Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen

Geraadpleegd op 27-04-2025.
Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2009, nr. IVV/I/2009/13367, houdende regels omtrent tenuitvoerlegging van bestuurlijke boeten en terugvordering van onverschuldigde betalingen op grond van een aantal socialezekerheidswetten (Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen)

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Bevoegdheid verrekening met werkgever

Het UWV is, naast de in artikel 1, onderdelen a tot en met l, genoemde wetten opgenomen bevoegdheden tot verrekening van vorderingen op werknemers, tevens bevoegd tot verrekening van een vordering op de werkgever met een aan de werkgever te betalen bedrag.

Artikel 3. Standaardregeling voor uitstel van betaling

  • 1 Het UWV of de SVB stelt de termijn waarvoor uitstel van betaling wordt verleend, alsmede de daaraan verbonden periodieke betalingen en verrekeningen, vast na overleg met de schuldenaar en met inachtneming van dit artikel.

  • 2 Het UWV of de SVB verleent uitstel van betaling voor ten hoogste 36 maanden. De vordering wordt gedurende die periode in termijnen ter hoogte van de volledige aflossingscapaciteit betaald of verrekend.

  • 3 In afwijking van het tweede lid kan het UWV of de SVB uitstel van betaling verlenen conform een voorstel van de schuldenaar indien:

    • a. de schuldenaar uiterlijk zes weken na bekendmaking van een beschikking tot betaling van de vordering een gemotiveerd voorstel indient; en

    • b. het voorstel inhoudt dat de gehele vordering binnen 36 maanden, eventueel door middel van periodieke betalingen of verrekeningen, wordt voldaan.

  • 4 In afwijking van het tweede lid kan het UWV of de SVB uitstel van betaling verlenen voor ten hoogste 60 maanden waarbij de periodieke betaling of verrekening wordt gesteld op een bedrag lager dan de volledige aflossingscapaciteit indien:

    • a. de schuldenaar met aanwending van zijn volledige aflossingscapaciteit niet in staat is de vordering binnen 36 maanden te voldoen, en;

    • b. periodieke betaling of verrekening gedurende ten hoogste 60 maanden leidt tot ten minste dezelfde voldoening van de vordering als betaling of verrekening gedurende 36 maanden met volledige aflossingscapaciteit.

  • 5 Indien het UWV of de SVB vaststelt dat de schuldenaar bij toepassing van het tweede of vierde lid naar verwachting de vordering niet volledig zal kunnen voldoen, kan het UWV of de SVB de schuldenaar verplichten zijn vermogen binnen een redelijke termijn aan te wenden zodanig dat de resterende vordering naar verwachting wel zal worden voldaan bij toepassing van het tweede of vierde lid.

  • 6 Indien toepassing van dit artikel leidt tot een kennelijk onredelijk resultaat kan het UWV of de SVB afwijken van het eerste tot en met vijfde lid.

Artikel 4. Regeling voor uitstel van betaling bij schending inlichtingenplicht

[Vervallen per 01-01-2025]

Artikel 5. Voldoening vordering tot en met € 300,–

Indien de vordering op de schuldenaar niet meer bedraagt dan € 300,– stelt het UWV of de SVB, in afwijking van artikel 3, de wijze waarop deze vordering moet worden voldaan vast zonder de schuldenaar in de gelegenheid te stellen een voorstel te doen met betrekking tot de wijze van voldoening van de vordering, met dien verstande dat per periode van een maand de aflossing op niet meer dan € 25,– kan worden vastgesteld.

Artikel 6. Uitstel van betaling op voorstel schuldenaar

[Vervallen per 01-01-2025]

Artikel 7. Voorschriften uitstel van betaling

Het UWV en de SVB verbinden aan een beschikking tot uitstel van betaling in ieder geval de voorschriften dat:

  • a. de vordering gedurende de periode waarover uitstel van betaling is verleend door middel van betalingen of verrekeningen, in periodieken of ineens, wordt voldaan; en

  • b. de beschikking tot uitstel van betaling kan worden ingetrokken of gewijzigd indien wijziging plaatsvindt in de hoogte van de inkomsten van de schuldenaar.

Artikel 9. Toerekening van betalingen

Tenzij de schuldenaar een andere vordering aanwijst wordt een betaling, die zou kunnen worden toegerekend aan meerdere vorderingen, eerst toegerekend aan een verschuldigde bestuurlijke boete.

Artikel 10a. Regeling verrekening bestuurlijke boete bij recidive

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 11. Overgangsrecht

Het UWV en de SVB kunnen op verzoek van de schuldenaar de regeling voor uitstel van betaling die is vastgesteld voor 1 januari 2025 herzien conform de regels geldend vanaf 1 januari 2025.

Artikel 11a. Overgangsrecht versoepeling betalingsregeling

[Vervallen per 01-01-2025]

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht in werking treedt.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 juni 2009

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner