Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 21, vierde lid, 38, tweede lid, 39, tweede
lid, 40, derde lid, 41, tweede lid, 42, derde lid, 43, tweede lid, 44, derde lid,
44a, tweede lid, 45, derde lid, 45a, tweede lid 46, vijfde lid, 46a, vijfde lid, 48,
vijfde lid, 49, vierde lid, 51, tiende lid, en 63b, zesde lid, van de Pensioenwet
en de artikelen 48, derde lid, 49, tweede lid, 50, tweede lid, 51, derde lid, 52,
tweede lid, 53, derde lid, 54, tweede lid, 55, derde lid, 55a, tweede lid, 56, derde
lid, 56a, tweede lid, 57, vijfde lid, 57a, vijfde lid, 59, vijfde lid, 60, vierde
lid, 62, tiende lid, en 75b, zesde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregelingBepalingen ter uitvoering van de artikelen 21, vierde lid, 38, tweede lid, 39, tweede
lid, 40, vierde lid, 41, tweede lid, 42, derde lid, 43, tweede lid, 44, derde lid,
44a, tweede lid, 45, derde lid, 45a, tweede lid 46, zesde lid, 46a, zesde lid, 47b,
48, vijfde lid, 49, zesde lid, 51, elfde lid, en 63b, zesde lid, van de Pensioenwet
en de artikelen 48, derde lid, 49, tweede lid, 50, tweede lid, 51, vierde lid, 52,
tweede lid, 53, derde lid, 54, tweede lid, 55, derde lid, 55a, tweede lid, 56, derde
lid, 56a, tweede lid, 57, zesde lid, 57a, zesde lid, 57b, 59, vijfde lid, 60, zesde
lid, 62, elfde lid, en 75b, zesde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 2. Informatie over de pensioenregeling
-
1 De informatie over de kenmerken van de pensioenregeling en de uitvoering van de pensioenregeling,
bedoeld in artikel 21 van de Pensioenwet dan wel artikel 48 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, bevat in ieder geval het volgende:
-
a. de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling voorziet;
-
b. de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling niet voorziet;
-
c. de wijze waarop pensioen wordt opgebouwd;
-
d. de keuzemogelijkheden van de deelnemer of gewezen deelnemer waarin de pensioenregeling
voorziet;
-
e. de risico’s;
-
f. de soorten uitvoeringskosten; ende soorten uitvoeringskosten;
-
g. de beleidsdekkingsgraad met een omschrijving van de gevolgen ervan.de beleidsdekkingsgraad met een omschrijving van de gevolgen ervan;
-
h. op welke wijze in het beleggingsbeleid rekening wordt gehouden met milieu en klimaat,
mensenrechten en sociale verhoudingen; en
-
i. indien van toepassing, de beleggingsmogelijkheden van de deelnemer of gewezen deelnemer
waarin de pensioenregeling voorziet.
-
2 De uitvoerder maakt bij het verstrekken van de informatie, bedoeld in het eerste lid,
gebruik van de opschriften en iconen in de volgorde waarin ze staan in laag 1 van
de Pensioen1-2-3, zoals deze op de website van de Pensioenfederatie en het Verbond
van Verzekeraars is opgenomen.
-
3 Ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de pensioenregeling wordt de informatie,
bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, en informatie over de jaarlijkse pensioenopbouw,
de risico’s en de beleidsdekkingsgraad tevens verstrekt met gebruikmaking van sjablonen
die op de website van de Pensioenfederatie en het Verbond van Verzekeraars zijn opgenomen.Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de opschriften en iconen, bedoeld
in het tweede lid.
Artikel 3. Mogelijkheid toezichthouder tot stellen nadere regels met betrekking tot
informatieverstrekking bij premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid
De Stichting Autoriteit Financiële Markten kan nadere regels stellen met betrekking
tot het informeren van de deelnemer over de risico’s, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, voor zover het gaat om premieovereenkomsten dan wel premieregelingen met beleggingsvrijheid
voor de deelnemer.
Artikel 4. Informatie over toeslagverlening
-
1 De informatie over toeslagverlening die op grond van de artikelen 38, eerste lid, onderdeel c, 40, eerste lid, onderdeel b, en 44, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet, de artikelen 49, eerste lid, onderdeel c, 51, eerste lid, onderdeel b, en 55, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en en de artikel 2, eerste lid, onderdeel e, en derde lidartikelen 2, eerste lid, onderdeel e, en 9b, eerste lid, wordt verstrekt heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen drie jaar
waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd.
-
2 De informatie over toeslagverlening die op grond van de artikelen 39, eerste lid, onderdeel b, 40, eerste lid, onderdeel b, 41, eerste lid, onderdeel b, 42, eerste lid, onderdeel b, 43, eerste lid, onderdeel c, en 45, eerste lid, onderdeel c, van de Pensioenwet en de artikelen 50, eerste lid, onderdeel b, 51, eerste lid, onderdeel b, 52, eerste lid, onderdeel b, 53, eerste lid, onderdeel b, 54, eerste lid, onderdeel c, en 56, eerste lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft betrekking op de toeslagverlening over de afgelopen vijf jaar
waarbij wordt aangegeven in hoeverre de prijsinflatie hiermee is gecompenseerd.
Artikel 5. Informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
-
1 De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond
van de artikelen 38, eerste lid, onderdeel d, 40, eerste lid, onderdeel c, en 44, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioenwet, de artikelen 49, eerste lid, onderdeel d, 51, eerste lid, onderdeel c, en 55, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en en de artikel 2, eerste lid, onderdeel e, en derde lidartikelen 2, eerste lid, onderdeel e, en 9b, eerste lid, wordt verstrekt heeft betrekking op de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
die in de laatste drie jaar is doorgevoerd.
-
2 De informatie over vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten die op grond
van de artikelen 39, eerste lid, onderdeel e, 40, eerste lid, onderdeel c, 41, eerste lid, onderdeel d, 42, eerste lid, onderdeel c, 43, eerste lid, onderdeel d, en 45, eerste lid, onderdeel d, van de Pensioenwet en de artikelen 50, eerste lid, onderdeel e, 51, eerste lid, onderdeel c, 52, eerste lid, onderdeel d, 53, eerste lid, onderdeel c, 54, eerste lid, onderdeel d, en 56, eerste lid, onderdeel d, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt heeft betrekking op de vermindering van pensioenaanspraken en pensioenrechten
die in de laatste vijf jaar is doorgevoerd.
Artikel 5a. Informatie over reglementair te bereiken pensioenaanspraken
-
1 De informatie over de reglementair te bereiken pensioenaanspraken die op grond van
artikel 38, eerste lid, onderdeel g, van de Pensioenwet en artikel 49, eerste lid, onderdeel g, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt verstrekt bevat:
-
a. in geval van een uitkeringsovereenkomst dan wel uitkeringsregeling een opgave van
de hoogte van het periodiek uit te keren pensioen vanaf de ingangsdatum van het pensioen;
-
b. in geval van een kapitaalovereenkomst dan wel kapitaalregeling een indicatie van de
hoogte van de periodieke uitkeringen op de pensioendatum wanneer het kapitaal daarvoor
wordt aangewend; of
-
c. in geval van een premieovereenkomst dan wel premieregeling:
-
1°. wanneer de premie wordt belegd, een indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen
op de pensioendatum;
-
2°. de hoogte van de periodieke uitkering wanneer de premie voor de ingangsdatum van het
pensioen reeds daarvoor wordt aangewend; of
-
3°. een indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen op de pensioendatum wanneer
de premie voor de ingangsdatum van het pensioen reeds wordt aangewend voor een verzekerd
kapitaal.
-
2 Bij de indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen, bedoeld in het eerste
lid, onderdeel b, en onderdeel c, onder 1° en 3°, worden de op dat moment bij de pensioenuitvoerder
geldende tarieven gehanteerd.
Artikel 6. Verstrekken informatie aan deelnemers bij beëindiging deelneming
De uitvoerder verstrekt de deelnemer bij beëindiging van de deelneming informatie
over:
-
a. de mogelijkheid van afkoop, bedoeld in het vervallen van een pensioenaanspraak als bedoeld in artikel 66 van de Pensioenwetartikel 55, zesde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 78 van de Wet verplichte beroepspensioenregelingartikel 66, zesde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover er sprake is van een pensioenaanspraak onder de afkoopgrens;, voor zover sprake is van een pensioenaanspraak onder de vervalgrens;.
-
b. het gebruik van het recht van de uitvoerder tot waardeoverdracht, bedoeld in artikel 70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover er sprake is van een pensioenaanspraak onder de overdrachtgrens en de
daarbij gevolgde procedure;
-
b.c. het recht op waardeoverdracht, bedoeld in artikel 71 van de Pensioenwet dan wel artikel 82 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, of de mogelijkheid tot waardeoverdracht, bedoeld in artikel 75 van de Pensioenwet dan wel artikel 86 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
-
d. het recht tot afkoop, bedoeld in artikel 66, tweede lid, onderdeel c, van de Pensioenwet dan wel artikel 75, tweede lid, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover er sprake is van een pensioenaanspraak onder de afkoopgrens en de uitvoerder
artikel 70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling toepast;
-
c.e. de consequenties van arbeidsongeschiktheid;
-
d.f. het actueel zijn van een herstelplan of geactualiseerd herstelplan; enhet actueel zijn van een herstelplan of geactualiseerd herstelplan;
-
e.g. het vervallen van de dekking tegen het risico op overlijden indien nabestaandenpensioen
werd verworven op basis van risicofinanciering.het vervallen van de dekking tegen het risico op overlijden indien nabestaandenpensioen
werd verworven op basis van risicofinanciering; en
-
h. de website waarop het pensioenregister te raadplegen is.
Artikel 7a. Verstrekken informatie voorafgaand aan of bij pensioeningang
De uitvoerder verstrekt degene die pensioengerechtigde wordt voorafgaand aan of bij
de pensioeningang in ieder geval informatie over:
-
a. het recht te kiezen voor een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen, bedoeld in
artikel 60 van de Pensioenwet dan wel artikel 72 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van opbouw van ouderdomspensioen en partnerpensioen;
-
b. de mogelijkheid van afkoop, bedoeld in artikel 66 tot en met 69 van de Pensioenwet dan wel artikel 78 tot en met 80a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van een pensioenaanspraak onder de afkoopgrens of een fiscaal
bovenmatige pensioenaanspraak;
-
c. de mogelijkheid tot of het recht op waardeoverdracht, bedoeld in de artikelen 80, 81, 81a, tweede lid, en 81b, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 88, 89, 89a, tweede lid, en 89b van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover sprake is van een aan te wenden kapitaal op de pensioendatum; en
-
d. andere keuzemogelijkheden die de pensioenregeling biedt.
Artikel 7c. Informatieverstrekking over uitkeringen
-
1 Bij de informatie die wordt verstrekt over een variabele uitkering, bedoeld in de
artikelen 44a, eerste lid, of 63b, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 55a, eerste lid, of 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, geldt het volgende:
-
a. een uitvoerder die één uniform beleggingsprofiel hanteert, vermeldt dit;
-
b. een uitvoerder die meerdere beleggingsprofielen hanteert, baseert de opgave van de
hoogte van de variabele uitkeringen op het beleggingsprofiel dat passend is gezien
het risicoprofiel van de deelnemer of gewezen deelnemer.
-
2 De uitvoerder die een spreidingsperiode hanteert van meer dan vijf jaar neemt in de
informatie die wordt verstrekt over een variabele uitkering, bedoeld in artikel 44a, eerste lid, of artikel 63b, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 55a, eerste lid, of artikel 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de volgende tekst op:
De ontwikkeling van uw pensioen hangt onder meer af van economische omstandigheden.
Uw pensioen kan hierdoor omhoog of omlaag gaan. Wij spreiden financiële meevallers
en tegenvallers over <x> jaar om grote schokken in de hoogte van uw pensioen te voorkomen.
