Bijlage
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Beleidsregels Kleine en Lichte Wapens voor financiering van maatschappelijke organisaties
uit het Stabiliteitsfonds 2008
Het Fonds Kleine Wapens is per 1 januari 2004 opgegaan in het Stabiliteitsfonds. De
financiële middelen die hiervoor zijn gereserveerd zijn in het Stabiliteitsfonds opgenomen,
waarbij de huidige uitgavenniveaus richtsnoer zullen blijven voor de toekomst. De
aan de Tweede Kamer verzonden brieven van 3 oktober 2003 en 12 maart 2004 inzake het
Stabiliteitsfonds ( Kamerstukken II, 29 200, V, nrs. 10 en 67) vormen het beoordelingskader
voor uit het Fonds te financieren activiteiten op het gebied van kleine wapens. Ongeveer
driekwart van de hieronder genoemde middelen dient, conform de ciriteria van het Stabiliteitsfonds,
te worden uitgegeven in de prioritaire regio’s, te weten de Westelijke Balkan, de
Hoorn van Afrika, het Grote Merengebied en Afghanistan.
1. Het kleine wapens-probleem
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Wereldwijd zijn ruim een half miljard kleine en lichte wapens in omloop. Ongeveer
500.000 mensen vinden jaarlijks de dood door aan kleine en lichte wapens gerelateerde
criminaliteit, gewapend geweld en gewapende conflicten. Dat zijn ruim 1300 doden per
dag. Maar gewapend geweld kost meer dan alleen levens. Het raakt de economische groei,
het tast het ondernemingsklimaat aan, en het leidt tot verminderde toegang tot scholing
en gezondheidszorg. Ook na een conflict blijven wapens vaak in omloop, en worden hergebruikt
in crimineel of politiek geweld dat vredesopbouw kan verstoren of een destabiliserend
effect kan hebben op landen in de regio.
Internationaal staat het probleem van de verspreiding van kleine en lichte wapens
sinds midden jaren negentig steeds prominenter op de agenda. Ook is het bewustzijn
gegroeid dat de problematiek van de kleine wapens meer is dan een technisch (ontwapenings)
vraagstuk, en dat het er juist op aankomt de implementatie van gemaakte afspraken
te zien in het ontwikkelingsperspectief van het land. Zowel door de VN als door regionale
organisaties zijn de afgelopen jaren internationale afspraken gemaakt om de verspreiding
van illegale kleine en lichte wapens tegen te gaan. Nederland draagt actief bij aan
de aanpak van deze problematiek door te participeren in de relevante fora zoals de
VN, de EU, de OESO/DAC en de Geneva Declaration on Armed Violence and Development.
Daarnaast wordt er veel waarde gehecht aan het in de praktijk brengen van de gemaakte
afspraken.
2. Pijlers van het Nederlandse Kleine Wapensbeleid
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
De Nederlandse inzet heeft als doel om het aantal slachtoffers van gewapend geweld,
gewapende conflicten en criminaliteit te verminderen en daarmee bij te dragen aan
veiligheid en stabiliteit, als voorwaarde voor duurzame ontwikkeling en het bereiken
van de Millennium Development Goals. Hieruit vloeit logischerwijs voort dat de Nederlandse
regering zich op multilateraal vlak in zal zetten om het gewapende geweld te verminderen
en om de ongecontroleerde verspreiding van kleine en lichte wapens en munitie aan
banden te leggen. Omdat Nederland groot belang hecht aan het implementeren van de
afspraken die op internationaal en regionaal niveau zijn gemaakt, zal de bilaterale
ondersteuning van activiteiten in landen en regio’s op dit gebied een belangrijke
rol spelen in de uitvoering van het beleid. Om deze doelstelling te bereiken zal de
Nederlandse beleidsinzet zich richten op de hieronder nader uitgewerkte drie hoofdthema’s:
-
1. Implementatie van het VN actieprogramma en andere multilaterale en regionale initiatieven
en afspraken op het gebied van kleine en lichte wapens (inclusief de tussenhandel)
en op het gebied van munitie;
-
2. Beperking van gewapend geweld en een geïntegreerd kleine wapens en ontwikkelingsbeleid;
-
3. Richtlijnen voor legale wapenhandel.
3. Strategie
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Ondersteuning van activiteiten op bovengenoemde hoofdthema’s vindt plaats binnen de
algemene, thematische en regionale uitgangspunten van het Stabiliteitsfonds. Om deze
reden zal ongeveer driekwart van de beschikbare middelen ingezet worden in de voor
het Stabiliteitsfond prioritaire regio’s, te weten de Westelijke Balkan, de Hoorn
van Afrika, het Grote Merengebied en Afghanistan.
Nederland geeft er de voorkeur aan om waar mogelijk directe bilaterale steun te bieden
aan landen die de capaciteit missen om de internationale en regionale afspraken te
implementeren, en die bereid zijn om de aanpak van de kleine wapensproblematiek te
integreren in de eigen ontwikkelingsstrategie. Vanuit deze optiek valt ook een voorkeur
te benoemen voor steun aan activiteiten die ontplooid worden door intergouvernementele
organisaties op dit vlak. Niet-gouvernementele organisaties kunnen niettemin aanspraak
maken op een financiële bijdrage voor activiteiten die ondersteunend zijn aan de werkzaamheden
van intergouvernementele organisaties of voor activiteiten op een bepaald, voor het
Nederlandse kleine wapensbeleid relevant, terrein waarop intergouvernementele organisaties
niet werkzaam zijn.
Jaarlijks wordt door middel van publicatie van een subsidieplafond vastgesteld welk
deel van het budget beschikbaar is voor maatschappelijke organisaties op de hieronder
vermelde terreinen. Het beschikbare budget maakt deel uit van de Official Development
Assistance (ODA) van de Minister. Dit houdt in dat voor subsidiering alleen activiteiten
in aanmerking komen die worden uitgevoerd in landen die zijn vermeld in de door het
Development Assistence Committee van de OESO vastgestelde List of Recipients of Official
Develoment Assistence.
De volgende activiteiten komen in aanmerking voor financiering:
-
– Implementatie van het VN actieprogramma en andere multilaterale en regionale initiatieven
en afspraken op het gebied van kleine en lichte wapens (inclusief de tussenhandel)
en op het gebied van munitie: Dit betreft activiteiten op het gebied van het tegengaan
van de illegale (tussen)handel in kleine wapens, regulering van de legale handel,
inbeslagname, opslag en vernietiging van overtollige voorraden, en het verrichten
van onderzoek om de kleine wapensproblematiek beter in kaart te brengen. Daarnaast
kan gedacht worden aan projecten die dienen ter ondersteuning of implementatie van
regionale afspraken, zoals bijvoorbeeld de Nairobi Declaration on the Problem of Illicit
Small Arms and Light Weapons in the Great Lakes Region and the Horn of Africa.
-
– Beperking van gewapend geweld en een geïntegreerd kleine wapens en ontwikkelingsbeleid:
Hiertoe dienen landen hun nationale actieplannen om de kleine wapensproblematiek aan
te pakken te integreren in de bredere nationale armoedebestrijdingsplannen, de zgn.
Poverty Reduction Strategies (PRSP’s). Steun is mogelijk voor projecten die overheden
hierin assisteren of adviseren.
-
– Richtlijnen voor legale wapenhandel: Het is niet mogelijk om greep te krijgen op de
illegale wapenhandel indien de legale handel in wapens onvoldoende wordt gereguleerd.
Hiervoor is van belang dat strikte wet- en regelgeving wordt gehanteerd op het gebied
van productie, bezit, handel, tussenhandel (brokering) en doorvoer van kleine wapens.
Onder andere activiteiten op het gebied van training voor nationale stakeholders,
en het faciliteren en stimuleren van informatie-uitwisseling komen voor subsidiëring
in aanmerking.
4. Procedureel
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Subsidieaanvragen dienen te worden ingediend bij de Eenheid Fragiliteit en Vredesopbouw
(EFV) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De aanvragen worden behandeld op
volgorde van binnenkomst en worden getoetst aan de toepasselijke wet- en regelgeving,
waaronder de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, uitgangspunten en richtlijnen van het Stabiliteitsfonds en het onderhavige beleidskader.
Aanvragen die hier niet aan voldoen komen niet in aanmerking voor financiering.