Regeling modellen diploma’s VO

Geraadpleegd op 01-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 05-02-2020 en zichtdatum 16-05-2024.
Geldend van 05-02-2020 t/m 16-02-2021

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 juni 2008, nr. VO/OK/2008/51284, houdende modellen diploma’s, cijferlijsten, certificaten, getuigschrift, bewijs van ontheffing met verklaring v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o. en getuigschrift praktijkonderwijs (Regeling modellen diploma’s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o.)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2. Richtlijnen voor het invullen van de modellen en beveiligen waardepapier

Richtlijnen voor het invullen van de in de navolgende artikelen genoemde modellen en beveiligen van het waardepapier zijn vastgelegd in bijlage 1.

Artikel 3. Modellen diploma’s vwo, havo en vmbo

  • 1 Als modellen voor de diploma’s eindexamen vwo, havo en vmbo worden gehanteerd de bijlagen 2a, 2b respectievelijk 2c.

  • 3 Indien een examenkandidaat voor een of meer vakken examen heeft afgelegd op een hoger niveau dan de schoolsoort of leerweg waarvoor het diploma wordt afgegeven, worden in afwijking van het eerste lid voor de diploma’s eindexamen havo en vmbo de bijlagen 2b2 respectievelijk 2c2 gehanteerd. Indien op grond van artikel 52a van het Eindexamenbesluit VO tevens recht bestaat op de vermelding van het judicium cum laude op het diploma worden voor de diploma’s eindexamen havo en vmbo de bijlagen 2b3 respectievelijk 2c3 gehanteerd.

Artikel 4. Modellen cijferlijsten vwo, havo en vmbo

De modellen voor de cijferlijsten (en de bijlagen behorend bij de cijferlijsten) eindexamen vwo, havo en vmbo worden vastgesteld volgens de bijlagen 3a voor vwo, 3b voor havo, respectievelijk 3c en 3c2 voor het vmbo.

Artikel 5. Modellen voorlopige cijferlijsten vwo, havo en vmbo

De modellen voor de voorlopige cijferlijsten en de bijlagen behorend bij de voorlopige cijferlijsten eindexamen vwo, havo en vmbo worden vastgesteld volgens respectievelijk de bijlagen 4a, 4b, 4c, en 4c2 bij deze regeling.

Artikel 6. Model certificaat vmbo

Het model voor het certificaat vmbo wordt vastgesteld volgens bijlage 5 bij deze regeling.

Artikel 7. Model getuigschrift basisberoepsgerichte leerweg vmbo

Het model voor het getuigschrift basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo wordt vastgesteld volgens bijlage 6 bij deze regeling.

Artikel 8. Model getuigschrift praktijkonderwijs

Het model voor het getuigschrift praktijkonderwijs wordt vastgesteld volgens bijlage 7 van deze regeling.

Artikel 9. Modellen vavo cijferlijsten deeleindexamen en certificaten vwo, havo en theoretische leerweg vmbo

De modellen voor:

  • a. de cijferlijsten en de bijlagen behorend bij de vavo cijferlijsten deeleindexamen vwo, havo en theoretische leerweg vmbo worden vastgesteld volgens respectievelijk de bijlagen 8a voor vwo, 8b voor havo en 8c voor vmbo;

  • b. de vavo certificaten vwo, havo en theoretische leerweg vmbo worden vastgesteld volgens respectievelijk de bijlagen 9a, 9b en 9c bij deze regeling.

Artikel 10. Modellen staatsexamen diploma’s, certificaten en cijferlijsten vwo, havo en vmbo

  • 1 Als modellen voor:

    • a. de diploma’s staatsexamen vwo, havo en vmbo worden gehanteerd de bijlagen 10a, 10b respectievelijk 10c of, indien op grond van artikel 30a van het Staatsexamenbesluit VO recht bestaat op vermelding van het judicium cum laude op het diploma, de bijlagen 10a1 voor vwo, 10b1 voor havo respectievelijk 10c1 voor vmbo;

    • b. de cijferlijsten en de bijlagen behorend bij de cijferlijsten staatsexamen vwo, havo en vmbo worden gehanteerd de bijlagen 11a voor vwo, 11b voor havo, respectievelijk 11c en 11c2 voor vmbo;

    • c. de cijferlijsten en de bijlagen behorend bij de cijferlijsten deelstaatsexamen vwo, havo en vmbo worden gehanteerd de bijlagen 12a voor vwo, 12b voor havo, respectievelijk 12c en 12c2 voor vmbo;

    • d. de certificaten staatsexamen vwo, havo en vmbo worden gehanteerd de bijlagen 13a voor vwo, 13b voor havo, respectievelijk 13c voor vmbo.

  • 2 Indien een examenkandidaat voor een of meer vakken examen heeft afgelegd op een hoger niveau dan de schoolsoort of leerweg waarvoor het diploma wordt afgegeven, worden in afwijking van het eerste lid, onderdeel a, voor de diploma’s staatsexamen havo en vmbo de bijlagen 10b2 respectievelijk 10c2 gehanteerd. Indien op grond van artikel 30a van het Staatsexamenbesluit VO tevens recht bestaat op de vermelding van het judicium cum laude op het diploma worden voor de diploma’s staatsexamen havo en vmbo de bijlagen 10b3 respectievelijk 10c3 gehanteerd.

Artikel 11. Bewijs van ontheffing

Het model voor het bewijs van ontheffing ten behoeve van het vwo, havo en vmbo en de bijbehorende verklaring worden vastgesteld volgens respectievelijk de bijlagen 14a en 14b bij deze regeling.

Artikel 11a. Verklaring als bedoeld in artikel 31 van de Wet op het voortgezet onderwijs

Als model voor de verklaring die wordt uitgereikt aan de leerling die de school verlaat en aan wie geen diploma kan worden uitgereikt als bedoeld in artikel 31 WVO, wordt bijlage 15 gehanteerd.

Artikel 12. Intrekking voorafgaande bepalingen en toepassing oude modellen diploma’s en cijferlijsten

  • 2 De in het eerste lid genoemde regeling blijft van toepassing op de volgens de bij of krachtens de WVO gegeven voorschriften zoals luidend tot en met 31 juli 2007 afgelegde (deel)eindexamens en (deel)staatsexamens vwo en havo.

  • 3 Ten aanzien van leerlingen die (deel)eindexamens of (deel)staatsexamens hebben afgelegd volgens de bij of krachtens de WVO gegeven voorschriften zoals luidend op 31 juli 2016, blijven de bijlagen 2c, 2c1, 3c, 3c1, 4c, 4c1, 5, 8c, 9c, 10c, 10c1, 11c, 11c1, 12c, 12c1 en 13c, zoals die luidden op die datum van toepassing.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

  • 2 Voor het vwo en havo is deze regeling van toepassing op de examendocumenten van de kandidaten die het eindexamen, staatsexamen of deeleindexamen/deelstaatsexamen vwo of havo hebben afgelegd volgens de bij en krachtens de WVO gegeven voorschriften zoals luidend vanaf 1 augustus 2007, met dien verstande dat:

    • a) een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs volgens die voorschriften voor het eerst in 2009 en een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs volgens die voorschriften, voor het eerst in 2010 kan worden verstrekt;

    • b) artikel 5 tevens van toepassing is op de examens volgens de bij of krachtens de WVO gegeven voorschriften zoals luidend tot en met 31 juli 2007.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling modellen diploma’s VO.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Bijlage 1. bij de Regeling modellen diploma’s VO

Richtlijnen voor het invullen van de modellen en beveiligen waardepapier

Algemeen

Veiligheidseisen papier waardedocumenten

Het is noodzakelijk dat de waardedocumenten gedrukt worden op papier dat namaak en vervalsing tegengaat. Het papier dient daarom te voldoen aan: een uniek watermerk, UV-vezels, een vloeiend kleurverloop, microtekst en een beschermlaag die verkleurt bij mechanische of chemische aantasting. Met dit papier moet zorgvuldig worden om gegaan om te borgen dat het niet in handen van onbevoegden komt.

Gebruik van de modellen

Per vak wordt één regel gebruikt.

Afhankelijk van het aantal vakken worden de regels voor de vermelding van de vakken op de cijferlijst:

  • of ongeldig gemaakt voor zover ze niet worden gebruikt;

  • of hun aantal wordt aangepast aan het aantal vakken van de examenkandidaat.

Naamvermelding van de school

Op de examendocumenten wordt steeds – voor zover van toepassing – achter het woord ‘aan’ vermeld: de naam van de school voor voortgezet onderwijs of instelling voor educatie en beroepsonderwijs (ROC). Indien het een ROC betreft komt er na ‘aan’ te staan: de opleiding vavo van ....

De naam van de school of de instelling is de naam zoals gebruikt door het bestuur in het dagelijks maatschappelijk verkeer en zoals geregistreerd bij DUO. In het geval van een nevenvestiging is het toegestaan dat na de officiële naam van de school een komma volgt en het woord ‘locatie’ gevolgd door de naam van de locatie. Indien de onderwijsaanbieder in het dagelijkse verkeer echter een andere naam hanteert dan bij DUO is geregistreerd, is het toegestaan deze naam te vermelden, echter alleen onder toevoeging van: ‘onderdeel van’ met daaropvolgend de naam zoals bij DUO geregistreerd. Omdat alle diploma’s/cijferlijsten worden opgenomen in het diplomaregister is het belangrijk dat de naamgeving van de school op het daadwerkelijk uitgereikte diploma direct te relateren is aan de naam van de school zoals opgenomen in het diplomaregister. Scholen moeten er voor zorgen dat de correcte naam van de school bij DUO staat geregistreerd, waarbij in het geval van een (neven)vestiging duidelijk wordt uit de naam van welke school c.q. scholengemeenschap deze deel uit maakt.

Naamvermelding examenkandidaat

Er is niet voorgeschreven dat de naam van de examenkandidaat op exact dezelfde wijze vermeld wordt als in het BRP c.q. zoals op ID/paspoort is vermeld. Echter, als de examenkandidaat in de praktijk wil aantonen dat het diploma van hem/haar is, is dit wel aan te bevelen. Slechts het hanteren van voorletter(s) of de roepnaam is ook toegestaan.

Vermelding geboorteplaats/ -gemeente

Achter ‘te’ wordt geacht de officiële gemeentenaam geplaatst te worden, waar de aangifte van geboorte destijds is gedaan, echter dit is geen voorschrift, maar wederom handig i.v.m. de gegevens op het ID (waar immers deze gemeentenaam ook op staat).

Datering

Op de examendocumenten wordt steeds achter het woord ‘datum’ vermeld: de datum (dd-mm-jjjj) waarop het document is ondertekend. Wanneer het examendocument een diploma, getuigschrift of certificaat betreft wordt de datum van uitreiking aan en ondertekening door de kandidaat gebruikt. Bij het staatsexamen wordt wanneer het examendocument een diploma, getuigschrift of certificaat betreft de datum van de vaststelling van de uitslag en/of de ondertekening van het examendocument door de staatsexamencommissie gebruikt.

Wanneer het examendocument een (voorlopige) cijferlijst, bewijs van ontheffing, of verklaring behorend bij het bewijs van ontheffing betreft wordt de datum van de ondertekening door de directeur dan wel de staatsexamencommissie VO gebruikt. Dit kan betekenen dat een cijferlijst een andere datering heeft dan het bijbehorende diploma.

Ondertekening

Ingevolge artikel 52 van het Eindexamenbesluit VO tekenen de directeur en de secretaris van het eindexamen de diploma’s en de cijferlijsten.

Ingevolge artikel 30 en 31 van het Staatsexamenbesluit VO tekent het College voor toetsen en examens de diploma’s, de certificaten en bijbehorende cijferlijsten.

De functionarissen die de examendocumenten moeten tekenen zijn en blijven onder alle omstandigheden verantwoordelijk voor de ondertekening. Tenzij anders bepaald door het bevoegd gezag, mogen zij, mits het bevoegd gezag hen die bevoegdheid heeft gegeven, een andere functionaris, die door hen daartoe schriftelijk gemandateerd is, laten tekenen, doch slechts met vermelding van ‘namens deze’ gevolgd door de handtekening, de naam en de functie van de ondertekenaar. De handtekening moet feitelijk (met pen) geschreven worden. Een gescande of gekopieerde handtekening is niet toegestaan.