Bij langdurige tegenvallers en bij een spreidingsperiode van meer dan vijf jaar kan
uw pensioen na verloop van tijd flink lager uitvallen.
Artikel 7d. Standaardmodellen
-
1 Voor de weergave op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en
een optimistisch scenario, bedoeld in de artikelen 38, eerste lid, onderdeel g, 40, eerste lid, onderdeel a, 44a, eerste lid, 45, tweede lid, 46, derde en vijfde lid, 51, eerste lid, en 63b, tweede lid, van de Pensioenwet, de artikelen 49, eerste lid, onderdeel g, 51, eerste lid, onderdeel b, 55a, eerste lid, 56, tweede lid, 57, derde en vijfde lid, 62, eerste lid en 75b, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en, voor zover het betreft weergave op basis van een pessimistisch en verwacht scenario,
artikel 1a van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen, wordt gebruik gemaakt van de scenariosets, bedoeld in artikel 23b van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen en een voorgeschreven rekenmethodiek.
Artikel 8. Verstrekken informatie aan deelnemers vrijwillige pensioenregeling
-
1 De uitvoerder informeert een deelnemer voorafgaand aan de deelneming in de vrijwillige
pensioenregeling over de inhoud van de vrijwillige pensioenregeling, waarbij de artikelen 2, eerste, tweede en vierde lidartikelen 2, en en 3 van overeenkomstige toepassing zijn.
-
2 De informatie over de reglementair te bereiken pensioenaanspraken wordt overeenkomstig
De informatie over de reglementair te bereiken pensioenaanspraken wordt overeenkomstig
de artikel 9artikelen 5a vastgesteld. en 9, eerste en tweede lid, vastgesteld.
-
3 De informatie over de beleggingsresultaten wordt verstrekt indien sprake is van een
premieovereenkomst of premieregeling en heeft betrekking op de resultaten van de afgelopen
vijf jaar of, indien de pensioenregeling minder dan vijf jaar is uitgevoerd, alle
jaren gedurende welke de pensioenregeling is uitgevoerd door de pensioenuitvoerder.
-
4 De informatie over de structuur van de kosten die door deelnemers, gewezen deelnemers
en pensioengerechtigden worden gedragen wordt verstrekt indien sprake is van een premieovereenkomst
of premieregeling en heeft betrekking op de administratieve uitvoeringskosten, bedoeld
in artikel 10a, eerste lid, de kosten van vermogensbeheer, bedoeld in artikel 10a, tweede lid, en de transactiekosten,
bedoeld in artikel 10a, derde lid, indien deze kosten van invloed zijn op de pensioenaanspraak
of het pensioenrecht.
Artikel 9. Informatie op verzoek over reglementair te bereiken pensioenaanspraken
-
2 Bij de indicatie van de hoogte van de periodieke uitkeringen, bedoeld in het eerste
lid, onderdeel b, en onderdeel c, onder 1° en 3°, worden de op het moment van het
verzoek bij de pensioenuitvoerder geldende tarieven gehanteerd. De periodieke uitkeringen
worden gecorrigeerd voor te verwachten prijsinflatie. Bij regeling van Onze Minister
wordt bepaald met welke te verwachten prijsinflatie gecorrigeerd wordt. Bij het verstrekken
van de indicatie wijst de pensioenuitvoerder er op dat het risico dat de definitieve
pensioenuitkering afwijkt van de indicatie bij de betrokkene ligt.
Artikel 9a9 Overige informatie op verzoekInformatie op verzoek
-
1 Indien sprake is van een premieovereenkomst dan wel premieregeling waarbij de deelnemer
tijdens de opbouwperiode de verantwoordelijkheid voor de beleggingen heeft overgenomen
verstrekt de uitvoerder op verzoek van de deelnemer en de gewezen deelnemer informatie
over alle beleggingsmogelijkheden, de feitelijke beleggingsportefeuille, de risicopositie
en de kosten in verband met de beleggingen.De uitvoerder verstrekt de deelnemer, gewezen deelnemer of gewezen partner op verzoek:
-
a. in geval van een kapitaalovereenkomst dan wel kapitaalregeling een opgave van de hoogte
van het voor periodieke uitkeringen aan te wenden kapitaal op de ingangsdatum van
het pensioen;
-
b. in geval van een premieovereenkomst dan wel premieregeling:
-
1°. wanneer de premie wordt belegd, een indicatie van het te bereiken voor periodieke
uitkeringen aan te wenden kapitaal op de pensioendatum met de daarbij gehanteerde
veronderstellingen; of
-
2°. de hoogte van het voor periodieke uitkeringen aan te wenden verzekerd kapitaal wanneer
de premie voor de ingangsdatum van het pensioen reeds daarvoor wordt aangewend.
-
3 Indien sprake is van een premieovereenkomst dan wel premieregeling waarbij de deelnemer
of gewezen deelnemer tijdens de opbouwperiode de verantwoordelijkheid voor de beleggingen
heeft overgenomen verstrekt de uitvoerder op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer
informatie over alle beleggingsmogelijkheden, de feitelijke beleggingsportefeuille,
de risicopositie en de kosten in verband met de beleggingen.
-
6 Indien sprake is van een premieovereenkomst of premieregeling in de opbouwfase of
een variabele uitkering verstrekt de uitvoerder op verzoek van de deelnemer, gewezen
deelnemer of pensioengerechtigde informatie over de resultaten die de beleggingen
van de pensioenregeling ten minste de afgelopen vijf jaar hebben behaald of, indien
de pensioenregeling minder dan vijf jaar is uitgevoerd, alle jaren gedurende welke
de pensioenregeling is uitgevoerd door de pensioenuitvoerder.
Artikel 9a. Algemene eisen uniform pensioenoverzicht
-
2 Het uniform pensioenoverzicht bevat naast de informatie, bedoeld in de artikelen 38, eerste lid, 40, eerste lid, 42, eerste lid, 44, eerste lid, en 48, vierde lid, tweede zin, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 49, eerste lid, 51, eerste lid, 53, eerste lid, 55, eerste lid, en 59, vierde lid, tweede zin, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling in ieder geval het volgende:
-
a. de persoonsgegevens van de deelnemer, gewezen deelnemer, gewezen partner of pensioengerechtigde;
-
b. de naam en het contactadres van de pensioenuitvoerder;
-
c. het soort pensioenregeling; en
-
d. de datum waarop de informatie betrekking heeft.
Artikel 9b Beschikbare informatie over uitvoeringskostenBeschikbare informatie
-
1 Ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de pensioenregeling wordt de informatie,
bedoeld in artikel 46a, eerste lid, onderdeel a, van de Pensioenwet dan wel artikel 57a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, voor zover het betreft informatie over de pensioensoorten waarin de basispensioenregeling
wel dan wel niet voorziet, de jaarlijkse pensioenopbouw, de risico’s en de beleidsdekkingsgraad
tevens verstrekt met gebruikmaking van sjablonen die op de website van de Pensioenfederatie
en het Verbond van Verzekeraars zijn opgenomen.
Artikel 9c. Het uniform pensioenoverzicht
-
4 In afwijking van het derde lid kan de pensioenuitvoerder afzien van verstrekking van
een uniform pensioenoverzicht voor deelnemers aan degene die op het eind van de, voor
dit pensioenoverzicht, relevante periode geen deelnemer bij de pensioenuitvoerder
meer is, indien:
-
a. in de informatie die wordt verstrekt bij beëindiging van de deelneming een opgave
van de aan het lopende kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken
overeenkomstig in de informatie die wordt verstrekt bij beëindiging van de deelneming of bij de pensioeningang
een opgave van de aan het lopende kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken
overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen is opgenomen; of en de daarop berustende bepalingen is opgenomen, alsmede informatie over de werkgeverspremie
en werknemerspremie die in het lopende kalenderjaar in rekening is gebracht dan wel
de premie die in het lopende kalenderjaar in rekening is gebracht bij de beroepsgenoot;
of
-
b. in het uniform pensioenoverzicht voor gewezen deelnemers verstrekt in het kalenderjaar
na het jaar waarin de deelneming is beëindigd een opgave van de aan het voorafgaande
kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen is opgenomen. en de daarop berustende bepalingen is opgenomen, alsmede informatie over de werkgeverspremie
en werknemerspremie die in het voorgaande kalenderjaar in rekening is gebracht dan
wel de premie die in het voorgaande kalenderjaar in rekening is gebracht bij de beroepsgenoot.
Artikel 9d. Elektronische informatieverstrekking
Artikel 9e. Pensioenregister
Artikel 9f. Fasering pensioenregister
-
4
Artikel 9e, tweede lid, voor zover het betreft een individuele wijziging, wordt gerealiseerd met ingang
van 1 juli 2017.
[Red: Vervallen]
Artikel 10. Kosten informatieverstrekking
De informatie op grond van de artikelen 21, 38 tot en met 44, 45, 46, tweede lid46, eerste en tweede lid, 46a, tweede lid, onderdeel d46a, eerste en tweede lid, en 63b, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 48 tot en met 55, 52, 52a, 63b en 134, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel de artikelen 48 tot en met 55, 56, 57, tweede lid57, eerste en tweede lid, 57a, tweede lid, onderdeel d57a, eerste en tweede lid, en , 75b, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling63 wordt kosteloos verstrekt. De informatie op grond van , artikel 9a, eerste en derde lid63a, en , artikel 14d, vijfde lid75b, wordt eveneens kosteloos verstrekt. en 129, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt kosteloos verstrekt.
Artikel 10.0a. Taal informatie
De informatie die de pensioenuitvoerder verstrekt of beschikbaar stelt is beschikbaar
in de Nederlandse taal.
Artikel 10a. Informatie over uitvoeringskosten in bestuursverslag
-
4 Kosten die niet kunnen worden toebedeeld aan een van de drie categorieën, bedoeld
in het eerste tot en met derde lid, worden over de categorieën, bedoeld in het eerste
en tweede lid, verdeeld.
Artikel 10b. Weergave uitvoeringskosten in bestuursverslag
-
1 De administratieve uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, worden in het bestuursverslag opgenomen als totaalbedrag en als bedrag per deelnemer
of pensioengerechtigde.
-
2 De kosten van vermogensbeheer, bedoeld in artikel 10a, tweede lid, en de transactiekosten, bedoeld in artikel 10a, derde lid, worden in het bestuursverslag
opgenomen als totaal bedrag en als percentage van het in het verslagjaar gemiddeld
belegde vermogen.
Artikel 10ba. Informatieverstrekking voorafgaand aan waardeoverdracht pensioendatum
-
1 De verzekeraar die bereid is op te treden als ontvangend uitvoerder verstrekt een
betrokkene die het uit een kapitaalovereenkomst dan wel kapitaalregeling of een premieovereenkomst
dan wel premieregeling voortvloeiende kapitaal op de pensioendatum wenst aan te wenden
voor een pensioenuitkering, voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst
inzake een pensioenuitkering ten minste de volgende informatie:
-
a. haar statutaire naam, handelsnaam en adres;
-
b. het feit dat zij een verzekeraar is;
-
c. of zij advies verstrekt over pensioenuitkeringen;
-
d. haar interne klachtenprocedure, bedoeld in artikel 4:17, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht en de erkende geschilleninstantie waarbij zij is aangesloten; en
-
e. de aard van de vergoeding die haar werknemers ontvangen voor het sluiten van de overeenkomst.
-
3 De verzekeraar verstrekt de informatie schriftelijk en kosteloos. De verzekeraar kan
na toestemming van de betrokkene, de informatie elektronisch verstrekken, indien dat
past in de context waarin zij met de betrokkene zaken doet. De elektronische verstrekking
van informatie door de verzekeraar past in de context waarin de verzekeraar met de
betrokkene zaken doet, indien is bewezen dat de betrokkene regelmatig toegang heeft
tot internet. Het gegeven dat de betrokkene een e-mailadres opgeeft geldt in ieder
geval als bewijs hiervan.
Hoofdstuk 5. Uitruil, afkoop en gelijke behandeling
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 60, elfde lid, 61, vijfde lid, 62, zesde
lid, 66, elfde lid en 69, vijfde lid, van de Pensioenwet, de artikelen 72, elfde lid,
73, vijfde lid, 74, zesde lid en 78, elfde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
en artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwenBepalingen ter uitvoering van de artikelen 60, elfde lid, 61, vijfde lid, 62, zesde
lid, 66, tiende lid, en 69, zevende lid, van de Pensioenwet, de artikelen 72, elfde
lid, 73, vijfde lid, 74, zesde lid, 78, tiende lid, en 80a, zevende lid, van de Wet
verplichte beroepspensioenregeling en artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke
behandeling van mannen en vrouwen
Artikel 15. Ruilvoet en opbouwkeuzevoet
-
2 De ruilvoet en opbouwkeuzevoet worden zodanig vastgesteld dat sprake is van collectieve
actuariële gelijkwaardigheid als bedoeld in de artikelen 60, vijfde lid, 61, vierde lid, en 62, eerste lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 72, vijfde lid, 73, vierde lid en 74, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Artikel 16. Afkoop kleine pensioenen en afkoop bovenmatig pensioen
Artikel 17. Gelijke behandeling bij pensioenovereenkomsten met onbepaalde verhouding
tussen pensioensoorten
Indien met de werkgever niet uitdrukkelijk een bepaalde verhouding tussen verschillende
pensioensoorten is overeengekomen wordt de beschikbaar gestelde premie of de aanspraak
op kapitaal, bedoeld in artikel 12c, tweede lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen zodanig vastgesteld dat, ervan uitgaande dat slechts ouderdomspensioen is toegezegd,
het in te kopen pensioen naar het inzicht op het tijdstip van vaststelling van die
bijdrage voor mannen en vrouwen gelijk is.
Hoofdstuk 6. Waardeoverdracht
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 71, zevende lid, 72a, eerste lid en 76,
negende lid, van de Pensioenwet en artikel 82, zevende lid en 83a, eerste lid, van
de Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 17e. Overgangsrecht termijn verzoek opgave pensioenaanspraken
Paragraaf 6.1. Waardeoverdracht klein pensioen
Bepalingen ter uitvoering van de artikelen 70a, zesde lid, en 220b, vierde lid, onderdeel a, van de Pensioenwet en de artikelen 81a, zesde lid, en 214a, vierde lid, onderdeel a, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 17e. Waardeoverdracht nieuw klein pensioen
-
1 De overdragende uitvoerder die gebruikmaakt van het recht op waardeoverdracht van
een kleine pensioenaanspraak, bedoeld in artikel 70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling, vraagt binnen een jaar nadat de deelneming van de deelnemer is geëindigd bij het
pensioenregister een opgave van de uitvoerder bij wie de gewezen deelnemer pensioenaanspraken
verwerft, tenzij de uitvoerder aantoont dat aan uitvraag binnen deze termijn redelijkerwijs
niet kan worden voldaan.
-
3 Het pensioenregister meldt de overdragende uitvoerder zo spoedig mogelijk of, en zo
ja bij welke uitvoerder, de gewezen deelnemer pensioenaanspraken verwerft en wat zijn
klantherkenningsnummer bij deze uitvoerder is.
-
4 De overdragende uitvoerder betaalt binnen tien werkdagen na de melding dat de gewezen
deelnemer bij een uitvoerder pensioenaanspraken verwerft, de overdrachtswaarde aan
de ontvangende uitvoerder. De overdragende uitvoerder verstrekt daarbij het klantherkenningsnummer
en de geboortedatum van de gewezen deelnemer en andere relevante gegevens aan de ontvangende
uitvoerder.
Artikel 17f. Waardeoverdracht bestaand klein pensioen
-
1 De voorwaarden, bedoeld in artikel 220b, vierde lid, onderdeel a, van de Pensioenwet dan wel artikel 214a, vierde lid, onderdeel a, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling zijn als volgt:
-
a. de uitvoerder die gebruik wil maken van het recht op waardeoverdracht vraagt binnen
zes maanden na 1 januari 2020 bij het pensioenregister een opgave van de uitvoerders
bij wie de gewezen deelnemers, waarvoor de uitvoerder gebruik wil maken van het recht
op waardeoverdracht, pensioenaanspraken verwerven;
-
b. de uitvoerder handelt bij de waardeoverdracht conform het plan, bedoeld in het tweede
lid; en
-
c. de uitvoerder informeert de betreffende gewezen deelnemers over de voorgenomen waardeoverdracht.
-
2 De uitvoerders maken, in overleg met de Stichting Pensioenregister, een plan voor
een gefaseerde uitvoering van de waardeoverdracht voor de in het eerste lid, onderdeel
a, bedoelde gevallen, waarbij rekening wordt gehouden met de capaciteit van het pensioenregister
en de belangen van de overdragende en ontvangende uitvoerders. Op voordracht van de
uitvoerders en de Stichting Pensioenregister, en na advies van de toezichthouders,
stelt Onze Minister het plan vast. Het plan wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.
-
3 De overdragende uitvoerder die de opgave, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a,
heeft gevraagd, vraagt op het moment dat dit is opgenomen in het plan, bedoeld in
het tweede lid, bij het pensioenregister een opgave van de uitvoerder bij wie de gewezen
deelnemer pensioenaanspraken verwerft. Artikel 17e, derde tot en met zevende lid, is van toepassing.
Artikel 18. Verzoek opgave informatie aan overdragende uitvoerder
-
1 De ontvangende uitvoerder vraagt binnen één maand nadat de deelnemer een opgave heeft
gevraagd van zijn pensioenaanspraken, aan de overdragende uitvoerder een opgave per
de overdrachtsdatum van de overdrachtswaarde en de daaraan ten grondslag liggende
gegevens, waaronder:
-
a. de pensioenaanspraken waarop de overdrachtswaarde is gebaseerd;
-
b. de toeslagverlening;
-
c. geslacht, geboortedatum en pensioendatum; en
-
d. alle overige informatie die van belang is voor de uitvoering van de waardeoverdracht.
