Beleidsregels kostenvergoeding subsidie milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 15-12-2006 t/m heden

Beleidsregels kostenvergoeding subsidie milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

Artikel 1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a. Minister: de Minister van Economische Zaken;

  • b. verzoeker: de indiener van een verzoek om kostenvergoeding of diens rechtsopvolger;

  • c. MEP-subsidie: subsidie op grond van artikel 72m van de Elektriciteitswet 1998.

Artikel 2

  • 1 De Minister kent een kostenvergoeding toe aan een verzoeker die:

    • a. voor 18 augustus 2006 geen aanvraag voor MEP-subsidie voor die productie-installatie heeft ingediend als waarvoor hij een verzoek tot kostenvergoeding indient;

    • b. voor 18 augustus 2006 de voor de aanvraag van de MEP-subsidie benodigde vergunningen heeft aangevraagd;

    • c. redelijkerwijs tussen 18 augustus 2006 en 31 december 2006 een volledig ingevuld aanvraagformulier met alle benodigde bijlagen als bedoeld in artikel 15 van de Algemene uitvoeringsregeling milieukwaliteit elektriciteitsproductie had kunnen indienen, en

    • d. op basis van deze aanvraag, uitgaande van de regels zoals deze golden voor 18 augustus 2006, MEP-subsidie van meer dan € 0,00 had kunnen krijgen.

  • 2 De Minister kent geen kostenvergoeding toe indien voor een productie-installatie subsidie wordt verleend op grond van de in de brief van 11 september 2006 (Kamerstukken II, 28 665, 76) aangekondigde subsidieregeling voor vergistingsinstallaties.

Artikel 3

  • 1 Kosten komen alleen voor vergoeding in aanmerking indien het directe kosten betreffen die de verzoeker noodzakelijkerwijs voor 18 augustus 2006 heeft gemaakt en betaald aan derden om voor 1 januari 2007 MEP-subsidie aan te vragen, voor zover deze kosten redelijk zijn.

  • 2 Kosten als bedoeld in het eerste lid die na 18 augustus 2006 zijn gemaakt en betaald aan derden kunnen voor vergoeding in aanmerking komen indien voor 18 augustus 2006 door middel van een schriftelijke overeenkomst verplichtingen zijn aangegaan tot het betalen van deze kosten.

  • 3 Onder directe kosten worden onder meer verstaan:

    • a. kosten die noodzakelijkerwijs zijn gemaakt voor het aanvragen van vergunningen die overgelegd moeten worden bij de aanvraag om MEP-subsidie, zoals leges en advieskosten voor onderzoeken die noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van deze vergunningen;

    • b. indien voor het aanvragen van MEP-subsidie een ontheffing noodzakelijk is, de kosten die voorafgaand aan deze ontheffing noodzakelijkerwijs zijn gemaakt voor de uitbreiding of renovatie van een productie-installatie.

  • 4 Onder directe kosten worden niet verstaan de kosten die niet noodzakelijkerwijs zijn gemaakt voor het aanvragen van de MEP-subsidie, zoals kosten die zijn verbonden aan de realisatie van de productie-installatie.

  • 5 De kosten worden in aanmerking genomen met inbegrip van omzetbelasting, indien en voor zover de verzoeker die de kosten heeft gemaakt, omzetbelasting niet in aftrek kan brengen.

  • 6 Indirecte kosten waaronder in ieder geval worden begrepen financieringskosten, inkomstenderving, winstderving, gederfde subsidieopbrengsten en gederfde fiscale voordelen komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 4

Indien de verzoeker kosten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, heeft gemaakt in verband met het aanvragen van een ontheffing op grond van artikel 72m, derde lid, of artikel 72s, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 en hij voordeel geniet van het feit dat zijn productie-installatie is gerenoveerd of uitgebreid, wordt dat voordeel in mindering gebracht op de kostenvergoeding.

Artikel 5

  • 1 Het verzoek om kostenvergoeding wordt gedaan door het indienen van een juist en volledig ingevuld en ondertekend exemplaar van een bij SenterNovem te verkrijgen formulier, waarbij de verzoeker aannemelijk maakt dat hij voor 1 januari 2007 aan alle eisen zou hebben kunnen voldoen om een aanvraag voor MEP-subsidie in te dienen.

  • 2 Bij het verzoek wordt een accountantsverklaring volgens een bij SenterNovem te verkrijgen model gevoegd waaruit blijkt dat de kosten waarvoor vergoeding wordt gevraagd daadwerkelijk zijn gemaakt en betaald.

  • 3 Naast de kosten, bedoeld in artikel 3, komen de kosten voor de accountantsverklaring als bedoeld in het tweede lid voor kostenvergoeding in aanmerking tot een maximum van € 2.500,–.

  • 4 Het verzoek om kostenvergoeding wordt gericht aan de Minister en wordt uiterlijk 1 februari 2007 ontvangen door SenterNovem.

Artikel 6

De Minister bevestigt de ontvangst van het verzoek om kostenvergoeding binnen twee weken na ontvangst.

Artikel 7

  • 1 De Minister beslist binnen 13 weken na 1 februari 2007 onder voorbehoud van goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze beleidsregels op een verzoek en deelt deze beslissing schriftelijk aan verzoeker mede.

  • 2 De Minister kan de beslistermijn, genoemd in het eerste lid, éénmaal met 13 weken verlengen.

  • 3 De beslissing tot kostenvergoeding kan worden ingetrokken of gewijzigd indien dit noodzakelijk is in verband met het verkrijgen van de goedkeuring van de commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze beleidsregels of het uitblijven daarvan.

Artikel 8

Betaling van de toegekende kostenvergoeding zal geschieden binnen vier weken na de beslissing op het verzoek of, indien dit later is, binnen vier weken na de goedkeurende beschikking van de Europese Commissie

Artikel 9

De Minister besluit de beslissing tot kostenvergoeding in te trekken of te wijzigen indien binnen het verstrijken van een termijn van vijf jaar na de inwerkingtreding van deze beleidsregels:

  • a. aan een verzoeker

    • 1°. MEP-subsidie wordt verleend, of

    • 2°. een subsidie die vergelijkbaar is met de MEP-subsidie wordt verleend, voor zover de vergoede kosten ook gemaakt moeten worden voor de met de MEP-subsidie vergelijkbare subsidie,

    voor een productie-installatie in verband waarmee eerder een kostenvergoeding is verstrekt;

  • b. aan de verzoeker kosten zijn vergoed die hij heeft gemaakt in verband met het aanvragen van een ontheffing op grond van artikel 72m, derde lid, of artikel 72s, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 en hij na de beslissing tot kostenvergoeding voordeel geniet van het feit dat zijn productie-installatie is gerenoveerd of uitgebreid.

Artikel 11

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels kostenvergoeding subsidie milieukwaliteit elektriciteitsproductie 2006.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 29 november 2006

De

Minister

van Economische Zaken,

J.G. Wijn

Naar boven