Beleidsregel uitoefening bevoegdheid ex artikel 82, tweede lid, van de Gaswet

Geraadpleegd op 02-05-2024.
Geldend van 13-07-2008 t/m heden

Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken van 7 juli 2008, nr. WJZ 8076154, met betrekking tot de uitoefening door de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 82, tweede lid, van de Gaswet

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 5d van de Mededingingswet en artikel 82, tweede lid, van de Gaswet;

Besluit:

Artikel 1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a. hoge druk transportleidingennet: het deel van het landelijk gastransportnet dat wordt gebruikt onder een druk van 40 bar of meer;

  • b. lage druk transportleidingennet: het deel van het landelijk gastransport net dat wordt gebruikt onder een druk van minder dan 40 bar.

Artikel 2

Bij het vaststellen van de methode van regulering voor de taken van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet, bedoeld in artikel 82, tweede lid, van de Gaswet wordt uitgegaan van een gestandaardiseerde activawaarde op 1 januari 2005 van € 6.376.000.000, vermeerderd met de waarde van de investeringen die in gebruik zijn genomen in de periode tussen 1 januari 2005 en de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel. Voor zowel het landelijk gastransportnet zoals dat op 1 januari 2005 bestond als voor de investeringen die in de periode tussen 1 januari 2005 en de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel in gebruik zijn genomen, wordt bij het vaststellen van de methode van regulering voor de taken van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet mede uitgegaan van:

  • a. een lineaire afschrijving over een termijn van 55 jaar voor leidingen, waarbij rekening wordt gehouden met reeds gedane afschrijvingen en jaarlijkse indexatie;

  • b. een reële kapitaalkostenvergoeding vóór belastingen van 5,5%.

Artikel 3

  • 1 Indien na de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel een investering in gebruik wordt genomen ter vervanging of uitbreiding van een deel van het lage druk transportleidingennet of ter vervanging van een deel van het hoge druk transportleidingennet, dan wordt bij het vaststellen van de methode van regulering voor de taken van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet mede uitgegaan van:

    • a. de waarde van de investering;

    • b. een lineaire afschrijving over een termijn van 55 jaar voor leidingen en jaarlijkse indexatie;

    • c. een reële kapitaalkostenvergoeding vóór belastingen van 5,5%.

  • 2 Indien na de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel een investering in gebruik wordt genomen ter uitbreiding van een deel van het hoge druk transportleidingennet, dan wordt bij het vaststellen van de methode van regulering voor de taken van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet mede uitgegaan van:

    • a. de waarde van de investering;

    • b. een lineaire afschrijving over een termijn van 20 jaar en jaarlijkse indexatie;

    • c. een reële kapitaalkostenvergoeding vóór belastingen van 7,0%.

  • 3 Indien na de datum van inwerkingtreding van deze beleidsregel een investering in gebruik wordt genomen ten behoeve van de in artikel 10a, onder b en c, van de wet omschreven taken, dan wordt bij het vaststellen van de methode van regulering voor de taken van de netbeheerder van het landelijk gastransportnet mede uitgegaan van:

    • a. de waarde van de investering;

    • b. een reële kapitaalkostenvergoeding vóór belastingen van 5,5%.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 juli 2008

De

Minister

van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven