Verordening PT heffing hoveniersbedrijven 2009

[Regeling materieel uitgewerkt per 14-02-2010.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 16-11-2008 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 1 juli 2008 houdende de vaststelling van een heffing ten behoeve van hoveniersbedrijven (Verordening PT heffing hoveniersbedrijven 2009)

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw,

gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en

gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw;

gehoord de Commissie voor hovenierswerkzaamheden, d.d. 10 april 2008;

Besluit:

§ 1. begripsbepalingen

Artikel 1

  • 3 In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a. hovenierswerkzaamheden: het aanleggen, het aanbrengen van wijzigingen in en het onderhouden van siertuinen, begraafplaatsen, groenstroken, parken, plantsoenen, landgoederen en openbaar groen in stad en landschap, inclusief werkzaamheden op sportterreinen en in bossen, met de daartoe behorende wegen, paden en pleinen in al hun onderdelen, met inbegrip van de voorbereidende en grondwerkzaamheden;

    • b. leveringen: de bij de werkzaamheden behorende levering van levende en dode materialen;

    • c. ondernemer: natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin hovenierswerkzaamheden worden verricht;

    • d. omzet: het bruto-omzetbedrag van hovenierswerkzaamheden en leveringen over het jaar 2009.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De ondernemer is een heffing aan het Productschap Tuinbouw verschuldigd ten behoeve van promotie- en marketingactiviteiten, economische aangelegenheden, kwaliteitsaangelegenheden, technisch onderzoek, milieu-aangelegenheden en voorlichting, alsmede ten behoeve van de algemene kosten van het Productschap Tuinbouw.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

§ 3. grondslag en hoogte

Artikel 3

  • 1 De heffing die de ondernemer is verschuldigd, wordt opgelegd naar de grondslag van de in het jaar 2009 behaalde omzet.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid, is samengesteld uit een basisheffing van € 135,=, vermeerderd met de som van het bedrag dat wordt verkregen na toepassing van de hierna genoemde heffingspercentages over de hierna genoemde omzetbedragen:

    • a. tot en met € 2.250.000,-: 0,031%,

      met dien verstande, dat bij een omzet van ten hoogste € 45.500 uitsluitend de basisheffing is verschuldigd;

    • b. van € 2.250.000,= tot en met € 4.500.000,=: 0,02%, en

    • c. meer dan € 4.500.000,=: 0,01%.

  • 3 Indien sprake is van onderaanneming, kan de hovenier, die in onderaanneming werk uitvoert, de omzet welke hij als onderaannemer heeft gerealiseerd, buiten zijn omzet laten, omdat in dat geval de hoofdaannemer aansprakelijk is voor de afdracht van de heffing over de gerealiseerde omzet uit onderaanneming.

§ 4. oplegging en inning

Artikel 4

Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt, dat de verstrekking van de gegevens of een ambtshalve schatting niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd

Artikel 5

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap.

Deze verordening en de daarbij behorende toelichting worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Zoetermeer, 1 juli 2008

A. Bruggeman

vice-voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris

Naar boven