Instellingsbesluit VWS-matchingscommissie

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 26-12-2008 t/m 31-12-2019

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 december 2008, nr. DP&O/PZ-2891439

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Met instemming van de betreffende ondernemingsraden;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Taak en samenstelling van de commissie

De directeur P&O kan besluiten een gevolgde werving- en selectieprocedure ter beoordeling voor te leggen aan de matchingscommissie. De matchingscommissie houdt toezicht op een goede en objectieve werving- en selectie van de VWS-medewerkers. Doel is om de VWS-medewerkers een eerlijke kans te geven op een andere interne werkplek, met name ook in het licht van het 3-5-7 model. De commissie heeft tevens als taak toe te zien op de werking van het systeem van flexibele werktoedeling.

Artikel 3

  • 1 De commissie bestaat uit:

    • a. de pSG, die tevens de rol van voorzitter bekleedt;

    • b. de directeur P&O;

    • c. een DG uit een andere kolom dan waar de vacature is;

    • d. een DOR-lid.

  • 2 De commissie kan voor specialistische functies bij buitendiensten worden aangevuld met een vertegenwoordiger van het desbetreffende dienstonderdeel.

Artikel 4. Werkwijze van de commissie

  • 1 Ten aanzien van werving en selectie:

    • a. Wanneer een selectiecommissie alle VWS-kandidaten (incl. VWS herplaatsingskandidaten) afwijst en verzoekt extern te mogen werven, kan de directeur P&O, vooral als sprake lijkt te zijn van problematiek die meer structureel van karakter is, besluiten de gevolgde werving- en selectieprocedure ter beoordeling voor te leggen aan de matchingscommissie. De directeur P&O neemt een dergelijk besluit na hiertoe overleg te hebben gepleegd met de HRM-adviseur van het betrokken dienstonderdeel.

    • b. Mocht de matchingscommissie van oordeel zijn dat de selectiecommissie niet tot het oordeel had kunnen/mogen komen dat één of meer VWS-kandidaten voor meer dan 30% ongeschikt zijn, dan zal zij hierover de vacaturehouder dwingend adviseren;

    • c. De vacaturehouder beslist in overeenstemming met het advies;

    • d. In geval er sprake lijkt te zijn van problematiek die meer structureel van karakter is, zal de matchingscommissie daarover in gesprek gaan met de vacaturehoudende DG en zonodig de SG informeren.

  • 2 Ten aanzien van flexibele werktoedeling:

    • a. De commissie zal geen individuele belangen behartigen. Indien een medewerker zich niet kan vinden in de toedeling van het werk dan kan hij of zij zich in eerste instantie wenden tot zijn/haar afdelingshoofd of directeur en de DG in tweede instantie. Indien dit niet leidt tot een bevredigend resultaat voor de medewerker dan kan hij/zij zijn onvrede kenbaar maken aan de DP&O en/of de OR. In geval er op grond van signalen vanuit DP&O en/of de OR sprake lijkt te zijn van problematiek die meer structureel van karakter is, zal de matchingscommissie hierover benaderd worden door DP&O en/of de OR. De matchingscommissie zal hierover in gesprek gaan met de DG en zonodig de SG informeren.

    • b. De betreffende DG kan door de matchingscommissie worden gehoord.

Artikel 5

De archiefbescheiden van de matchingscommissie worden na haar opheffing, of, als de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Artikel 6. Slotbepalingen

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als Instellingsbesluit VWS-matchingscommissie.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst en worden gepubliceerd op het VWS-intranet.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven