Financieel besluit handelsregister

[Regeling vervallen per 15-02-2014.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 07-12-2012 t/m 14-02-2014

Besluit van 18 juni 2008, houdende de heffingen en retributies voor het handelsregister (Financieel besluit handelsregister)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 4 april 2008, nr. WJZ/8037138;

Gelet op de artikelen 49, derde lid, en 50, eerste lid, van de Handelsregisterwet 2007;

De Raad van State gehoord (advies van 25 april 2008, nr. W10.08.0124/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 13 juni 2008, nr. WJZ8066663;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 15-02-2014]

Voor de toepassing van artikel 49, eerste lid, van de Handelsregisterwet 2007 wordt de onderlinge verhouding van ondernemingen bepaald aan de hand van de volgende indeling in categorieën met de daarbij vermelde gewichten:

ondernemingen toebehorende aan een natuurlijk persoon en Europese economische samenwerkingsverbanden

1

kerkgenootschappen

1

verenigingen en stichtingen

2

overige privaatrechtelijke rechtspersonen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007

2

verenigingen van eigenaars

2

vennootschappen onder firma en maatschappen

2

commanditaire vennootschappen

3

coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen tot 50

3

naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal werkzame personen tot 50

3

vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen tot 50

3

coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 50 tot 250

8

naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal werkzame personen van 50 tot 250

8

vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 50 tot 250

8

publiekrechtelijke rechtspersonen met 1 tot en met 20 vestigingen

10

publiekrechtelijke rechtspersonen met 21 tot en met 40 vestigingen

20

coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 250 of meer

20

naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een aantal werkzame personen van 250 of meer

20

vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 250 of meer

20

publiekrechtelijke rechtspersonen met 41 tot en met 60 vestigingen

40

publiekrechtelijke rechtspersonen met 61 of meer vestigingen

80

Artikel 2

[Regeling vervallen per 15-02-2014]

De datum waarop het aantal werkzame personen of vestigingen wordt gemeten is 1 januari van elk jaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 15-02-2014]

Bij ministeriële regeling wordt het eenheidsbedrag vastgesteld dat vermenigvuldigd wordt met het gewicht opgenomen in artikel 1.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 15-02-2014]

  • 1 Bij ministeriële regeling worden de bedragen vastgesteld die verschuldigd zijn voor het inzien van gegevens uit het handelsregister en de bescheiden die daarbij krachtens wettelijk voorschrift zijn gedeponeerd. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt naar:

    • a. het ten kantore inzien;

    • b. het door middel van het internet inzien;

    • c. het door middel van een online-verbinding inzien;

    • d. het door middel van een speciaal afgeschermd kanaal inzien van gegevens;

    • e. het telefonisch verstrekken van inlichtingen omtrent hetgeen in het handelsregister is opgenomen.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden de bedragen vastgesteld die zijn verschuldigd voor het verstrekken van een afschrift of een uittreksel uit het handelsregister is ingeschreven of daarbij krachtens wettelijk voorschrift is gedeponeerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar:

    • a. het maken van fotokopieën;

    • b. het maken van afdrukken van een elektronisch bestand;

    • c. het doen van een schriftelijke mededeling met betrekking tot hetgeen is het handelsregister is opgenomen;

    • d. het verstrekken van een papieren uittreksel;

    • e. het verstrekken van een elektronisch gewaarmerkt uittreksel.

  • 3 Bij ministeriële regeling wordt de vergoeding vastgesteld die verschuldigd zijn voor overzichten van ondernemingen of rechtspersonen. De vergoeding wordt vastgesteld onderscheiden naar het aantal en de soort gegevens.

  • 4 Bij ministeriële regeling wordt de hoogte van de vergoeding vastgesteld voor het verstrekken van afschriften van gedeponeerde bescheiden of onderdelen daaruit. De vergoeding wordt onderscheiden vastgesteld naar het aantal en de soort gegevens.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 15-02-2014]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 15-02-2014]

Dit besluit wordt aangehaald als: Financieel besluit handelsregister.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 15-02-2014]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2008.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 juni 2008

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Uitgegeven de zevenentwintigste juni 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven