Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 02-11-2011 t/m heden

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 2 oktober 2008, nr. BREM2008094427, houdende regels met betrekking tot de programmafinanciering van lokale luchtkwaliteitsmaatregelen (Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. wet: Wet milieubeheer;

  • b. Besluit: Besluit milieusubsidies;

  • c. lokale luchtkwaliteitsmaatregel: maatregel als bedoeld in artikel 5.12, derde lid, onder b of d, van de wet, met inbegrip van maatregelen die bestemd zijn om te worden opgenomen in het NSL;

  • d. subsidie luchtkwaliteit: financiële bijdrage in de kosten van een of meer lokale luchtkwaliteitsmaatregelen;

  • e. eigen bijdrage: eigen bijdrage van provincie, plusregio, openbaar lichaam of gemeente in de kosten van een of meer lokale luchtkwaliteitsmaatregelen;

  • f. derde tranche: derde beschikbaarstelling van middelen voor de programmafinanciering van lokale luchtkwaliteitsmaatregelen;

  • g. vierde tranche: vierde beschikbaarstelling van middelen voor de programmafinanciering van lokale luchtkwaliteitsmaatregelen;

  • h. midterm-review: actualisatie van de verdeling van de subsidies vierde tranche;

  • i. Minister: Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • j. NSL: Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit als bedoeld in artikel 5.12, eerste lid, van de wet;

  • k. RSL: Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit ten behoeve van een gebiedsgerichte uitwerking van het NSL als bedoeld in artikel 5.12, derde lid, van de wet;

  • l. programma: NSL of RSL;

  • m. openbaar lichaam: openbaar lichaam of gemeenschappelijk orgaan als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • n. plusregio: regionaal openbaar lichaam als bedoeld in artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • o. saneringstool: door de Minister beschikbaar gesteld rekenprogramma waarmee effecten van lokale luchtkwaliteitsmaatregelen en projecten op de luchtkwaliteit kunnen worden bepaald.

Artikel 2

  • 1 De Minister kan subsidie luchtkwaliteit derde tranche of subsidie luchtkwaliteit vierde tranche verlenen aan een provincie en, door tussenkomst van een provincie, aan een plusregio, openbaar lichaam of gemeente, voor het treffen van een of meer in een programma voor het desbetreffende gebied opgenomen lokale luchtkwaliteitsmaatregelen.

  • 2 Doel van de subsidieverlening derde tranche is het financieel ondersteunen van een provincie, plusregio, openbaar lichaam of gemeente bij het door middel van een programma treffen van een of meer lokale luchtkwaliteitsmaatregelen.

  • 3 Doel van de subsidieverlening vierde tranche is het, in vervolg op de subsidieverlening derde tranche, financieel ondersteunen van een provincie, plusregio, openbaar lichaam of gemeente bij het door middel van een programma treffen van een of meer lokale luchtkwaliteitsmaatregelen die gericht zijn op beëindiging van een na de derde tranche resterende overschrijding of dreigende overschrijding, op of na het daarbij behorende tijdstip, van een of meer in bijlage 2 van de wet opgenomen grenswaarden.

Artikel 3

  • 1 De indiening van een RSL geldt voor de toepassing van deze regeling, het Besluit en artikel 15.13 van de wet als een aanvraag om verlening van subsidie luchtkwaliteit derde tranche en vierde tranche voor maximaal 50% van de kosten van lokale luchtkwaliteitsmaatregelen.

  • 3 Ten behoeve van de verlening van subsidies luchtkwaliteit derde tranche zijn in bijlage 1 een verdeling en totaalbedrag per provincie opgenomen. Deze bedragen gelden als maxima.

  • 4 Ten behoeve van de verlening van subsidies luchtkwaliteit vierde tranche is in bijlage 2 een voorlopige en indicatieve verdeling per provincie opgenomen.

  • 5 De verdeling van de subsidies luchtkwaliteit vierde tranche en het totaalbedrag per provincie worden uiterlijk in 2011 bepaald aan de hand van de resultaten van de midterm-review en opgenomen in bijlage 2. Deze bedragen gelden als maxima.

