2.a.26.1. Extra verwarming
Een belastingplichtige (MS-patiënt) claimt 25% van de jaarlijkse uitgaven van verwarming
van zijn woning als buitengewone uitgaven wegens ziekte. Is dit mogelijk?
Gezien de limitatieve opsomming in artikel 6.17 van de Wet IB 2001 en op grond van de geldende jurisprudentie zijn uitgaven voor verwarming niet te
rekenen tot de uitgaven voor genees- en heelkundige hulp. De Hoge Raad is van oordeel
dat (extra) verwarmingsuitgaven naar hun aard niet als hulpmiddel kunnen worden aangemerkt.
Alleen een stoffelijke zaak kan hulpmiddel zijn in de zin van de Wet IB 2001 (Hoge Raad 3 juni 1998, nr. 33 683; LJN: AA2292).
2.a.26.2. Viagra aftrekbaar?
Belastingplichtige heeft diverse lichamelijke klachten waaronder het falen van de
erectie. De huisarts heeft gelet op het totaal van de klachten Viagra voorgeschreven.
Zijn de kosten hiervan aftrekbaar als buitengewone uitgaven?
Ja. Er is sprake van een door een arts voorgeschreven medicijn ter bestrijding van
een ziekte.
2.a.26.3. Aanschaf pruiken 24-jarige
Ouders schaffen voor hun 24-jarige zoon (WSF-student) op medisch voorschrift twee
pruiken aan voor € 680 per stuk. Voor het onderhoud van de pruik moet de zoon eens
in de drie weken vanuit Tilburg naar Utrecht. De uitgaven voor onderhoud bedragen
€ 60 per keer. Zijn de uitgaven voor aanschaf, reizen en onderhoud aftrekbaar als
buitengewone uitgaven wegens ziekte?
Voorzieningen ter camouflering van een lichamelijke onvolkomenheid kunnen als hulpmiddel
worden aangemerkt indien de voorziening op grond van medische noodzaak is getroffen
en bijdraagt tot de genezing dan wel de zieke of invalide in staat stelt tot het vervullen
van een normale lichaamsfunctie. Kaalhoofdigheid op jeugdige leeftijd kan aangemerkt
worden als een lichamelijke onvolkomenheid. In dat geval kan sprake zijn van een hulpmiddel
waarvoor aftrek mogelijk is. Hierbij zal voor wat betreft de uitgaven voor onderhoud
en reizen rekening moeten worden gehouden met een bedrag dat normaal aan haarverzorging
wordt uitgegeven.
2.a.26.4. Aanschaf pruiken 45-jarige man
Belastingplichtige (45 jaar) schaft jaarlijks twee pruiken aan (voor € 3.600). Belastingplichtige
is sinds zijn 17de kaal. De aftrek wordt (op grond van een in het verleden afgegeven
medische indicatie) al jaren verleend. Zijn de uitgaven (nog steeds) aftrekbaar?
Gezien de leeftijd van belastingplichtige kan gesteld worden dat het verlies van casus
quo het ontbreken van hoofdhaar een normaal verschijnsel is. Zie Hof ’s Gravenhage
28 juli 1972, nr. 23/1972 (BNB 1973/77); Hoge Raad 21 februari 1973, nr. 16 997 (BNB
1973/88) en Hof Den Haag 26 februari 1988, nr. 2378/87 ((V-N 1988/1913). In het voorgelegde
geval zal de medische noodzaak opnieuw moeten worden getoetst en zal de aftrek, indien
er geen sprake is van medische noodzaak, dienen te worden beëindigd (eventueel, in
verband met de beginselen van behoorlijk bestuur, met inachtneming van een opzegtermijn).
2.a.26.5 Medicinale cannabis
Een belastingplichtige is ernstig ziek. Gewone pijnbestrijdingsmiddelen helpen onvoldoende.
Cannabis helpt wel. De cannabis wordt door de behandelende arts voorgeschreven en
door een apotheek geleverd. De kosten worden niet vergoed. Zijn deze uitgaven aftrekbaar
als ziektekosten?
Per 1 september 2003 is het mogelijk dat via de apothekers in Nederland zogeheten
medicinale cannabis wordt verstrekt. Deze medicinale cannabis is alleen op recept
verkrijgbaar. De kosten zijn alleen aftrekbaar als sprake is van een ziekte en van
verstrekking op voorschrift van een arts. Het gedeelte van de kosten dat niet vergoed
wordt, komt in aanmerking voor aftrek onder de buitengewone-uitgavenregeling. De belastingplichtige
dient wel over betalingsbewijzen te beschikken.
2.a.26.6. Zonder medisch voorschrift aangeschafte traplift
Belastingplichtige kan ten gevolge van zijn ziekte de eerste verdieping van zijn woning
niet anders bereiken dan met behulp van een traplift. Zijn de kosten van deze traplift,
die zonder medisch voorschrift is aangeschaft, aftrekbaar?
Ja, de traplift vormt een hulpmiddel omdat belastingplichtige anders de eerste verdieping
niet kan bereiken.
2.a.26.7. Aanschaf elektroscooter naast door gemeente verstrekte elektroscooter
Belastingplichtige heeft een spierziekte. Voor zijn vervoer is hij aangewezen op een
elektroscooter. De gemeente heeft hem een niet opvouwbare elektroscooter verstrekt.
Hij koopt voor € 3.250 een opvouwbare elektroscooter, die mee kan in een auto of vliegtuig.
Hij heeft geen recht op vergoeding. Is sprake van een hulpmiddel in de zin van artikel 6.17 van de Wet IB 2001?
Ja, er wordt aan alle wettelijke vereisten voldaan. Het bedrag van € 3.250 is evenwel
niet geheel in één jaar aftrekbaar. Er bestaat een 2e-handsmarkt voor dergelijke scooters.
Alleen de afschrijving, rekening houdend met de restwaarde, is aftrekbaar.
2.a.26.8. Aanpassing in vakantiewoning hulpmiddel?
Belastingplichtige heeft een zwaar gehandicapte zoon (10 jaar). In zijn woonhuis zijn
diverse hulpmiddelen aangebracht zoals een takelinstallatie bij het bed. Ook voor
de vakantiewoning in het buitenland zijn takelinstallaties aangeschaft bij bed en
zwembad. Zijn deze aan te merken als hulpmiddelen?
Voor het begrip hulpmiddel van artikel 6.17 van de Wet IB 2001 maakt het niet uit of het om uitgaven in het buitenland of om uitgaven voor een vakantiewoning
gaat.
2.a.26.9. Verbouwingskosten
Belastingplichtige heeft in verband met een spierziekte op medisch voorschrift een
slaapkamer en een doucheruimte laten bouwen op de begane grond. De kosten daarvan
bedroegen in 2007 € 30.000. Op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning heeft hij recht op een vergoeding van € 16.000. Door de aanbouw steeg de woning in
waarde met € 10.000.
Welk deel van de kosten is aftrekbaar gelet op het bepaalde in artikel 20a van het UBIB 2001?
De op belastingplichtige drukkende aanpassingskosten bedragen € 14.000 (€ 30.000 verminderd
met de vergoeding van € 16.000). Omdat de waardestijging meer is dan 10% van de drukkende
aanpassingskosten moet met de waardestijging rekening worden gehouden. Het niet-aftrekbare
deel is € 10.000 verminderd € 1.400 (10% van de drukkende aanpassingskosten), ofwel
€ 8.600. Dat leidt in 2007 tot een bedrag aan ziektekosten van € 14.000 verminderd
met € 8.600, ofwel € 5.400.
2.a.26.10. Verbouwing en medisch voorschrift
Een belastingplichtige kan zich moeilijk voortbewegen. Dit is een permanente situatie.
Het Centrum Indicatiestelling Zorg (verder: CIZ) indiceert een traplift en aanpassing
van de badkamer boven. De belastingplichtige realiseert evenwel een slaapkamer met
badkamer op de begane grond van de woning die zijn eigendom is. Kosten € 40.000. De
gemeente vergoedt de aanpassingen die het CIZ heeft geïndiceerd, namelijk € 6.000.
Beperkt de indicatie van het CIZ de aftrek van uitgaven voor hulpmiddelen?
Nee. De indicatie van het CIZ is een advies aan de gemeente inzake de medische noodzaak
tot het doen van aanpassing(en). Het is de constatering en de beschrijving van een
functiebeperking en een advies inzake de aan te bevelen maatregelen. Als de belastingplichtige
andere dan de aanbevolen maatregelen neemt, blijft er op zich sprake van een medisch
voorschrift. Als overigens aan de voorwaarden van artikel 20a, aanhef en onderdeel a, van het UBIB 2001 wordt voldaan, zijn dus niet de geïndiceerde aanpassingen maar de gedane aanpassingen
relevant voor de berekening van het in aanmerking te nemen bedrag. Dat neemt niet
weg dat ook van belang blijft of de belastingplichtige zich nog redelijkerwijs gedrongen
heeft kunnen voelen om de uitgave te doen (artikel 6.1 van de Wet IB 2001). De uitgaven van een verbouwing die duurder is dan strikt noodzakelijk, zullen overigens
veelal ook terug te vinden zijn in een (hogere) waardevermeerdering van de woning
en in die zin de uiteindelijke aftrek beperken.
Voorbeeld
Totale aanpassingskosten € 40.000. Vergoeding gemeente naar aanleiding van CIZ-indicatie
€ 6.000. De drukkende aanpassingskosten bedragen dan € 34.000. Door de aanpassing
stijgt de woning met € 25.000 in waarde. Deze waardevermeerdering is meer dan 10%
van de drukkende aanpassingskosten. Buiten aanmerking blijft dan € 25.000 min € 3.400
is € 21.600. Als hulpmiddel wordt aangemerkt € 34.000 min € 21.600 is € 12.400.
2.a.26.11. Verbouwing van huurwoning
Een belastingplichtige woont in een huurwoning. Zijn echtgenote heeft een functiebeperking.
Op de begane grond wordt, op medisch voorschrift, een slaapkamer met badkamer bijgebouwd.
De kosten hiervan worden in 2006 en 2007 betaald.
1. Geldt artikel 20a van het UBIB 2001 ook voor huurwoningen?
2. Zo ja, hoe wordt de waardevermeerdering berekend?
3. Hoe wordt de aftrek berekend nu de kosten in twee jaren worden betaald?
1. Ja.
2. De belastingplichtige geeft zelf een indicatie van de waardevermeerdering. De Belastingdienst
kan hem vragen deze aannemelijk te maken. Het dient te gaan om een objectieve bepaling
van de waardevermeerdering. Hoewel sprake is van een huurwoning kan ook de huurder
belang hebben bij een waardevermeerdering omdat de verhuurder (met ingang van 1 augustus
2003 wettelijk) verplicht is de huurder na beëindiging van het huurcontract schadeloos
te stellen voor door de huurder aangebrachte verbeteringen.
3. Het besluit wordt per verbouwing toegepast. Het aftrekbare bedrag wordt naar evenredigheid
van de daadwerkelijke betalingen in de jaren 2006 en 2007 aan die jaren toegerekend.
Zie voorbeeld.
Voorbeeld
Totale aanpassingskosten € 30.000. In 2006 is € 25.000 en in 2007 is € 5.000 betaald.
Door de aanpassing stijgt de woning met € 10.000 in waarde. Deze waardevermeerdering
is meer dan 10% van de drukkende aanpassingskosten. Buiten aanmerking blijft dan €
10.000 min € 3.000 is € 7.000. Als hulpmiddel wordt aangemerkt € 30.000 min € 7.000
is € 23.000. In 2006 is € 19.167 (5/6) en in 2007 is € 3.833 (1/6) als ziektekosten
in aanmerking te nemen.
2.a.26.12. Zwembad hulpmiddel?
Een belastingplichtige is gehuwd. Zijn echtgenote heeft hersenletsel en kan zich niet
zonder hulp(middel) voortbewegen. Een arts heeft verklaard dat hij het wenselijk acht
dat de echtgenote thuis kan zwemmen. Belastingplichtige laat in de tuin een overdekt
zwembad aanleggen. Is het zwembad een hulpmiddel waardoor de kosten aftrekbaar zijn?
Nee. Allereerst is er de vraag of belastingplichtige zich redelijkerwijs gedrongen
heeft kunnen voelen om de uitgaven te doen (artikel 6.1 van de Wet IB 2001). Dit ligt niet voor de hand. Een zwembad is geen hulpmiddel in de zin van een middel
dat het lichaam van de zieke of invalide in staat stelt tot het vervullen van de normale
lichaamsfunctie, die het zonder dat middel niet zou kunnen. Er blijkt voorts niet
dat het zwemmen onderdeel is van een medische behandeling dan wel een behandeling
onder toezicht of begeleiding van medici of paramedici, waardoor het als genees- of
heelkundige hulp zou kunnen kwalificeren. Er wordt ook niet voldaan aan de voorwaarden
van artikel 20a van het UBIB 2001. Er is immers geen sprake van een aanpassing van een woning terwijl ook het medisch
voorschrift ontbreekt. Indien het zwembad als een zaak zou kunnen worden gezien, is
er geen sprake van een zaak van een zodanige aard dat zij hoofdzakelijk door zieke
of invalide personen wordt gebruikt.
2.a.26.13. Aanpassing keuken
Een arts heeft verklaard dat belastingplichtige een nieuwe heup heeft gekregen en
niet veel mag bukken. Het Centrum Indicatiestelling Zorg verklaart dat in de keuken
aanpassingen nodig zijn in verband met de lichamelijke gebreken; geadviseerd wordt
om laden te plaatsen. De gemeente bepaalt het te vergoeden bedrag op € 500. Belastingplichtige
laat een nieuwe keuken plaatsen voor € 14.000 en voert een bedrag van € 13.500 op
als buitengewone uitgaven wegens ziekte. Kan het volledige bedrag van € 13.500 als
buitengewone uitgaven in aanmerking worden genomen?
Nee. Niet de geïndiceerde aanpassingen zijn bepalend voor het als buitengewone uitgaven
in aanmerking te nemen bedrag maar de gedane aanpassingen voorzover deze rechtstreeks
voortvloeien uit de functiebeperking van de belastingplichtige. Voorzover dat verband
ontbreekt en de uitgaven niet noodzakelijk zijn, zijn de uitgaven geen buitengewone
uitgaven. Het fiscaal in aanmerking nemen van de aftrek wegens buitengewone uitgaven
wordt slechts gedaan voorzover de belastingplichtige zich redelijkerwijs gedrongen
heeft kunnen voelen tot het doen van die uitgaven (artikel 6.1, tweede lid, onderdeel d, juncto artikel 6.1 derde lid, van de Wet IB
2001). Voorzover uitgaven niet om noodzakelijke redenen zijn gedaan en overwegend voortvloeien
uit persoonlijke voorkeur, kunnen de uitgaven niet tot de buitengewone uitgaven worden
gerekend. Indien in de nieuwe keuken vervangingen zijn gedaan of verbeteringen zijn
aangebracht die geen verband houden met de functiebeperking van de belastingplichtige,
zijn de uitgaven niet aftrekbaar.
2.a.26.14. Stichtingskosten nieuwe woning
De echtgenote van belastingplichtige leidt al jaren aan MS. Gedurende bepaalde perioden
maakt zij gebruik van een rolstoel. Belastingplichtige laat een nieuw huis bouwen.
Hij heeft bij de bouw diverse voorzieningen laten aanbrengen zoals een slaap- en badkamer
op de begane grond en een liftschacht ten behoeve van een mogelijk toekomstige lift.
Zijn de stichtingskosten van een woning, voor zover ze betrekking hebben op aanpassingen
waarbij rekening wordt gehouden met fysieke beperkingen vanwege ziekte en/of invaliditeit,
aan te merken als kosten van aanpassing van een woning in de zin van artikel 20a van het UBIB 2001?
Ja. Van belang is of de aanpassingen hebben plaatsgevonden in verband met fysieke
beperkingen (hetgeen bij bijvoorbeeld een liftschacht aannemelijk is) of dat er sprake
is van gebruikerswensen (waarvan eerder sprake zal zijn bij voorzieningen die gelet
op het type woning niet ongebruikelijk zijn zoals de slaap- en badkamer op de begane
grond). Over het algemeen kan gezegd worden dat indien sprake is van een woning die
deel uitmaakt van een nieuwbouwproject eerder aannemelijk is dat sprake is van een
aanpassing van de woning in verband met de functiebeperking. Bij een dergelijke woning
zullen aanpassingen in verband met een functiebeperking immers duidelijk kenbaar zijn
als meerwerk ten opzichte van de andere woningen. Bij een vrij ontworpen woning is
dit lastiger aan te tonen. Er zal bij een vrij ontwerp eerder sprake zijn van het
realiseren van een woning die voldoet aan de gebruikerswensen, dan van het aanpassen
van het ontwerp in verband met een functiebeperking.
Voor de stichtingskosten van de liftschacht geldt dat de schacht op zichzelf geen
hulpmiddel is, maar dient als onderdeel van (voorbereiding op) de lift als hulpmiddel.
De liftschacht kan verder niet voor een ander doel worden gebruikt. Daarom is het
redelijk de uitgaven voor de liftschacht al in het jaar van betaling in aanmerking
te nemen, temeer omdat deze uitgaven in het jaar van plaatsen van de lift op basis
van het kasstelsel niet aftrekbaar zijn.
2.a.26.15. Hartdefibrillator en alarmsysteem in appartementencomplex
Een appartementengebouw bestaat uit achttien appartementen, bewoond door ouderen.
Deze kopen samen een AED-apparaat (hartdefibrillator) en een alarmsysteem. Ook volgen
zij een cursus voor de bediening van de AED. Kan iedere bewoner 1/18 deel van de uitgaven
voor die zaken in aanmerking nemen als buitengewone uitgaven?
Nee. Het appartementengebouw wordt bewoond door ouderen. Er kan pas sprake zijn van
buitengewone uitgaven als een uitgave is gedaan wegens ziekte of invaliditeit. Ouderen
behoren niet per definitie tot de groep zieken of invaliden. Defibrillator, bijbehorende
cursus en alarmsysteem kunnen dan ook niet in aanmerking worden genomen als buitengewone
uitgaven. Indien één van de bewoners ziek is (hartkwaal/hartaandoening), kan een hartdefibrillator
voor hem een hulpmiddel zijn.
Een alarmsysteem wordt niet aangemerkt als hulpmiddel. Zo’n systeem stelt een zieke
of invalide niet in staat tot het verrichten van een normale lichaamsfunctie waartoe
hij zonder dat middel niet in staat zou zijn. Verder is een dergelijk systeem niet
van een zodanige aard dat het hoofdzakelijk door zieke of invalide personen wordt
gebruikt.
2.a.26.16. Dyslexiepakket
Een belastingplichtige heeft een kind dat dyslexie heeft. Via internet wordt een softwarepakket
gekocht voor € 1.500. Dit pakket zet geschreven tekst om in gesproken woord en heeft
een unieke tweekleurige cursor voor het gemakkelijk meelezen. Het standaardpakket
bevat woordenboeken in vier verschillende talen en de bijbehorende natuurlijke menselijke
stemmen. Woordpredictie, synoniemlijsten en gesproken spellingcontrole helpen de gebruiker
bij het schrijven. Docenten kunnen het softwarepakket gebruiken om leerlingen op interactieve
wijze te ondersteunen bij hun studie en het maken van toetsen. Komen de uitgaven voor
de aanschaf van dit softwarepakket in aanmerking voor aftrek als ziektekosten?
Ja, de uitgaven voor de aanschaf van dit softwarepakket komen in aanmerking voor aftrek
als ziektekosten.
In het algemeen wordt dyslexie aangemerkt als een vorm van invaliditeit. Zie Hoge
Raad van 3 februari 1988, nr. 25 291 (BNB1988/110). Van belang is hier of het softwarepakket
is aan te merken als een hulpmiddel. Een hulpmiddel is een middel dat iemand in staat
stelt tot het verrichten van een normale lichaamsfunctie waartoe hij zonder dat middel
niet in staat zou zijn (artikel 6.17, tweede lid, van de Wet IB 2001). Op grond van artikel 20a, aanhef en onderdeel b, van het UBIB 2001 worden zaken en aanpassingen van zaken tot de hulpmiddelen gerekend, voorzover deze
zaken en de aanpassingen van een zodanige aard zijn dat zij hoofdzakelijk door zieke
of invalide personen worden gebruikt. Indien dit zo is, hoeft de toets, of het softwarepakket
een persoon tot het verrichten van normale lichaamsfuncties in staat stelt, niet meer
plaats te vinden. Het softwarepakket lijkt specifiek te zijn samengesteld voor de
doelgroep dyslexiepatiënten. Daarmee onderscheidt het zich van overige softwarepakketten
en lijkt sprake te zijn van een zaak die hoofdzakelijk door zieke of invalide personen
wordt gebruikt. Het aanschaffen van een dergelijk softwarepakket zonder medisch advies
of zonder medische begeleiding zal uitsluitend worden gedaan door of ten behoeve van
mensen met een dyslexieprobleem. Het softwarepakket kan daarom worden aangemerkt als
hulpmiddel.
Gezien de problemen die dyslexie veroorzaakt, lijkt het aannemelijk dat belastingplichtige
zich redelijkerwijs gedrongen kan voelen de uitgave te doen. Nu voldaan is aan alle
voorwaarden is sprake van buitengewone uitgaven wegens ziekte. Omdat er geen sprake
is van een voorwerp van geringe waarde wordt de afschrijving in aanmerking genomen.
2.a.26.17. Inrij-Canta
Een inrij-Canta is een voertuig. Via een op afstand bedienbare achterdeur kan een
rolstoel naar binnen worden gereden. De rolstoel wordt vergrendeld en het voertuig
wordt vanuit de rolstoel bestuurd. Voor het besturen van een inrij-Canta is geen rijbewijs
nodig. Kan een inrij-Canta worden beschouwd als een hulpmiddel?
Nee, een inrij-Canta kan niet als een hulpmiddel worden beschouwd. Een auto of brommobiel
kan niet als hulpmiddel worden aangemerkt, omdat ze geen bijzondere hoedanigheid bezitten
welke meebrengt dat ze hoofdzakelijk worden gebruikt door zieke of invalide mensen.
Hoewel een auto voor een zieke of invalide weliswaar kan worden gebruikt voor het
vervullen van een normale lichaamsfunctie, te weten het zich buitenshuis over loopafstand
verplaatsen, kan niet worden gezegd dat een auto of een voertuig daartoe het enige
of meest geëigende middel is.
Een inrij-Canta is een brommobiel, die zodanig is geconstrueerd dat een rolstoelgebruiker
er zittend in zijn rolstoel in kan rijden en vanuit zijn rolstoel de brommobiel kan
besturen. Er zijn ook normale Canta’s die deze speciale functie niet hebben. Daardoor
is er sprake van een aanpassing van een zaak. Deze aanpassing is, als overigens aan
de voorwaarden is voldaan, aan te merken als een hulpmiddel in de zin van artikel 20a, aanhef en onderdeel b, van het UBIB 2001. De afschrijving kan dan jaarlijks in aanmerking worden genomen.