Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Federatie Hengelsportverenigingen Zuidwest Nederland 2007

[Regeling vervallen per 13-04-2011.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 10-06-2010 t/m 12-04-2011

Besluit van de Minister van Justitie van 31 juli 2007, nr. 5488351/Justis/07, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren van medewerkers van de Federatie van Hengelsportverenigingen Zuidwest Nederland

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de Ministers die het aangaan;

Gelezen het verzoek van het bestuur van de Federatie van Hengelsportverenigingen van 29 mei 2007 en de daaropvolgende adviezen van de hoofdofficier van justitie te Breda en de korpschef van de regiopolitie Midden en West Brabant;

Gelet op:

artikel 142, eerste lid, onder b en c en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

artikel 8, zevende lid en artikel 9, van de Politiewet 1993;

– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

– de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Buitengewoon Opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 13-04-2011]

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 13-04-2011]

De personen, werkzaam in de functie van flora- en faunabeheerder in dienst van de Federatie van Hengelsportverenigingen Zuidwest Nederland, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 13-04-2011]

  • 2 De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het domein waarin hij is aangesteld.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 13-04-2011]

  • 1 Maximaal 10 personen zijn als buitengewoon opsporingsambtenaar bevoegd bij de opsporing van de strafbare feiten waarvoor hij of zij is beëdigd, gebruik te maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993. Hij gedraagt zich overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Ambtsinstructie voor de politie, Koninklijke Marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2 De onder artikel 4, lid 1, genoemde buitengewoon opsporingsambtenaar kan gedurende de uitoefening van zijn functie als flora- en faunabeheerder gebruik maken van handboeien en een (korte) wapenstok, pepperspray alsmede en een vuurwapen, merk Walther type P5, kaliber 9mm x 19mm, van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie goedgekeurd merk en type.

  • 3 De in artikel 4, lid 1 en lid 2, genoemde buitengewoon opsporingsambtenaar wordt daadwerkelijk uitgerust met handboeien en een korte wapenstok en de pepperspray nadat de direct toezichthouder heeft vastgesteld dat betrokkene beschikt over de vereiste bekwaamheid ten aanzien van het gebruik en het omgaan met handboeien, korte wapenstok, de pepperspray en een vuurwapen, merk Walther type P5, kaliber 9mm x 19mm.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 13-04-2011]

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 50 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 13-04-2011]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de Hoofdofficier van Justitie bij het Functioneel Parket.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps Midden en West Brabant.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 13-04-2011]

  • 1 Het bestuur van de Federatie van Hengelsportverenigingen Zuidwest Nederland brengt jaarlijks, voor 1 april, over het jaar daaraan voorafgaand aan de Minister van Justitie verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was binnen de dienst;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon

    • d. opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2 Dit verslag dient te worden toegezonden aan de toezichthouder en de direct toezichthouder, als bedoeld in artikel 5 van dit besluit, alsmede aan het Ministerie van Justitie, dienst Justis, afd. BTR/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 13-04-2011]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het besluit van 31 juli 2007, nr. 5488351/Justis/07, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 13-04-2011]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt 5 jaar na de datum van inwerkingtreding.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 13-04-2011]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Federatie Hengelsportverenigingen Zuidwest Nederland 2007.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 31 juli 2007

De

Minister

van Justitie,
namens deze:
de

teammanager BTR

,

P.W.C. Collard

Naar boven