  • 6 Indien een subsidie luchtkwaliteit derde tranche volledig is verleend aan een deelnemende decentrale overheid én deze subsidie blijkens een verklaring van een registeraccountant volledig is verplicht, kan in afwijking van het derde lid, en het vijfde lid de subsidie luchtkwaliteit vierde tranche ook vóórdat de midterm-review is uitgevoerd worden verleend indien het belang van een doelmatig en effectief luchtkwaliteitsbeheer dat met zich meebrengt.

  • 7 Indien toepassing wordt gegeven aan het zesde lid wordt geen hogere subsidie verleend dan het bedrag, genoemd in de voorlopige en indicatieve verdeling in bijlage 2.

Artikel 4

  • 1 Indien subsidie luchtkwaliteit derde tranche, respectievelijk subsidie luchtkwaliteit vierde tranche, geheel of gedeeltelijk niet is of zal worden ingezet voor het treffen van een of meer in een programma voor het desbetreffende gebied opgenomen lokale luchtkwaliteitsmaatregelen, wordt het niet ingezette deel van die subsidie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk in 2011, respectievelijk 2015, door de ontvanger gerestitueerd aan de Minister, behoudens gevallen waarin artikel 8, eerste lid, van toepassing is.

  • 2 Krachtens het eerste lid gerestitueerde rijksmiddelen, krachtens artikel 14 teruggevorderde rijksmiddelen en rijksmiddelen waarvoor geheel of gedeeltelijk geen aanvraag voor subsidie luchtkwaliteit vierde tranche wordt ingediend conform de verdeling als genoemd in bijlage 2, onder B, worden gedurende de looptijd van het NSL ingezet ten behoeve van de verlening van subsidie aan een provincie, plusregio, openbaar lichaam of gemeente waar een extra bijdrage voor de uitvoering van een of meer lokale luchtkwaliteitsmaatregelen vereist is.

Artikel 5

  • 3 De verlening of vaststelling van een subsidie geldt mede voor een gewijzigde, vervangende of toegevoegde lokale luchtkwaliteitsmaatregel als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6

  • 1 Bij de aanvraag tot verlening van subsidie luchtkwaliteit worden, mede ter uitvoering van artikel 11 van het Besluit, in een programma, voor zover betrekking hebbend op het desbetreffende gebied, dan wel in een bij een programma behorende begroting of financieel overzicht, de volgende gegevens opgenomen:

    • a. een afbakening van het desbetreffende gebied;

    • b. de lokale luchtkwaliteitsmaatregelen die in het desbetreffende programmagebied door de deelnemende decentrale overheden worden getroffen, met aanduiding van de tijdplanning en het te verwachten effect op de luchtkwaliteit, op basis van berekeningen met behulp van de saneringstool of een andere ingevolge de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 goedgekeurde meet- of rekenmethode;

    • c. de met behulp van de saneringstool of een andere ingevolge de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 goedgekeurde meet- of rekenmethode berekende saneringsresultaten voor het desbetreffende gebied;

    • d. een overzicht met:

      • 1. het totaal van de kosten van de lokale luchtkwaliteitsmaatregelen voor het desbetreffende gebied;

      • 2. inzicht in de eigen bijdrage van de deelnemende decentrale overheden, en, indien van toepassing, de bijdragen van derden;

      • 3. de toedeling van de in totaal beschikbaar gestelde rijksmiddelen aan de deelnemende decentrale overheden;

      • 4. de geraamde subsidie luchtkwaliteit derde tranche en de indicatieve subsidie luchtkwaliteit vierde tranche;

      • 5. de door de Minister eerder bij beschikking beschikbaar gestelde subsidies luchtkwaliteit eerste en tweede tranche in de door een provincie, plusregio, openbaar lichaam of gemeente te maken of gemaakte kosten voor het treffen van lokale luchtkwaliteitsmaatregelen;

      • 6. gegevens waaruit blijkt dat in de kosten waarvoor een subsidie luchtkwaliteit wordt gevraagd geen winstopslag ten behoeve van de subsidie-ontvanger is opgenomen en waaruit blijkt voor welke lokale luchtkwaliteitsmaatregel en kosten eventueel uit andere hoofde dan deze regeling subsidie is of wordt aangevraagd, dan wel is verstrekt;

      • 7. gegevens waardoor aannemelijk wordt gemaakt dat volgens met de saneringstool, of een andere ingevolge de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 goedgekeurde methode, gemaakte berekeningen, inzichten en prognoses waarvan wordt uitgegaan ten tijde van de aanvraag en uitgaande van een volledige uitvoering van de Europese thematische strategie inzake het luchtkwaliteitsbeleid, het nationale generieke beleid en de lokale inspanningen, de grenswaarden voor luchtkwaliteit tijdig worden bereikt;

    • e. een overzicht van projecten die in betekenende mate bijdragen aan de concentraties in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 van de wet een grenswaarde is opgenomen.

  • 2 Voor zover reeds vóór 1 januari 2006 is begonnen met uitvoering van een lokale luchtkwaliteitsmaatregel als bedoeld in artikel 5.12, vierde lid, onder b, van de wet, wordt de stand van zaken van de uitvoering en de reden van de eerdere uitvoering toegelicht bij de aanvraag.

Artikel 7

Als subsidiabele kosten worden aangemerkt: de kosten van het uitvoeren of doen uitvoeren van lokale luchtkwaliteitsmaatregelen, met uitzondering van directe reguliere apparaatskosten en een winstopslag ten behoeve van de subsidie-ontvanger.

Artikel 8

  • 1 In geval van wijziging van een lokale luchtkwaliteitsmaatregel als bedoeld in artikel 5.12, tiende lid, van de wet, of vervanging of toevoeging van een lokale luchtkwaliteitsmaatregel als bedoeld in artikel 5.12, twaalfde lid, van de wet, kunnen meerkosten daarvan worden voldaan uit een eventueel surplus dat resteert als gevolg van lagere kosten van andere maatregelen waarvoor subsidie luchtkwaliteit is verleend.

Artikel 9

  • 1 De eigen bijdrage is ten minste gelijk aan de subsidie luchtkwaliteit derde tranche of de subsidie luchtkwaliteit vierde tranche.

  • 2 Als eigen bijdrage wordt in aanmerking genomen de inzet van middelen uit de brede doeluitkering Verkeer en Vervoer of de inzet van eigen middelen van provincie, plusregio, openbaar lichaam of gemeente, ten behoeve van lokale luchtkwaliteitsmaatregelen. De herkomst van de middelen dient uit de aanvraag te blijken.

  • 3 Rentebaten die ontstaan uit de toepassing van deze regeling worden ingezet ten behoeve van lokale luchtkwaliteitsmaatregelen.

Artikel 10

  • 2 Voorschotten worden verleend voor een tijdvak van drie maanden van een kalenderjaar.

  • 3 Voorschotten voor subsidies luchtkwaliteit vierde tranche worden niet vóór 2011 beschikbaar gesteld. Op verzoek van het betreffende bestuursorgaan kan de Minister in bijzondere gevallen overgaan tot eerdere beschikbaarstelling in het belang van een doelmatig en effectief luchtkwaliteitsbeheer.

Artikel 11

Aan de verplichtingen, opgenomen in artikel 13 van het Besluit, wordt uitvoering gegeven door middel van de rapportages, bedoeld in artikel 5.14, van de wet.

Artikel 12

Artikel 14a van het Besluit is van overeenkomstige toepassing op de aanvraag tot subsidievaststelling en de daarbij te verstrekken verantwoordingsinformatie door een openbaar lichaam.

Artikel 13

Voor zover binnen een provincie de aanvraag, verlening of uitkering van subsidies luchtkwaliteit als bedoeld in deze regeling plaatsvindt door tussenkomst van de provincie geldt de plusregio, het openbare lichaam of de gemeente voor wie een subsidie luchtkwaliteit is bestemd als aanvrager en ontvanger.