Bij de informatie over toeslagverlening is artikel 4, tweede lid van overeenkomstige toepassing.
-
2 Indien de overdragende uitvoerder een premieovereenkomst of premieregeling uitvoert
waarbij de premie wordt belegd, geldt de opgave als een voorlopige opgave en is het
eerste lid, onderdelen a en b, niet van toepassing.
Paragraaf 6.2. Individuele waardeoverdracht
Artikel 17g. Overgangsrecht termijn verzoek opgave pensioenaanspraken
Artikel 18. Verzoek opgave informatie aan overdragende uitvoerder
-
1 De ontvangende uitvoerder vraagt binnen één maand nadat de deelnemer een opgave heeft
gevraagd als bedoeld in artikel 71, derde lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 82, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling van zijn pensioenaanspraken, aan de overdragende uitvoerder een opgave per de overdrachtsdatum
van de overdrachtswaarde en de daaraan ten grondslag liggende gegevens, waaronder:
-
a. de pensioenaanspraken waarop de overdrachtswaarde is gebaseerd;
-
b. de toeslagverlening;
-
c. geslacht, geboortedatum en pensioendatum; en
-
d. alle overige informatie die van belang is voor de uitvoering van de waardeoverdracht.
Bij de informatie over toeslagverlening is artikel 4, tweede lid van overeenkomstige toepassing.
-
2 Indien de overdragende uitvoerder een premieovereenkomst of premieregeling uitvoert
waarbij de premie wordt belegd, geldt de opgave als een voorlopige opgave en is het
eerste lid, onderdelen a en b, niet van toepassing.
Artikel 19. Opgave informatie aan de uitvoerder
De overdragende uitvoerder verstrekt de opgave of de voorlopige opgave, bedoeld in
artikel 18, binnen twee maanden na ontvangst van het daartoe strekkende verzoek aan de ontvangende
uitvoerder. Indien toepassing is gegeven aan artikel 19a of artikel 19b wordt de termijn, bedoeld in dit artikel, met twee maanden verlengd.
Artikel 19a. Tijdelijke regeling aanvullende bijdragen bij aanvang verwerving voor 2015
-
2 Een kleine werkgever als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is een werkgever
te wiens laste, in het tweede kalenderjaar dat aan het kalenderjaar waarin de in het
derde lid bedoelde situatie wordt vastgesteld vooraf is gegaan, een premieplichtig
loon als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit Wfsv, is gekomen dat gelijk is aan of minder bedraagt dan 25 maal het door het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen vastgestelde gemiddelde premieplichtige loon per werknemer
in dat kalenderjaar.
-
3 Indien de overdragende pensioenuitvoerder bij vaststelling van de opgave of voorlopige
opgave, bedoeld in artikel 18 of de ontvangende pensioenuitvoerder na ontvangst van de opgave of voorlopige opgave,
bedoeld in artikel 18, vaststelt dat een aanvullende bijdrage van de oude of nieuwe
werkgever noodzakelijk is die meer bedraagt dan € 15.000,– en meer dan 10% van de
overdrachtswaarde, stelt hij de betreffende werkgever in de gelegenheid om binnen
een maand na ontvangst van het daartoe strekkende verzoek aan te tonen dat de werkgever
een kleine werkgever is als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b. Tevens wordt de
betreffende werkgever gevraagd of hij, indien hij een kleine werkgever is, bereid
is de aanvullende bijdrage te betalen. De overdragende pensioenuitvoerder informeert
de ontvangende pensioenuitvoerder terstond na afloop van de gegeven termijn over hetgeen
van de oude werkgever is vernomen.
Artikel 19b. Tijdelijke regeling aanvullende bijdragen bij aanvang verwerving vanaf 2015
-
2 Indien de overdragende uitvoerder bij vaststelling van de opgave of voorlopige opgave,
bedoeld in artikel 18, of de ontvangende uitvoerder na ontvangst van de opgave of voorlopige opgave, bedoeld
in artikel 18, vaststelt dat een aanvullende bijdrage van de oude of nieuwe werkgever
noodzakelijk is die meer bedraagt dan € 15.000,– en meer dan 10% van de overdrachtswaarde,
wordt de betreffende werkgever gevraagd binnen een maand na ontvangst van het verzoek
aan te geven of hij bereid is de aanvullende bijdrage te betalen. De overdragende
uitvoerder informeert de ontvangende uitvoerder terstond na afloop van de gegeven
termijn over hetgeen van de oude werkgever is vernomen.
Artikel 20. Opgave informatie aan de rechthebbende
De ontvangende uitvoerder verstrekt de opgave of voorlopige opgave, bedoeld in artikel 18, binnen twee maanden na ontvangst aan de deelnemer onder vermelding van de aanspraken
die zullen voortvloeien uit de waardeoverdracht en de wijze waarop de aanspraken in
de pensioenregeling, ondergebracht bij de ontvangende uitvoerder, zullen worden behandeld.
Bij de informatie over toeslagverlening is artikel 4, tweede lid van overeenkomstige toepassing. Indien toepassing is gegeven aan artikel 19a of artikel 19b wordt de termijn, bedoeld in dit artikel, met twee maanden verlengd.
Artikel 21. Verzoek tot waardeoverdracht
-
1 Indien de deelnemer gebruik wil maken van zijn recht op waardeoverdracht, dient hij
binnen twee maanden na ontvangst van de opgave of voorlopige opgave, bedoeld in artikel 18, en, indien van toepassing, artikel 22, een verzoek tot waardeoverdracht in bij de ontvangende uitvoerder.
Artikel 22. Verzoek opgave informatie aan ontvangende uitvoerder
De deelnemer kan voor het einde van de termijn genoemd in artikel 21, eerste lid, verzoeken om een aanvullende opgave voor het geval de waarde van het partnerpensioen
niet wordt overgedragen. De termijnen, genoemd in de artikelen 18 tot en met 21, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 23. Afhandeling waardeoverdracht
-
2 Het risico dat betrekking heeft op de over te dragen aanspraken, komt met ingang van
de datum van het verzoek van de rechthebbende, bedoeld in artikel 21, eerste lid, voor rekening van de ontvangende uitvoerder.
-
4 De overdragende uitvoerder is rente verschuldigd aan de ontvangende uitvoerder over
de overdrachtswaarde over de periode tussen de overdrachtsdatum en de datum waarop
de overdrachtswaarde wordt betaald, tenzij het de waardeoverdracht betreft van een
premieovereenkomst of premieregeling waarbij de premie wordt belegd naar een andere
premieovereenkomst of premieregeling waarbij de premie wordt belegd. Bij overdracht
van een premieovereenkomst of premieregeling waarbij de premie wordt belegd naar een
kapitaal- of uitkeringsovereenkomst of een kapitaal- of uitkeringsregeling wordt de
rente geacht in de overdrachtswaarde begrepen te zijn. Onze Minister stelt regels
over de berekening van de rente.
Artikel 23a. Opschorting plicht tot waardeoverdracht
-
6 Indien in de in het tweede lid beschreven situatie de deelnemer voor de datum van
inwerkingtreding van het Besluit van 12 november 2009 tot wijziging van het Besluit
uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met aanpassing
van de regeling voor waardeoverdracht en de kostenregeling (Stb. 2009, 598), een verzoek
tot waardeoverdracht als bedoeld in artikel 21 heeft gedaan dat niet is afgehandeld vanwege de in artikel 72 van de Pensioenwet of artikel 83 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling omschreven situatie, stelt de ontvangende uitvoerder de deelnemer in de gelegenheid
zijn verzoek in te trekken.
Artikel 24. Overschrijding termijnen
Overschrijding van de in dit hoofdstuk gestelde termijnen door de overdragende of
ontvangende uitvoerder wordt de deelnemer niet tegengeworpen.
Artikel 25. Berekening overdrachtswaarde
Artikel 26. Overdrachtswaarde niet gelijk aan waarde gefinancierde deel van de aanspraken
Indien bij een uitkeringsovereenkomst, een uitkeringsregeling of een premieovereenkomst
of premieregeling waarbij de premie onmiddellijk na het beschikbaar stellen wordt
omgezet in een aanspraak op een uitkering de overdrachtswaarde niet gelijk is aan
de waarde van het gefinancierde deel van de aanspraken, komt het verschil ten gunste,
respectievelijk ten laste, van de oude werkgever of van het fonds waar de regeling
was ondergebracht.
Artikel 27. Aanwenden van overdrachtswaarde
Artikel 28. Behandeling aanspraken na waardeoverdracht
-
1 De na waardeoverdracht verkregen aanspraken in de pensioenregeling, ondergebracht
bij de ontvangende uitvoerder, worden behandeld alsof zij in die regeling zelf zijn
opgebouwd, waarbij zij ook ten aanzien van de toeslagverlening op dezelfde manier
behandeld worden.
-
3 Indien in de pensioenregeling, ondergebracht bij de ontvangende uitvoerder, pensioenopbouw
plaatsvindt op basis van dienstjaren, wordt de overdrachtswaarde omgezet in voor de
pensioenopbouw meetellende dienstjaren.
-
4 In een pensioenregeling die voor de pensioenopbouw rekent met een maximaal te bereiken
aantal dienstjaren, geldt dat, indien toepassing van het tweede lid leidt tot meer
dan het maximale aantal dienstjaren, het meerdere wordt behandeld als een bij ontslag
verkregen pensioenaanspraak in die regeling.
Artikel 19. Opgave informatie aan de uitvoerder
De overdragende uitvoerder verstrekt de opgave of de voorlopige opgave, bedoeld in
artikel 18, binnen twee maanden na ontvangst van het daartoe strekkende verzoek aan de ontvangende
uitvoerder. Indien toepassing is gegeven aan artikel 19a of artikel 19b wordt de termijn, bedoeld in dit artikel, met twee maanden verlengd.
Artikel 19a. Tijdelijke regeling aanvullende bijdragen bij aanvang verwerving voor 2015
-
2 Een kleine werkgever als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is een werkgever
te wiens laste, in het tweede kalenderjaar dat aan het kalenderjaar waarin de in het
derde lid bedoelde situatie wordt vastgesteld vooraf is gegaan, een premieplichtig
loon als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit Wfsv, is gekomen dat gelijk is aan of minder bedraagt dan 25 maal het door het Uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen vastgestelde gemiddelde premieplichtige loon per werknemer
in dat kalenderjaar.
-
3 Indien de overdragende pensioenuitvoerder bij vaststelling van de opgave of voorlopige
opgave, bedoeld in artikel 18 of de ontvangende pensioenuitvoerder na ontvangst van de opgave of voorlopige opgave,
bedoeld in artikel 18, vaststelt dat een aanvullende bijdrage van de oude of nieuwe
werkgever noodzakelijk is die meer bedraagt dan € 15.000,– en meer dan 10% van de
overdrachtswaarde, stelt hij de betreffende werkgever in de gelegenheid om binnen
een maand na ontvangst van het daartoe strekkende verzoek aan te tonen dat de werkgever
een kleine werkgever is als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b. Tevens wordt de
betreffende werkgever gevraagd of hij, indien hij een kleine werkgever is, bereid
is de aanvullende bijdrage te betalen. De overdragende pensioenuitvoerder informeert
de ontvangende pensioenuitvoerder terstond na afloop van de gegeven termijn over hetgeen
van de oude werkgever is vernomen.
