Wijzigingsbesluit enkele besluiten in verband met verdere decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Besluit van 13 december 2006 tot intrekking van het Kaderbesluit rechtspositie VO en tot wijziging van enkele besluiten in verband met verdere decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 26 september 2006, nr. WJZ/2006/31737 (3806), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 38a, tweede en derde lid, en 53, vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 19 oktober 2006, nr. W05.06.0418/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 7 december 2006, nr. WJZ/2006/38570 (3806), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel VII. Overgangsbepaling

  • 1 De regelingen voor uitkeringen wegens werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid die bij of krachtens dit besluit komen te vervallen, blijven voor de duur van de uitkering van toepassing op uitkeringen die zijn ingegaan of hadden moeten ingaan voordat het bevoegd gezag van de school op het desbetreffende gebied regels heeft vastgesteld en deze regels in werking treden.

  • 2 Het Kaderbesluit rechtspositie VO zoals dit luidde op de dag voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit blijft van toepassing totdat het bevoegd gezag van de school op het desbetreffende gebied regels heeft vastgesteld en deze regels in werking treden.

  • 3 De aanspraken uit de regelingen die op grond van het eerste en tweede lid zijn gehandhaafd, gelden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit of zoveel later als de aanspraak ontstaat, jegens het bevoegd gezag van de school.

  • 4 Aanspraken jegens Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het betreft het landbouwonderwijs, Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die bestaan op de dag voor inwerkingtreding van dit besluit, komen na inwerkingtreding van dit besluit ten laste van het bevoegd gezag of diens rechtsopvolger.

Artikel VIII. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 14 december 2005 tot wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met verdere decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden (Stb. 2006, 19) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 december 2006

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

,

C. P. Veerman

Uitgegeven de dertiende februari 2007

De Minister van Justitie

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven