Besluit vaststelling beleidsregels en subsidieplafond Subsidieregeling Ministerie [...] 2006 (Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 2009)

[Regeling vervallen per 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 27-06-2009 t/m 31-12-2009

Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 11 juni 2009, nr. DGPZ 018/09, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond met het oog op subsidieverlening op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 2009)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.4 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 in het kader van het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid geldt tot en met 31 december 2009 het volgende beleidsvoornemen:

Inleiding

Het programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) richt zich op de financiering van activiteiten ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlands buitenlands beleid. Hierbij kan het zowel gaan om lange termijn beleidsdoelstellingen als om activiteiten gerelateerd aan actuele ontwikkelingen, die invloed hebben op het Nederlands buitenlands beleid. De projecten dienen, direct of indirect, een bijdrage te leveren aan het behalen van de doelstellingen van dit beleid.

Welke projecten komen in aanmerking

Vanuit het POBB kunnen activiteiten worden gefinancierd die het buitenlands beleid op één van de volgende terreinen ondersteunen.

  • verbetering van bilaterale betrekkingen

  • bevordering van multilaterale samenwerking

  • vrede, veiligheid en stabiliteit

  • mensenrechten, democratisering en goed bestuur

  • internationale juridische en justitiële samenwerking

  • milieu

Daarnaast worden de volgende criteria gehanteerd:

  • a) Het aangevraagde subsidiebedrag dient ten minste € 75.000 per project voorstel te bedragen. Een uitzondering hierop vormen aanvragen ten behoeve van een Nederlandse bijdrage aan internationale verkiezingswaarnemings-missies.

  • b) De activiteit dient ‘katalyserend’, éénmalig en kortlopend (maximaal 1 jaar) te zijn.

  • c) De Minister kan echter in zeer uitzonderlijke gevallen afwijken van de onder b) genoemde maximale looptijd.

  • d) De POBB-bijdrage moet duidelijk zichtbaar zijn. Activiteiten moeten bij voorkeur een duidelijk Nederlands profiel hebben of dienen te worden ingezet om duidelijk uiting te geven aan een Nederlandse beleidsprioriteit zoals onder meer neergelegd in de Memorie van Toelichting bij de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

  • e) Een voor POBB-financiering in aanmerking komende activiteit mag niet het staand OS-beleid doorkruisen.

  • f) Er zal een grote terughoudendheid worden betracht m.b.t. de financiering van op zichzelf staande seminars, workshops en conferenties.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Voor de periode, bedoeld in artikel 1, geldt een subsidieplafond van € 1.558.000 voor POBB Algemeen, en € 500.000 voor POBB Veiligheidsbeleid.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt, met uitzondering van artikel 2, terug tot en met 1 januari 2009. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2010.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,
namens deze:
de

directeur-generaal Politieke Zaken

,

P. de Gooijer

Naar boven