerpen of stoffen.

€ 300

BPR 1.19

Als schipper geen gevolg gegeven aan een verkeersaanwijzing.

€ 200–300

BPR 1.20

Geen medewerking verlenen aan bevoegde autoriteit

€ 125

BPR 1.21

Bijzonder transport zonder vergunning.

€ 125–750

BPR 1.23

Evenement niet tijdig melden c.q. zonder toestemming doen plaats vinden.

€ 100–500

BPR Hfdst. 3

Optische tekens van grote schepen. Bedrag per onjuist of niet gevoerd teken. (dagteken of licht/lichtcombinatie).

Uitz: Ontbrekende seinvoering bij vervoer van gevaarlijke stoffen. Zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water.

€ 150

BPR Hfdst. 3

Optische tekens van kleine schepen. Bedrag per onjuist of niet gevoerd teken. (dagteken of licht/lichtcombinatie).

€ 75

BPR 4.01/1/A

Als schipper met groot motorschip geen geluidsseinen geven of kunnen geven.

€ 150

BPR 4.05

Onjuist gebruik marifoon

€ 100

BPR 4.05

Marifoon niet in overeenstemming met de regels, of niet aanwezig.

€ 250–750

BPR Hfdst. 6

Niet houden aan vaarregels. Geen aanvaring.

€ 150–250

BPR Hfdst. 6

Niet houden aan vaarregels. Met aanvaring, lichte schade geen letsel.

€ 250–500

BPR 6.18/2

Varen binnen afstand van 50 m bij schip met gevaarlijke stoffen dat 2 of 3 kegels voert.

€ 400

BPR 6.20

Hinderlijke waterbeweging, geen schade.

€ 150–250

BPR 6.20

Hinderlijke waterbeweging, waarbij schade is ontstaan aan derde(n).

€ 250–500

BPR 6.26–6.28b

Doorvaren van bruggen, stuwen en sluizen in strijd met verkeersteken dat gebod of verbod inhoudt.

€ 150–250

BPR 6.26–6.28b

Doorvaren van bruggen, stuwen en sluizen in strijd met verkeersteken dat gebod of verbod inhoudt. Met aanvaring, lichte schade, geen letsel.

€ 250–500

BPR 6.29–6.33

Als schipper bij slecht zicht, niet houden aan de vaarregels. Geen aanvaring. (Uitz: transactie 6.30 lid 2 stuurboordswal houden)

€ 300–500

BPR 6.29–6.33

Als schipper bij slecht zicht, niet houden aan de vaarregels. Met aanvaring, lichte schade, geen letsel.

€ 500–750

BPR 6.29–6.33

Als schipper schip niet stil gelegd bij slecht zicht c.q. varen zonder radar bij slecht zicht.

€ 400

BPR 6.32

Varen op radar zonder radardiploma.

€ 400

BPR 7.01–7.07

Ligplaats nemen in strijd met de voorschriften.

€ 100

BPR 7.07/1

Minimumafstand niet in acht nemen tot schip met gevaarlijke stoffen

€ 400

BPR 7.08

Geen bewaking of toezicht.

Uitz: Bewaking ADNR. Bedrag zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water

€ 100–500

BPR 8.03/a

Met snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart met gevaar brand/ontploffing etc.

€ 150

BPR 8.03/c

Met snelle motorboot deelnemen aan de scheepvaart zonder deugdelijk stuurinrichting.

€ 150

BPR 8.03/a jo. 8.04

Als eigenaar of houder niet zorgdragen dat snelle motorboot deelneemt aan de scheepvaart zonder gevaar voor brand/ontploffing etc.

€ 150

BPR 8.03/c jo. 8.04

Als eigenaar of houder niet zorgdragen dat een snelle motorboot deelneemt aan de scheepvaart met een deugdelijke stuurinrichting.

€ 150

BPR 8.05/2

Met de motor van een snelle motorboot onnodig geluid veroorzaken.

€ 75

BPR 8.05/3

De motor van een stilliggende snelle motorboot onnodig lang of zonder redelijk doel in werking houden.

€ 75

BPR 9.02

Overschrijden van de ten hoogste toegelaten afmetingen van schepen of samenstellen.

€ 750–1250

BPR 9.03

In strijd met de voorschriften op genoemde vaarwegen ligplaats nemen.

Uitz: Verbod ontgassen. Bedrag zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water.

€ 125–250

BPR 9.04/1/3/4/5

Handelen in strijd met de genoemde verplichtingen.

€ 75

BPR 9.04/6

Op klein schip geen radarreflector voeren bij slecht zicht op de vaarwegen van bijlage 15 onder b.

€ 150

BPR 9.06

Handelen in strijd met de genoemde verplichtingen.

€ 150–750

BPR 9.07

Als schipper groot schip niet of niet juist voldoen aan meld-,uitluister- en communicatieplicht.

€ 250

BPR 9.07

Als schipper klein schip niet of niet juist voldoen aan meld-,uitluister- en communicatieplicht.

€ 75

BPR 9.08

Varend brandstof afleveren zonder toestemming van de bevoegde autoriteit op de bedoelde vaarwegen.

€ 250

BPR 11.01/2/3

Niet voldoende de ruimte laten, tekens tonen of geluidseinen geven. Geen aanvaring.

€ 150–250

BPR 11.01/2/3

Niet voldoende de ruimte laten, tekens tonen of geluidseinen geven. Met aanvaring, lichte schade, geen letsel.

€ 250–500

Bijlage IV

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Rijnvaartpolitiereglement 1995

Artikel

Onderwerp

Transactie

RPR95 1.02/7

Schipper met een alcoholconcentratie in het bloed van 0,5 ‰ of meer (c.q. 220 µg/l).

Zie aanwijzing ¹

RPR95 1.03/4

Als lid bemanning etc. die zelfstandig koers en snelheid schip bepaalt en daarbij een alcoholconcentratie in het bloed heeft van 0,5 ‰ of meer (c.q. 220 µg/l).

Zie aanwijzing ¹

RPR95 1.04

Als schipper niet alle voorzorgsmaatregelen nemen die door algemene plicht tot waakzaamheid worden gevorderd.

€ 100–1000

RPR95 1.04 jo. 1.03/3

Als lid bemanning etc. die zelfstandig koers en snelheid schip bepaalt niet alle voorzorgsmaatregelen nemen die door algemene plicht tot waakzaamheid worden gevorderd.

€ 100–500

RPR95 1.06

Afmetingen etc. schip/samenstel niet verenigbaar met karakteristiek/afmetingen van de vaarweg en de kunstwerken.

€ 250–750

RPR95 1.07/1

Schip tot over vlak onderkant inzinkingsmerken beladen (veiligheidsafstand).

€ 250–750

RPR95 1.07/2

Niet genoeg vrij uitzicht.

€ 200–500

RPR95 1.07/3

Te geringe stabiliteit door onjuiste belading.

€ 250–750

RPR95 1.07/4

Geen controle stabiliteit (stabiliteitsberekening!) bij het genoemde containervervoer.

€ 500

RPR95 1.07/5

Meer passagiers dan toegestaan.

€ 350–600

RPR95 1.09/3

In de stuurhut niet in staat alle inlichtingen en aanwijzingen te vernemen.

€ 175

RPR95 1.09/4

Geen uitkijk of luisterpost aanwezig.

€ 175

RPR95 1.09/5

Geen bekwame persoon in stuurhut snel schip die het roer bedient

€ 200–600

RPR95 1.09/5

Geen (bekwame) tweede persoon in stuurhut snel schip

€ 200–400

RPR95 1.10/1/a

Niet aan boord aanwezig: Certificaat van onderzoek

€ 250

RPR95 1.10/1/b

Niet aan boord aanwezig: Rijnpatent c.q. vervangend document

€ 250

RPR95 1.10/1/b

Niet aan boord aanwezig: Sportpatent c.q. vervangend document

€ 75

RPR95 1.10/1/b

Niet aan boord aanwezig: Dienstboekje

€ 125

RPR95 1.10/1/c

Niet aan boord aanwezig: Vaartijdenboek m.i.v. verklaring bijlage K (23.08 ROSR).

€ 790

RPR95 1.10/1/d

Niet aan boord aanwezig: Verklaring inzake afgifte vaartijdenboek.

