Aanwijzing maximum constructiesnelheid brom- en snorfietsen

[Regeling vervallen per 01-05-2009.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-06-2007 t/m 30-04-2009

Aanwijzing maximum constructiesnelheid brom- en snorfietsen

A. Achtergrond

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De richtlijn nr. 95/01/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 2 februari 1995 betreffende de door de constructie bepaalde maximumsnelheid, het maximumkoppel en het netto-maximumvermogen van twee- of driewielige motorvoertuigen (PbEG 8 maart 1995, L 52) is in 1997 in het Voertuigreglement (VR)1 geïmplementeerd.

Op 1 september 2005 is het in het Voertuigreglement opgenomen artikel gewijzigd2, vanwege de invoer van de kentekenplicht voor brom- en snorfietsen3 en vanwege implementatie van de richtlijn 2002/41/EG tot aanpassing aan de stand der techniek van richtlijn 95/1/EG.

Voor brom- en snorfietsen is bepaald dat de door de constructie bepaalde maximumsnelheid, niet meer mag bedragen dan de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximum constructiesnelheid, vermeerderd met 5 km/h. Voor de meting van deze snelheid moet gebruik worden gemaakt van de daartoe bestemde en geijkte bromfietsrollentestbanken die de maximum constructiesnelheid vaststellen.

B. Samenvatting

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Deze aanwijzing bevat normatieve beleidsregels voor het opsporings- en vervolgingsbeleid ten aanzien van de bepalingen betreffende de door de constructie bepaalde maximumsnelheid voor brom- en snorfietsen.

C. Opsporing

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

C1. Status brom- en snorfietsen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In de definitie van bromfietsen, die is opgenomen in art. 1.1 onderdeel m van het VR, wordt bepaald dat een voertuig in ieder geval als bromfiets kan worden aangemerkt als dat voertuig blijkens het afgegeven kentekenbewijs als bromfiets is aangeduid. De vermelding van de status van het voertuig op het kentekenbewijs is derhalve bepalend of het voertuig als bromfiets moet worden beschouwd. Het is dus niet noodzakelijk om bij gekentekende brom- en snorfietsen een (technisch) onderzoek naar de status van het voertuig in te stellen.

Tevens is sinds de invoering van de kentekenplicht de typegoedkeuringseis als permanente eis vervallen. In plaats daarvan geldt vanaf 1 januari 2007 voor alle bromfietsen de verplichting dat het voertuig in overeenstemming moet zijn met de op het kentekenbewijs en in het kentekenregister opgenomen gegevens.

C2. Maximum constructiesnelheid

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Op grond van art. 5.6.8, lid 1, VR moeten bromfietsen (daar worden snorfietsen onder begrepen) bij voortduring blijven voldoen aan de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximum constructiesnelheid, vermeerderd met 5 km/h. Door de wetgever is gekozen voor een marge van 5 km/h, onafhankelijk van de toegestane maximum constructiesnelheid. Hiermee wordt voorkomen dat tegen bestuurders van bromfietsen die geheel conform de eisen zijn toegelaten toch tijdens een controle op de naleving van de permanente eisen verbaliserend wordt opgetreden.

Wordt de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximum constructiesnelheid, vermeerderd met 5 km/h, overschreden, dan is dat een indicatie dat de brom- of snorfiets is opgevoerd.

C3. De bromfietsrollentestbank

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Controle van brom- en snorfietsen op de maximum constructiesnelheid vindt met behulp van de bromfietsrollentestbank plaats, volgens de Regeling permanente eisen en de bij de bromfietsrollentestbank behorende handleiding. Ter plaatse bekeuren en de kans om binnen korte tijd opnieuw gecontroleerd te worden moet de bestuurders van brom- en snorfietsen er toe aansporen hun voertuig te laten voldoen aan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid. Vanwege de grote pakkans is het niet noodzakelijk om de brom- of snorfiets in beslag te nemen indien niet is voldaan aan de eisen ten aanzien van de maximum constructiesnelheid (De voor inbeslagneming geldende voorwaarden staan vermeld onder C6).

C4. Correctie maximum constructiesnelheid

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Op grond van artikel 3.4.9 b van de Regeling permanente eisen bedraagt de maximale fout 5 km/h bij een gemeten maximum constructiesnelheid tot en met 50 km/h, bij hogere gemeten snelheden bedraagt deze fout 10%. De gemeten maximum constructiesnelheid moet derhalve met één van deze waarden worden gecorrigeerd.

De vermelde maximale fout is uitgewerkt in onderstaande tabel. De foutcorrectie van 10% is in deze tabel op hele km/h naar boven afgerond. De correctie met de maximale fout dient conform deze tabel te geschieden. In deze tabel zijn overschrijdingen van de maximum constructiesnelheid aan de in de Tekstenbundel voor misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen opgenomen feitcodes gekoppeld.

