Regeling inburgering

[Regeling vervallen per 01-01-2022.]
Geraadpleegd op 24-04-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2016.
Geldend van 01-01-2016 t/m 30-09-2017

Wetstechnische informatie voor Artikel 4.21

Informatie geldend op 01-01-2016

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Beleidsregels en circulaires die betrekking hebben op dit artikel

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel

Geen

Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar het hoofdstuk, paragraaf e.d. waar dit artikel deel van uitmaakt

Geen

Overzicht van wijzigingen voor dit artikel

(geldig op 01-01-2016)

Opmerking

- Geen opmerking -

Ontstaansbron Inwerkingtreding
Datum van inwerkingtreding Terugwerkende kracht Betreft Ondertekening Bekendmaking Kenmerk Ondertekening Bekendmaking Opmerking
01-01-2013 Vervallen 13-12-2012 Stcrt. 2012, 26740 I&S/2012/17936 13-12-2012 Stcrt. 2012, 26740 Inwtr. 1
01-01-2010 Wijziging 14-12-2009 Stcrt. 2009, 19752 BJZ2009065769 14-12-2009 Stcrt. 2009, 19752
01-01-2009 t/m 01-01-2008 Wijziging 16-12-2008 Stcrt. 2008, 252 BJZ2008123774 16-12-2008 Stcrt. 2008, 252
26-11-2007 Wijziging 06-12-2006 Stcrt. 2006, 244 5456790/06 30-10-2007 Stb. 2007, 444
29-07-2007 Wijziging 11-07-2007 Stcrt. 2007, 143 5493872/07 11-07-2007 Stcrt. 2007, 143
01-01-2007 Nieuwe-regeling 06-12-2006 Stcrt. 2006, 244 5456790/06 06-12-2006 Stcrt. 2006, 244

Opmerkingen

  1. De artikelen 1.2 tot en met 2.2c, 2.4, 2.5, hoofdstuk 4, paragrafen 1 tot en met 3, en artikel 5.1, zoals deze luidden op 31 december 2012, blijven van toepassing op de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012, voor wie de termijn voor het behalen van het examen, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van die wet op grond van artikel 7, eerste lid, of 26 van die wet is aangevangen.
    Hoofdstuk 4, paragraaf 3 blijft tot en met 31 december 2015 van toepassing op de oudkomer, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet inburgering, zoals die luidde op 31 december 2012, ten aanzien van wie geen inburgeringstermijn op grond van artikel 26 van die wet is aangevangen.1)
Naar boven