Tijdelijke subsidieregeling ondersteuning capaciteitsuitbreiding kinderopvang

[Regeling vervallen per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 17-04-2024.
Geldend van 01-07-2009 t/m 31-12-2011

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 april 2008, nr. WJZ/2008/447 (3817), houdende regels in het kader van de ondersteuning bij het realiseren van meer capaciteit in de kinderopvang (Tijdelijke subsidieregeling ondersteuning capaciteitsuitbreiding kinderopvang)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op de artikelen 2, 4, 5 en 7 van de Wet overige OCW-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • b. subsidieaanvrager: rechtspersoon, bedoeld in artikel 2, die op grond van deze regeling subsidie aanvraagt;

  • c. subsidieontvanger: rechtspersoon die op grond van deze regeling subsidie ontvangt.

Artikel 2. Doelomschrijving

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De Minister kan op aanvraag projectsubsidie verlenen aan een rechtspersoon als bijdrage in de kosten om:

  • a. op praktische en oplossingsgerichte wijze kinderopvangorganisaties, scholen en gemeenten waar mogelijk te ondersteunen bij het realiseren van meer capaciteit in de kinderopvang, en

  • b. de facilitaire ondersteuning te organiseren van de activiteiten, bedoeld in onderdeel a, waarbij het in elk geval gaat om de volgende taken:

    • 1°. het contracteren van drie adviseurs met aantoonbare ervaring en in het bezit van een groot netwerk in respectievelijk de kinderopvangsector, de gemeentelijke sector en de onderwijssector, ten behoeve van de uitvoering van de doelstelling, bedoeld in onderdeel a,

    • 2°. het uitvoeren van betalingen,

    • 3°. het realiseren en verzorgen van de huisvesting,

    • 4°. het verzorgen van werkplekken,

    • 5°. de secretariële ondersteuning,

    • 6°. het voeren van een financiële administratie, en

    • 7°. het uitvoeren van de verantwoording, bedoeld in artikel 16.

Artikel 3. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De subsidieaanvrager dient vóór 16 juni 2008 een aanvraag in bij de Minister. De aanvraag bevat een voorstel voor de drie adviseurs, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, onder 1, met bijbehorende curricula vitae en referenties en een begroting voor de kosten, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, voor de periode tot en met 31 december 2010. Een subsidieaanvraag door een rechtspersoon is ondertekend door het bestuur.

  • 2 De subsidieaanvrager maakt bij de indiening van de aanvraag voor subsidie, bedoeld in het eerste lid, gebruik van het daartoe door de Minister beschikbaar gestelde aanvraagformulier, dat is ingericht overeenkomstig het model van bijlage 1, behorende bij deze regeling.

Artikel 4. Beoordeling subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Een aanvraag voor subsidie wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

  • a. de kwaliteit en ervaring van de adviseurs, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, onder 1,

  • b. de mate waarin de subsidieaanvrager een onafhankelijke positie bekleedt ten opzichte van kinderopvangorganisaties, gemeenten en onderwijsorganisaties,

  • c. de ervaring van de subsidieaanvrager met soortgelijke projecten,

  • d. de verhouding tussen de kosten, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, en die in artikel 2, onderdeel b, en

  • e. de bereikbaarheid van de locatie.

Artikel 5. Aanvullende vereisten subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Subsidie wordt slechts verleend, indien de subsidieaanvrager:

  • a. aannemelijk heeft gemaakt dat zijn financiële middelen, met inbegrip van de subsidie, voldoende zijn om voorgenomen activiteiten uit te voeren;

  • b. een zodanige werkwijze toepast dat redelijkerwijs mag worden verwacht, dat de met de subsidie beoogde doeleinden zullen worden bereikt;

  • c. aannemelijk heeft gemaakt de subsidiabele activiteiten voldoende te kunnen beïnvloeden in kwalitatieve en kwantitatieve zin.

Artikel 6. Subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De Minister beslist uiterlijk 1 juli 2008 op de aanvragen. Subsidie kan slechts worden verleend aan één rechtspersoon.

Artikel 7. Projectplan capaciteitsuitbreiding kinderopvang

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Na het verlenen van de subsidie aan de rechtspersoon, bedoeld in artikel 2, wordt door de adviseurs, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, onder 1, vóór 11 augustus 2008 een projectplan en bijbehorende begroting opgesteld voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, voor de periode tot en met 31 december 2010. Het projectplan wordt door de subsidieontvanger ingediend bij de Minister. De Minister beslist vóór 1 september 2008 over het projectplan en de bijbehorende begroting.

  • 2 In het projectplan, bedoeld in het eerste lid, wordt het volgende beschreven:

    • a. de aard, de omvang en de wijze van uitvoering van de activiteiten voor de looptijd van het project, waarbij wordt aangegeven welke doelstelling, resultaten en producten worden nagestreefd en op welke wijze deze worden uitgevoerd, en

    • b. de aard, de omvang en de wijze van uitvoering van de voorgenomen activiteiten voor het kalenderjaar 2008.

  • 3 De begroting geeft inzicht in de baten en lasten van het project. In de begroting zijn zowel de kosten voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, als de kosten voor de activiteiten, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, opgenomen. De begroting is voorzien van een postgewijze toelichting.

  • 4 De subsidieontvanger dient uiterlijk 1 oktober 2008 en uiterlijk 1 oktober 2009 bij de Minister een uitgewerkt projectplan en bijbehorende begroting in voor het komende kalenderjaar. Het projectplan betreft zowel de uitvoering van de doelstelling, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, als de uitvoering van de facilitaire ondersteuning, bedoeld in artikel 2, onderdeel b.

  • 5 De Minister deelt vóór 15 november 2008 en vóór 15 november 2009 de subsidieontvanger mede of hij het ingediende projectplan en bijbehorende begroting goedkeurt.

Artikel 8. Uitvoering van de doelstelling uitbreiding capaciteit kinderopvang

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Ter uitvoering van de doelstelling, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, draagt de subsidieontvanger zorg voor de uitvoering van de volgende taken:

  • a. het initiëren, faciliteren en stimuleren van kennis- en informatie-uitwisseling tussen betrokken partijen;

  • b. het signaleren en inventariseren van knelpunten en actief en oplossingsgericht reageren richting betrokken partijen;

  • c. het wederzijdse vertrouwen tussen scholen, kinderopvangorganisaties en gemeenten vergroten om zodoende de uitbreiding van capaciteit in de kinderopvang te stimuleren;

  • d. het spelen van een bemiddelende rol om zodoende knelpunten aan te pakken;

  • e. het uitdragen van goede voorbeelden van uitbreiding en samenwerking;

  • f. het organiseren van (regionale) conferenties met als doel te komen tot concrete afspraken over de voortgang en de uitbreiding van de capaciteit in de kinderopvang;

  • g. het geven van voorlichting aan betrokken partijen;

  • h. het opzetten van een (digitale) helpdesk voor betrokken partijen;

  • i. het ontwikkelen van een adequaat communicatieplan over de activiteiten ten behoeve van de uitbreidingsoperatie;

  • j. het opzetten en onderhouden van een website waarop actuele informatie is te vinden;

  • k. het zodanig verwerken van relevante informatie, dat deze, ook na het vervallen van deze regeling, toegankelijk blijft voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • l. het organiseren van een afsluitende landelijke conferentie eind 2010.

Artikel 9. Omvang subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De subsidie voor de kosten, bedoeld in artikel 2, onderdelen a en b, bedraagt voor de kalenderjaren 2008, 2009 en 2010 in totaal ten hoogste vijf miljoen euro.

  • 3 Indien de bedragen die in de kalenderjaren 2008 en 2009 voor subsidie als bedoeld in het eerste lid beschikbaar worden gesteld, niet worden besteed in het desbetreffende kalenderjaar, wordt het resterende deel van het voor dat jaar beschikbare bedrag toegevoegd aan het bedrag dat in het daaropvolgende kalenderjaar aan de hand van het projectplan en bijbehorende begroting, bedoeld in artikel 7, vierde lid, voor subsidieverstrekking beschikbaar is.

Artikel 10. Verhoging subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De verleende subsidiebedragen zijn gebaseerd op het voorstel en bijbehorende begroting, bedoeld in artikel 3, eerste lid, en de projectplannen, en bijbehorende begrotingen, bedoeld in artikel 7, eerste en vierde lid, zoals die door de Minister zijn goedgekeurd.

  • 2 Het in de beschikking tot subsidievaststelling vast te stellen subsidiebedrag is niet hoger dan de in het eerste lid bedoelde bedragen, tenzij de Minister toestemming heeft gegeven met betrekking tot een verhoging van de kosten of wijzigingen in het voorstel of projectplan als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 11. Voorschot

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Gedurende de looptijd van de activiteiten kan tot 100% van de verleende subsidie voor het desbetreffende kalenderjaar worden bevoorschot. Indien de verlening van voorschotten niet wordt geregeld in de beschikking tot subsidieverlening, kan de subsidieaanvrager voorschotten aanvragen, waarbij de behoefte aan het voorschot wordt gespecificeerd.

  • 2 Indien voor de subsidievaststelling een verzoek tot faillietverklaring van de subsidieontvanger is ingediend of verlening van surséance van betaling aan de subsidieontvanger is verleend, vindt geen uitbetaling van voorschotten meer plaats.

  • 3 Bij faillissement wordt de Minister beschouwd als eerste begunstigde.

Artikel 12. Uitvoering gesubsidieerde activiteiten

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 2 De subsidieontvanger zorgt ervoor, dat de subsidie op doelmatige wijze wordt gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze wordt verstrekt en dat – naast de uit deze regeling voortvloeiende verplichtingen – alle overige verplichtingen die aan de subsidieverstrekking zijn verbonden worden nageleefd.

  • 3 Bij de subsidieverlening kunnen nadere verplichtingen worden opgelegd, die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 13. Mededeling omstandigheden

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk onder overlegging van relevante stukken schriftelijk mededeling aan de Minister van omstandigheden, die van invloed kunnen zijn op de beslissing omtrent de hoogte van de subsidie.

  • 2 De subsidieontvanger brengt de Minister onmiddellijk op de hoogte indien surséance van betaling wordt aangevraagd of in geval van dreiging of aangifte van faillissement.

Artikel 14. Verzekering risico’s

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De subsidieontvanger verzekert zich tegen alle risico’s, waaruit zodanige onkosten of schadeclaims kunnen voortkomen dat de verdere uitvoering van de activiteiten wordt verhinderd of dat subsidiegelden kunnen toevloeien naar gelaedeerde derden.

Artikel 15. Administratie

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De subsidieontvanger is verplicht een administratie te voeren die voldoet aan de volgende eisen:

    • a. de inrichting van de administratie sluit aan bij het goedgekeurde voorstel en bijbehorende begroting, bedoeld in artikel 3, eerste lid, en de goedgekeurde projectplannen en bijbehorende begrotingen, bedoeld in artikel 7, eerste en vierde lid; zij bevat informatie die nodig is voor een juist inzicht in de realisatie van de subsidiabele activiteiten en voor een juiste subsidieverstrekking;

    • b. de administratie is zodanig ingericht dat de juistheid en volledigheid van de financiële gegevens er op eenvoudige wijze uit kunnen worden opgemaakt. Dit houdt in:

    • 1°. dat alle ontvangsten en uitgaven onmiddellijk in de administratie worden vastgelegd met onderliggende stukken; van ontvangsten en uitgaven zonder bewijsstukken wordt een afzonderlijke administratie ingericht;

    • 2°. dat bewijsstukken aanwezig zijn ten name van de gesubsidieerde waaruit de aard van de geleverde goederen en diensten duidelijk blijkt.

  • 2 De administratie en de daarbij behorende bewijsstukken worden gedurende ten minste zeven jaar bewaard.

Artikel 16. Voortgangsrapportages

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Door de subsidieontvanger wordt over de kalenderjaren 2008 en 2009 binnen dertien weken na afloop van het betreffende kalenderjaar waarover subsidie is verleend een voortgangsrapportage met betrekking tot het voorstel, bedoeld in de artikel 3, eerste lid, en de projectplannen, bedoeld in artikel 7, eerste lid en vierde lid, ter verantwoording van de bestede kosten, bij de Minister ingediend. Bij deze voortgangsrapportages wordt een financiële verantwoording ingediend.

  • 2 De voortgangsrapportages, bedoeld in het eerste lid, sluiten aan bij het door de Minister goedgekeurde voorstel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, en de goedgekeurde projectplannen, bedoeld in artikel 7, eerste en vierde lid. Belangrijke verschillen worden toegelicht.

  • 3 De rapportages en financiële verantwoordingen over de besteding van de subsidie sluiten aan bij de ingediende begrotingen. Belangrijke verschillen tussen de voortgangsrapportages en de begroting worden toegelicht.

  • 4 De subsidieontvanger geeft aan de Auditdienst van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op verzoek inzage in de in artikel 15 bedoelde administratie en verstrekt alle inlichtingen die redelijkerwijs noodzakelijk zijn om een juist inzicht te krijgen in de uitvoering van de projectplannen en de besteding van de subsidie.

Artikel 17. Eindrapportage en subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De subsidieontvanger dient uiterlijk 1 april 2011 een verzoek tot subsidievaststelling in. De aanvraag omvat in elk geval een eindrapportage inzake de gesubsidieerde activiteiten en een financiële verantwoording. De eindrapportage geeft een duidelijk inzicht in de aard, de duur, de omvang van de gesubsidieerde activiteiten en de effecten daarvan in de praktijk. In het verslag worden de verrichte activiteiten vergeleken met de in het voorstel en de projectplannen voorgenomen activiteiten.

Artikel 18. Evaluatie

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Na het verzenden van de eindrapportage, bedoeld in artikel 17, geeft de subsidieontvanger een externe partij opdracht tot het doen van een evaluatie. De kosten hiervan zijn opgenomen in de financiële verantwoording, bedoeld in artikel 17. De externe partij zendt de Minister vóór 31 december 2011 een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk.

Artikel 19. Financiële verantwoording

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De financiële verantwoording, bedoeld in de artikelen 16 en 17, geeft duidelijk de baten en lasten weer welke op de gesubsidieerde activiteiten betrekking hebben en geeft inzicht in de financiële positie van de subsidieontvanger.

  • 2 De financiële verantwoording sluit, indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, aan bij de door de Minister goedgekeurde begroting. Belangrijke verschillen tussen de financiële verantwoording en de goedgekeurde begroting worden toegelicht.

  • 3 De baten en lasten die door middel van interne doorberekeningen zijn toegerekend, dienen te zijn bepaald op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaardbare grondslagen. Voorzover hierin de lasten zijn begrepen van materiele vaste activa, worden deze lasten op basis van aanschaffingsprijzen van die activa berekend.

Artikel 20. Accountantsverklaring

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 2 De controle en rapportage van de accountant worden ingericht volgens een door de Minister vast te stellen en naar de subsidieontvanger te zenden controleprotocol.

  • 3 De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de accountant meewerkt aan door of namens de Minister in te stellen onderzoeken. De daaraan verbonden kosten worden geacht te zijn begrepen in de subsidie.

Artikel 21. Vermogensvorming

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 2 Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de marktwaarde van de eigendommen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande, dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van eigendommen wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding wordt ontvangen.

Artikel 22. Teveel ontvangen voorschot

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Na de subsidievaststelling is de subsidieontvanger verplicht een teveel ontvangen voorschot onverwijld terug te betalen, tenzij de Minister tot verrekening op andere wijze heeft besloten.

Artikel 23. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2012.

  • 3 In afwijking van het tweede lid blijft deze regeling, zoals deze luidt op 31 december 2011, van toepassing op de financiële afwikkeling van de subsidie en eventuele bezwaar- en beroepsprocedures.

Artikel 24. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling ondersteuning capaciteitsuitbreiding kinderopvang.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S.A.M. Dijksma

Bijlage 2. Behorende bij artikel 20, eerste lid

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Aan: het bestuur van (opdrachtgever/rechtspersoon)

Accountantsverklaring

Wij hebben de financiële verantwoording over (jaar) van (opdrachtgever/rechtspersoon) te (plaats) bestaande uit de balans per 31 december (jaar) en de staat van baten en lasten over (jaar) met de toelichting gecontroleerd.

Voor de gesubsidieerde activiteiten heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met de beschikking gedateerd (datum) met kenmerk (nummer) een subsidie verleend voor het jaar (jaartal).

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het bestuur van (opdrachtgever/rechtspersoon) is verantwoordelijk voor het opmaken van de financiële verantwoording die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven. Tevens is het bestuur van (opdrachtgever/rechtspersoon) verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de financiële verantwoording verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Deze verantwoordelijkheden omvatten onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de financiële verantwoording van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de financiële verantwoording op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het controleprotocol, behorende bij de Tijdelijke subsidieregeling ondersteuning capaciteitsuitbreiding kinderopvang. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de financiële verantwoording. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de financiële verantwoording van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van (opdrachtgever/rechtspersoon). Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van (opdrachtgever/rechtspersoon) heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de financiële verantwoording.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Oordeel

Naar ons oordeel geeft de financiële verantwoording een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van (opdrachtgever/rechtspersoon) en van het resultaat over (jaar) en voldoet aan de bepalingen van de Tijdelijke subsidieregeling ondersteuning capaciteitsuitbreiding kinderopvang en de nadere aanwijzingen van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zoals vastgelegd in de subsidiebeschikking van (datum).

Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze financiële verantwoording verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over (jaar) voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals die in de subsidiebeschikking en het controleprotocol Tijdelijke subsidieregeling ondersteuning capaciteitsuitbreiding kinderopvang, zijn vermeld.

Plaats, datum

Naam accountantsorganisatie

Naam externe accountant en ondertekening met die naam

Naar boven