Artikel 19b. Tijdelijke regeling aanvullende bijdragen bij aanvang verwerving vanaf 2015
-
2 Indien de overdragende uitvoerder bij vaststelling van de opgave of voorlopige opgave,
bedoeld in artikel 18, of de ontvangende uitvoerder na ontvangst van de opgave of voorlopige opgave, bedoeld
in artikel 18, vaststelt dat een aanvullende bijdrage van de oude of nieuwe werkgever
noodzakelijk is die meer bedraagt dan € 15.000,– en meer dan 10% van de overdrachtswaarde,
wordt de betreffende werkgever gevraagd binnen een maand na ontvangst van het verzoek
aan te geven of hij bereid is de aanvullende bijdrage te betalen. De overdragende
uitvoerder informeert de ontvangende uitvoerder terstond na afloop van de gegeven
termijn over hetgeen van de oude werkgever is vernomen.
Artikel 20. Opgave informatie aan de rechthebbende
De ontvangende uitvoerder verstrekt de opgave of voorlopige opgave, bedoeld in artikel 18, binnen twee maanden na ontvangst aan de deelnemer onder vermelding van de aanspraken
die zullen voortvloeien uit de waardeoverdracht en de wijze waarop de aanspraken in
de pensioenregeling, ondergebracht bij de ontvangende uitvoerder, zullen worden behandeld.
Bij de informatie over toeslagverlening is artikel 4, tweede lid van overeenkomstige toepassing. Indien toepassing is gegeven aan artikel 19a of artikel 19b wordt de termijn, bedoeld in dit artikel, met twee maanden verlengd.
Artikel 21. Verzoek tot waardeoverdracht
-
1 Indien de deelnemer gebruik wil maken van zijn recht op waardeoverdracht, dient hij
binnen twee maanden na ontvangst van de opgave of voorlopige opgave, bedoeld in artikel 18, en, indien van toepassing, artikel 22, een verzoek tot waardeoverdracht in bij de ontvangende uitvoerder.
Artikel 22. Verzoek opgave informatie aan ontvangende uitvoerder
De deelnemer kan voor het einde van de termijn genoemd in artikel 21, eerste lid, verzoeken om een aanvullende opgave voor het geval de waarde van het partnerpensioen
niet wordt overgedragen. De termijnen, genoemd in de artikelen 18 tot en met 21, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 23. Afhandeling waardeoverdracht
-
2 Het risico dat betrekking heeft op de over te dragen aanspraken, komt met ingang van
de datum van het verzoek van de rechthebbende, bedoeld in artikel 21, eerste lid, voor rekening van de ontvangende uitvoerder.
-
4 De overdragende uitvoerder is rente verschuldigd aan de ontvangende uitvoerder over
de overdrachtswaarde over de periode tussen de overdrachtsdatum en de datum waarop
de overdrachtswaarde wordt betaald, tenzij het de waardeoverdracht betreft van een
premieovereenkomst of premieregeling waarbij de premie wordt belegd naar een andere
premieovereenkomst of premieregeling waarbij de premie wordt belegd. Bij overdracht
van een premieovereenkomst of premieregeling waarbij de premie wordt belegd naar een
kapitaal- of uitkeringsovereenkomst of een kapitaal- of uitkeringsregeling wordt de
rente geacht in de overdrachtswaarde begrepen te zijn. Onze Minister stelt regels
over de berekening van de rente.
-
5 De termijnen, genoemd in dit hoofdstuk, zijn op waardeoverdracht van pensioenaanspraken
als bedoeld in artikel 21, tweede lid, niet eerder van toepassing dan nadat de overdragende uitvoerder de FVP-bijdrage
heeft ontvangen.
Artikel 23a. Opschorting plicht tot waardeoverdracht
-
6 Indien in de in het tweede lid beschreven situatie de deelnemer voor de datum van
inwerkingtreding van het Besluit van 12 november 2009 tot wijziging van het Besluit
uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met aanpassing
van de regeling voor waardeoverdracht en de kostenregeling (Stb. 2009, 598), een verzoek
tot waardeoverdracht als bedoeld in artikel 21 heeft gedaan dat niet is afgehandeld vanwege de in artikel 72 van de Pensioenwet of artikel 83 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling omschreven situatie, stelt de ontvangende uitvoerder de deelnemer in de gelegenheid
zijn verzoek in te trekken.
Artikel 24. Overschrijding termijnen
Overschrijding van de in dit hoofdstuk gestelde termijnen door de overdragende of
ontvangende uitvoerder wordt de deelnemer niet tegengeworpen.
Artikel 25. Berekening overdrachtswaarde
Artikel 26. Overdrachtswaarde niet gelijk aan waarde gefinancierde deel van de aanspraken
Indien bij een uitkeringsovereenkomst, een uitkeringsregeling of een premieovereenkomst
of premieregeling waarbij de premie onmiddellijk na het beschikbaar stellen wordt
omgezet in een aanspraak op een uitkering de overdrachtswaarde niet gelijk is aan
de waarde van het gefinancierde deel van de aanspraken, komt het verschil ten gunste,
respectievelijk ten laste, van de oude werkgever of van het fonds waar de regeling
was ondergebracht.
Artikel 27. Aanwenden van overdrachtswaarde
Artikel 28. Behandeling aanspraken na waardeoverdracht
-
1 De na waardeoverdracht verkregen aanspraken in de pensioenregeling, ondergebracht
bij de ontvangende uitvoerder, worden behandeld alsof zij in die regeling zelf zijn
opgebouwd, waarbij zij ook ten aanzien van de toeslagverlening op dezelfde manier
behandeld worden.
-
3 Indien in de pensioenregeling, ondergebracht bij de ontvangende uitvoerder, pensioenopbouw
plaatsvindt op basis van dienstjaren, wordt de overdrachtswaarde omgezet in voor de
pensioenopbouw meetellende dienstjaren.
-
4 In een pensioenregeling die voor de pensioenopbouw rekent met een maximaal te bereiken
aantal dienstjaren, geldt dat, indien toepassing van het tweede lid leidt tot meer
dan het maximale aantal dienstjaren, het meerdere wordt behandeld als een bij ontslag
verkregen pensioenaanspraak in die regeling.