Regeling interventie

[Regeling vervallen per 11-04-2017.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 26-11-2015 t/m 10-04-2017

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 4 december 2008, TRCJZ/2008/3351, houdende regels ten aanzien van de interventie van agrarische producten en tot wijziging van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 (Regeling interventie)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 15, 19 en 23 van de Landbouwwet;

Gelet op:

  • Verordening (EEG) Nr. 2921/90 van de Commissie van 10 oktober 1990 betreffende de steunverlening voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt;

  • Verordening (EEG) Nr. 3002/92 van de Commissie van 16 oktober 1992 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie;

  • Verordening (EG) Nr. 2799/1999 van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) Nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd mageremelkpoeder;

  • Verordening (EG) Nr. 214/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) Nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder;

  • Verordening (EG) Nr. 1898/2005 van de Commissie van 9 november 2005 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) Nr. 1255/1999 van de Raad, wat betreft maatregelen voor de afzet van room, boter en boterconcentraat op de markt van de Gemeenschap;

  • Verordening (EG) 884/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) Nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de financiering van de maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en de boeking van de verrichtingen in verband met openbare opslag door de betaalorganen van de lidstaten;

  • Verordening (EG) Nr. 1152/2007 van de Raad van 26 september 2007 tot wijziging van Verordening 1255/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de markt in de sector melk en zuivelproducten;

  • Verordening (EG) 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (‘Integrale GMO-verordening’);

  • Verordening (EG) Nr. 105/2008 van de Commissie van 5 februari 2008 houdende uitvoeringsmaatregelen van Verordening (EG) Nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter;

  • Verordening (EG) Nr. 273/2008 van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de toepassing van Verordening (EG) Nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van methoden voor de analyse en de kwaliteitsbeoordeling van melk en zuivelproducten;

  • Verordening (EG) Nr. 826/2008 van de Commissie van 20 augustus 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake de verlening van steun voor de particuliere opslag van bepaalde landbouwproducten;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Verordening 2921/90: Verordening (EEG) Nr. 2921/90 van de Commissie van 10 oktober 1990 betreffende de steunverlening voor ondermelk die tot caseïne en caseïnaten wordt verwerkt (PB L 279);

  • b. Verordening 1130/2009: Verordening (EG) nr. 1130/2009 van de Commissie van 24 november 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie (PbEU L 310);

  • c. Verordening 1234/2007: Verordening (EG) Nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (‘Integrale GMO-verordening’) (PB L 138);

  • d. Verordening 2799/1999: Verordening (EG) Nr. 2799/1999 van de Commissie van 17 december 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) Nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de toekenning van steun voor ondermelk en mageremelkpoeder voor voederdoeleinden en de verkoop van voornoemd mageremelkpoeder (PB L 340);

  • e. Verordening 273/2008: Verordening (EG) Nr. 273/2008 van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de toepassing van Verordening (EG) Nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van methoden voor de analyse en de kwaliteitsbeoordeling van melk en zuivelproducten (PB L 88);

  • f. Verordening 884/2006: Verordening (EG) 884/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) Nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de financiering van de maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en de boeking van de verrichtingen in verband met openbare opslag door de betaalorganen van de lidstaten (PB L 171);

  • g. Verordening 826/2008: Verordening (EG) Nr. 826/2008 van de Commissie van 20 augustus 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake de verlening van steun voor de particuliere opslag van bepaalde landbouwproducten (PB L 223);

  • h. minister: Minister van Economische Zaken;

  • i. contractant: degene die met de minister in het kader van deze regeling een contract sluit;

  • j. melk en zuivelproducten: boter, room, mageremelkpoeder en ondermelk;

  • k. openbare opslag: aankoop door de minister van boter of mageremelkpoeder tegen een op grond van Europese besluiten vastgestelde gegarandeerde prijs waarna de minister deze producten opslaat;

  • l. particuliere opslag: tijdelijk door de contractant voor eigen rekening en risico opslaan van boter;

  • m. bijzondere steun: verlening van steun op grond van de in dit artikel bedoelde Europese verordeningen voor bepaalde, in die verordeningen genoemde maatregelen ter bevordering van de afzet van melk en zuivelproducten, al dan niet uit openbare opslag;

  • n. interventie: samenstel van openbare opslag, particuliere opslag en bijzondere steun;

  • o. productiebedrijf: productiebedrijf van boter, ondermelk, mageremelkpoeder of meerdere van deze producten of mengvoeder;

  • p. NVWA: Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit van het Ministerie van Economische Zaken;

  • q. COKZ: Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel;

  • r. RIKILT: Rijks-Kwaliteitsinstituut voor Land- en Tuinbouwproducten;

  • s. Verordening 1272/2009: Verordening (EU) nr. 1272/2009 van de Commissie van 11 december 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de aankoop en de verkoop van landbouwproducten in het kader van de openbare interventie (PbEU L 349);

  • t. Verordening 1308/2013: Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad(PbEU 2004, L 139);

  • u. verordening 2015/1852: Gedelegeerde verordening (EU) nr. 2015/1852 van de Commissie van 15 oktober 2015 tot opening van een tijdelijke buitengewone regeling voor de particuliere opslag van bepaalde soorten kaas en tot voorafgaande vaststelling van het steunbedrag (PbEU 2015, L 271);

  • v. Verordening 854/2004: Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139);

  • w. erkenningsnummer van de fabriek: erkenningsnummer als bedoeld in artikel 3, derde lid, van Verordening 854/2004.

Paragraaf 2. Aanwijzing interventiebureau en bevoegde instanties

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Als interventiebureau, bevoegde autoriteit of bevoegde instantie als bedoeld in de in artikel 1 genoemde verordeningen wordt aangewezen de minister.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt het COKZ aangewezen als bevoegde autoriteit voor het verrichten van de taken, vermeld in Bijlage IV, Deel I, punt 3, van Verordening 1272/2009.

  • 2 Onverminderd het bepaalde in artikel 2 is het COKZ bevoegd tot het verrichten van monsteranalyses die op grond van de in artikel 1 opgenomen verordeningen moeten plaatsvinden teneinde vast te stellen of aan de aldaar gestelde kwaliteitseisen en samenstellingseisen is voldaan.

  • 3 In afwijking van het eerste en tweede lid is het RIKILT bevoegd tot het verrichten van analyses van monsters:

    • naar de afwezigheid van niet-melkvet, bedoeld in Bijlage V, Deel V, van Verordening 1272/2009;

    • teneinde de samenstelling van de vervaardigde caseïne en caseïnaten als bedoeld in artikel 5, eerste lid, tweede alinea, van Verordening 2921/90 te controleren;

    • als bedoeld in de artikelen 19 en 20 van Verordening 2799/1999.

  • 4 De NVWA neemt de in het tweede en derde lid bedoelde situaties de monsters.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt het RIKILT aangewezen als bevoegde autoriteit voor het verrichten van de taken, vermeld in Bijlage V, Deel I, punt 3 van Verordening 1272/2009.

Paragraaf 3. Erkenningen

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Indien uit een van de in artikel 1 genoemde verordeningen voortvloeit dat een met een interventie verband houdende handeling slechts mag plaatsvinden ten opzichte van of door een natuurlijke of rechtspersoon die voldoet aan te stellen voorwaarden van persoonlijke of zakelijke aard en deswege moet zijn erkend, verleent de minister deze erkenning nadat de belanghebbende daartoe een aanvraag heeft ingediend en heeft aangetoond dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Als aanvullende eisen als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder a, van Verordening 2799/1999 worden gesteld:

  • a. het bedrijf dat mageremelkpoeder denatureert of verwerkt tot mengvoeder houdt dagelijks een voorraadboekhouding en administratie bij, die ten minste de volgende gegevens bevat:

    • de aangekochte hoeveelheden mageremelkpoeder met daarbij de naam en het adres van de leverancier, het land van oorsprong en het gehalte aan melkeiwitten van de aangekochte producten;

    • de datum van de vervaardiging en de vervaardigde hoeveelheid gedenatureerd melkpoeder of mengvoeder alsmede de samenstelling van het product met opgave van het procentuele aandeel van de bestanddelen;

    • in voorkomend geval de hoeveelheden aangekochte en verwerkte denaturatiemiddelen met daarbij de naam en het adres van de leverancier, het land van oorsprong en het gehalte aan melkeiwitten van de aangekochte producten;

    • de data van verkoop en afgeleverde hoeveelheden gedenatureerde mageremelkpoeder of mengvoeder, alsmede de naam en het adres van de afnemer;

    • de hoeveelheidswijzigingen in de voorraden mageremelkpoeder als gevolg van verliezen, monsters, retourzendingen, omruiling of soortgelijke oorzaken.

  • b. het bedrijf beschikt over een geschikte ruimte ten behoeve van administratieve en bemonsteringswerkzaamheden.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Erkenningen kunnen overeenkomstig de in artikel 1 bedoelde verordeningen worden geschorst of ingetrokken door de minister.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Een erkenning is geldig vanaf de datum van afgifte.

Paragraaf 4. Controle op de samenstelling en kwaliteit van boter uit de markt

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Indien boter in een andere lidstaat van de Europese Unie is vervaardigd en in Nederland een bestemming krijgt op grond van deze regeling:

  • a. verstrekt de aanbieder, bedoeld in artikel 20, het originele certificaat, bedoeld in Bijlage IV, Deel I, punt 6, eerste alinea, van Verordening 1272/2009, aan de minister, of

  • b. verstrekt de contractant het certificaat, bedoeld in Bijlage II van Verordening 826/2008, aan de minister.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Indien in Nederland geproduceerde boter in een andere lidstaat van de Europese Unie een bestemming krijgt op grond van Verordening 1272/2009 of Verordening 826/2008, verstrekt de minister op aanvraag een certificaat, bedoeld in Bijlage IV, Deel I, punt 6, eerste alinea, van Verordening 1272/2009, of Bijlage II van Verordening 826/2008.

  • 2 De minister geeft het certificaat slechts af indien de belanghebbende het bewijs levert dat aan de eisen van de in het eerste lid bedoelde verordeningen is voldaan.

Paragraaf 5. Herkeuring van monsters

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Als de belanghebbende de resultaten van de analyses door het COKZ of RIKILT niet accepteert, fungeren het RIKILT en het COKZ over en weer als tweede laboratorium, als bedoeld in Bijlage XXI van Verordening 273/2008.

  • 2 Het RIKILT is bevoegd de in Bijlage XXI, tweede tot en met vijfde punt, van Verordening 273/2008 bedoelde beoordeling te verrichten.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De belanghebbende dient binnen de in Bijlage XXI, eerste punt, van Verordening 273/2008 bedoelde termijn bij de minister een aanvraag tot nadere analyse van het duplo-monster als bedoeld in Bijlage XXI, eerste punt, van Verordening 273/2008 in.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De minister wijst op verzoek van het tweede laboratorium als bedoeld in artikel 12, eerste lid, een ander laboratorium aan indien dat tweede laboratorium niet tot het verrichten van de benodigde analyses is uitgerust.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De belanghebbende levert het in artikel 18, vijfde lid, van Verordening 273/2008 bedoelde bewijs aan de NVWA.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Opslagpartijen boter, vermeld op de inslagopgave, bedoeld in artikel 82, eerste lid, komen niet in aanmerking voor steun op grond van Hoofdstuk 5, indien na de beoordeling, bedoeld in artikel 12, tweede lid, is gebleken dat de boter niet voldoet aan de steunvoorwaarden.

Paragraaf 6. Betalingen en zekerheden

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 17

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Betalingen van op grond van deze regeling verschuldigde bedragen worden gedaan aan de minister.

  • 2 Als dag van betaling geldt de datum waarop het verschuldigde bedrag op het in het eerste lid bedoelde rekeningnummer is bijgeschreven.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 17 kunnen de op grond van deze regeling verschuldigde zekerheden tevens worden gesteld hetzij door betaling in contanten hetzij in de vorm van een aan de minister gericht bericht, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel, inhoudende een garantie van onbeperkte duur, uitsluitend door die hoofdkantoren van banken, die daartoe met de minister een overeenkomst hebben gesloten.

  • 2 Indien de zekerheid wordt gesteld door middel van overschrijving op het in artikel 17, eerste lid, bedoelde rekeningnummer wordt daarbij melding gemaakt van het woord ‘Zekerheid’, en zodanig dat de aard van de zekerheid kenbaar is, in voorkomend geval in combinatie met het desbetreffende contractnummer.

Hoofdstuk 2. Openbare opslag

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Paragraaf 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 20

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

In dit hoofdstuk wordt onder aanbieder verstaan: degene die boter of mageremelkpoeder ter overname aan de minister aanbiedt.

Paragraaf 2. Aankoop boter

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 21

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Een offerte of inschrijving, bedoeld in artikel 5 van Verordening 1272/2009, wordt schriftelijk of per fax gedaan bij de minister met een door de minister vastgesteld formulier.

  • 2 Op de enveloppe van een niet per fax ingediende inschrijving vermeldt de aanbieder de zinsnede ‘Inschrijving aankoop boter’.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De aanbieder kan partijen boter, bestemd voor aankoop in openbare opslag, schriftelijk of per telefax aanmelden uiterlijk iedere woensdag vóór 17:00 uur voorafgaand aan de week waarin aanlevering aan het door de minister aan te wijzen vrieshuis zal geschieden.

  • 2 De aanbieder dient de in het eerste lid bedoelde vooraanmelding bij de minister in conform een bij de minister op te vragen formulier.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Door het indienen van de in artikel 22 bedoelde vooraanmelding verklaart de aanbieder zich akkoord dat de minister de partijen boter voordat de voorwaardelijke overname van de boter heeft plaatsgevonden, in bewaring geeft in door de minister aangewezen vrieshuizen en dat de partijen worden bemonsterd en gecontroleerd.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Indien de aanbieder van de in artikel 22 bedoelde vooraanmelding gebruik maakt, brengt de minister de volgende kosten bij hem in rekening:

  • a. de kosten van aanmelding;

  • b. de kosten van het lossen;

  • c. de kosten van de opslag voor de periode van de dag van inslag in het door de minister aangewezen vrieshuis tot de dag van voorwaardelijke overname van de boter.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Indien een aanbieder een vooraanmelding, bedoeld in artikel 22 heeft gedaan maar de boter niet is aangeboden, niet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 21 is voldaan, of de inschrijving niet kan worden toegewezen op grond van artikel 20 van Verordening 1272/2009, en indien de betreffende boter geen onderwerp meer kan vormen voor een volgende inschrijving, neemt de aanbieder de betreffende boter terug binnen 14 dagen na de datum van het daartoe strekkend bericht van de minister.

  • 2 In de in het eerste lid bedoelde situatie brengt de minister de kosten van inslag, opslag en uitslag en de bemonsterings- en analysekosten bij de aanbieder in rekening.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Ingeval gebruik is gemaakt van de in artikel 22 bedoelde vooraanmelding kan de aanbieder de aanlevering van partijen boter uiterlijk vóór 10:00 uur op de laatste werkdag voorafgaand aan de dag van inslag geheel of gedeeltelijk annuleren.

  • 2 De met de niet tijdige annulering verband houdende kosten brengt de minister bij de aanbieder in rekening.

Paragraaf 3. Aankoop mageremelkpoeder

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 27

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Het in Bijlage V, Deel I, punt 6, van Verordening 1272/2009 bedoelde certificaat wordt op aanvraag door de minister afgegeven indien het productiebedrijf het bewijs levert dat aan de in dat artikellid gestelde eisen is voldaan.

Artikel 28

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Een offerte of inschrijving, bedoeld in artikel 5 van Verordening 1272/2009, wordt schriftelijk tegen bewijs van ontvangst of per fax gedaan bij de minister met een door de minister vastgesteld formulier.

  • 2 Op de enveloppe van een niet per fax ingediende inschrijving vermeldt de aanbieder de zinsnede ‘Inschrijving aankoop mageremelkpoeder’.

Paragraaf 4. Levering, opslag en uitslag boter en mageremelkpoeder

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 29

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De minister sluit met het opslagpand of het vrieshuis een opslagcontract als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van Verordening 884/2006.

Artikel 30

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Voor de opslag van boter komen uitsluitend vrieshuizen in aanmerking die:

    • a. beschikken over een opslagcapaciteit van ten minste 1.000 ton boter,

    • b. boter bij een constante temperatuur van –18 °C of kouder kunnen bewaren en deze temperatuur in de opslagruimte ook tijdens in- en uitslagwerkzaamheden kunnen handhaven,

    • c. een inslagcapaciteit van ten minste 50 ton boter per dag en een uitslagcapaciteit van ten minste 100 ton boter per dag hebben,

    • d. beschikken over permanent in de opslagruimte aanwezige, adequate temperatuurregistratieapparatuur die ten minste drie keer per etmaal de luchttemperatuur meet,

    • e. beschikken over een weegschaal met een minimum weegvermogen van 30 kilogram en een afleeseenheid van 10 gram,

    • f. beschikken over een weegschaal waarop een pallet met boter in zijn geheel kan worden gewogen,

    • g. voldoende toetsgewichten voorhanden hebben en kunnen aantonen dat zowel de weegschaal als toetsgewichten van een geldig ijkmerk zijn voorzien, en

    • h. beschikken over een bemonsteringsruimte.

  • 2 Voor de opslag van mageremelkpoeder komen uitsluitend opslagpanden in aanmerking die:

    • a. voldoen aan de onderdelen a, e, f en g van het eerste lid,

    • b. een in- en uitslagcapaciteit van ten minste 100 ton mageremelkpoeder per dag hebben.

Artikel 31

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Onverminderd het bepaalde in artikel 3, derde lid, van Verordening 1272/2009 beschikken opslagpanden over weegschalen en toetsgewichten als bedoeld in artikel 30, onder e en f.

Artikel 32

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Indien in het vrieshuis of het opslagpand beschadigde of vuile dozen boter of zakken mageremelkpoeder worden aangetroffen, wordt aangenomen dat de beschadiging of verontreiniging in het vrieshuis of het opslagpand is geschied en zullen de daaruit voortvloeiende kosten voor rekening van het vrieshuis of opslagpand komen.

Artikel 33

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Indien het vrieshuis of het opslagpand naar het oordeel van de minister – rekening houdend met de duur van de opslag – niet voldoende zorgdraagt voor het op peil blijven van de kwaliteit dan wel de verpakking van de boter of het mageremelkpoeder, dan wel anderszins de gestelde voorwaarden niet of niet volledig nakomt, is de minister gerechtigd ofwel de boter of het mageremelkpoeder naar elders te doen vervoeren en te doen opslaan, ofwel de nodige andere maatregelen te treffen. De daaruit voortvloeiende kosten komen, voor zover het boter betreft, voor rekening van het vrieshuis en, voor zover het mageremelkpoeder betreft, voor rekening van het opslagpand.

Artikel 34

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De aanbieder levert de boter of het mageremelkpoeder aan het vrieshuis respectievelijk het opslagpand aan op pallets die elk 1.000 of 1.250 kilogram omvatten, met uitzondering van de laatste pallet van een partij die een lager aantal kilogram mag omvatten.

Artikel 35

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De pallets zijn per partij uniform van soort en van gewicht, tenzij elke pallet van een TARRA-etiket is voorzien dan wel het gewicht erin is gegraveerd.

Artikel 36

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Per partij mageremelkpoeder levert de aanbieder ten minste drie lege zakken, bestemd voor mageremelkpoeder en die identiek zijn aan die van de geleverde partij, mee.

Artikel 37

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Onverminderd de vereisten als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van Verordening 1272/2009 vertonen de dozen boter bij inslag in het vrieshuis geen buikvorming.

  • 2 De beslissing dat de dozen vanwege buikvorming niet worden opgeslagen, wordt genomen door de minister.

Artikel 38

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Indien de aangeboden boter of mageremelkpoeder wordt overgenomen in een vrieshuis of opslagpand waar deze producten al aanwezig zijn, wordt onder de datum van voorwaardelijke overname, bedoeld in artikel 31, eerste en tweede lid, van Verordening 1272/2009 verstaan:

    • a. in geval van aankoop van boter of mageremelkpoeder tegen een vaste prijs, de datum die is vermeld op het acceptatiebericht van de offerte, en

    • b. in geval van aankoop van boter of mageremelkpoeder door middel van inschrijving, de datum die is vermeld in de schriftelijke toewijzing.

  • 2 De datum van voorwaardelijke overname, bedoeld in het eerste lid, is ten vroegste de dag na de dag van verzending van het acceptatiebericht respectievelijk de schriftelijke toewijzing.

Artikel 39

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Indien de boter of het mageremelkpoeder niet in aanmerking komt voor overname in openbare opslag, neemt de aanbieder de betreffende boter of het mageremelkpoeder binnen 14 dagen na de datum van het afwijzingsbericht terug of hij slaat het voor eigen rekening en risico separaat van de interventievoorraad op dan wel laat hij het separaat opslaan. De analysekosten brengt de minister bij de aanbieder in rekening.

Artikel 40

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Door de minister aan het opslagpand of het vrieshuis gegeven nadere aanwijzingen die ten goede komen aan de wijze van inslag, opslag en uitslag van het mageremelkpoeder of de boter, worden door het opslagpand respectievelijk het vrieshuis opgevolgd.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde aanwijzingen kunnen zowel schriftelijk als mondeling worden gedaan.

Paragraaf 5. Verkoop boter en mageremelkpoeder

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Subparagraaf 5.1. Zonder bestemmingsverplichting

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 41

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Gegadigden kunnen op eigen kosten monsters van de door de minister te koop aangeboden boter en mageremelkpoeder onderzoeken voordat zij een inschrijving, bedoeld in artikel 42 van Verordening 1272/2009 indienen. Hiertoe dient de gegadigde tenminste 48 uur van tevoren een aanvraag in bij de minister.

  • 2 De gegadigde voldoet de bij het vrieshuis of het opslagpand door de monstername ontstane kosten rechtstreeks aan het vrieshuis of het opslagpand.

Artikel 42

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Een inschrijving voor boter en mageremelkpoeder uit openbare opslag, zoals bedoeld in artikel 42 van Verordening 1272/2009, wordt bij de minister ingediend ofwel schriftelijk tegen bewijs van ontvangst, ofwel per fax.

  • 2 Op de enveloppe van de niet per telefax ingediende inschrijving vermeldt de aanbieder, voor zover de inschrijving is gericht op de aankoop van mageremelkpoeder: ‘Inschrijving verkoop mageremelkpoeder’ en, voor zover de inschrijving is gericht op de aankoop van boter: ‘Inschrijving verkoop boter’.

Artikel 43

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

In de situatie als bedoeld in artikel 51, derde lid, van Verordening 1272/2009 wordt in opdracht van de minister door het opslagpand of het vrieshuis uiterlijk op de 30e dag na de datum van de door de minister opgestelde kennisgeving als bedoeld in artikel 47 een document op naam van de koper uitgeschreven dat de daaropvolgende dag ingaat. Dit document bevat een specificatie van de aan de koper toegewezen mageremelkpoeder of boter als bedoeld in artikel 51, tweede lid, van Verordening 1272/2009 die nog niet is afgehaald.

Artikel 44

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De koper van het mageremelkpoeder of de boter informeert de minister schriftelijk over de door hem met het vrieshuis of opslagpand overeengekomen datum en het tijdstip van daadwerkelijke uitslag uit het opslagpand of vrieshuis ten minste één werkdag van tevoren, vóór 10:00 uur, onder vermelding van de naam van het opslagpand of vrieshuis, de dag en het tijdstip van uitslag, het verkoopfactuurnummer en de hoeveelheid.

Artikel 45

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De koper betaalt het bedrag als bedoeld in artikel 49 van Verordening 1272/2009 uiterlijk om 12:00 uur op de werkdag vóór de dag van uitslag.

Artikel 46

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De in artikel 41, derde lid, van Verordening 1272/2009 bedoelde berichten worden geplaatst op de website van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Subparagraaf 5.2. Met bestemmingsverplichting

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 47

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Gegadigden kunnen op eigen kosten monsters van het door de minister te koop aangeboden mageremelkpoeder onderzoeken voordat zij een bod als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van Verordening 2799/1999 indienen. Hiertoe dient de gegadigde ten minste 48 uur van tevoren een aanvraag bij de minister in.

  • 2 De gegadigde voldoet de bij het opslagpand door de monstername ontstane kosten rechtstreeks aan het opslagpand.

Artikel 48

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De koper van het mageremelkpoeder informeert de minister schriftelijk over de door hem met het opslagpand overeengekomen datum en het tijdstip van daadwerkelijke uitslag uit het opslagpand ten minste één werkdag van tevoren, vóór 10:00 uur, onder vermelding van de naam van het opslagpand, de dag en het tijdstip van uitslag, het verkoopfactuurnummer en de hoeveelheid.

Artikel 49

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

In de situatie als bedoeld in artikel 35, tweede lid, tweede alinea, van Verordening 2799/1999 wordt in opdracht van de minister door het opslagpand uiterlijk op de 30e dag na de sluitingsdatum van de desbetreffende bijzondere openbare inschrijving een document op naam van de koper uitgeschreven dat de daaropvolgende dag ingaat. Dit document bevat een specificatie van het aan de koper toegewezen mageremelkpoeder als bedoeld in artikel 35, tweede lid, eerste alinea, van Verordening 2799/1999 dat nog niet is afgehaald.

Artikel 50

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De koper betaalt het bedrag als bedoeld in artikel 34, tweede lid, van Verordening 2799/1999 uiterlijk om 12:00 uur op de werkdag vóór de dag van uitslag.

Artikel 51

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Het in artikel 28, tweede lid, van Verordening 2799/1999 bedoelde bod wordt bij de minister ingediend ofwel schriftelijk tegen bewijs van ontvangst ofwel per telefax, ofwel door persoonlijke afgifte tegen bewijs van ontvangst.

  • 2 Op de enveloppe van de niet per telefax ingediende bieding wordt vermeld: ‘Inschrijving verkoop mageremelkpoeder’.

Artikel 52

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Het bedrijf dat mageremelkpoeder denatureert dient wekelijks en op de derde dag na de periode als bedoeld in artikel 60, eerste lid, het verwerkingsoverzicht conform een bij de minister op te vragen formulier in bij de minister. Van dit verwerkingsoverzicht worden de kolommen A en B en de vervolgbladen A en B ingevuld.

  • 2 Het bedrijf dat mageremelkpoeder rechtstreeks verwerkt tot mengvoeders dient vierwekelijks en op de derde dag na de periode als bedoeld in artikel 60, derde lid, het verwerkingsoverzicht conform een bij de minister op te vragen formulier in bij de minister. Van dit verwerkingsoverzicht worden de kolommen A en C en de vervolgbladen A en C ingevuld.

  • 3 De indiening van het in het eerste respectievelijk tweede lid bedoelde verwerkingsoverzicht geldt tevens als verzoek om vrijgave van de verwerkingszekerheid.

Artikel 53

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 14 van Verordening 2799/1999 voeren bedrijven, die mageremelkpoeder uit interventievoorraden bedrijfsmatig voorhanden hebben, zodanig een boekhouding en voorraadadministratie dat hieruit, voor elk stadium van de verwerking waarin de mageremelkpoeder uit interventie zich bevindt, overzichtelijk de volgende gegevens kunnen worden gekend:

    • a. de dag van ontvangst en de ontvangen hoeveelheden mageremelkpoeder onderscheiden naar hun aard en herkomst, alsmede de naam en het adres van de leverancier en het gehalte van melkeiwitten van het mageremelkpoeder;

    • b. de dag van verwerking en de verwerkte hoeveelheden mageremelkpoeder alsmede de daarnaast in de voorraden interventieproducten als gevolg van retourzendingen, monsters, verliezen of soortgelijke oorzaken opgetreden wijzigingen, onderscheiden naar aard en hoeveelheid van deze producten;

    • c. de gebruikte denaturatiemiddelen onderscheiden naar aard en hoeveelheden;

    • d. de dag van aflevering en de afgeleverde hoeveelheden mengvoeder alsmede de naam en het adres van de afnemer.

  • 2 In geval van rechtstreekse verwerking van mageremelkpoeder tot mengvoeders vermeldt het bedrijf, naast de in het eerste lid bedoelde gegevens, tevens de hoeveelheden en de samenstelling van de verkregen producten in de registers.

  • 3 De in dit artikel bedoelde gegevens worden, op verzoek van de minister, gestaafd door middel van leveringsbewijzen en facturen.

Artikel 54

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Het in artikel 26, vierde lid, van Verordening 2799/1999 bedoelde bericht wordt door de minister bekendgemaakt.

Hoofdstuk 3. Denaturatie en verwerking van mageremelkpoeder en ondermelk tot mengvoeder

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 55

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Aan degenen die mageremelkpoeder of ondermelk verwerken of doen verwerken tot mengvoeder dan wel magere melkpoeder voor veevoederdoeleinden denatureren of doen denatureren verleent de minister op aanvraag ter zake van die denaturatie of verwerking steun indien is gebleken dat is voldaan aan de voorwaarden die dienaangaande in Verordening 2799/1999 zijn gesteld.

  • 2 Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt ingediend bij de minister.

Artikel 56

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Een aanvraag tot het denatureren van mageremelkpoeder heeft betrekking op een periode van een kalendermaand.

  • 2 Een aanvraag tot het verwerken van mageremelkpoeder of ondermelk tot mengvoeder heeft betrekking op een periode van vier aaneengesloten weken.

Artikel 57

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Indien aan alle voorwaarden voor het ontvangen van steun is voldaan, betaalt de minister het betreffende bedrag uiterlijk aan het begin van de vierde week na het verstrijken van de periode als bedoeld in artikel 56, eerste respectievelijk tweede lid.

Artikel 58

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Het bedrijf dat mageremelkpoeder verwerkt tot mengvoeder dient de aanvraag als bedoeld in artikel 12 van Verordening 2799/1999 in bij de minister.

  • 2 De leverancier voegt bij de in artikel 60, eerste lid, bedoelde verwerkingsstaat een overzicht van alle in de desbetreffende periode gedane leveranties als bedoeld in artikel 12 van Verordening 2799/1999. In dit overzicht worden vermeld:

    • a. de betreffende factuurnummers;

    • b. de namen en vestigingsplaatsen van de afnemers;

    • c. de hoeveelheden en benamingen van de mengvoeders;

    • d. de afleveringdata, en

    • e. de hoeveelheden en de percentages mageremelkpoeder in de betreffende mengvoeders,zulks onderscheiden naar voeders waarvoor steun en voeders waarvoor geen steun wordt aangevraagd.

  • 3 De leverancier totaliseert de mengvoeders die mageremelkpoeder of ondermelk bevatten en waarvoor steun wordt aangevraagd al naargelang het eiwitgehalte van de mageremelkpoeder of ondermelk lager of hoger is dan 34%.

Artikel 59

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Het bedrijf dat mageremelkpoeder verwerkt tot mengvoeder doet de in artikel 17, vierde lid, tweede alinea, van Verordening 2799/1999 bedoelde mededeling uiterlijk 2 werkdagen voor de vervaardiging van het mengvoeder aan de NVWA.

  • 2 Het bedrijf dat mageremelkpoeder denatureert doet de in kennisstelling als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van Verordening 2799/1999 twee werkdagen voor de vervaardiging van gedenatureerd mageremelkpoeder aan de NVWA.

  • 3 Indien de mageremelkpoeder afkomstig is uit openbare opslag wordt dit in de mededeling respectievelijk in kennisstelling vermeld.

Artikel 60

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Het bedrijf dat mageremelkpoeder denatureert, houdt per periode van een kalendermaand een verwerkingsstaat bij conform een bij de minister op te vragen formulier.

  • 2 Het bedrijf dat mageremelkpoeder of ondermelk tot mengvoeder verwerkt, houdt per periode van vier weken een verwerkingsstaat bij conform een bij de minister op te vragen formulier.

  • 3 Een verzoek om steun als bedoeld in artikel 55, eerste lid, wordt tegelijk ingediend met een verwerkingsstaat als bedoeld in het eerste of het tweede lid, conform een door de minister beschikbaar gesteld formulier.

Artikel 61

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Van de verwerkingsstaat als bedoeld in artikel 60, derde lid, houdt de fabrikant van mengvoeders vanaf de derde dag na afloop van de verwerkingsperiode een exemplaar ter beschikking van de NVWA.

Hoofdstuk 4. Steun voor de aankoop van boter door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk

[Vervallen per 17-03-2010]

Hoofdstuk 5. Particuliere opslag van boter

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 74

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Zodra de Commissie van de Europese Unie daartoe een specifieke uitvoeringshandeling heeft vastgesteld, kan de minister op aanvraag steun verlenen voor de particuliere opslag van boter. Hij doet zulks in overeenstemming met de op de particuliere opslag van boter van toepassing zijnde artikelen in Deel II, Titel I, Hoofdstuk I, Afdelingen 1, 3 en 4, van Verordening 1308/2013, in overeenstemming met Verordening 826/2008 en met inachtneming van de, in de eerste volzin bedoelde specifieke uitvoeringshandeling.

Artikel 75

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Een aanvraag om de in artikel 74 bedoelde steun wordt ingediend bij de minister.

Artikel 76

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Op de verpakking van de boter worden de volgende gegevens vermeld:

    • a. het erkenningsnummer van de fabriek;

    • b. de lidstaat van productie;

    • c. de datum van productie;

    • d. de datum van fysieke inslag in het vrieshuis;

    • e. het productiepartijnummer;

    • f. het opslagpartijnummer van het vrieshuis, en

    • g. het nettogewicht.

  • 2 Het eerste lid, onderdelen d en f, is niet van toepassing mits de volgende voorwaarden in acht zijn genomen:

    • a. bij opslag wordt op de pallets of boxpallets, per partij en per pallet of boxpallet, op een duidelijk zichtbare plaats een label aangebracht waarop het opslagpartijnummer, het aantal verpakkingen op de pallet of boxpallet en de datum van fysieke inslag worden vermeld, en

    • b. het vrieshuis houdt een register bij waarin op de dag van inslag de in het vorige lid bedoelde gegevens worden opgenomen.

Artikel 77

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Particuliere opslag van boter vindt plaats in vrieshuizen die:

  • a. een van een geldig ijkmerk voorziene weegschaal – met een gewichtsaanduiding tot op de tien gram nauwkeurig – beschikbaar hebben waarop een doos met een inhoud van 25 kilogram gewogen kan worden,

  • b. de boter in particuliere opslag duidelijk scheiden van andere voorraden, en

  • c. beschikken over een bemonsteringsruimte.

Artikel 78

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Het is niet toegestaan partijen boter in particuliere opslag zonder toestemming van de minister te verplaatsen naar een opslagruimte die niet via het eigen terrein bereikbaar is.

  • 2 Toestemming als bedoeld in het eerste lid wordt op aanvraag slechts verleend in geval van overmacht.

  • 3 Indien de verplaatsing reeds heeft plaatsgevonden en de aanvraag tot verplaatsing buiten de opslaglocatie niet wordt gehonoreerd, wordt de aanvraag door de minister aangemerkt als een uitslagmelding en als een aanvraag tot vaststelling van de steun voor de betreffende partij of partijen.

Artikel 79

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De houder van het vrieshuis kan de minister verzoeken om boter onder de in Bijlage 1 vermelde voorwaarden in stellingen op te mogen slaan die na de inslagcontrole door de Minister worden verzegeld.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde aanvraag wordt ingediend bij de minister met gebruikmaking van een door de Minister ter beschikking gesteld formulier.

Artikel 80

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De op de inslagopgave, bedoeld in artikel 82, eerste lid, vermelde opslagpartijen boter kunnen slechts bestaan uit boter die in dezelfde fabriek is geproduceerd.

Artikel 82

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Degene die boter in het kader van dit hoofdstuk opslaat, verstrekt aan de minister binnen uiterlijk zestig dagen gerekend vanaf de productiedatum een opgave van de ingeslagen hoeveelheden. Deze opgave geschiedt schriftelijk of elektronisch of schriftelijk met gebruikmaking van een door de Minister ter beschikking gesteld formulier.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde inslagopgave is tevens de aanvraag tot sluiting van een contract in het kader van dit hoofdstuk.

Artikel 83

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De houder van het vrieshuis maakt een inslagbewijs op van de ingeslagen partijen. De contractant ontvangt hiervan een exemplaar.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde inslagbewijs bevat in ieder geval de navolgende gegevens:

    • a. de inslagdatum;

    • b. het opslagpartijnummer;

    • c. het erkenningsnummer van de fabriek;

    • d. het productiepartijnummer of in voorkomend geval de productiepartijnummers;

    • e. de productiedatum of in voorkomend geval de productiedata;

    • f. het aantal verpakkingseenheden;

    • g. de hoeveelheid in kilogrammen, en

    • h. het adres van de locatie waar de boter fysiek ligt opgeslagen.

  • 3 In voorkomend geval wordt de hoeveelheid per productiepartijnummer en productiedatum gespecificeerd.

Artikel 84

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De uitslag bedraagt ten minste 1.000 kilogram per opslagpartij met dien verstande dat wanneer van een opslagpartij minder dan 1.000 kilogram in opslag is, de uitslag van de totale resterende hoeveelheid in een keer is toegestaan.

Artikel 85

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De kennisgeving bedoeld in artikel 29 van Verordening 826/2008 vindt plaats ten minste twee werkdagen vóór 10:00 uur voor het einde van de maximale opslagperiode, of vóór aanvang van de uitslag wanneer de boter wordt uitgeslagen voordat de maximale contractuele opslagperiode is verstreken.

  • 2 Voor de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, wordt gebruik gemaakt van een door de Minister ter beschikking gesteld formulier.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt tevens aangemerkt als aanvraag om betaling van steun als bedoeld in artikel 30 van Verordening 826/2008.

  • 4 Ook de uitslag van partijen boter waarvoor geen steun kan worden verleend, wordt aan de minister gemeld met gebruikmaking van een door de Minister ter beschikking gesteld formulier.

Artikel 86

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Zo spoedig mogelijk na de uitslag zendt het vrieshuis bevestiging van de uitslag aan de minister.

Artikel 87

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De minister is bevoegd tot verlening van een voorschot op grond van het bepaalde in artikel 31 van Verordening 826/2008.

  • 2 De contractant dient een verzoek om een voorschot in bij de minister conform een bij de minister op te vragen formulier.

  • 3 Het voorschot wordt berekend over alle opslagpartijen waarvan de contractuele opslag in één kalendermaand aanvangt.

Hoofdstuk 5a. Particuliere opslag van mageremelkpoeder

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 87a

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Zodra de Commissie van de Europese Unie daartoe een specifieke uitvoeringshandeling heeft vastgesteld, kan de Minister op aanvraag steun verlenen voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder. Hij doet zulks in overeenstemming met de op de particuliere opslag van mageremelkpoeder van toepassing zijnde artikelen in Deel II, Titel I, Hoofdstuk I, Afdelingen 1, 3 en 4, van Verordening 1308/2013, in overeenstemming met Verordening 826/2008 en met inachtneming van de in de eerste volzin bedoelde specifieke uitvoeringshandeling.

Artikel 87b

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Een aanvraag om de in artikel 87a bedoelde steun wordt ingediend bij de Minister met gebruikmaking van een door de Minister ter beschikking gesteld formulier.

Artikel 87c

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Op de verpakking van de mageremelkpoeder worden de volgende gegevens vermeld:

    • a. het erkenningsnummer van de fabriek;

    • b. de lidstaat van productie;

    • c. de datum van productie;

    • d. de datum van fysieke inslag in het opslagpand;

    • e. het productiepartijnummer;

    • f. het opslagpartijnummer van het opslagpand, en

    • h. het nettogewicht.

  • 2 Het eerste lid, onderdelen d en f, is niet van toepassing mits de volgende voorwaarden in acht zijn genomen:

    • a. bij opslag wordt op de pallets, per partij en per pallet, op een duidelijk zichtbare plaats een label aangebracht waarop het opslagpartijnummer, het aantal verpakkingen op de pallet en de datum van fysieke inslag worden vermeld, en

    • b. het opslagpand houdt een register bij waarin op de dag van inslag de in het vorige lid bedoelde gegevens worden opgenomen.

Artikel 87d

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Particuliere opslag van mageremelkpoeder vindt plaats in opslagpanden die:

    • a. een van een geldig ijkmerk voorziene weegschaal – met een gewichtsaanduiding tot op de tien gram nauwkeurig – beschikbaar hebben waarop een zak met een inhoud van 25 kilogram gewogen kan worden, en

    • b. de mageremelkpoeder in particuliere opslag duidelijk scheiden van andere voorraden.

  • 2 Indien mageremelkpoeder wordt opgeslagen in big bags heeft het opslagpand, bedoeld in het eerste lid, een van een geldig ijkmerk voorziene weeginstallatie – met een gewichtsaanduiding tot op de 200 gram nauwkeurig – beschikbaar waarop een big bag met een maximaal gewicht van 1500 kilogram gewogen kan worden.

  • 3 Per partij mageremelkpoeder levert de aanbieder ten minste drie lege zakken bestemd voor mageremelkpoeder en die identiek zijn aan die van de geleverde partij, mee.

  • 4 In afwijking van het derde lid levert de aanbieder wanneer de mageremelkpoeder in big bags wordt opgeslagen ten minste één lege big bag bestemd voor mageremelkpoeder en die identiek zijn aan die van de geleverde partij, mee.

Artikel 87e

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Het is niet toegestaan partijen mageremelkpoeder in particuliere opslag zonder toestemming van de Minister te verplaatsen naar een opslagruimte die niet via het eigen terrein bereikbaar is.

  • 2 Toestemming als bedoeld in het eerste lid wordt op aanvraag slechts verleend in geval van overmacht.

  • 3 Indien de verplaatsing reeds heeft plaatsgevonden en de aanvraag tot verplaatsing buiten de opslaglocatie niet wordt gehonoreerd, wordt de verplaatsing of daartoe strekkende aanvraag door de Minister aangemerkt als een uitslagmelding en als een aanvraag tot vaststelling van de steun voor de betreffende partij of partijen.

Artikel 87f

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De op de inslagopgave, bedoeld in artikel 87g, eerste lid, vermelde opslagpartijen mageremelkpoeder kunnen slechts bestaan uit partijen die in dezelfde fabriek zijn geproduceerd.

Artikel 87g

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Degene die mageremelkpoeder in het kader van dit hoofdstuk opslaat, verstrekt aan de Minister binnen uiterlijk zestig dagen gerekend vanaf de productiedatum een opgave van de ingeslagen hoeveelheden. Deze opgave geschiedt schriftelijk of elektronisch door gebruikmaking van een door de Minister beschikbaar gesteld formulier.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde inslagopgave is tevens de aanvraag tot sluiting van een contract in het kader van dit hoofdstuk.

Artikel 87h

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De houder van het opslagpand maakt een inslagbewijs op van de ingeslagen partijen. De contractant ontvangt hiervan een exemplaar.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde inslagbewijs bevat in ieder geval de navolgende gegevens:

    • a. de inslagdatum;

    • b. het opslagpartijnummer;

    • c. het erkenningsnummer van de fabriek;

    • d. het productiepartijnummer of in voorkomend geval de productiepartijnummers;

    • e. de productiedatum of in voorkomend geval de productiedata;

    • g. het aantal verpakkingseenheden;

    • h. de hoeveelheid in kilogrammen, en

    • i. het adres van de locatie waar de mageremelkpoeder fysiek ligt opgeslagen.

  • 3 In voorkomend geval wordt de hoeveelheid per productiepartijnummer en productiedatum gespecificeerd.

Artikel 87i

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De uitslag bedraagt ten minste 1.000 kilogram per opslagpartij met dien verstande dat wanneer van een opslagpartij minder dan 1.000 kilogram in opslag is, de uitslag van de totale resterende hoeveelheid in een keer is toegestaan.

Artikel 87j

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De kennisgeving bedoeld in artikel 29 van Verordening 826/2008 vindt plaats ten minste twee werkdagen vóór 10:00 uur voor het einde van de maximale opslagperiode, of vóór aanvang van de uitslag wanneer de mageremelkpoeder wordt uitgeslagen voordat de maximale contractuele opslagperiode is verstreken.

  • 2 Voor de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, wordt gebruik gemaakt van een door de Minister beschikbaar gesteld formulier.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt tevens aangemerkt als aanvraag om betaling van steun als bedoeld in artikel 30 van Verordening 826/2008.

  • 4 Ook de uitslag van partijen mageremelkpoeder waarvoor geen steun kan worden verleend, wordt aan de Minister gemeld met gebruikmaking van een door de Minister beschikbaar gesteld formulier.

Artikel 87k

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Zo spoedig mogelijk na de uitslag zendt het opslagpand, met gebruikmaking van een door de Minister beschikbaar gesteld formulier, bevestiging van de uitslag aan de Minister.

Artikel 87l

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De Minister is bevoegd tot verlening van een voorschot op grond van het bepaalde in artikel 31 van Verordening 826/2008.

  • 2 De contractant dient een verzoek om een voorschot in bij de Minister conform een bij de Minister op te vragen formulier.

  • 3 Het voorschot wordt berekend over alle opslagpartijen waarvan de contractuele opslag in één kalendermaand aanvangt.

Hoofdstuk 5b. Particuliere opslag van kaas

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 87m

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De minister kan op basis van een steunaanvraag op grond van artikel 4, eerste lid, van verordening 2015/1852 steun verlenen voor de particuliere opslag van kaas, als bedoeld in artikel 1 van verordening 2015/1852. Hij doet zulks in overeenstemming met verordening 2015/1852.

  • 2 De aan Nederland toegekende maximale producthoeveelheid, bedoeld in artikel 1 van verordening 2015/1852, wordt verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Indien een aanvraag als bedoeld in het eerste lid niet volledig is, wordt deze niet in aanmerking genomen voor het verdelen van de maximale producthoeveelheid, bedoeld in het tweede lid, tot de aanvraag is aangevuld.

Artikel 87n

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Een aanvraag om de in artikel 87m bedoelde steun wordt ingediend bij de minister met gebruikmaking van een door de minister ter beschikking gesteld middel.

Artikel 87o

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Kaas wordt geacht van een gezonde handelskwaliteit, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van verordening 2015/1852, te zijn indien deze op deugdelijke wijze gefabriceerd is door een zuivelonderneming die is erkend op grond van artikel 3, eerste lid, van verordening 854/2004.

  • 2 De minimumouderdom van overige kazen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van verordening 2015/1852, bedraagt 28 dagen.

Artikel 87p

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Op de verpakking van de kaas worden het caseïnemerk en een uniek volgnummer vermeld.

  • 2 In de administratie van het opslagpand is elke kaas traceerbaar en worden de gegevens, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdelen a tot en met d en f, en derde lid, van verordening 2015/1852 alsmede het opslagpartijnummer van het opslagpand vastgelegd.

  • 3 Voor de toepassing van artikel 7, eerste lid, onderdeel d, van verordening 2015/1852 kan worden afgezien van het markeren van de individuele opgeslagen producten met de in dat artikellid bedoelde informatie, indien:

    • a. bij opslag op de pallets of boxpallets, per partij en per pallet of boxpallet, op een duidelijk zichtbare plaats een label wordt aangebracht waarop het opslagpartijnummer, het aantal verpakkingen op de pallet of boxpallet en de datum van fysieke inslag worden vermeld, en

    • b. de beheerder van het opslagpand een register bijhoudt waarin de gegevens bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel d, van verordening 2015/1852 worden opgenomen.

Artikel 87q

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Particuliere opslag van kaas vindt plaats in opslagpanden die een van een geldig ijkmerk voorziene weegschaal – met een gewichtsaanduiding tot op de tien gram nauwkeurig – beschikbaar hebben waarop een verpakking met een inhoud van 25 kilogram gewogen kan worden.

  • 2 In afwijking van het eerste lid vind de opslag van diepgevroren wrongel plaats in opslagpanden die:

    • a. beschikken over vriesfaciliteiten;

    • b. een van een geldig ijkmerk voorziene weegschaal – met een gewichtsaanduiding tot op de tien gram nauwkeurig – beschikbaar hebben waarop een verpakking met een inhoud van 25 kilogram gewogen kan worden, en

    • c. beschikken over een bemonsteringsruimte.

  • 3 Een beheerder van een opslagpand draagt er zorg voor dat de kaas in particuliere opslag op dusdanige wijze wordt opgeslagen dat de individuele kazen bereikbaar zijn voor een controle door de minister.

Artikel 87r

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Het is niet toegestaan partijen kaas in particuliere opslag zonder toestemming van de minister te verplaatsen naar een opslagruimte die niet via het eigen terrein bereikbaar is.

  • 2 Toestemming als bedoeld in het eerste lid wordt aangevraagd bij de minister, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel.

  • 3 Toestemming als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend in geval van overmacht.

  • 4 Indien de verplaatsing reeds heeft plaatsgevonden en de aanvraag tot verplaatsing buiten de opslaglocatie niet wordt gehonoreerd, wordt de aanvraag door de minister aangemerkt als een uitslagmelding en als een aanvraag tot vaststelling van de steun voor de betreffende partij of partijen.

Artikel 87s

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De contractant of de beheerder van het opslagpand kan de minister verzoeken om kaas onder de in Bijlage 1 vermelde voorwaarden in stellingen of koelcellen op te mogen slaan die na de inslagcontrole door de minister worden verzegeld.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde aanvraag wordt ingediend bij de minister met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel.

Artikel 87t

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De op de inslagopgave, bedoeld in artikel 87u, eerste lid, vermelde opslagpartijen kaas kunnen slechts bestaan uit een partij die in dezelfde erkende fabriek is geproduceerd.

Artikel 87u

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Degene die kaas in het kader van dit hoofdstuk opslaat verstrekt aan de minister, met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel, een opgave van de ingeslagen hoeveelheden.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde inslagopgave is tevens de aanvraag tot sluiting van een contract in het kader van dit hoofdstuk.

Artikel 87v

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De houder van het opslagpand maakt een inslagbewijs op van de ingeslagen partijen. De contractant ontvangt hiervan een exemplaar.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde inslagbewijs bevat in ieder geval:

    • a. de gegevens bedoeld in artikel 7, tweede lid, van verordening 2015/1852;

    • b. het opslagpartijnummer, en

    • c. het productiepartijnummer of in voorkomend geval de productiepartijnummers.

  • 3 In voorkomend geval wordt de hoeveelheid per productiepartijnummer en productiedatum gespecificeerd.

Artikel 87w

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De uitslag bedraagt ten minste 500 kilogram per opslagpartij met dien verstande dat wanneer van een opslagpartij minder dan 500 kilogram in opslag is, de uitslag van de totale resterende hoeveelheid in een keer is toegestaan.

Artikel 87x

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De kennisgeving bedoeld in artikel 9, derde lid, van verordening 2015/1852 vindt plaats ten minste twee werkdagen vóór 10:00 uur voor het einde van de maximale opslagperiode, of vóór aanvang van de uitslag wanneer de kaas wordt uitgeslagen voordat de maximale contractuele opslagperiode is verstreken.

  • 2 Voor de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, wordt gebruik gemaakt van een door de minister beschikbaar gesteld middel.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt tevens aangemerkt als betalingsaanvraag als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van verordening 2015/1852.

  • 4 Ook de uitslag van partijen kaas waarvoor geen steun kan worden verleend, wordt aan de minister gemeld met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld formulier.

Artikel 87z

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De minister is bevoegd tot verlening van een voorschot op grond van het bepaalde in artikel 11, eerste lid, van verordening 2015/1852.

  • 2 De contractant dient een verzoek om een voorschot in bij de minister met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld middel.

  • 3 Het voorschot wordt berekend over alle opslagpartijen waarvan de contractuele opslag in één kalendermaand aanvangt.

Artikel 87aa

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Wanneer de maximale producthoeveelheid die aan Nederland is toegewezen in de bijlage van verordening 2015/1852 is uitgeput beëindigt de minister de mogelijkheid om steunaanvragen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van verordening 2015/1852 in te dienen met ingang van het moment waarop het plafond is bereikt.

  • 2 Na de beëindiging, bedoeld in het eerste lid, ingediende steunaanvragen komen niet meer in aanmerking voor steun als bedoeld in artikel 1 van verordening 2015/1852.

Hoofdstuk 6. Particuliere opslag varkensvlees en rundvlees

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 88

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 In dit hoofdstuk wordt onder contractant verstaan: degene die met de minister een contract voor particuliere opslag van varkensvlees of rundvlees sluit.

  • 2 In afwijking van artikel 1, onderdeel p, wordt in dit hoofdstuk verstaan onder particuliere opslag: het tijdelijk door de contractant voor eigen rekening en risico opslaan van varkensvlees of rundvlees.

Artikel 89

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Zodra de Commissie van de Europese Gemeenschappen daartoe specifieke uitvoeringsregels heeft vastgesteld, kan de minister op aanvraag steun verlenen voor de particuliere opslag van rundvlees en varkensvlees. De minister doet zulks in overeenstemming met de op de particuliere opslag van varkensvlees en rundvlees van toepassing zijnde artikelen in Deel II, Titel I, Hoofdstuk I, Afdelingen 1, 3 en 4, van Verordening 1308/2013, in overeenstemming met Verordening 826/2008 en met inachtneming van de in de eerste volzin bedoelde specifieke uitvoeringsregels.

Artikel 90

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De aanvraag bedoeld in artikel 89 wordt ingediend conform een daartoe bij de minister op te vragen formulier.

Artikel 91

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De minister is bevoegd tot verlening van een voorschot op grond van het bepaalde in artikel 31 van Verordening 826/2008.

  • 2 De contractant dient een verzoek om een voorschot in bij de minister conform een bij de minister op te vragen formulier.

Paragraaf 2. Uitbening van rundvlees

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 92

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Indien in het kader van de particuliere opslag van rundvlees uitbening of versnijding plaatsvindt, worden de volgende voorschriften in acht genomen:

  • a. het uitbenen, versnijden en verpakken van het rundvlees vindt plaats in een uitsnijderij die is erkend op grond van Verordening (EG) Nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU L 226);

  • b. het bedrijf moet op de locatie waar wordt uitgebeend, versneden en verpakt beschikken over geijkte weegschalen met een afdrukeenheid en afleeseenheid van ten hoogste 100 gram ten behoeve van de afzonderlijke weging van voorvoeten en achtervoeten en dozen met uitgebeend rundvlees;

  • c. ten behoeve van de toetsing van een juiste gewichtsvaststelling beschikt de uitsnijderij over van een geldig ijkmerk voorziene toetsgewichten van ten minste 5 kilogram en ten hoogste 25 kilogram, elk voor een totaal gewicht van ten minste 100 kilogram;d. per uit te benen of te versnijden partij rundvlees worden door de uitsnijderij dagelijks bijgewerkte paklijsten opgemaakt volgens een bij de minister op te vragen formulier;

  • e. de werkzaamheden van het uitbenen en verpakken vinden plaats op werkdagen tussen 07.00 uur en 17.00 uur en uitsluitend onder toezicht van een ambtenaar van de NVWA;

  • f. de ruimte waar wordt uitgebeend en uitgesneden is afsluitbaar;

  • g. het bedrijf waar de uitsnijderij zich bevindt, beschikt over een deugdelijke kantoorruimte voor de ambtenaar van de NVWA;

  • h. tijdens het uitbenen en verpakken van het betrokken vlees mag in de uitsnijruimte waar wordt uitgebeend geen ander rundvlees aanwezig zijn dan het rundvlees waarop deze regeling van toepassing is.

Paragraaf 3. Inslag en opslag van varkensvlees en rundvlees

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 93

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De inslag vindt onder toezicht van de NVWA plaats op werkdagen tussen 07.00 uur en 18.00 uur.

  • 2 Op verzoek van de contractant kan de minister in uitzonderlijke situaties besluiten dat van het eerste lid mag worden afgeweken. De contractant voert hiertoe al het nodige aan waaruit de bijzonderheid van de situatie blijkt.

Artikel 94

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De contractant meldt de dag, het tijdstip en de plaats van inslag, en, in voorkomend geval, de plaats van de uitbening of versnijding, ten minste 2 werkdagen van tevoren uiterlijk om 10.00 uur schriftelijk aan de minister. Deze melding gebeurt conform een bij de minister op te vragen formulier.

Artikel 95

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Iedere voor de particuliere opslag aangeboden partij rundvlees gaat vergezeld van een door of namens de contractant opgesteld overzicht conform een bij de minister op te vragen formulier.

  • 2 Ingeval het in het eerste lid bedoelde formulier betrekking heeft op buitenlandse runderen legt de contractant de volgende documenten over:

    • a. een overzicht uit de slachthuisadministratie waarop is vermeld:

      • de naam, het adres en het EEG-nummer van het slachthuis;

      • de slachtnummers en de bijbehorende identificatienummers;

      • de slachtdatum;

      • de naam en de handtekening van de vertegenwoordiger van het slachthuis.

    • b. een kopie van het runderpaspoort, zoals bedoeld in Verordening (EG) Nr. 911/2004 van de Commissie van 29 april 2004 ter uitvoering van Verordening 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft oormerken, paspoorten en bedrijfsregisters (PbEU L 163).

Artikel 96

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De totale hoeveelheid varkensvlees en rundvlees waarvoor een contract is afgesloten, wordt in één vrieshuis opgeslagen.

Artikel 97

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Het vrieshuis maakt direct na weging van het varkensvlees en rundvlees per contract een inslagbewijs op van de ingeslagen hoeveelheden. De contractant ontvangt hiervan een exemplaar.

  • 2 Het inslagbewijs bevat in ieder geval de navolgende gegevens:

    • a. de naam en het adres van de contractant;

    • b. het contractnummer;

    • c. de inslagdatum;

    • d. het partijnummer en per partijnummer:

      • de benaming van het product;

      • de aard van de verpakking;

      • het brutogewicht van het product;

      • het nettogewicht van het product, en

      • het aantal dozen, deelstukken en halve geslachte dieren ingeval van varkensvlees en het aantal dozen, halve geslachte dieren, voeten en deelstukken vlees met been ingeval van rundvlees.

  • 3 Het in het eerste lid bedoelde inslagbewijs wordt aangemerkt als een document in de zin van artikel 22 van Verordening 826/2008.

Artikel 98

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Het vrieshuis legt in zijn administratie het gewicht van de van de uitsnijderij afkomstige uitgebeende of versneden producten rundvlees vast zoals die in de controlelijst/verzendlijst door de NVWA in de uitsnijderij zijn opgenomen.

Artikel 99

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De contractant toont, op eerste verzoek van de NVWA, door middel van documenten aan dat het voor particuliere opslag bestemde varkensvlees voldoet aan de 10-dagen termijn bedoeld in Bijlage I, onder I. Vlees, onder c, van Verordening 826/2008.

Artikel 100

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De contractant verstrekt aan de minister per contract een inslagopgave van alle ingeslagen partijen varkensvlees en rundvlees. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een bij de minister op te vragen document.

Artikel 101

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Op iedere invrieseenheid van varkensvlees en rundvlees wordt een label aangebracht waarop in ieder geval de volgende gegevens worden vermeld:

    • a. de naam van de contractant;

    • b. het contractnummer;

    • c. het partijnummer;

    • d. het nettogewicht van het product;

    • e. het brutogewicht van het product, en

    • f. de tarra van de productverpakking.

  • 2 Op iedere opslageenheid van varkensvlees en rundvlees wordt een label aangebracht waarop in ieder geval de volgende gegevens worden vermeld:

    • a. het contractnummer;

    • b. de benaming van het product;

    • c. de tarra van de opslageenheid;

    • d. het nummer van de opslageenheid;

    • e. het partijnummer of de partijnummers en per partijnummer:

      • de inslagdatum;

      • in voorkomend geval, het aantal dozen;

      • het nettogewicht van het product per opslageenheid, en

      • de tarra van de productverpakking.

  • 3 Indien op enig moment gebruik wordt gemaakt van dozen voor de verpakking van varkensvlees, dan wordt op iedere doos op een etiket in ieder geval de volgende gegevens vermeld:

    • a. het contractnummer;

    • b. de benaming van het product;

    • c. het partijnummer;

    • d. de tarra, en

    • e. het nettogewicht.

  • 4 Indien op enig moment gebruik wordt gemaakt van dozen voor de verpakking van rundvlees, dan wordt op iedere doos naast de in het derde lid bedoelde gegevens tevens vermeld:

    • a. het erkenningnummer van de uitsnijderij;

    • b. het aantal delen per doos, en

    • c. het volgnummer.

Artikel 102

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Van de in artikel 22, derde lid, van Verordening 826/2008 bedoelde voorraadboekhouding maken eveneens de aan die voorraadboekhouding ten grondslag liggende brondocumenten deel uit.

Artikel 103

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Het vrieshuis kan de minister verzoeken om varkensvlees en rundvlees onder de in Bijlage 2 vermelde voorwaarden in stellingen op te mogen slaan die na de inslagcontrole door de NVWA worden verzegeld.

Artikel 104

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Voor de inslag en opslag van varkensvlees en rundvlees komt uitsluitend een vrieshuis in aanmerking dat beschikt over:

  • a. een van een geldig ijkmerk voorziene weegschaal met een afleeseenheid op 1 kilogram nauwkeurig en waarop een opslageenheid als bedoeld in artikel 101, tweede lid, in zijn geheel kan worden gewogen, en

  • b. van een geldig ijkmerk voorziene toetsgewichten van 20 en 25 kilogram zodat in ieder geval 200 kilogram kan worden gemeten.

Artikel 105

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Indien het varkensvlees of rundvlees op een andere plaats wordt ingevroren dan waar het wordt opgeslagen dan gelden de voorwaarden als opgenomen in Bijlage 3.

Paragraaf 4. Uitslag van varkensvlees en rundvlees

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 106

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De kennisgeving bedoeld in artikel 29 van Verordening 826/2008 vindt plaats ten minste twee werkdagen vóór 10:00 uur voor het einde van de maximale opslagperiode, of vóór aanvang van de uitslag wanneer het varkensvlees of rundvlees wordt uitgeslagen voordat de maximale contractuele opslagperiode is verstreken.

  • 2 Voor de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, wordt gebruik gemaakt van een bij de minister op te vragen formulier.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt tevens aangemerkt als aanvraag om betaling van steun als bedoeld in artikel 30 van Verordening 826/2008.

  • 4 Ook de uitslag van partijen varkensvlees en rundvlees waarvoor geen steun kan worden verleend, wordt aan de minister gemeld.

Paragraaf 5. Vervroegde uitslag van varkensvlees en rundvlees op grond van artikel 28, derde lid, van verordening 826/2008

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 107

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De contractant vermeldt in vak 106 van het controle-exemplaar T5 en, in voorkomend geval, in de elektronische aangifte ten uitvoer, het contractnummer.

  • 2 In het geval dat op het controle-exemplaar T5 in vak 2 als afzender of exporteur een andere naam wordt ingevuld dan die van de contractant, dan vermeldt de aangever of de vertegenwoordiger van de aangever in vak 106 tevens de naam van de contractant.

Artikel 108

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Als dag van uitslag als bedoeld in artikel 28, derde lid, van Verordening 826/2008 wordt aangemerkt de in de kennisgeving, bedoeld in artikel 106, gemelde dag van uitslag.

Artikel 109

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De contractant verstrekt uiterlijk de vrijdag volgende op de week van feitelijke uitslag aan de minister per afzonderlijk contract een uitslagopgave van de wekelijks uitgeslagen hoeveelheden. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van een bij de minister op te vragen formulier.

  • 2 De uitslagopgave wordt gevalideerd door het vrieshuis.

Hoofdstuk 7. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Paragraaf 1. De commissie officiële nederlandse zuivelnoteringen

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 110

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 Er is een Commissie Officiële Nederlandse Zuivelnoteringen

  • 2 Deze commissie heeft tot taak éénmaal per week en voorts zo dikwijls als haar voorzitter zulks in verband met de marktontwikkeling nodig oordeelt, van de prijzen, waartegen melk- en zuivelproducten bij levering af fabriek worden verhandeld, een notering op te stellen en deze bekend te doen maken.

  • 3 De voorzitter van de commissie draagt er zorg voor dat de in het tweede lid bedoelde bekendmaking onverwijld plaatsvindt.

Artikel 111

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De commissie bestaat uit ten hoogste 12 leden, die door de minister worden benoemd voor een tijdsduur van 2 jaren. Zij zijn terstond weer benoembaar.

  • 2 De minister wijst uit de leden een voorzitter aan die geen belanghebbende is bij de voortbrenging van of de handel in melk en zuivelproducten.

  • 3 De minister voegt een secretaris aan deze commissie toe.

Artikel 112

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De leden en de secretaris van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van de zaken- en bedrijfsgeheimen, welk hun als zodanig ter kennis zijn gekomen, en van alle aangelegenheden, waarvan zij het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen.

Artikel 113

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Ter vaststelling van de notering van de in artikel 116 genoemde producten baseert de commissie zich zoveel mogelijk op de prijzen welke op de dag van de notering voor de desbetreffende Nederlandse producten gangbaar zijn en zij houdt tevens rekening met de voor de komende week in redelijkheid te verwachten ontwikkeling. Ingeval voor een bepaald product van Nederlandse origine voor langere tijd niet of nauwelijks een gangbare prijs voorhanden is, kan – mits zulks duidelijk bij de bekendmaking wordt vermeld – een product van E.G.-origine worden genoteerd.

Artikel 114

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De voorzitter vraagt de commissie naar haar mening omtrent de prijzen van de producten en de te verwachten ontwikkeling.

  • 2 Vervolgens worden in overleg de noteringen opgesteld.

  • 3 Voor zover in overleg omtrent de noteringen geen overeenstemming kan worden bereikt, worden deze bij meerderheid van stemmen vastgesteld, waarbij ieder lid van de commissie gerechtigd is één stem uit te brengen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 115

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

De noteringen worden schriftelijk vastgesteld en onmiddellijk daarna bekend gemaakt.

Artikel 116

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 De noteringen hebben betrekking op de prijzen van de navolgende producten, in de soort, de hoedanigheid en de verpakking, als achter elk product aangegeven:

    • a. verse boter uit zure of zoete room, voorzien van het erkenningsnummer van de fabriek, verpakt in een karton met een inhoud van 25 kilogram;

    • b. vol melkpoeder dat volgens het verstuivingsprocedé is bereid;

    • c. mageremelkpoeder dat volgens het verstuivingsprocedé is bereid en voldoet aan de in de internationale handel erkende kwaliteitsstandaard ADPI extra grade;

    • d. mageremelkpoeder voor veevoederdoeleinden dat volgens het verstuivingsprocedé is bereid en voldoet aan de voor de kalvermelkindustrie geldende bepalingen, in bulk;

    • e. weipoeder dat volgens het verstuivingsprocedé is bereid, van gebruikelijke handelskwaliteit, in bulk.

  • 2 De noteringen worden uitgedrukt in euro’s per 100 kilogram netto, af fabriek, exclusief BTW. Indien de notering wordt vastgesteld voor een product van E.G.-origine dan wordt deze uitgedrukt in euro’s per 100 kilogram netto, franco, exclusief BTW.

Paragraaf 2. Overmacht

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 117

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1 In het geval een van toepassing zijnde verordening als bedoeld in artikel 1 een beroep op overmacht mogelijk maakt in verband met het niet nakomen van verplichtingen of het niet voldoen aan gestelde voorwaarden, meldt de belanghebbende een geval van overmacht zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de minister.

  • 2 De minister is bevoegd te beslissen of sprake is van overmacht.

Paragraaf 3. Slotbepalingen en wijziging Regeling glb-inkomenssteun 2006

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Artikel 119

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

[Red: Wijzigt de Regeling GLB-inkomenssteun 2006.]

Artikel 120

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling interventie.

Artikel 121

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Den Haag, 4 december 2008

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Bijlage 1. als bedoeld in artikel 79

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Voorwaarden voor de opslag van boter, mageremelkpoeder en kaas in verzegelde stellingen

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1. De pallets met boter, mageremelkpoeder en kaas worden zodanig in stellingen opgeslagen dat na het aanbrengen van het nylonkoord de pallets niet uit de stelling gehaald kunnen worden zonder dat het koord losgemaakt wordt.

  • 2. Het aanbrengen van het koord en het verzegelen vinden tijdens de inslagcontrole plaats. Tijdens deze inslagcontrole dient de boter, mageremelkpoeder en kaas bereikbaar en controleerbaar te zijn of te worden gemaakt.

  • 3. Het koord wordt door het vrieshuis of opslagpand onder toezicht van de NVWA aangebracht, en de uiteinden worden zodanig samengeknoopt dat daar het zegel – t.b.v. de verzegeling – door de NVWA kan worden bevestigd.

  • 4. De verzegelde stelling wordt per opslagpartij voorzien van een kaart waarop de navolgende gegevens worden vermeld:

    • stellingnummer;

    • opslagpartijnummer(s);

    • aantal verpakkingseenheden per opslagpartij;

    • datum van inslag;

    • datum inslagcontrole, naam en handtekening en stempel van de NVWA;

    • datum opslagcontrole(s), naam en handtekening en stempel van de NVWA.

  • 5. Het vrieshuis of opslagpand draagt zorg voor het nylonkoord en voor de onder punt 4. bedoelde kaarten.

  • 6. De minister behoudt zich het recht voor om ongeacht de verzegeling toch een of meerdere partijen aan een nadere controle te onderwerpen. Dit betekent dat de opslagpartijen dan controleerbaar gemaakt moeten worden.

  • 7. Wanneer bij controle blijkt dat de verzegeling is verbroken zullen de desbetreffende opslagpartijen boter, mageremelkpoeder en kaas aan een intensieve controle worden onderworpen.

  • 8. Vóór uitslag vindt er een eindcontrole plaats en tijdens deze controle verbreekt de NVWA het zegel.

  • 9. Uitsluitend wanneer de uitslag tijdig is aangemeld en de desbetreffende opslagpartij(en) niet aan een eindcontrole wordt (worden) onderworpen mag het vrieshuis of opslagpand het zegel op de aangemelde dag van uitslag verbreken.

    In dat geval wordt op de in punt 4 genoemde kaart door de medewerker van het vrieshuis of opslagpand vermeld:

    • ‘verzegeling verbroken’;

    • datum en uur van ontzegelen;

    • naam en handtekening.

    Wanneer na de uitslag van de desbetreffende aangemelde (deel)-hoeveelheid van de partij zich nog boter, mageremelkpoeder en kaas in de desbetreffende stelling bevindt zal deze bij een volgende controle door de NVWA aan een intensieve controle worden onderworpen.

  • 10. Indien een contractant bezwaar heeft tegen opslag in stellingen, dient dit bezwaar vóór de opslag bij zowel de vrieshuishouder of opslagpandhouder als bij de minister schriftelijk kenbaar te worden gemaakt.

Bijlage 2. als bedoeld in artikel 103

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Voorwaarden voor de opslag van varkensvlees of rundvlees in verzegelde stellingen

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

  • 1. De opslageenheden met vlees worden zodanig in stellingen opgeslagen dat na het aanbrengen van het nylonkoord de opslageenheden niet uit de stelling gehaald kunnen worden zonder het koord los te maken.

  • 2. Het aanbrengen van het koord en het verzegelen vinden plaats tijdens de inslagfiatteringscontrole. Deze controle vindt plaats nadat de inslag van het desbetreffende contract is voltooid. Tijdens deze inslagfiatteringscontrole is het vlees bereikbaar en controleerbaar of kan het gemakkelijk bereikbaar en controleerbaar worden gemaakt.

  • 3. Het koord wordt door het vrieshuis onder toezicht van de NVWA aangebracht, en de uiteinden worden zodanig samengeknoopt dat de NVWA daar het zegel – ten behoeve van de verzegeling – kan bevestigen.

  • 4. De verzegelde stelling wordt per partij voorzien van een kaart waarop de navolgende gegevens worden vermeld:

    • stellingnummer;

    • naam product;

    • contractnummer;

    • naam contractant;

    • inslagdatum;

    • partijnummer;

    • aantal dozen/stuks;

    • aantal kilogrammen;

    • datum inslagfiatteringscontrole, naam, handtekening en stempel van de ambtenaar van de NVWA;

    • datum/data controle aanwezigheid, naam, handtekening en stempel van de ambtenaar van de NVWA.

  • 5. Het vrieshuis zorgt voor het nylonkoord en voor de onder punt 4 bedoelde kaarten.

  • 6. De AID kan ongeacht de verzegeling één of meer partijen aan een nadere controle onderwerpen. In dat geval maakt het vrieshuis de partijen controleerbaar.

  • 7. Wanneer bij controle blijkt dat de verzegeling is verbroken worden de desbetreffende partijen aan een intensieve controle onderworpen.

  • 8. Vóór de uitslag vindt er een eindcontrole plaats en tijdens deze controle verbreekt de NVWA het zegel.

  • 9. Uitsluitend wanneer de uitslag tijdig is aangemeld en de desbetreffende partij(en) niet aan een eindcontrole wordt (worden) onderworpen mag het vrieshuis het zegel op de aangemelde dag van uitslag zelf verbreken.

    In dat geval wordt op de in punt 4 genoemde kaart door de medewerker van het vrieshuis vermeld:

    • ‘verzegeling verbroken’;

    • datum en uur van ontzegelen;

    • naam en handtekening.

      Wanneer na de uitslag van de desbetreffende aangemelde (deel)-hoeveelheid van de partij zich nog vlees in de desbetreffende stelling bevindt, zal deze bij een volgende controle door de NVWA aan een intensieve controle worden onderworpen.

  • 10. Indien een contractant bezwaar heeft tegen opslag in stellingen, dient dit bezwaar vóór de opslag aan zowel de vrieshuishouder als aan de minister schriftelijk kenbaar te worden gemaakt.

Bijlage 3. als bedoeld in artikel 105

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Voorwaarden invriezen van rundvlees en varkensvlees op andere plaats dan plaats van opslag

[Regeling vervallen per 11-04-2017]

Voor partijen vlees, die buiten de plaats van definitieve opslag worden ingevroren, gelden de volgende voorwaarden.

  • 1. Onmiddellijk na de weging wordt met betrekking tot de ingeslagen hoeveelheden door het vrieshuis een inslagbewijs opgemaakt. Dit inslagbewijs bevat ten minste de gegevens zoals vermeld in artikel 97, tweede lid.

  • 2. Alvorens de minister kan overgaan tot het in behandeling nemen van een aanmelding voor verplaatsing moet de minister in het bezit zijn van de inslagopgave, zoals vermeld in artikel 100.

  • 3. Na het invriezen wordt het vlees, in afwachting van het verplaatsen naar een ander vrieshuis per contract afzonderlijk en duidelijk gescheiden van andere voorraden, opgeslagen.

    Elke opslageenheid is voorzien van een kaart, waarop duidelijk leesbaar de gegevens zijn vermeld, bedoeld in artikel 101, tweede lid.

  • 4. De dag, het tijdstip en de naam en plaats van het vrieshuis, alsmede het contractnummer en de hoeveelheid vlees dat zal worden overgebracht, wordt ten minste 2 werkdagen tevoren uiterlijk om 10.00 uur schriftelijk aan de minister gemeld. De totale hoeveelheid van een contract wordt op dezelfde dag verplaatst.

  • 5. Uitsluitend de gehele hoeveelheid vlees waarvoor een contract is gesloten kan worden verplaatst, met dien verstande dat de overbrenging naar het vrieshuis van opslag binnen de voor varkensvlees en rundvlees geldende inslagtermijn moet hebben plaatsgevonden.

  • 6. Het transport gaat vergezeld van een afschrift of fotokopie van het onder punt 1 genoemd inslagbewijs. Bij de inslag in het vrieshuis van definitieve opslag, wordt dit document aan de NVWA, ten behoeve van de controle, overgelegd.

  • 7. Het nieuwe vrieshuis bewaart de onder punt 6 bedoelde inslagbewijzen, tezamen met de inslagbewijzen die door het nieuwe vrieshuis zijn opgemaakt, en legt deze op verzoek van de NVWA tijdens de opslagcontrole aan hem over.

  • 8. De contractant verstrekt van de inslag in het definitieve vrieshuis aan de minister een inslagopgave zoals bedoeld in artikel 100. Op de inslagopgave vermeldt de contractant tevens: ‘verplaatsing’.

    Deze inslagopgave is uiterlijk één maand na de inslag in het definitieve vrieshuis in het bezit van de minister.

  • 9. De opslagperiode gaat in op de dag volgend op de dag van inslag in het definitieve vrieshuis van opslag.

Naar boven