Artikel 14

De Minister kan een subsidie luchtkwaliteit derde tranche of subsidie luchtkwaliteit vierde tranche geheel of gedeeltelijk terugvorderen bij de ontvanger van deze bijdrage voor zover:

  • a. de subsidie luchtkwaliteit geheel of gedeeltelijk niet is besteed aan een of meer in een programma voor het desbetreffende gebied opgenomen lokale luchtkwaliteitsmaatregelen;

  • b. niet een eigen bijdrage is ingezet van ten minste 50 procent van de totale kosten van de in een programma voor het desbetreffende gebied opgenomen lokale luchtkwaliteitsmaatregel of lokale luchtkwaliteitsmaatregelen.

Artikel 15

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2008.

Artikel 16

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 oktober 2008

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

Bijlage 1. behorende bij artikel 3, derde lid, van de Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen

Maximale subsidie luchtkwaliteit per provincie uit derde tranche luchtkwaliteit

De gehanteerde verdeelsystematiek is de volgende:

Met de saneringstool versie 2.2.1 (inclusief actualisatie Regionaal Overleg Amsterdam (ROA), Haarlemmermeer, Zaanstad en Amsterdam; februari 2008) zijn de knelpuntkilometers per provincie op het Onderliggende Wegen Net (OWN) 2006 bepaald. Daarbij weegt het aandeel kilometers voor overschrijdingen met NO2 en het aandeel kilometers voor overschrijdingen PM10 in gelijke mate mee in de verdeling. Dat heeft tot onderstaande verdeling geleid:

De verdeling over de jaren heen is als volgt:

2008: 25%

2009: 25%

2010: 25%

2011: 20%

2012: bij afrekening 5%.

Provincie

Tot. gem. %

Bedrag per

provincie

× € 1.000.000,–

Drenthe

0,0%

0

Flevoland

0,0%

0

Friesland

0,0%

0

Gelderland

3,6%

5,2

Groningen

0,0%

0

Limburg

4,4%

6,4

Noord-Brabant

13,1%

19,1

Noord-Holland

17,9%

26,1

Overijssel

0,1%

0,1

Utrecht

15,9%

23,1

Zeeland

0,0%

0

Zuid-Holland

45,0%

65,5

Totaal

100,0%

145,5

Bijlage 2. behorende bij artikel 3, vierde en vijfde lid, van de Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen

A. De indicatieve verdeling subsidie luchtkwaliteit per grote stad/provincie uit de vierde tranche luchtkwaliteit

De gehanteerde verdeelsystematiek is de volgende:

Op basis van de omvang (restkilometers overschrijding wegennet plus hoogte overschrijding) van de na de derde tranche resterende knelpunten is een procentuele verdeling gemaakt van de verhouding tussen de vier grote steden wat betreft de omvang van de restproblematiek.

Deze procentuele verhouding is op de beschikbare € 75 miljoen toegepast en bepaalt de voorlopige indicatieve verdeling zoals hieronder opgenomen:

In deze berekening is uitgegaan van de overschrijdingen en weglengtes zonder het effect van Euro 6. Daarnaast is het op- en overslagknelpunt Nieuwe Hemweg (Amsterdam) buiten beschouwing gelaten.

Provincie

Grote Stad

%

Bedrag per provincie x € 1.000.000,–

Noord-Holland

Amsterdam

10

8

Zuid-Holland

Rotterdam

Den Haag

17

31

13

23

Utrecht

Utrecht

42

31

Totaal

 

100

75

B. Maximale subsidie luchtkwaliteit per provincie uit de vierde tranche luchtkwaliteit

Op basis van de omvang van na de derde tranche resterende (dreigende) luchtkwaliteitsknelpunten, blijkend uit de midterm-review en de monitoring NSL 2010, zijn de volgende maximale bedragen voor de subsidie luchtkwaliteit vierde tranche vastgesteld:

Provincie

Maximaal bedrag per provincie × € 1.000.000,–

Limburg

1

Gelderland

2,5

Noord-Brabant

1

Utrecht

32

Noord-Holland

9

Zuid-Holland

43,5

Naar boven