Beleidsregels bestuurlijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag

[Regeling vervallen per 21-08-2010.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 04-05-2007 t/m 20-08-2010

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 april 2007, Directie Arbeidsverhoudingen, nr. AV/IR/2007/10159, tot vaststelling van beleidsregels in het kader van de bestuursrechtelijke handhaving van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 18g, derde lid, en artikel 18n, vierde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (hierna: de wet);

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 21-08-2010]

  • 1 Indien een werkgever de op hem rustende verplichting, bedoeld in artikel 7 van de wet, niet of onvoldoende nakomt wordt hem per werknemer ten aanzien van wie de overtreding is begaan een boete opgelegd waarvan de hoogte wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel.

    Boetebedragen
     

    Duur onderbetaling

    ≤ 1 maand

    > 1 – ≤ 6 maanden

    > 6 maanden

    % onderbetaling per dag, week, maand

         

    < 25%

     

    750

    1500

    3000

    25–50%

     

    1500

    3000

    4500

    > 50%

     

    3000

    4500

    6000

  • 2 Indien een werkgever de op hem rustende verplichting, bedoeld in artikel 15 van de wet, niet of onvoldoende nakomt wordt hem per werknemer ten aanzien van wie de overtreding is begaan een boete opgelegd van € 700,–, met dien verstande dat een boete uitsluitend wordt opgelegd als de betaalde vakantiebijslag minder bedraagt dan 8% van het minimumloon, bedoeld in artikel 7 van de wet.

  • 3 Indien een werkgever niet of in onvoldoende mate schriftelijke bescheiden kan overleggen waaruit de aard van de arbeidsrelatie, het door hem betaalde loon, de door hem betaalde vakantiebijslag of het aantal gewerkte uren blijkt van een in zijn onderneming, bedrijf of inrichting aangetroffen werkzame persoon wordt hem voor iedere persoon die het betreft een boete opgelegd van € 6.700,–.

  • 4 De totale bij een boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meer werknemers ten aanzien van wie beboetbare feiten zijn begaan, uit de som van het per werknemer vastgestelde boetebedrag.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 21-08-2010]

  • 1 In afwijking van artikel 1 wordt geen boete opgelegd, als het niet of onvoldoende nakomen van de verplichtingen, bedoeld in artikel 1, onder 1 of 2, berust op een kennelijke vergissing of verschrijving, of als de mate waarin deze verplichtingen niet worden nagekomen per werknemer minder bedraagt dan 5%. In dat geval wordt volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing waarbij de werkgever in de gelegenheid wordt gesteld alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen en binnen vier weken na het constateren van het beboetbare feit schriftelijke bewijsstukken te overleggen waaruit dat blijkt. Indien de werkgever in gebreke blijft wordt alsnog een boete opgelegd.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing indien de overtreding is geconstateerd binnen een periode van 24 maanden te rekenen vanaf de dag waarop eerder eenzelfde beboetbaar feit is geconstateerd waarvoor een boete is opgelegd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 21-08-2010]

  • 1 Indien de werkgever een boete is opgelegd wegens het niet nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 1, onder 1, wordt hem tevens een last onder dwangsom opgelegd. De hoogte van de dwangsom wordt bepaald aan de hand van de onderstaande tabel.

    Dwangsom per dag
     

    Duur onderbetaling

    ≤ 1 maand maanden

    > 1 – ≤ 6

    > 6 maanden

    % onderbetaling per dag, week, maand

           

    < 25%

     

    25

    € 

    50

    75

    25–50%

     

    50

    € 

    100

    150

    > 50%

     

    100

    € 

    200

     300

  • 2 Indien de werkgever een boete is opgelegd wegens het niet nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 1, onder 2, wordt hem tevens een last onder dwangsom opgelegd, ter hoogte van € 25 per dag.

  • 3 De last onder dwangsom, bedoeld onder 1 en 2, wordt niet opgelegd als de werkgever uit eigen beweging aan zijn verplichtingen heeft voldaan en daarvan binnen vier weken na het constateren van het beboetbare feit schriftelijk bewijs heeft geleverd.

  • 4 Het maximale bedrag dat een werkgever per werknemer aan dwangsom kan verbeuren bedraagt € 25.000,–.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 21-08-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van het tijdstip waarop de Wet bevordering naleving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in werking treedt.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 21-08-2010]

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels bestuurlijke handhaving Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

Dit besluit en de toelichting worden in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 27 april 2007

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

Naar boven