Sanctieregeling Belarus 2006

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 03-05-2017 t/m 05-04-2018

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 29 september 2006, nr. DJZ/BR/0965-06, betreffende beperkende maatregelen tegen president Loekasjenko en bepaalde functionarissen van Belarus (Sanctieregeling Belarus 2006)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad van de Europese Unie van 18 mei 2006 betreffende beperkende maatregelen tegen president Loekasjenko en bepaalde functionarissen van Belarus (Pb EG L 134);

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 1 bis, eerste lid, 1 ter, eerste lid, 2, eerste, tweede en derde lid, en 5 van Verordening (EG) nr. 765/2006 van de Raad van de Europese Unie van 18 mei 2006 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus (Pb L 134).

  • 2 Een verbod als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 1 bis, tweede, derde of vierde lid, artikel 1 ter, tweede, derde of vierde lid, artikel 3, eerste of tweede lid, artikel 4, artikel 4 bis of artikel 4 ter van Verordening (EG) nr. 765/2006 van toepassing is.

Artikel 1a

  • 1 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 1 bis, derde lid, van Verordening (EG) nr. 765/2006, is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

  • 2 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 1 ter, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 765/2006, is voor zover het betreft de verlening van technische bijstand, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, en voor zover het betreft de verlening van financiële bijstand, de Minister van Financiën.

  • 3 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, artikel 4 bis, en artikel 4 ter, van Verordening (EG) nr. 765/2006 is, voor zover het betreft de vrijgave en de beschikbaarstelling van economische middelen, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

  • 4 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, artikel 4 bis, en artikel 4 ter, van Verordening (EG) nr. 765/2006 is, voor zover het betreft de vrijgave en de beschikbaarstelling van tegoeden, de Minister van Financiën.

  • 5 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 765/2006 is de Minister van Financiën.

Artikel 1b

  • 1 Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen 2012, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan, dan wel door of uit te voeren naar entiteiten of personen in Belarus of voor gebruik in of ten behoeve van Belarus, ongeacht het land van oorsprong.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing met vooraf verleende ontheffing van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op:

    • a. de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend bestemd is voor humanitaire of beschermende doeleinden, voor programma’s voor institutionele opbouw of voor crisisbeheersingsoperaties van de Verenigde Naties en de Europese Unie;

    • b. de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van andere voertuigen dan gevechtsvoertuigen die gemaakt zijn van, of uitgerust zijn met, materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming van personeel van de Europese Unie en haar lidstaten in Belarus.

  • 3 Het eerste lid is niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, die voor louter persoonlijk gebruik door personeel van de Verenigde Naties, de Europese Unie of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media of medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en aanverwant personeel tijdelijk naar Belarus worden uitgevoerd.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,

B.R. Bot

Naar boven