Subsidieregeling zorgopleidingen 1e tranche

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 10-09-2010 t/m 06-12-2010

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 december 2006, nr. MEVA/BO-2727102, houdende regels voor het verstrekken van subsidie voor opleidingsplaatsen van zorgopleidingen (Subsidieregeling zorgopleidingen 1e tranche)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet volksgezondheidssubsidies;

Besluit:

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b. zorgopleiding: een opleiding zoals vermeld in bijlage 1 bij deze regeling;

  • c. opleidingsinrichting: een inrichting die door één van de in bijlage 2 bij deze regeling vermelde organen is erkend voor het verzorgen van een (deel van een) zorgopleiding;

  • d. bevoegd gezag: het bestuur van een opleidingsinrichting;

  • e. opleidingsplaats: de capaciteit bij de opleidingsinrichting om voor een zorgopleiding een assistent op te leiden, waarbij de arbeidsduur per kalenderjaar van een voltijds assistent in opleiding overeenkomstig de van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst of sectorale rechtspositieregeling is;

  • f. College: het College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg;

  • g. instellingssubsidie: een per boekjaar verstrekte subsidie ten behoeve van opleidingsplaatsen van zorgopleidingen;

  • h. gerealiseerde opleidingsplaats: de opleidingsplaats voor zover deze rekening houdend met de duur en de omvang van het dienstverband of de arbeidsovereenkomst vervuld is in het jaar waarvoor de instellingssubsidie wordt verstrekt, verminderd met:

    • 1°. het aantal uren waarin de assistent in opleiding de arbeid niet heeft verricht en waarvoor geen loondoorbetalingsverplichting op de werkgever rust en

    • 2°. de periode dat de assistent in opleiding met zwangerschaps- en bevallingsverlof is geweest;

  • i. opleidingsschema: het schema, opgenomen in het opleidingsregister van de in de bijlage 2 genoemde registratiecommissies, dat vastlegt in welke opleidingsinrichtingen de assistent de zorgopleiding zal volgen en gedurende welke tijdsperioden;

  • j. vooropleiding: een opleiding in de interne geneeskunde die een assistent volgt in het kader van de zorgopleiding longziekten en tuberculose, maag-, darm- en leverziekten, cardiologie, klinische geriatrie, reumatologie of nucleaire geneeskunde of een opleiding in de heelkunde die een assistent volgt in het kader van de zorgopleiding orthopedie, urologie, plastische chirurgie of cardio-thoracale chirurgie;

  • k. instroom bij zorgopleidingen zonder vooropleiding: de assistenten in opleiding die in het jaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt met een zorgopleiding zonder vooropleiding aanvangen en het met die assistenten corresponderende aantal opleidingsplaatsen;

  • l. instroom bij zorgopleidingen met vooropleiding: de assistenten in opleiding die in het jaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt met een zorgopleiding met vooropleiding aanvangen, voor zo ver de op uiterlijk 31 oktober van het subsidiejaar juist en volledig ingediende opleidingsschema’s van deze assistenten zijn opgenomen in een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2 genoemde registratiecommissies, en het met die assistenten corresponderende aantal opleidingsplaatsen.

  • m. doorstroom: de opleidingsplaatsen voor assistenten in opleiding die voor aanvang van het jaar waarvoor subsidie wordt verstrekt, met een zorgopleiding zijn aangevangen en waarvoor een instellingssubsidie is verleend, voor zo ver de op uiterlijk 31 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar juist en volledig ingediende opleidingsschema’s van deze assistenten zijn opgenomen in een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2 genoemde registratiecommissies.

§ 2. Berekeningswijze

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De Minister stelt jaarlijks een plan voor de maximale instroom voor zorgopleidingen met en zonder vooropleiding vast, waarbij onderscheid wordt gemaakt naar zorgopleiding en opleidingsinrichting. Ten behoeve van het plan stelt de Minister het College in de gelegenheid om een toewijzingsvoorstel met inachtneming van het gestelde in het tweede lid op te stellen.

  • 2 Voor de instroom bij zorgopleidingen met vooropleiding stelt de Minister een opleidingsinrichting, die in het plan, genoemd in het eerste lid, een opleidingsplaats is toegewezen, in de gelegenheid een assistent te selecteren en de assistent de mogelijkheid te bieden een vooropleiding te volgen. In dat geval wordt de instroom, die op basis van de op uiterlijk 31 oktober van het subsidiejaar juist en volledig ingediende opleidingsschema’s van de assistenten in opleiding is opgenomen in een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2 genoemde registratiecommissies, toegewezen aan de opleidingsinrichting waar de vooropleiding wordt gevolgd.

  • 3 De doorstroom wordt per zorgopleiding en opleidingsinrichting door de Minister bepaald conform het aantal opleidingsplaatsen dat op basis van de op uiterlijk 31 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar juist en volledig ingediende opleidingsschema’s van de assistenten in opleiding is opgenomen in een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2 genoemde registratiecommissies.

  • 4 Instellingssubsidies worden uitsluitend verstrekt aan instellingen voor medisch specialistische zorg zijnde:

    • a. algemene ziekenhuizen, academische ziekenhuizen en instellingen voor revalidatie;

    • b. GGZ-instellingen, radiotherapeutische centra, centra voor longziekten en tuberculose, epilepsiecentra, laboratoria voor pathologie, medische microbiologie of klinische chemie en audiologische centra; en

    • c. andere door de Minister aan te wijzen instellingen.

  • 5 De instellingssubsidie bedraagt per voltijdse opleidingsplaats het bedrag dat in bijlage 3 bij deze regeling vermeld is bij de desbetreffende zorgopleiding.

  • 6 De Minister kan de subsidieverlening wijzigen in verband met de ontwikkeling van het prijspeil of de ontwikkeling in de arbeidsvoorwaarden.

§ 3. Indiening subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De Minister kan op aanvraag van het bevoegd gezag van de opleidingsinrichting een instellingssubsidie verstrekken voor de instroom bij zorgopleidingen met en zonder vooropleiding en de doorstroom.

  • 2 Een aanvraag voor een instellingssubsidie wordt uiterlijk dertien weken vóór de aanvang van het desbetreffende jaar ingediend door het bevoegde gezag.

  • 3 Voor de aanvraag wordt het formulier gebruikt dat als bijlage 4 bij deze regeling is gevoegd.

  • 4 De Minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van de in het tweede lid gestelde termijn voor indiening van de aanvraag.

§ 4. Subsidieverlening en bevoorschotting

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 2 De Minister geeft een beschikking op een aanvraag van de instellingssubsidie voor de opleidingsplaatsen ten behoeve van de instroom bij zorgopleidingen met en zonder vooropleiding en de doorstroom binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3 De Minister wijzigt de subsidieverlening bij zorgopleidingen met vooropleiding uiterlijk 13 weken na 1 mei en uiterlijk 8 weken na 31 oktober van het subsidiejaar met betrekking tot de instroom, die op basis van de op uiterlijk 1 mei of 31 oktober van het subsidiejaar juist en volledig ingediende opleidingsschema’s van de instromende assistenten in opleiding is opgenomen in een door de Minister geaccepteerde opleidingsregister van de in bijlage 2 genoemde registratiecommissies met inachtneming van het volgende:

    • a. subsidie wordt slechts verleend voor het aantal maanden dat de assistent, blijkens het opleidingsschema, de opleiding volgt bij een opleidingsinrichting en

    • b. indien het opleidingsschema later is ingediend dan de zorgopleiding is aangevangen, dan wordt bij het bepalen van de omvang van de subsidie de datum dat het opleidingsschema is opgenomen in het door de Minister geaccepteerde opleidingsregister van de bij de in de bijlage 2 genoemde registratiecommissies als aanvangsdatum van de zorgopleiding gehanteerd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De Minister verstrekt de volgende voorschotten op een verleende instellingssubsidie: in januari 8%, februari 8%, maart 8%, april 7%, mei 16%, juni 7%, juli 8%, augustus 8%, september 7% en oktober 8% van het voor het desbetreffende jaar verleende subsidiebedrag.

  • 2 De minister kan van het gestelde in het eerste lid op verzoek van de subsidieontvanger afwijken en in het geval dat een aanvraag om instellingssubsidie later wordt ingediend dan in artikel 3, tweede lid, is bepaald.

§ 5. Verplichtingen van de subsidieontvanger

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Het bevoegd gezag doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de Minister van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Het bevoegd gezag beschikt per zorgopleiding voor de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd over een opleidingserkenning afgegeven door een van de in bijlage 2 vermelde organen.

  • 2 Het bevoegd gezag houdt een controleerbare registratie bij ten behoeve van de vaststelling van de subsidie.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Het bevoegd gezag verstrekt aan de door de Minister aangewezen personen op hun verzoek alle bescheiden en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor een juiste vervulling van hun taak.

  • 2 Het bevoegd gezag werkt mee aan de door of namens de Minister ingestelde onderzoekingen die erop zijn gericht de Minister inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het beleid.

§ 6. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De instellingssubsidie wordt vastgesteld op grond van:

    • a. het aantal gerealiseerde opleidingsplaatsen, voor zo ver het aantal opleidingsplaatsen waarvoor de instellingssubsidie is verleend niet is overschreden, tenzij de overschrijding een gevolg is van de vervanging van een assistent in opleiding met wie in het subsidiejaar of het daaraan voorafgaande jaar een dienstverband of arbeidsovereenkomst wegens ongeschiktheid is beëindigd;

    • b. het aantal assistenten in opleiding dat in het jaar waarvoor subsidie wordt verstrekt met de zorgopleiding is aangevangen, voor zover het aantal waarvoor de subsidie is verleend niet is overschreden, tenzij de overschrijding een gevolg is van de vervanging van een assistent in opleiding met wie in het subsidiejaar of het daaraan voorafgaande jaar een dienstverband of arbeidsovereenkomst wegens ongeschiktheid is beëindigd.

  • 2 Het is de opleidingsinrichting waarmee de assistent een dienstverband of arbeidsovereenkomst heeft toegestaan de subsidie aan te wenden voor het deel van de opleiding dat een assistent in opleiding in het buitenland volgt, mits de opleiding in het buitenland overeenkomstig artikel 2, lid 3, is vastgelegd in het opleidingsschema en voor zo ver de opleiding in het buitenland niet leidt tot verlenging van de totale opleidingsduur.

  • 3 Binnen vier maanden na afloop van het jaar waarvoor een instellingssubsidie is verleend, dient het bevoegd gezag een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie.

  • 4 Voor indiening van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt het formulier gebruikt dat als bijlage 5 bij deze regeling is gevoegd.

  • 5 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van een assurancerapport van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, overeenkomstig het door de Minister vastgestelde model assurancerapport. Uit het rapport blijkt of de in de aanvraag tot vaststelling opgenomen verantwoording juist is. Ten behoeve van het assurancerapport stelt de Minister een controleprotocol vast.

  • 6 De Minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van de in het derde lid gestelde termijn voor indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 9, derde lid, geeft de Minister een beschikking tot vaststelling van de subsidie.