€ 75

RPR95 1.10/1/e

Niet aan boord aanwezig: Rijnvaartverklaring.

€ 75

RPR95 1.10/1/f

Niet aan boord aanwezig: Meetbrief

€ 250

RPR95 1.10/1/g

Niet aan boord aanwezig: Verklaring inbouw/functioneren tachograaf.

€ 100

RPR95 1.10/1/h

Niet aan boord aanwezig: Radarpatent c.q. vervangend diploma.

€ 250

RPR95 1.10/1/i

Niet aan boord aanwezig: Verklaring inbouw en functioneren radar-installatie/bochtaanwijzer.

€ 100

RPR95 1.10/1/k

Niet aan boord aanwezig: Marifoon bedieningscertificaat.

€ 75

RPR95 1.10/1/l

Niet aan boord aanwezig: Vergunning gebruik frequentieruimte.

€ 75

RPR95 1.10/1/m

Niet aan boord aanwezig: Handboek marifonie.

€ 75

RPR95 1.10/1/n

Niet aan boord aanwezig: Behoorlijk bijgehouden olie-afgifteboek.

€ 200

RPR95 1.10/1/o

Niet aan boord aanwezig: Bescheiden betreffende stoomketels en onder druk staande vaten.

€ 100

RPR95 1.10/1/p

Niet aan boord aanwezig: Verklaring installaties voor vloeibaar gemaakte gassen.

€ 100

RPR95 1.10/1/q

Niet aan boord aanwezig: Bescheiden betreffende elektrische installaties.

€ 100

RPR95 1.10/1/r

Niet aan boord aanwezig: Keuringsbewijs brandblusapparaten.

€ 100

RPR95 1.10/1/s

Niet aan boord aanwezig: Keuringsbewijs kranen.

€ 100

RPR95 1.10/1/t

Niet aan boord aanwezig: ADNR bescheiden, nr. 8.1.2.1/2/3.

Nb. Zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water

-

RPR95 1.10/1/u

Niet aan boord aanwezig: Stabiliteitsgegevens schip + stuwplan/ladinglijst etc.

€ 250

RPR95 1.11

Geen reglement aan boord

€ 75

RPR95 1.12

Niet voldoen aan genoemde verplichtingen ter voorkoming gevaar voor uitstekende delen, niet voorhalen ankers, verloren voorwerpen etc.

€ 150–350

RPR95 1.13

Verplichtingen ter bescherming van verkeerstekens.

€ 150–350

RPR95 1.14

Niet onverwijld autoriteit kennis geven van beschadiging kunstwerk met schip.

€ 350

RPR95 1.15/1

Verbod te water doen geraken van voorwerpen of vloeistoffen.

€ 150–500

RPR95 1.15/2

Niet voldoen aan meldingsplicht bij te water geraken van voorwerpen of vloeistoffen.

€ 300

RPR95 1.19

Als schipper geen gevolg geven aan een verkeersaanwijzing.

€ 200–300

RPR95 1.19

Als schipper geen gevolg geven aan een verkeersaanwijzing. Verbod verder te varen.

€ 500

RPR95 1.20

Geen medewerking verlenen aan bevoegde autoriteit

€ 125

RPR95 1.21

Bijzonder transport zonder vergunning.

€ 125–750

RPR95 1.23

Evenement houden zonder toestemming.

€ 100–500

RPR95 2.01/1/c

Het officiële scheepsnummer niet op schip aangebracht.

€ 150

RPR95 Hfdst. 3

Optische tekens van ‘grote’ schepen. Bedrag per onjuist of niet gevoerd teken (dagteken of licht/lichtcombinatie).

Uitz: Ontbrekende seinvoering cf. ADNR. Bedrag zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water.

€ 150

RPR95 Hfdst. 3

Optische tekens van kleine schepen. Bedrag per onjuist of niet gevoerd teken (dagteken of licht/lichtcombinatie).

€ 75

RPR95 4.01/1/a

Als schipper met motorschip geen geluidsseinen geven of kunnen geven.

€ 150

RPR95 4.05

Onjuist gebruik marifoon.

€ 100

RPR95 4.05

Marifoon niet in overeenstemming met de regels, of niet aanwezig.

€ 250–750

RPR95 4.06

Gebruik maken van radar met ongeschikte radarinstallatie.

€ 400

RPR95 Hfdst. 6

Niet houden aan vaarregels. Geen aanvaring.

€ 150–250

RPR95 Hfdst. 6

Niet houden aan vaarregels. Met aanvaring, lichte schade, geen letsel.

€ 250–500

RPR95 6.17/2

Varen binnen afstand van 50 m bij schip met gevaarlijke stoffen dat 2 of 3 kegels voert.

€ 400

RPR95 6.20

Hinderlijke waterbeweging, geen schade.

€ 200–350

RPR95 6.20

Hinderlijke waterbeweging, waarbij schade is ontstaan aan derde(n).

€ 350–700

RPR95 6.24–6.29

Doorvaren van bruggen, stuwen en sluizen in strijd met vaarregels of verkeersteken dat gebod of verbod inhoudt.

€ 150–250

RPR95 6.24–6.29

Doorvaren van bruggen, stuwen en sluizen in strijd met vaarregels of verkeersteken dat gebod of verbod inhoudt. Met aanvaring, lichte schade geen letsel.

€ 250–500

RPR95 6.30–6.34

Als schipper bij slecht zicht, niet houden aan de vaarregels. Geen aanvaring.

€ 300–500

RPR95 6.30–6.34

Als schipper bij slecht zicht, niet houden aan de vaarregels. Met aanvaring, lichte schade, geen letsel.

€ 500–750

RPR95 6.30–6.34

Als schipper schip niet stil gelegd bij slecht zicht c.q. varen zonder radar bij slecht zicht.

€ 400

RPR95 6.32

Varen op radar. Geen radardiploma.

€ 400

RPR95 7.01–7.06

Ligplaats nemen in strijd met de voorschriften.

€ 100

RPR95 7.07/1

Minimumafstand niet in acht nemen tot schip met gevaarlijke stoffen.

€ 400

RPR95 7.08

Geen bewaking of toezicht.

Uitz: Bewaking ADNR. Bedrag zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water!

€ 100–500

RPR95 8.01

Slepen van/door duwstel in strijd met verbod.

€ 125

RPR95 8.02–8.04

Duwstel met ander schip dan duwbak.

€ 125–250

RPR95 8.05

Onjuiste koppelingen.

€ 125

RPR95 8.06

Geen telefoonverbinding.

€ 125

RPR95 8.08

Onjuiste tussenruimte bij samenstel van slepen.

€ 125

RPR95 8.09

‘Blijf weg’ -sein regels niet in acht nemen

€ 250

RPR95 Hfst. 11

Overschrijden van de ten hoogste toegelaten afmetingen van schepen, duwstellen en andere samenstellen.

€ 250–1250

RPR95 12.01/1

Als schipper schip niet of niet juist voldoen aan de meldplicht.

€ 400

RPR95 14.01/2/a -14.12

Op de rede geen ligplaats nemen op gereserveerde ligplaats.

€ 125–250

RPR95 14.13

Handelen in strijd met de genoemde verplichtingen.

Uitz: verbod ontgassen. Bedrag zie richtlijn WVGS t.a.v. vervoer over water.

€ 125–250

RPR95 15.03/1

Als schipper schip afgewerkte olie, bilge

water, afgewerkt vet, slops, huisvuil etc. lozen of te water doen geraken.

€ 150–1500

RPR95 15.04/1

Niet zorgen voor juiste inzameling en behandeling aan boord van de in 15.03 lid 1 genoemde afvalstoffen.

€ 500

RPR95 15.05/1

Geen olie-afgifteboekje aan boord

€ 200

RPR95 15.05/1

Oud olie-afgifteboekje niet t.m. 6 maand bewaard.

€ 75

RPR95 15.05/2

Niet afgeven van de in 15.03 lid 1 genoemde afvalstoffen.

N.B. Met uitzondering van huisvuil!

€ 500

RPR95 15.05/4

Niet afgeven van huisvuil op daarvoor bestemde inzamelplaats.

