Regeling experiment parallel starten

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 13-03-2008 t/m heden

Regeling experiment parallel starten

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 8.23a, eerste lid, van de Wet luchtvaart;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. LVB: het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol;

  • b. het experiment: parallel starten;

  • c. gebruiksjaar 2008: de periode van 1 november 2007 tot en met 31 oktober 2008;

  • d. CROS: Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol, bedoeld in artikel 8.34 van de Wet luchtvaart;

  • e. KLM: Koninklijke Luchtvaart Maatschappij;

  • f. LVNL: Luchtverkeersleiding Nederland;

  • g. Schiphol: N.V. Luchthaven Schiphol;

  • h. SID: Standard Instrument Departure, vertrekprocedure die de piloot middels een code in de boordcomputer invoert waardoor het vliegtuig die procedure volgt vanaf de startbaan, ook wel: uitvliegroute.

Artikel 2. Doel

Het experiment beoogt gedurende het gebruiksjaar 2008, te onderzoeken of de nieuwe SID’s vanaf de Zwanenburgbaan, zoals deze zijn opgenomen in het ontwerp-LVB, onder alle condities (baan- en weersonafhankelijk) veilig kunnen worden gevlogen teneinde gelijktijdig starten vanaf de Polderbaan en de Zwanenburgbaan op basis van SID’s mogelijk te maken. Hiervan wordt een gunstig effect op de hinderbeleving verwacht.

Artikel 4. Grenswaarden

In plaats van de grenswaarden, genoemd in bijlage 2 van het LVB gelden tijdens dit experiment voor het gedeelte van het gebruiksjaar 2008 vanaf 13 maart 2008 voor de in de onderstaande tabel genoemde handhavingspunten de volgende grenswaarden:

Tabel Grenswaarden handhavingspunten etmaal ( Lden) [dB(A)]

Puntnummer

X-coördinaat

Y-coördinaat

Grenswaarde

Maximum grenswaarde in geval van buitengewone weersomstandigheden

1

97.325

470.400

55,99

(56,99)

2

100.475

472.525

57,69

(58,69)

3

104.150

474.925

58,87

(59,87)

4

106.325

477.125

58,31

(59,31)

5

108.875

478.725

58,13

(59,13)

6

109.675

481.125

57,53

(58,53)

7

107.625

486.025

57,48

(58,48)

8

107.725

489.075

58,53

(59,53)

9

107.725

492.100

56,96

(57,96)

10

108.525

495.350

59,22

(60,22)

11

109.175

498.100

58,97

(59,97)

12

109.550

500.725

58,64

(59,64)

13

110.250

503.025

57,68

(58,68)

14

110.775

500.550

56,99

(57,99)

15

110.575

496.725

58,01

(59,01)

16

111.750

491.425

56,95

(57,95)

17

111.825

487.425

57,67

(58,67)

18

111.950

485.275

62,70

(63,70)

19

113.625

482.275

54,09

(55,09)

20

116.175

481.925

58,02

(59,02)

21

119.050

481.900

57,64

(58,64)

22

122.025

481.450

57,62

(58,62)

23

118.800

481.050

56,94

(57,94)

24

114.525

476.925

57,63

(58,63)

25

116.100

474.050

57,96

(58,96)

26

113.575

472.550

55,41

(56,41)

27

112.500

468.500

56,08

(57,08)

28

112.600

472.325

55,54

(56,54)

29

112.525

475.400

57,03

(58,03)

30

110.475

475.250

57,74

(58,74)

31

108.600

475.075

59,31

(60,31)

32

110.150

471.075

56,74

(57,74)

33

106.800

471.150

56,23

(57,23)

34

103.400

472.225

57,51

(58,51)

35

98.400

470.300

57,10

(58,10)

In plaats van de grenswaarden, genoemd in bijlage 3 van het LVB gelden tijdens dit experiment voor het gedeelte van het gebruiksjaar 2008 vanaf 13 maart 2008 voor de in de onderstaande tabel genoemde handhavingspunten de volgende grenswaarden:

Tabel Grenswaarden handhavingspunten nachtperiode (Lnight)) [dB(A)]

Nr.

X-coördinaat

Y-coördinaat

Grenswaarde

Maximum grenswaarde in geval van buitengewone weersomstandigheden

1

102.750

473.250

52,85

(53,85)

2

104.150

474.925

50,47

(51,47)

3

105.750

476.600

47,92

(48,92)

4

108.875

478.725

47,91

(48,91)

5

108.025

485.875

52,27

(53,27)

6

108.350

492.100

52,11

(53,11)

7

108.525

495.350

50,38

(51,38)

8

109.275

501.750

49,03

(50,03)

9

109.675

504.850

47,34

(48,34)

10

110.825

504.425

48,04

(49,04)

11

110.775

500.550

49,01

(50,01)

12

110.575

496.725

50,14

(51,14)

13

110.600

494.400

50,32

(51,32)

14

110.175

488.550

52,42

(53,42)

15

118.825

481.650

52,41

(53,41)

16

120.250

481.500

51,33

(52,33)

17

118.825

481.350

52,38

(53,38)

18

111.000

476.350

47,90

(48,90)

19

109.175

474.600

46,52

(47,52)

20

110.750

471.600

46,39

(47,39)

21

115.875

468.125

43,19

(44,19)

22

111.800

467.525

44,39

(45,39)

23

109.500

468.025

45,87

(46,87)

24

106.000

471.050

46,18

(46,18)

25

100.475

472.525

48,81

(49,81)

Artikel 5. Uitvoering

Het experiment houdt in dat minimaal 10.000 vertrekkende vluchten vanaf de Zwanenburgbaan via SID’s naar het noorden en het oosten vliegen. Op het moment dat deze vluchten plaatsvinden wordt er niet van de Polderbaan gevlogen. In deze tijdsperiode zullen daarom de vertrekkende vluchten naar het westen ook vanaf de Zwanenburgbaan plaatsvinden.

Artikel 6. Gevolgen

Als gevolg van het experiment zal het aantal gehinderden in eerste instantie tijdelijk toenemen, maar het uiteindelijke resultaat van het vliegen op basis van SID’s van de Zwanenburgbaan bij gelijktijdig starten van de Polderbaan zal naar verwachting per saldo afname van de hinder opleveren. Dit mede doordat minder vaak zal hoeven worden uitgeweken naar de Buitenveldertbaan.

Gedurende het experiment zullen de effecten regelmatig worden gemonitord.

Artikel 7. Criteria

De criteria die onderdeel vormen van de afweging en de beoordeling of het experiment leidt tot het beoogde doel:

  • De mate waarin de vaste uitvliegroute vanaf de Zwanenburgbaan (36C) gevlogen kan worden onafhankelijk van het weer of van gelijktijdig gebruik van de Polderbaan;

  • het zoveel mogelijk voorkomen van tijdelijke hinder gedurende het implementatietraject;

  • het effect op de vliegoperatie (betrouwbaarheid en capaciteit);

  • het effect op de veiligheid zowel intern als extern;

  • het effect op de ruimtelijke contouren zoals vastgelegd in het Luchthavenindelingbesluit Schiphol en op bestaande verstedelijking en nieuwbouwplannen.

Artikel 8. Onvoorziene gevallen

In onvoorziene gevallen kunnen op advies van de belanghebbenden de Minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer overgaan tot het bijsturen, opschorten of vroegtijdig stopzetten van het experiment.

Artikel 9. Termijn experiment

De startdatum van dit experiment is 13 maart 2008 en het eindigt aan het einde van het gebruiksjaar, op 31 oktober 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings

Naar boven