§ 7. Overgangsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De subsidie voor de doorstroom wordt voor het subsidiejaar 2009 verhoogd met het aantal opleidingsplaatsen instroom bij zorgopleidingen met en zonder vooropleiding, waarvoor in 2008 aan een opleidingsinrichting instellingssubsidie is verleend, voor zo ver deze instroom op basis van de op uiterlijk 31 oktober 2008 juist en volledig ingediende opleidingsschema’s van de assistenten in opleiding nog niet is opgenomen in een door de Minister geaccepteerd opleidingsregister van de in bijlage 2 bij deze regeling genoemde registratiecommissies.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Zorgopleiding

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Anesthesiologie

Cardiologie

Cardio-thoracale chirurgie

Dermatologie en venerologie

Heelkunde

Interne geneeskunde

Kaakchirurgie

Keel-neus-oorheelkunde

Kindergeneeskunde

Klinische chemie

Klinisch fysica

Klinische genetica

Klinische geriatrie in ggz

Klinische geriatrie in ziekenhuiszorg

Longziekten en tuberculose

Maag-darm-leverziekten

Medische microbiologie

Neurochirurgie

Neurologie

Nucleaire geneeskunde

Obstetrie en gynaecologie

Oogheelkunde

Orthodontie

Orthopedie

Pathologie

Plastische chirurgie

Radiologie

Radiotherapie

Reumatologie

Revalidatiegeneeskunde

Urologie

Ziekenhuisfarmacie

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De Medisch Specialisten Registratie Commissie van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

De Specialisten Registratiecommissie van de Nederlandse Maatschappij der Tandheelkunde

De Specialisten Registratie Commissie van de Koninklijke Maatschappij ter bevordering der Pharmacie

De Registratie Commissie van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie.

De Toetsingscommissie van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2010, 19327, datum inwerkingtreding 07-12-2010, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 14-10-2009.

De Medisch Specialisten Registratie Commissie van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

De Specialisten Registratiecommissie van de Nederlandse Maatschappij der Tandheelkunde

De Specialisten Registratie Commissie van de Koninklijke Maatschappij ter bevordering der Pharmacie

De Registratie Commissie van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie.

De Stichting Opleiding Klinisch Fysicus.

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Prijspeil 2010

Zorgopleiding

Academische ziekenhuizen

Algemene ziekenhuizen

Revalidatie-centra

Categorale instellingen

GGZ-instellingen

bij 1 tot 50 opleidings-plaatsen

bij 50 tot 150 opleidings-plaatsen

bij 150 of meer opleidings-plaatsen

Anesthesiologie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Cardiologie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Cardio-thoracale chirurgie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Dermatologie en venerologie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Heelkunde

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Interne geneeskunde

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Kaakchirurgie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Keel-neus-oorheelkunde

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Kindergeneeskunde

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Klinische chemie (*)

€ 121.100,–

€ 119.600,–

€ 119.600,–

€ 119.600,–

     

Klinische fysica (*)

€ 121.100,–

€ 119.600,–

€ 119.600,–

€ 119.600,–

 

€ 121.100,–

 

Klinische genetica

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Klinische geriatrie in ggz

           

€ 56.700,–

Klinische geriatrie in ziekenhuiszorg

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Longziekten en tuberculose

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Maag-darm-leverziekten

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Medische microbiologie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

 

€ 160.500,–

 

Neurochirurgie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Neurologie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

 

€ 121.100,–

 

Nucleaire geneeskunde

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Obstetrie en gynaecologie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Oogheelkunde

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Orthodontie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Orthopedie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Pathologie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

 

€ 160.500,–

 

Plastische chirurgie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Radiologie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Radiotherapie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

 

€ 121.100,–

 

Reumatologie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Revalidatiegeneeskunde(*)

€ 121.100,–

€ 119.600,–

€ 119.600,–

€ 119.600,–

€ 120.300,–

   

Urologie

€ 121.100,–

€ 160.500,–

€ 149.400,–

€ 119.600,–

     

Ziekenhuisfarmacie (*)

€ 121.100,–

€ 119.600,–

€ 119.600,–

€ 119.600,–

     

* De aantallen opleidingslaatsen voor de onderhavige zorgopleidingen worden niet betrokken bij het bepalen van de omvang van de staffel bij de algemene ziekenhuizen.

Naar boven