Bovenstaande geldt ook in het geval een school geen directeur kent maar een centrale directie. Op het diploma dient dan voor directeur te worden gelezen de centrale directie. De centrale directie is in dat geval verantwoordelijk voor het ondertekenen van de diploma’s. Het is echter ook mogelijk dat de centrale directie de tekenbevoegdheid overdraagt. Het is vanzelfsprekend dat de mandatering in het examenreglement van de school wordt vermeld om examenkandidaten en ouders hiervan op de hoogte te stellen.

Vaknamen

De te hanteren wettelijke benamingen van de vakken staan opgenomen in een bijlage bij de jaarlijks te publiceren Regeling codetabellen school- en studiejaar [20xx–20xx].

Cijferlijsten algemeen

De afgifte van cijferlijsten is voor scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft de door die instellingen verzorgde opleidingen vavo, geregeld in artikel 52, eerste lid, van het Eindexamenbesluit VO en voor staatsexamens in artikel 30, eerste en tweede lid, van het Staatsexamenbesluit VO.

Teksten in de cijferlijsten die niet van toepassing zijn worden weggelaten en het aantal regels wordt aangepast aan het aantal vakken.

Op de cijferlijst wordt/worden in de cijfer- en beoordelingstabel voor zover van toepassing vermeld:

  • wanneer een vak zowel een schoolexamen/ college-examen en een centraal examen bevat moeten beide cijfers op één decimaal nauwkeurig worden opgenomen. De eindcijfers moeten zonder decimalen worden opgenomen. Zie: artikel 35 van het Eindexamenbesluit VO, artikel 15 Staatsexamenbesluit VO, artikel 42 van het Eindexamenbesluit VO, artikel 20 Staatsexamenbesluit VO, artikel 47 van het Eindexamenbesluit VO en artikel 24 Staatsexamenbesluit VO,

  • wanneer het vak alleen een schoolexamen/ college-examen bevat en geen centraal examen kent moet het afgeronde schoolexamen-/ college-examencijfer zonder decimalen worden opgenomen. Dit cijfer wordt ook opgenomen als eindcijfer. Zie: artikel 35, eerste lid en artikel 47, derde lid van het Eindexamenbesluit VO, artikel 15, eerste lid en artikel 24, derde lid, Staatsexamenbesluit VO,

  • het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk havo of vwo,

  • het thema of de titel van het profielwerkstuk en de beoordeling van het profielwerkstuk in het vmbo,

  • de beoordeling van het vak lichamelijke opvoeding in het havo of vwo,

  • de beoordeling van het vak ‘kunstvakken inclusief ckv’ en het vak lichamelijke opvoeding in het vmbo,

  • de cijfers voor de examenvakken met inbegrip van de vakken die deel uitmaken van het combinatiecijfer en het eindcijfer voor het combinatiecijfer (voor havo en vwo inclusief het profielwerkstuk),

  • de beoordeling van de maatschappelijke stage, en

  • de uitslag van het eindexamen/staatsexamen (zie voor de uitslagbepaling de artikelen 49 en 50 van het Eindexamenbesluit VO of artikelen 26 en 26a van het Staatsexamenbesluit VO).

  • In het schooljaar 2019–2020, wanneer een examenkandidaat op het vavo of reguliere onderwijs hiervoor kiest, kan het resultaat van de rekentoets worden vermeld op de cijferlijst onder het deel ‘vakken van het vrije deel’. Dit geldt niet voor het vmbo-bb waar gebruik gemaakt kan worden van een ‘rekentoetsbijlage’ bij de cijferlijst. Het hoogst behaalde resultaat mag op de cijferlijst worden geplaatst. Bij de rekentoets worden verschillende aanduidingen toegevoegd afhankelijk van de aard en het niveau van de rekentoets. De volgende aanduidingen kunnen worden onderscheiden: 2F, 3F, 2ER, 3ER. Wanneer de examenkandidaat heeft gekozen voor herkansing op een hoger niveau of voor de rekentoets ER, kiezen de directeur en de examenkandidaat (conform artikel 47, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO) samen of ‘hoogst behaald’ het resultaat voor de reguliere rekentoets, de rekentoets ER, of de rekentoets op het hogere niveau is.

  • Wanneer een staatsexamenkandidaat hiervoor kiest, kan het resultaat van de rekentoets worden vermeld op de cijferlijst onder het deel ‘vakken van het vrije deel’. Dit geldt niet voor het vmbo-bb waar gebruik gemaakt kan worden van een ‘rekentoetsbijlage’ bij de cijferlijst. Het hoogst behaalde resultaat mag op de cijferlijst worden geplaatst. Bij de rekentoets worden verschillende aanduidingen toegevoegd afhankelijk van de aard en het niveau van de rekentoets. De volgende aanduidingen kunnen worden onderscheiden: 2F, 3F, 2ER, 3ER. Wanneer de examenkandidaat heeft gekozen voor herkansing op een hoger niveau of voor de rekentoets ER, kiezen de staatsexamencommissie en de examenkandidaat (conform artikel 24, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit VO) samen of ‘hoogst behaald’ het resultaat voor de reguliere rekentoets, de rekentoets ER, of de rekentoets op het hogere niveau is.

Extra vakken

Indien in meer examenvakken examen is afgelegd dan in de vakken die ten minste samen een eindexamen/staatsexamen vormen, en deze vakken betrokken worden bij de uitslag, worden deze vakken vermeld in het vrije deel. Extra vakken die niet bij de vaststelling van de uitslag zijn betrokken worden (op grond van artikel 49, tweede lid, artikel 52, derde lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 30, vierde lid, van het Staatsexamenbesluit VO) in het vrije deel op de cijferlijst vermeld, tenzij de examenkandidaat daartegen bedenkingen heeft geuit.

Vak aan andere school

Indien een vak aan een andere school is afgesloten op grond van artikel 8 van het Eindexamenbesluit VO, dan wordt achter het betreffende vak tussen haakjes de naam van de andere school, zoals deze in BRIN is opgenomen, vermeld.

Vrijstelling of ontheffing

Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO, artikel 30, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit VO, regelt de vermelding op de cijferlijst van vakken waarvoor de kandidaat vrijstelling heeft of ontheffing is verleend bij het eindexamen/staatsexamen. Op de plaats van het cijfer wordt bij de vakken waarbij er sprake is van vrijstelling zonder vermelding van een cijfer op de cijferlijst ‘Vr’ vermeld (zie ook profielen vwo en havo). Het is ook toegestaan op de plaats voor het cijfer wanneer daar sprake van is of het woord ‘Vrijstelling’ of het woord ‘Ontheffing’ voluit te vermelden.

Vermelding van vakken die niet met een eindcijfer beoordeeld worden

Bij vakken waarvoor de eindbeoordeling niet in de vorm van een cijfer maar als ‘voldoende’ of ‘goed’ is gegeven, wordt deze beoordeling vermeld in de plaats van het cijfer (in de kolom ‘in letters’).

Niet afgeronde onderdelen

Voor de onderdelen die niet naar behoren zijn afgerond en waarvoor geen cijfer, voldoende, onvoldoende of goed kan worden ingevuld, wordt de vermelding ‘n.a.’ (niet afgerond) ingevuld. Er kan alleen sprake zijn van niet afgeronde onderdelen indien toepassing is gegeven aan artikel 32, derde lid, van het Eindexamenbesluit VO.

Vermelding van vakken die op een hoger niveau zijn afgelegd

Vakken waarin het examen op een hoger niveau is afgelegd, worden op de cijferlijst vermeld met de naam van het vak uit het betreffende niveau met de toevoeging van dat niveau tussen haakjes.

Uitslag

Bij ‘uitslag’ voor het eindexamen of staatsexamen wordt ingevuld (zie artikel 48, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 25, vijfde lid, Staatsexamenbesluit VO):

  • ‘geslaagd’ als de examenkandidaat geslaagd is en een diploma ontvangt,

  • ‘afgewezen’, in het geval een examenkandidaat is afgewezen.

Bijlage bij de cijferlijst vmbo-bb in verband met de rekentoets

Op de bijlage bij de cijferlijst – die alleen voor vmbo-bb wordt gehanteerd – wordt, wanneer de examenkandidaat hier in het examenjaar 2019–2020 voor kiest over de rekentoets vermeld:

In het Staatsexamen kan een kandidaat hier ook na 01-01-2021 voor kiezen.

Voorlopige cijferlijst

Indien de examenkandidaat een centraal examen of een afsluitend schoolexamen in een of meer vakken heeft afgelegd in het (voor)voorlaatste leerjaar en vervolgens de school verlaat zonder het eindexamen te voltooien, ontvangt hij een ‘voorlopige cijferlijst’.

Een voorlopige cijferlijst wordt uitgereikt als de examenkandidaat de schoolverlaat voordat de uitslag van het betreffende eindexamen definitief kan worden vastgesteld (artikel 52c van het Eindexamenbesluit VO). Dit geldt ook bij een examenkandidaat die het gespreid centraal examen, bedoeld in artikel 59, aflegt. Daarnaast geldt dit ook voor leerlingen die aan een andere school of instelling worden uitbesteed om daar hun gespreid examen voort te zetten. Ook wanneer een vso-examenkandidaten die alleen een beroepsgericht programma (in symbiose) afsluit op de vmbo-school ontvangt een voorlopige cijferlijst van hun school.

De resultaten op de voorlopige cijferlijst kunnen worden betrokken bij de vaststelling van de uitslag van het betreffende eindexamen en overgenomen op de cijferlijst die op grond van de definitieve uitslag wordt uitgereikt. Ook als de examenkandidaat via staatsexamens of het vavo een diploma voortgezet onderwijs wenst te behalen kunnen eerder behaalde resultaten waar toepasbaar bij de uitslag worden betrokken. De voorlopige cijferlijst komt dan te vervallen, zodra de definitieve uitslag is vastgesteld.

Op de voorlopige cijferlijst wordt/worden (conform de cijferlijst) voor zover van toepassing vermeld:

  • wanneer een vak zowel een schoolexamen/ college-examen en een centraal examen bevat moeten beide cijfers op één decimaal nauwkeurig worden opgenomen. De eindcijfers moeten zonder decimalen worden opgenomen,

  • wanneer het vak alleen een schoolexamen/ college-examen bevat en geen centraal examen kent moet het afgeronde schoolexamen-/ college-examencijfer zonder decimalen worden opgenomen. Dit cijfer wordt herhaald als eindcijfer,

  • in het examenjaar 2019–2020, wanneer een examenkandidaat hiervoor kiest, de beoordeling van de rekentoets, uitgedrukt in een cijfer,

  • het vak of de vakken en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk havo of vwo,

  • het thema of de titel van het profielwerkstuk vmbo en de beoordeling van het profielwerkstuk,

  • de beoordeling van het vak lichamelijke opvoeding in vwo en havo in het regulier onderwijs,

  • de beoordeling van het vak ‘kunstvakken inclusief ckv’ en het vak lichamelijke opvoeding in vmbo in het regulier onderwijs, het vak waarin opnieuw centraal examen is afgelegd (waarbij het cijfer voor het schoolexamen wordt herhaald en het nieuwe cijfer voor het centraal examen en nieuwe eindcijfer wordt opgenomen). Indien er in het voorlaatste leerjaar geen herkansing heeft plaatsgevonden, wordt op de voorlopige cijferlijst achter ‘opnieuw centraal examen is afgelegd in’ niet van toepassing vermeld, als volgt: n.v.t.

Op de voorlopige cijferlijst wordt geen profiel vermeld.

Bijlage bij de voorlopige cijferlijst vmbo-bb in verband met de rekentoets

Indien de rekentoets is afgelegd, wordt wanneer de examenkandidaat hier in het examenjaar 2019–2020 voor kiest op de bijlage bij de voorlopige cijferlijst – die alleen voor vmbo-bb wordt gehanteerd -over de rekentoets vermeld:

Cijferlijst deeleindexamen vavo en deelstaatsexamen

Op de cijferlijst van de examenkandidaat die deeleindexamen of deelstaatsexamen heeft afgelegd, worden vermeld:

  • de cijfers van alle vakken waarin deeleindexamen/deelstaatsexamen is afgelegd,

  • de eindcijfers voor de examenvakken,

  • in het examenjaar 2019–2020, wanneer een kandidaat hiervoor kiest, de beoordeling van de rekentoets, uitgedrukt in een cijfer,

  • voor zover van toepassing het profielwerkstuk.

De eisen aan de cijferlijst voor het deeleindexamen zijn geregeld in artikel 53, eerste en tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO; voor het deelstaatsexamen is dat gebeurd in artikel 31, eerste lid en tweede lid, van het Staatsexamenbesluit VO.

Bijlage bij de cijferlijst deelstaatsexamen vmbo-bb in verband met de rekentoets

Indien de rekentoets is afgelegd, wordt wanneer de examenkandidaat hier in het examenjaar 2019–2020 voor kiest op de bijlage bij de cijferlijst (deel)examen vavo/staatsexamen – die alleen voor vmbo-bb wordt gehanteerd -over de rekentoets vermeld:

Certificaat

De examenkandidaat die definitief voor het eindexamen vmbo, vavo of staatsexamen is afgewezen, ontvangt een certificaat, artikel 53, tweede en derde lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 31, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit VO.

Op het certificaat wordt, voor zover van toepassing, vermeld:

  • het vak of de vakken waarvoor de examenkandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald,

  • het profielwerkstuk in het vwo of havo waarvoor de examenkandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald,

  • het profielwerkstuk in het vmbo, voor zover beoordeeld met ‘goed’ of ‘voldoende’,

  • in het examenjaar 2019–2020, wanneer een examenkandidaat hiervoor kiest, de rekentoets waarvoor de kandidaat een eindcijfer 6 of meer heeft behaald.

Daarnaast wordt op het certificaat vermeld welk examen is afgelegd: op welk niveau, en waar van toepassing het betreffende schooltype c.q. de betreffende leerweg.

Afhankelijk van het aantal vakken worden de regels voor de vermelding van de vakken op het certificaat aangepast, waarbij per vak één regel wordt gebruikt. De school of het College voor toetsen en examens kan wanneer nodig meer regels toevoegen, en moeten niet gebruikte regels ongeldig maken of weglaten.

Getuigschrift

Op het getuigschrift basisberoepsgerichte leerweg wordt het met goed gevolg afgesloten gedeelte van het examen vermeld.

Op het getuigschrift praktijkonderwijs worden de in dit onderwijs gevolgde vakken vermeld.

Bewijs van ontheffing

Op het bewijs van ontheffing dient achter de regel: ‘recht heeft op ontheffing bij het verwerven van het diploma’, de schoolsoort voluit te worden vermeld en indien van toepassing: de leerweg.

Afwijkende/bijzondere vermeldingen:

  • 1. n.a. = niet afgerond

  • 2. (naam van een andere school)

  • 3. ‘vr’ = vrijstelling of ontheffing

  • 4. (afkorting leerweg of schoolsoort);

    basisberoepsgerichte leerweg: bb

    kaderberoepsgerichte leerweg: kb

    gemengde leerweg: gl

    theoretische leerweg: tl

    voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs: vmbo

    hoger algemeen voortgezet onderwijs: havo

    voorbereidend wetenschappelijk onderwijs: vwo

  • 5. n.v.t. indien:

    • a. geen gebruik is gemaakt van het recht op herkansen (voorlopige cijferlijst)

    • b. meer cijferlijsten worden uitgereikt en het profielwerkstuk maar op één cijferlijst past

  • 6. toegestane afkortingen vaknaam: ckv

Profielen vwo en havo

Diploma vwo en havo

Als de examenresultaten voor twee of meer profielen leiden tot de uitslag ‘geslaagd’, dan worden de namen van de betreffende profielen vermeld op het diploma ingevolge artikel 52, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 30, derde lid, van het Staatsexamenbesluit VO.

Op het diploma eindexamen/staatsexamen vwo wordt achter eindexamen/staatsexamen vermeld: gymnasium of atheneum.

Indien een examenkandidaat ingevolge artikel 52a, eerste lid, van het Eindexamenbesluit VO of artikel 30a, eerste lid, van het Staatsexamenbesluit VO, is geslaagd met toekenning van het judicium cum laude, wordt het judicium cum laude vermeld op het diploma van deze examenkandidaat.

Op het diploma worden alleen vakken op een hoger niveau vermeld wanneer deze meetellen bij de bepaling van de uitslag van het betreffende diploma

Naar aanleiding van het advies Wetsvoorstel NLQF van de Onderwijsraad wordt op de diploma’s naast het vwo of havo niveau ook het corresponderend NLQF/EQF- niveau vermeld.

  • Voor het havo wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF4/EQF4

  • Voor het vwo wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF4+/EQF4

Er wordt geen NLQF/EQF-niveau vermeld voor onderdelen van opleidingen.

Cijferlijsten vwo en havo

Voor:

  • de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk-, profiel- en (het minimum aantal van het) vrije deel,

  • welke (combinatie van) vakken/onderdelen deel mogen uitmaken van een eindexamen/staatsexamen vwo/havo en worden vermeld op de cijferlijst,

  • de vermelding van de maatschappelijke stage (indien van toepassing),

  • in het examenjaar 2019–2020, wanneer een examenkandidaat hiervoor kiest, de vermelding van de rekentoets,

wordt verwezen naar het Eindexamenbesluit VO:

  • artikel 4 voor zover het betreft het profielwerkstuk en de maatschappelijke stage,

  • artikel 11 voor zover het betreft het eindexamen vwo (atheneum),

  • artikel 12 voor zover het betreft het eindexamen vwo (gymnasium),

  • artikel 13 voor zover het betreft het eindexamen havo.

Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.

Profielvermelding

Op de cijferlijst voor het eindexamen/staatsexamen wordt in het tekstgedeelte boven de cijfer- en beoordelingstabel achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen/staatsexamen voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs conform het profiel’, de officiële benaming van het profiel vermeld (zoals genoemd in het derde lid van artikel 12 van de WVO).

In het geval een examenkandidaat kan slagen voor twee of meer profielen, wordt voor elk profiel afzonderlijk een cijferlijst afgegeven. Om te kunnen slagen voor twee of meer profielen is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk te hebben gemaakt. Als dat profielwerkstuk ‘past’ in de betreffende profielen, wordt het op elk van de cijferlijsten vermeld. Als het in één profiel niet past, wordt in de desbetreffende ruimte vermeld: n.v.t.

Combinatiecijfer

Onder het gemeenschappelijk deel wordt achter ‘combinatiecijfer’ het rekenkundig gemiddelde van de afgeronde eindcijfers van de betreffende vakken/onderdelen, afgerond vermeld op de cijferlijst (in een cijfer en in letters). Deze afronding gebeurt overeenkomstig de vaststelling van het eindcijfer per vak, door het eerste cijfer achter de komma naar beneden af te ronden indien dat een 4 of lager is en naar boven, indien dat cijfer een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus een 6 en een 5,45 wordt een 5): artikel 50, vierde lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 26a, derde lid, van het Staatsexamenbesluit VO.

De onderdelen/vakken die het combinatiecijfer samenstellen mogen om te slagen geen van alle lager zijn dan een 4 (zie artikel 50, eerste lid, onder d, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 26a, eerste lid, onder d, van het Staatsexamenbesluit VO).

Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het gemeenschappelijk deel) is een asterisk *) opgenomen die verwijst naar de vakken/onderdelen die deel uitmaken van het combinatiecijfer (zie artikel 50, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 26a, tweede lid, van het Staatsexamenbesluit VO), welke onder aan de cijferlijst worden genoemd. Onder ‘*) onderdelen van het combinatiecijfer’ worden de betreffende vakken/onderdelen opgenomen met vermelding van het afgeronde cijfer en het(zelfde) afgeronde eindcijfer (in een cijfer en in letters). Inclusief het profielwerkstuk, dat als laatste een plaats krijgt in de daarvoor bestemde regel met vermelding van de titel of het onderwerp en het vak of de vakken waarop het betrekking heeft.

Vakken die in het havo en vwo in ieder geval tot het combinatiecijfer behoren zijn maatschappijleer, ckv (op een reguliere school), en het profielwerkstuk. Daarnaast kan het bevoegd gezag de volgende vakken toevoegen aan het combinatiecijfer (zie voorwaarde: artikel 50, tweede lid, van het Eindexamenbesluit VO):

  • Literatuur. Een school kan ervoor kiezen literatuur afzonderlijk te becijferen of dat dit onderdeel in het cijfer voor de talen wordt meegenomen. Als het apart wordt becijferd, dan moet het cijfer worden opgenomen in het combinatiecijfer. In dat geval dienen de namen van de talen (dus zonder literatuur) te worden vermeld op de cijferlijst.

  • Het vak Godsdienst of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs kan door bijzondere scholen worden toegevoegd aan het combinatiecijfer. Het gaat hier om één vak, maar de school kiest welke van beide benamingen wordt gehanteerd: godsdienst óf levensbeschouwelijk vormingsonderwijs. Niet te verwarren met het ‘grote’ vak godsdienst: een schooleigen vak dat de school alleen met toestemming van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als examenvak kan aanbieden.

  • Algemene natuurwetenschappen, kan deel uitmaken van het vrije deel. De school kan dit ter keuze laten aan de examenkandidaat, maar kan ook besluiten om het vak verplicht te stellen voor alle examenkandidaten of voor examenkandidaten met een bepaald profiel. Het cijfer voor dit vak telt dan mee in het combinatiecijfer (volgens artikel 50 lid 2 van het Eindexamenbesluit VO).

Vrijstelling of ontheffing vwo en havo op de cijferlijst

Ontheffing van een taal

Indien in het atheneum ontheffing is verleend voor het volgen van een taal (op grond van artikel 26e, vierde lid, van het Inrichtingsbesluit WVO), waarbij de taal moet worden vervangen door een ander examenvak (als bedoeld in het vijfde lid van dat artikel), dan wordt dat vervangende examenvak vermeld op de cijferlijst in plaats van de taal (dus in het gemeenschappelijke deel).

Vrijstelling van maatschappijleer of ckv.

Indien een examenkandidaat vwo in het bezit is van een diploma havo, en vrijstelling is verleend voor maatschappijleer wordt het vak maatschappijleer niet vermeld op de cijferlijst vwo. Hetzelfde geld voor een kandidaat vwo (atheneum) in het bezit is van een diploma havo, en vrijstelling is verleend voor ckv. Het vak ckv wordt in dat geval ook niet vermeld op de cijferlijst vwo (atheneum).

Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor eerder behaalde vakken.

Wanneer de examenkandidaat is vrijgesteld van examens in een vak/ vakken op grond van artikel 9 van het Eindexamenbesluit VO en artikel 10 van het Staatsexamenbesluit VO wordt het vak/ de vakken op de cijferlijst opgenomen met vermelding van het eerder behaalde cijfer/ de eerder behaalde cijfers (zie artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO, artikel 30, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit VO).

Vermelding van vrijstelling aan vavo/staatsexamen voor profielwerkstuk

Wanneer de examenkandidaat is vrijgesteld van het profielwerkstuk op grond van artikel 9 van het Eindexamenbesluit VO en artikel 10 van het Staatsexamenbesluit VO wordt het profielwerkstuk op de cijferlijst opgenomen met vermelding van het eerder behaalde cijfer (zie artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO, artikel 30, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit VO).

Hierop bestaat een uitzondering indien de examenkandidaat zijn profielwerkstuk volgens de ‘oude profielen’ heeft gedaan, dat is beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’, en vervolgens het diploma volgens de ‘nieuwe profielen’ aan het vavo of met het staatsexamen wil behalen. Het volgende is dan mogelijk:

  • in plaats van de vermelding van het eerder behaalde cijfer wordt achter het profielwerkstuk ‘vr’ vermeld,

  • het profielwerkstuk wordt opnieuw gewaardeerd,

  • of de examenkandidaat maakt geen gebruik van zijn vrijstellingsrecht en levert een nieuw profielwerkstuk in.

Er wordt vervolgens óók achter ‘het combinatiecijfer’ ‘vr’ vermeld wanneer er:

  • zoals hierboven beschreven achter het profielwerkstuk ‘vr’ wordt vermeld

  • het vak maatschappijleer geen deel hoeft maken van het eindexamen/staatsexamen,

  • daarnaast ook geen aanvullende onderdelen deel uitmaken van het combinatiecijfer.

Vrijstelling op basis van eerder behaalde resultaten op een hoger niveau

Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO c.q. artikel 30, zesde lid, aanhef en onder vierde dan wel onder vijfde, van het Staatsexamenbesluit VO, regelt dat de vakken waarvoor de examenkandidaat (met diploma) in het havo of vwo is vrijgesteld op grond van eerder afgelegd examen worden vermeld op de cijferlijst met overname van de eerder behaalde resultaten.

Vermelding bij twee kunstvakken (die naast elkaar gekozen mogen worden)

Indien de examenkandidaat met het profiel cultuur en maatschappij zowel in het profieldeel én in het vrije deel eindexamen aflegt in een van de vakken kunst (beeldende vormgeving, muziek, drama of dans), wordt bij het vak dat in het vrije deel staat het onderdeel kunst (algemeen) in het examen (en dus het centraal examen) vervangen door aanvullende verdiepende en/of verbredende onderdelen op het gebied van kunst als onderdeel van het schoolexamen. De onderdelen die het onderdeel kunst (algemeen) in het examen vervangen hebben een minimale normatieve studielast van 120 (havo) of 160 (vwo) studie klokuren. Omdat er voor dit kunstvak geen centraal examen is, wordt op de cijferlijst voor dit kunstvak alleen het cijfer voor het schoolexamen vermeld.

Leerwegen vmbo

Diploma vmbo

Op het diploma wordt niet alleen de leerweg, maar ook het profiel/de profielen vermeld. Dit houdt in dat op de regel die volgt na ‘aan het eindexamen/staatsexamen’ de officiële naam van de betreffende leerweg wordt ingevuld met daar achter ‘conform het profiel/de profielen’ met vermelding van de officiële naam/de namen van het profiel/de gevolgde profielen, zoals genoemd in:

Indien de examenkandidaat slaagt voor meer dan één profiel, dan wordt ook de naam van het andere profiel dan wel de andere profielen vermeld.

Een examenkandidaat die de gemengde leerweg met goed gevolg heeft afgesloten op een scholengemeenschap die ook een school voor mavo omvat en daarnaast met een extra algemeen vak heeft afgerond kan op zijn verzoek een diploma vmbo theoretische leerweg ontvangen en een bijbehorende cijferlijst; zie artikel 52, tiende lid, van het Eindexamenbesluit VO.

Het eindexamen van de theoretische leerweg kan op basis van artikel 22 Eindexamenbesluit VO, achtste lid, onderdeel b, en artikel 10, zevende-a lid van de WVO, een extra vak omvatten dat behoort tot het eindexamen van de gemengde leerweg. Extra vakken kunnen vermeld worden op de cijferlijst bij de theoretische leerweg. In de theoretische leerweg tellen extra beroepsgerichte keuzevakken alleen mee in de uitslagbepaling als die vakken samen een beroepsgericht programma in de gemengde leerweg vormen.

Indien een examenkandidaat ingevolge artikel 52a, tweede of derde lid, van het Eindexamenbesluit VO of artikel 30a, tweede of derde lid, van het Staatsexamenbesluit VO, is geslaagd met toekenning van het judicium cum laude, wordt het judicium cum laude vermeld op het diploma van deze examenkandidaat.

Op het diploma worden alleen vakken op een hoger niveau vermeld wanneer deze meetellen bij de bepaling van de uitslag van het betreffende diploma

Naar aanleiding van het advies van de Onderwijsraad inzake het Wetsvoorstel NLQF wordt op de diploma’s naast het vmbo niveau en leerweg ook het corresponderend NLQF/EQF- niveau vermeld.

  • Voor het vmbo-bb wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF1/EQF1

  • Voor het vmbo-kb, gl en tl wordt als NLQF/EQF-niveau vermeld: NLQF2/EQF2

Op de diploma’s moet per leerweg het passende NLQF/EQF-niveau vermeld worden, het andere niveau moet worden verwijderd/ongeldig worden gemaakt.

Er wordt geen NLQF/EQF-niveau vermeld voor onderdelen van opleidingen.

Cijferlijsten vmbo

Voor:

  • de verdeling van de vakken/onderdelen en het aantal behorend tot het gemeenschappelijk, profiel- en (het minimum aantal van het) vrije deel,

  • welke vakken deel moeten/mogen uitmaken van een eindexamen/staatsexamen vmbo en worden vermeld op de cijferlijst,

  • de vermelding van de maatschappelijke stage (indien van toepassing)

  • in het examenjaar 2019–2020, wanneer een examenkandidaat hiervoor kiest, de vermelding (voor vmbo-bb: op de bijlage bij de cijferlijst) van de rekentoets,

wordt verwezen naar:

Alle andere vermeldingen maken de cijferlijst ongeldig.

Profielwerkstuk

De vermelding van ‘thema of titel van profielwerkstuk’ is alleen voor de theoretische en de gemengde leerweg van toepassing en dient bij de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg weggelaten te worden. Het profielwerkstuk krijgt een plaats in de daarvoor bestemde regel, onder vermelding van het thema of de titel ervan.

Combinatiecijfer

Onder de ‘vakken van het vrije deel’ wordt ‘het combinatiecijfer’ genoemd. Net als in havo/vwo al langer het geval is, is er voor elke leerweg van het vmbo bepaald dat de eindcijfers voor de kleine vakken, in het geval van het vmbo bepaalde onderdelen van het beroepsgerichte examenprogramma, worden gecombineerd tot één combinatiecijfer, zodat deze vakken op een evenredige wijze met de eindcijfers voor grotere vakken kunnen meewegen in de uitslagbepaling:

  • In de basis- en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt het combinatiecijfer gevormd door het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers voor de vier (of naar keuze meer) gevolgde beroepsgerichte keuzevakken.

  • In de gemengde leerweg wordt het combinatiecijfer gevormd door het rekenkundige gemiddelde van het eindcijfer profielvak en de eindcijfers voor de twee (of naar keuze meer) gevolgde beroepsgerichte keuzevakken. Het eindcijfer profielvak telt in deze berekening net zo vaak mee als het aantal eindcijfers van de beroepsgerichte vakken dat in de berekening wordt betrokken.

Het combinatiecijfer wordt achter ‘combinatiecijfer’ aangemerkt als één vak conform het rekenkundig gemiddelde van de afgeronde eindcijfers van de betreffende vakken/onderdelen. Het eindcijfer voor dit vak wordt afgerond vermeld op de cijferlijst (in een cijfer en een letter).

Deze afronding gebeurt overeenkomstig de vaststelling van het eindcijfer per vak, door het eerste cijfer achter de komma naar beneden af te ronden indien dat een 4 of lager is en naar boven, indien dat cijfer een 5 of hoger is (een 5,5 wordt dus een 6 en een 5,45 wordt een 5) (zie artikel 49, lid 5 van het Eindexamenbesluit VO en artikel 26, vijfde lid, van het Staatsexamenbesluit VO).

Achter het ‘combinatiecijfer’ (tot slot van het vrije deel) is een asterisk *) opgenomen die verwijst naar de (beroepsgerichte keuze-)vakken/onderdelen die deel uitmaken van het combinatiecijfer (zie artikel 49, derde en vierde lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 26, derde en vierde lid, van het Staatsexamenbesluit VO), welke onder aan de cijferlijst worden genoemd. Onder ‘*) onderdelen van het combinatiecijfer’ worden de betreffende vakken/onderdelen opgenomen met vermelding van het afgeronde cijfer en het(zelfde) afgeronde eindcijfer (in een cijfer en in letters).

De onderdelen/vakken die het combinatiecijfer samenstellen mogen om te slagen geen van alle lager zijn dan een 4: artikel 49, eerste lid, onder d, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 26, eerste lid, onder d, van het Staatsexamenbesluit VO.

Indien een vmbo-tl leerling het volledige beroepsgerichte programma heeft gevolgd zoals aangeboden in het vmbo-gl, wordt er zoals gebeurd bij vmbo-gl een combinatiecijfer vastgesteld dat meetelt in de uitslagbepaling. De vakken die tezamen het combinatiecijfer vormen, worden op de cijferlijst vermeld in het vrije deel.

Vermelding leerweg én profiel(en)

Ook op de cijferlijst wordt nu in het tekstgedeelte boven de cijfer-/beoordelingstabel achter de regel ‘heeft deelgenomen aan het eindexamen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs’ de leerweg conform het profiel vermeld.

In het geval een examenkandidaat kan slagen voor twee of meer profielen, wordt voor elk profiel afzonderlijk een cijferlijst afgegeven. Om te kunnen slagen voor twee of meer profielen is het overigens voldoende om voor één profiel een profielwerkstuk te hebben gemaakt. Als dat profielwerkstuk ‘past’ in de betreffende profielen, wordt het op elk van de cijferlijsten vermeld. Als het in één profiel niet past, wordt in de desbetreffende ruimte vermeld: n.v.t.

Op de voorlopige cijferlijst wordt geen profiel vermeld.

Vak of rekentoets op hoger niveau

Indien toepassing is gegeven aan de mogelijkheid één of meer vakken op een hoger niveau af te sluiten, dan wordt achter de desbetreffende vaknaam (uit dat niveau) tussen haakjes de leerweg (kb, gl of tl) of schoolsoort (vwo of havo), afgekort vermeld op de cijferlijst.

Indien bij het vmbo bb, toepassing is gegeven aan de mogelijkheid om de rekentoets op een hoger niveau af te leggen, wordt (in het examenjaar 2019–2020 als de examenkandidaat heeft aangegeven het rekentoetscijfer op de bijlage te willen vermelden) op de bijlage bij de cijferlijst in het vakje ‘niveau’ tussen haakjes de hogere schoolsoort (havo) vermeld. Bij examenkandidaten uit de overige leerwegen volgt in het examenjaar 2019–2020 het hogere niveau uit de aanduiding op de cijferlijst van de rekentoets zelf (‘rekentoets 3F’ of ‘rekentoets 3ER’), als een examenkandidaat er voor kiest om dit cijfer te vermelden.

Artikel 52, vijfde lid, van het Eindexamenbesluit VO en artikel 30, zesde lid, van het Staatsexamenbesluit VO regelt dat vakken waarvoor de examenkandidaat met diploma basis- of kaderberoepsgerichte leerweg in de theoretische leerweg is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd examen in vakken van de theoretische leerweg of vwo/havo, op de cijferlijst worden vermeld met overname van de eerder behaalde resultaten.

Voorlopige cijferlijst voor vso-examenkandidaten met beroepsgericht programma.

Vmbo scholen moeten een voorlopige cijferlijst meegeven aan vso-examenkandidaten die alleen een beroepsgericht programma (in symbiose) afsluiten op de vmbo-school. Deze cijferlijst wordt genoemd in artikel 53 lid 4 van het Eindexamenbesluit VO. Scholen moeten voor deze voorlopige cijferlijst het model 4c (voorlopige cijferlijst) gebruiken.

Leer-werktraject

Indien het een leer-werktraject van de basisberoepsgerichte leerweg betreft, dan worden minimaal de cijfers van het vak Nederlandse taal (gemeenschappelijk deel) en het beroepsgerichte programma (profieldeel en vrije deel) vermeld (zie artikel 10b1 van de WVO).

Certificaat vmbo

Omdat op dit certificaat geen niveau aanduiding staat en leerlingen vakken op hoger niveau gevolgd kunnen hebben, wordt achter ieder vak tussen haakjes het niveau vermeld.