Regeling verplichte afkoop hoogniveaurenovatie 2007

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-11-2007 t/m heden

Regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van 21 oktober 2007, nr. DJZ2007096828, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, houdende regels omtrent verplichte afkoop van jaarlijkse bijdragen, die krachtens de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987 zijn toegekend aan gemeenten (Regeling verplichte afkoop hoogniveaurenovatie 2007)

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Invoeringsbesluit Wet stedelijke vernieuwing;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepaling

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. gemeente: gemeente jegens wie verbintenissen bestaan die voortvloeien uit de RGSVH;

  • b. Minister: Minister voor Wonen, Wijken en Integratie;

  • c. RGSVH: Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987, zoals die regeling luidde op 31 december 1991;

  • d. verbintenis: verbintenis die voortvloeit uit de RGSVH.

Paragraaf 2. Subsidie ter beëindiging van verbintenissen van het Rijk jegens gemeenten

Artikel 2

  • 1 De Minister stelt bij beschikking het totaalbedrag vast, waartegen de nog resterende verbintenissen jegens een gemeente worden afgekocht.

  • 2 De Minister voegt bij de beschikking een totaaloverzicht van de nog resterende verbintenissen jegens die gemeente en de daarbij behorende afkoopbedragen.

Artikel 3

  • 1 Per verbintenis van het Rijk jegens een gemeente wordt het subsidiebedrag vastgesteld overeenkomstig het tweede tot en met het vierde lid.

  • 2 Voor elk jaar van de nog resterende looptijd van de verbintenis wordt het bedrag aan geldelijke steun, dat het Rijk op grond van die verbintenis aan de gemeente verschuldigd is, contant gemaakt door middel van deling van dat bedrag door (1 + i)n. Hierbij is ‘i’ de disconteringsvoet en ‘n’ het aantal jaren vanaf de eerste vervaldatum van een bedrag aan geldelijke steun na 31 oktober 2007 tot aan de laatste vervaldatum.

  • 3 De overeenkomstig het tweede lid berekende bedragen worden gesommeerd. Het resultaat wordt contant gemaakt naar 31 oktober 2007 door deling door (1 + i*m), waarbij ‘i’ de disconteringsvoet is en ‘m’ de periode vanaf 31 oktober 2007 tot aan de eerste vervaldatum van geldelijke steun, herleid tot een gedeelte van een heel jaar.

  • 4 Het overeenkomstig het derde lid berekende bedrag wordt vermeerderd met een rente van 4,00% per jaar, te rekenen vanaf 1 november 2007 tot en met 30 december 2007.

Artikel 4

  • 1 Voor de toepassing van artikel 3 wordt uitgegaan van maanden van dertig dagen en van een jaar van 360 dagen.

  • 2 Voor de toepassing van artikel 3 wordt voor het derde tijdvak van tien jaar van de beschikkingen tot vaststelling van geldelijke steun uitgegaan van een rendement van 4,00% voor het vaststellen van de resterende looptijd van de jaarlijkse bijdrage.

Artikel 5

  • 1 Het bedrag van de eenmalige subsidie aan de gemeente komt overeen met het totaal aan subsidiebedragen, bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 2 De vaststelling van de eenmalige subsidie heeft tot gevolg dat:

    • a. een verbintenis van het Rijk jegens de gemeente uit hoofde van geldelijke steun die is verleend krachtens de RGSVH te niet gaat voor zover deze betrekking heeft op het tijdvak vanaf 1 november 2007;

    • b. aanspraken van het Rijk op de gemeente als gevolg van herziening van beschikkingen op grond van de RGSVH vervallen;

    • c. aanspraken van de gemeente op het Rijk als gevolg van herziening van beschikkingen op grond van de RGSVH vervallen.

Artikel 6

Na de beschikking tot subsidievaststelling wordt het subsidiebedrag uiterlijk in december 2007 uitbetaald.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 oktober 2007

De

Minister

voor Wonen, Wijken en Integratie,

C.P. Vogelaar

Naar boven