€ 75

RPR95 15.09

Buitenkant schip (scheepshuid) oliën of met niet toegelaten middelen reinigen.

€ 500

¹ Zie aanwijzing en richtlijn varen onder invloed.

Bijlage V

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Reglement onderzoek schepen op de Rijn 1995

Artikel

Onderwerp

Transactie

ROSR 1.03

Eigenaar verantwoordelijk/ schip zonder(geldig) certificaat van onderzoek. (Verlopen)

€ 500

ROSR 1.03

Eigenaar verantwoordelijk/ schip zonder(geldig) certificaat van onderzoek. (Geen)

€ 1250

ROSR 1.03

Als schipper met schip gevaren zonder geldig certificaat van onderzoek. (Verlopen)

€ 250

ROSR 1.03

Als schipper met schip gevaren zonder geldig certificaat van onderzoek. (Geen)

€ 1250

ROSR 2.07/1

Overgang eigendom schip niet ter kennis gebracht van Commissie van Deskundigen.

€ 250

ROSR 4.04/2

Geen duidelijke zichtbare en onuitwisbare inzinkingsmerken.

€ 150

ROSR 8.02/2

Hoofdmotoren, hulpmotoren etc. niet voorzien van beschermende inrichtingen.

€ 150

ROSR 8.04/4

Uitlaat(gasleiding) in machinekamer van schip onvoldoende geïsoleerd/gekoeld.

€ 100–250

ROSR 8.05/5

Vulopeningen brandstoftanks niet duidelijk gekenmerkt.

€ 150

ROSR 9.11/1

Accumulatoren niet toegankelijk / niet vast.

€ 100–250

ROSR 9.11/1

Accumulatoren niet beschermd tegen koude/hitte/sproeiwater/dampen.

€ 100–250

ROSR 9.11/2

Accumulatoren schip (≤2,0 kW) niet beschermd tegen vallende voorwerpen en/of druipwater.

€ 100–250

ROSR 9.11/2

Accumulatoren schip (>2,0 kW) niet in speciale ruimte ondergebracht.

€ 100–250

ROSR 10.01

Ankers en kettingen niet volgens de voorschriften.

€ 250

ROSR 10.02/1/a

Als schipper schip varen zonder dat marifooninstallatie aanwezig is.

€ 250

ROSR 10.02/1/b

Als schipper schip geen apparaten/installaties nodig voor licht-/geluidsseinen.

€ 150

ROSR 10.02/1/c

Als schipper schip varen zonder dat uitrustingsstuk aanwezig is. (vervangingsverlichting voor stilliggen)

€ 150

ROSR 10.02/1/d

Als schipper schip varen zonder dat brandbestendig verzamelreservoir met deksel voor oliehoudende poetslappen aanwezig is.

€ 90

ROSR 10.02/1/d

Als schipper schip varen terwijl brandbestendig verzamelreservoir met deksel voor oliehoudende poetslappen niet als zodanig is aangeduid.

€ 40

ROSR 10.02/1/e

Als schipper schip varen zonder dat apart brandbestendig verzamelreservoir met deksel voor klein chemisch afval aanwezig is.

€ 90

ROSR 10.02/1/e

Als schipper schip varen terwijl apart brandbestendig verzamelreservoir met deksel voor klein chemisch afval niet als zodanig is aangeduid.

€ 40

ROSR 10.02/1/f

Als schipper schip varen zonder dat brandbestendig verzamelreservoir met deksel voor slops aanwezig is.

€ 90

ROSR 10.02/1/f

Als schipper schip varen terwijl brandbestendig verzamelreservoir met deksel voor slops niet als zodanig is aangeduid.

€ 90

ROSR 10.03/1

Geen of onvoldoende middelen ter bestrijding van brand. Bedrag per benodigd blustoestel.

€ 100

ROSR 10.03/5

Als schipper schip varen zonder dat de blustoestellen iedere 2 jaar zijn gekeurd. Bedrag per benodigd blustoestel.

€ 50

ROSR 10.03a/6

Als schipper schip gevaren zonder dat de vaste brandblusinstallatie in verblijven, stuurhuizen en passagiersruimten iedere 2 jaar is gekeurd.

