Algemene voorschriften
[Regeling vervallen per 18-07-2009]
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel ter bestrijding van bruine ratten
buiten en binnen gebouwen (openveld- en afvalstorttoepassingen zijn uitgesloten),
met dien verstande, dat het middel moet worden uitgelegd in speciaal hiervoor bestemde
lokaasstations (versterkte kisten). Plaats het lokaas buiten bereik van kinderen en
(huis)dieren.
Het middel is uitsluitend bestemd voor beroepsmatig gebruik. En mag uitsluitend toegepast
worden doorplaagdierbestrijders aangeven in Bijlage II bij dit besluit, die in het
bezit zijn van een geldig vakbekwaamheidsdiploma ongediertebestrijding dat is afgegeven
of verlengd door en door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer geregistreerde instelling.
Toepassingen:
Rodilon soft block wordt aangeleverd in kant en klaar te gebruiken zakjes. Maak de
zakjes niet open, maar plaats deze in de hiervoor geschikte lokaasstations (kisten).
Om het verslepen van zakjes Rodilon soft block te voorkomen, dienen de zakjes vastgezet
te worden.
Voor buitengebruik en gebruik op andere onbeschermde locaties dienen verstevigde lokaaskisten
te worden gebruikt, waarbij de kist en het lokaas worden vastgelegd. Indien lokaasstations
voorzien zijn van rodenticide, dan moeten deze duidelijk worden gemarkeerd dat deze
rodenticide bevatten en niet verstoord mogen worden.
De lokaasstations uitzetten op plaatsen waar de ratten geregeld komen: in de nabijheid
van holingangen, op looppaden (sporen!) en op plaatsen waar de dieren voedsel halen
of knagen.
Voorafgaande aan de bestrijding dient de gebruiker de bestrijdingslocaties kenbaar
te maken bij de VROM-Inspectie, de heer Willem Ruiter (willem.ruiter@minvrom.nl)
De hoeveelheid benodigd lokaas hangt af van de te bestrijden populatie. Als richtlijn
geldt dat evenveel Rodilon soft block wordt uitgezet als dat onvergiftigd lokaas wordt
gegeten. Voor de bestrijding van ratten geldt minimaal 200 gram Rodilon soft block
per lokaasstation. Elke 1 à 2 dagen dient het lokaas ververst of aangevuld te worden
daar waar nodig is, tot er in het geheel geen opname meer is. Indien het lokaas geheel
opgegeten is, met een dubbele hoeveelheid lokaas hervullen.
Wanneer de opname van lokaas is gestopt, de resten van het middel verzamelen en vernietigen.
Dode dieren (de eersten worden na ca. 3 dagen gevonden) eveneens verzamelen en veilig
verwijderen, opdat huisdieren en andere dieren niet door het opeten van de kadavers
worden vergiftigd. Katten tijdens een bestrijdingsactie extra goed voeren. Verder
de nodige maatregelen (laten) treffen in het belang van rat- en muiswering. Schone
en ongeopende zakjes kunnen worden ingezameld en bewaard voor toekomstig gebruik.
Om de effectiviteit van de bestrijding te volgen dient door de toepasser een rapportage
te worden bijgehouden. In deze rapportage wordt ten minste het resultaat van de inventarisatie
aangegeven van de aanwezige ratten, de locatie van uitgezette lokaasstations, alsmede
een registratie van uitgezet en opgenomen lokaas gedurende de bestrijdingsactie.
Resistentie management:
Voor de werkzame stof aanwezig in het middel, difethialon, is er een risico dat ratten
resistentie ontwikkelen. Dit middel mag daarom niet gebruikt worden in gevallen dat
resistentie waarschijnlijk is, bijvoorbeeld in gevallen dat vorige bestrijdingsacties
met difethialon bevattende middelen niet hebben geresulteerd in een duidelijke vermindering
van de populatie.
Gedurende deze tijdelijke toelating dient de gebruiker te onderzoeken in welke mate
(hoeveelheid) het gebruik rondom gebouwen leidt tot besmetting van en mogelijk nadelige
effecten bij niet-doelwitvogels en -zoogdieren.