Na het uitvoerig testen van de twee merken bromfietsrollentestbanken Sneep en Dynostar, die bij de politie in gebruik zijn, is geconstateerd dat met de door Sneep Industries BV geproduceerde bromfietsrollentestbanken over het gehele meetbereik een hoger meetresultaat werd verkregen dan met de door Dynostar BV geproduceerde bromfietsrollentestbanken. Dit verschil liep op tot maximaal 6 km/h. Deze onderlinge afwijking is vanwege de grootte van de maximale fout wettelijk toegestaan en beide merken banken zijn daarom door het NMi gecertificeerd. Het is desalniettemin noodzakelijk, om ongelijkheid in de strafvervolging te voorkomen, en de resultaten van de metingen, die met de Sneep bromfietsrollentestbanken zijn verricht, voor de correctie met de maximale fout conform onderstaande tabel, met 6 km/h te corrigeren.4

Tabel maximum constructiesnelheid brom- en snorfietsen

De in deze tabel opgenomen koppeling met feitcodes is correct voor zover bij snorfietsen 25 km/h en bij bromfietsen 45 km/h op het kentekenbewijs of in het kentekenregister staat vermeld. Indien een afwijkende waarde is vermeld moet bij het bepalen van de feitcode uiteraard van deze waarde worden uitgegaan.

Om de lengte van de tabel te beperken zijn in kolom 3 e.v. slechts de tientallen en de waarden opgenomen, waarbij wisseling van feitcodes plaatsvindt. De tussenliggende waarden moeten worden gecorrigeerd conform kolom 1 en 2.

Snorfiets

(25 km/h op kentekenbewijs + 5 km/h, zie art. 5.6.8, lid 1, VR)

Bromfiets

(45 km/h op kentekenbewijs + 5 km/h, zie art. 5.6.8, lid 1, VR))

1

2

3

4

5

6

7

Gemeten snelheid van/tot

Correctie rollenbank

Gemeten snelheid

Correctie rollenbank

Gecorrigeerde snelheid

Feitcode

Feitcode

30 t/m 50 km/h

5 km/h

30 t/m 38 km/h

5 km/h

25 t/m 33 km/h

Nvt

Nvt

   

39 km/h

5 km/h

34 km/h

N 083 a

Nvt

   

40 km/h

5 km/h

35 km/h

N 083 a

Nvt

   

46 km/h

5 km/h

41 km/h

N 083 b

Nvt

   

50 km/h

5 km/h

45 km/h

N 083 b

Nvt

Meer dan 50 t/m 60 km/h

6 km/h (= 10 %)

51 km/h

6 km/h

45 km/h

N 083 b

Nvt

   

52 km/h

6 km/h

46 km/h

N 083 c

Nvt

   

57 km/h

6 km/h

51 km/h

N 083 d

Nvt

   

59 km/h

6 km/h

53 km/h

N 083 d

Nvt

   

60 km/h

6 km/h

54 km/h

N 083 d

N 083 a

Meer dan 60 t/m 70 km/h

7 km/h (= 10 %)

63 km/h

7 km/h

56 km/h

N 083 e

N 083 a

   

68 km/h

7 km/h

61 km/h

N 083 f

N 083 b

   

70 km/h

7 km/h

63 km/h

N 083 f

N 083 b

Meer dan 70 t/m 80 km/h

8 km/h (= 10 %)

74 km/h

8 km/h

66 km/h

N 083 f

N 083 c

   

79 km/h

8 km/h

71 km/h

N 083 f

N 083 d

   

80 km/h

8 km/h

72 km/h

N 083 f

N 083 d

Meer dan 80 t/m 90 km/h

9 km/h (= 10 %)

85 km/h

9 km/h

76 km/h

N 083 f

N 083 e

   

90 km/h

9 km/h

81 km/h

N 083 f

N 083 f

Meer dan 90 t/⁠m 100 km/h

10 km/h (= 10 %)

91 km/h

10 km/h

81 km/h

N 083 f

N 083 f

   

Enz.

       

C5. Ondergrens vervolging

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Om te voorkomen dat de gemeten maximum constructiesnelheid na aftrek van de meetcorrectie te dicht bij de toegestane maximum constructiesnelheid, vermeerderd met 5 km/h, ligt wordt pas opgetreden indien bij meting op een bromfietsrollentestbank blijkt dat de gecorrigeerde toegestane maximum constructiesnelheid, vermeerderd met 5 km/h, met 4 km/h of meer wordt overschreden.5

C6. Voertuigreglementfeiten

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

a. Snelheidsbegrenzer

In artikel 5.6.8 lid 2 VR wordt bepaald dat bromfietsen niet mogen zijn voorzien van een voorziening die het kennelijke doel heeft om de controle op de maximum constructiesnelheid te beïnvloeden.

Als bij controle blijkt dat een bromfiets is voorzien van een dergelijke ‘snelheidsbegrenzer’ dan moet deze begrenzer in beslag worden genomen. Indien demontage van de snelheidsbegrenzer binnen 24 uur kan geschieden dan kan de inbeslagneming worden beperkt tot dit onderdeel. Is demontage niet mogelijk binnen deze termijn dan verdient het de voorkeur om het gehele voertuig in beslag te nemen in belang van het onderzoek. (Zie verder de Aanwijzing inbeslagneming bij verkeersdelicten)

Na demontage van de snelheidsbegrenzer wordt de te behalen maximum constructiesnelheid (opnieuw) gemeten en indien een overschrijding van de maximum constructie snelheid wordt geconstateerd dan wordt naast het proces-verbaal voor overtreding van art. 5.6.8, lid 2, VR eveneens een aankondiging van beschikking uitgereikt of proces-verbaal opgemaakt ter zake overschrijding van de maximum constructiesnelheid. (Zie eveneens onder C6 en D)

b. Overige overtredingen/gedragingen

In de definitie van bromfietsen (Zie C1) is de vermelding van de status van het voertuig op het kentekenbewijs bepalend of het voertuig als bromfiets moet worden beschouwd. Aan de hand van de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde status is het mogelijk om voor de meeste gedragingen, die zijn opgenomen in de bijlage bij de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), een administratieve sanctie op te leggen, dan wel voor overtredingen een proces-verbaal op te maken.

C7. Inbeslagneming

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Indien bij het meten van de snelheid met behulp van de bromfietsrollentestbank wordt geconstateerd dat niet bij voortduring wordt voldaan aan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid, vermeerderd met 5 km/h, kan tot inbeslagneming van het gehele voertuig, worden overgegaan als is voldaan aan de volgende voorwaarden (cumulatief):

  • 1. De geconstateerde maximum constructiesnelheid van het voertuig bedraagt meer dan de op het kentekenbewijs of in het kentekenregister vermelde maximum constructiesnelheid, vermeerderd met 5 km/h, terwijl de overschrijding van de maximum constructiesnelheid onder strafrecht valt.

  • 2. Er is sprake van een door dezelfde verdachte voor de derde keer begane onder strafrecht vallende overtreding van art. 5.6.8 VR binnen een tijdbestek van twee jaar;

    Aan verdachte werd (aan het door hem opgegeven adres) bij één van de twee voorafgaande overtredingen van art. 5.6.8 VR een waarschuwingsbrief uitgereikt of toegezonden, waarin het in deze paragraaf geformuleerde beleid t.a.v. inbeslagneming van brom- en snorfietsen wordt uitgelegd. Een afschrift van deze brief moet als bijlage bij het ter zake opgemaakte proces-verbaal worden gevoegd. NB Een voorbeeld van deze brief is als bijlage bijgevoegd

Bij inbeslagneming dient een schatting van de waarde van het in beslag genomen voertuig op het beslagformulier te worden vermeld. De Officier van Justitie dient over deze informatie te beschikken indien hij de rechter om een verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van de brom- of snorfiets verzoekt. (Zie voor inbeslagname snelheidsbegrenzer C 5 onder a)

D. Vervolging

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Uitgangspunt afdoening langs één traject bij cumulatie

Bij het controleren van brom- en snorfietsen kunnen meerdere gedragingen en overtredingen worden geconstateerd. Omdat voor de betrokkene/verdachte afdoening van één gebeurtenis langs zowel de administratiefrechtelijke als de strafrechtelijke weg tot grote onduidelijkheid kan leiden dient afdoening langs één traject uitgangspunt te zijn. Om een ongewenste cumulatie van sancties te voorkomen wordt per gebeurtenis aan de betrokkene voor ten hoogste drie gedragingen een sanctie opgelegd. Indien een gebeurtenis uit gedragingen en strafbare feiten bestaat, wordt tegen de betrokkene/verdachte voor ten hoogste drie feiten een sanctie opgelegd/proces-verbaal opgemaakt. In het proces-verbaal dient dan melding te worden gemaakt van de opgelegde sanctie(s) en op de aankondiging van beschikking van het/de opgemaakte proces(sen)-verbaal. Van deze mogelijkheid dient slechts in uitzonderlijke gevallen gebruik te worden gemaakt.

E. Invordering kentekenbewijs

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Op brom- en snorfietsen die zijn voorzien van een kenteken en die niet inbeslaggenomen zijn is bij de invordering van het kentekenbewijs de zgn. ‘4 weken regeling’ van toepassing. Deze is gebaseerd op art. 60 van de Wegenverkeerswet 1994 en art. 39 van het Kentekenreglement.

Invordering van deel Ia van het kentekenbewijs is bij constatering van overschrijding van de maximum constructiesnelheid mogelijk onder de volgende voorwaarden:

  • Om het aantal invorderingen van deel Ia van het kentekenbewijs van brom- en snorfietsen te limiteren wordt het kentekenbewijs slechts ingevorderd indien een onder het strafrecht vallende overtreding van de maximum constructiesnelheid wordt geconstateerd.

  • Controle van de maximum constructiesnelheid is met de bromfietsrollentestbank een eenvoudige zaak. Ter voorkoming van een overvloed aan door de RDW te keuren brom- en snorfietsen geldt voor brom- en snorfietsen dat het ingevorderde deel Ia van het kentekenbewijs pas naar de RDW kan worden opgestuurd indien niet binnen de daarvoor geldende termijn van vier weken bij de politie wordt aangetoond dat het voertuig in overeenstemming is gebracht met de bij of krachtens de wet gestelde eisen.

F. Overgangsrecht

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De beleidsregels in deze aanwijzing hebben gelding vanaf de datum van inwerkingtreding.

Feiten gepleegd op of na de datum van inwerkingtreding dienen op basis van deze aanwijzing te worden afgedaan.

Bijlage voorbeeld waarschuwingsbrief

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

<gegevens politieregio>

AAN:

<naam>

<adres>

<postcode>

<woonplaats>

Telefoon:

Kenmerk:

Onderwerp: Waarschuwing vanwege het rijden met een opgevoerde brom- of snorfiets

<Plaats>, <datum>

Geachte <naam verdachte>,

U bent op <datum> door een ambtenaar van de politieregio <naam regio> bekeurd, omdat u met een opgevoerde brom- of snorfiets, met het kenteken <kenteken> reed.

Ik wil u erop wijzen dat het Openbaar Ministerie landelijk beleid over het rijden met opgevoerde brom- of snorfietsen heeft vastgesteld. Hierin is bepaald dat een brom- of snorfiets in beslag kan worden genomen als binnen 2 jaar na de eerste bekeuring nog 2 keer wordt bekeurd voor opgevoerd rijden. Dit geldt als is bekeurd voor een overschrijding van de constructiesnelheid met meer dan 15 km/h.

U bent nu één keer bekeurd. Als u binnen twee jaar na deze bekeuring nog tweemaal door de politie wordt bekeurd omdat u met een opgevoerde brom- of snorfiets heeft gereden, dan wordt de op dat moment door u bestuurde brom- of snorfiets direct inbeslaggenomen. Ook als een ander eigenaar is.

De officier van justitie zal daarna een beslissing nemen over de brom- of snorfiets. U moet er rekening mee houden dat de brom- of snorfiets aan het verkeer kan worden onttrokken. Dit betekent dat u het voertuig niet terugkrijgt en dat het zal worden vernietigd.

Hoogachtend,

<Naam>

<Functie>

  1. Stb. 1997 nr. 603. ^ [1]
  2. Stb. 2005 nr. 406. ^ [2]
  3. Uitsluitend het RVV 1990 kent het onderscheid tussen brom- en snorfietsen. Echter om op eenvoudige wijze aan te geven welke maximum constructiesnelheid van toepassing is, wordt in deze aanwijzing deze terminologie gebezigd. ^ [3]
  4. Ter verduidelijking een voorbeeld: Op een Sneepbromfietsrollentestbank wordt een maximum constructiesnelheid gemeten van 85 km/h. Dit meetresultaat wordt eerst met de hierboven voorgeschreven extra 6 km/h verminderd en vervolgens wordt de correctie uit onderstaande tabel bepaald. In deze situatie levert dit een gecorrigeerde waarde op van: 85 – 6 = 79 – 8 (waarde tabel van 70 t/m 80) = 71 km/h. ^ [4]
  5. Ter verduidelijking een voorbeeld: Volgens het kentekenbewijs bedraagt de maximum constructiesnelheid van een bromfiets 45km/h. Deze waarde moet volgens art.5.6.8.lid 1 van het Voertuigreglement worden vermeerderd met 5 km/h. De ondergrens voor de vervolging van de bromfiets bedraagt dan 45 +5+4= 54 km/h. Als de gecorrigeerde maximum constructiesnelheid dus 54km/h of meer bedraagt kan in de geschetste situatie verbaliserend worden opgetreden. ^ [5]
Naar boven