€ 250

ROSR 10.03b/9

Als schipper schip gevaren zonder dat de vaste brandblusinstallatie in machinekamers, ketelruimen en pompkamers iedere 2 jaar is gekeurd.

€ 250

ROSR 10.04

Schip niet uitgerust met voorgeschreven bijboot.

€ 200

ROSR 10.05/1

Voorgeschreven reddingsboeien niet aanwezig.

€ 200

ROSR 10.05/1

Voorgeschreven reddingsboeien niet in gebruiksklare toestand op geschikte plaats aan dek..

€ 100

ROSR 10.05/2

Voorgeschreven zwemvesten niet aanwezig.

€ 200

ROSR 10.05/2

Voorgeschreven zwemvesten niet onder handbereik.

€ 100

ROSR 11.01/2

Aan boord noodzakelijke voorzieningen zodanig opgesteld dat gevaar ontstond.

€ 100–250

ROSR 11.05/5

In laadruimten geen ladders cf. de voorschriften.

€ 150

ROSR 11.06

Nooduitgangen niet als zodanig aangeduid.

€ 150

ROSR 11.08/2

Vloeren binnen schip gelegen werkplekken onvoldoende veilig tegen struikelen etc.

€ 100–250

ROSR 11.12

Op kraan niet hoogst toelaatbare belasting duurzaam en duidelijk zichtbaar aangebracht.

€ 250

ROSR 11.13

Opslag brandbare vloeistoffen niet conform de voorschriften.

€ 150

ROSR 12.05

Vulopeningen drinkwatertanks en drinkwaterslangen niet als zodanig geduid.

€ 150

ROSR 14.13

Vloeibaargasinstallatie voor huishoudelijk gebruik niet (tijdig) gekeurd.

€ 250

ROSR 15.08/1

Voorgeschreven reddingsboeien niet aanwezig. Bedrag per boei. (passagiersschepen)

€ 100

ROSR 15.08

Voorgeschreven individuele of gemeenschappelijke reddingsmiddelen niet aanwezig. (passagiersschepen)

€ 500

Bijlage VI

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Binnenvaartwet

Artikel

Onderwerp

Transactie

BVW 7/1 jo BVR 3.2/1 en ROSR 1.03

Schip geen geldig certificaat van onderzoek. Verlopen.

€ 500

BVW 7/1 jo BVR 3.2/1 en ROSR 1.03

Schip geen geldig certificaat van onderzoek. Geen CVO.

€ 1250

BVW 11 a

Hoofd scheepvaartinspectie niet onverwijld in kennis gesteld van belangrijke schade en herstellingen schip.

€ 250

BVW 11 b

Hoofd scheepvaartinspectie niet onverwijld in kennis gesteld van verbouwingen of andere ingrijpende wijzigingen van het schip.

€ 250

BVW 11 c

Hoofd scheepvaartinspectie niet onverwijld in kennis gesteld van overgang van eigendom van het schip.

€ 250

Artikel

Onderwerp

Transactie

 

Technische regelen voor vrachtschepen, sleep- en duwboten.

 

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 4.04/2

Geen duidelijke zichtbare en onuitwisbare inzinkingsmerken.

€ 150

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 8.02/2

Hoofdmotoren, hulpmotoren etc. niet voorzien van beschermende inrichtingen.

€ 150

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 8.04/4

Uitlaat(gasleiding) in machinekamer van schip onvoldoende geïsoleerd/gekoeld.

€ 100–250

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 8.05/5

Vulopeningen brandstof niet duidelijk te onderscheiden van andere vulopeningen.

€ 150

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 9.11/1

Accumulatoren niet toegankelijk/niet vast.

€ 100–250

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 9.11/1

Accumulatoren niet beschermd tegen koude, hitte, spoeiwater of dampen.

€ 100–250

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 9.11/2

Accumulatoren schip (≤2,0 kW) niet beschermd tegen vallende voorwerpen en druipwater

€ 100–250

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 9.11/2

Accumulatoren schip (>2,0 kW) niet in speciale ruimte ondergebracht.

€ 100–250

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.01/1

Ankers en kettingen niet volgens de voorschriften.

€ 250

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.02/1 b

Als schipper schip geen apparaten/inrichtingen nodig voor licht-/geluidsseinen.

€ 150

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.02/1 c

Als schipper schip varen zonder dat noodlichten voor stilliggen aanwezig zijn. (vervangingsverlichting)

€ 150

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.02/1 d

Als schipper schip varen zonder dat metalen kist of trommel met deksel aanwezig is voor oliehoudende poetslappen.

€ 90

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.03/1

Geen of onvoldoende middelen ter bestrijding van brand. Bedrag per benodigd blustoestel.

€ 100

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.03/5

Als schipper schip varen zonder dat de blustoestellen iedere 2 jaar zijn gekeurd. Bedrag per benodigd blustoestel.

€ 50

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.03 a/6 en 10.03 b/9

Als schipper schip gevaren zonder dat de vaste brandblusinstallatie iedere 2 jaar is gekeurd.

€ 250

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.04

Schip niet uitgerust met voorgeschreven bijboot.

€ 200

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.05/1

Voorgeschreven reddingsboeien niet aanwezig.

€ 200

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.05/1

Voorgeschreven reddingsboeien niet in gebruiksklare toestand op geschikte plaats aan dek..

€ 100

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.05/2

Voorgeschreven reddingvesten niet aanwezig.

€ 200

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.05/2

Voorgeschreven reddingvesten niet onder handbereik.

€ 100

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 14.13

Vloeibaargasinstallatie voor huishoudelijk gebruik niet (tijdig) gekeurd.

€ 250

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 11.06

Verblijven niet voorzien van voorgeschreven nooduitgangen.

€ 150

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 11.08/2

Vloeren binnen schip gelegen werkplekken onvoldoende veilig tegen uitglijden of struikelen.

€ 100–250

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 12.05

Vulopeningen drinkwatertanks en drinkwaterslangen niet als zodanig gemerkt.

€ 150

 

Technische regelen voor passagiersschepen.

 

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 15.08/1

Voorgeschreven reddingsboeien niet aanwezig. Bedrag per boei. (passagiersschepen)

€ 100

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 15.08

Voorgeschreven reddingvesten niet aanwezig. Bedrag per reddingvest. (passagiersschepen)

€ 200

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 15.09

Voorgeschreven gemeenschappelijke reddingsmiddelen niet aanwezig. (passagiersschepen)

€ 500

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 10.04

Voorgeschreven bijboot niet aanwezig. (passagiersschepen)

€ 500

 

Regelen m.b.t. arbeid aan boord van schepen.

 

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 11.05/5

In laadruimten geen verplaatsbare ladder cf. de voorschriften

€ 150

BVW 8/3 jo BVR 3.2/1 en ROSR 11.12

Gewichtaanduiding ontbreekt/niet duidelijk en duurzaam aangebracht.

€ 150

 

Vaartijden en bemanningssterkte

 

BVW 22/7

Gezagvoerend schipper en werkgever. Niet naleving gestelde regels c.q. niet naleving aan vrijstelling c.q. ontheffing verbonden voorschriften.

Zie overtreding betreffende artikelen

BVW 22/8

Bemanningslid. Niet naleving gestelde regels c.q. niet naleving aan vrijstelling c.q. ontheffing verbonden voorschriften.

 Zie overtreding betreffende artikelen

BVW 23

Bemanningslid geen geldige geneeskundige verklaring.

(gezagvoerder / werkgever)

€ 90

BVW 22/9 jo ROSR 23.04/2 jo BVB 23

Bemanningslid geen ingevuld dienstboekje (bemanningslid / gezagvoerend schipper)

€ 125

  1. De verbodsbepalingen uit de BVW zijn – met uitzondering van artikel 46 BVW – opgenomen in de rangschikking van artikel 1, onder 4, van de WED. Zie artikel 25 Invoeringswet Binnenvaartwet en (de toelichting bij) artikel 50 Binnenvaartbesluit. ^ [1]
  2. Zie het arrest van de Kamer van Beroep van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart d.d. 3 december 1997 NJ 1998, 245 en het arrest van de Hoge Raad d.d. 9 juni 1998 nr. 105.384 NJ 1998, 858. ^ [2]
Naar boven