De Directeur-generaal Belastingdienst geeft namens de Minister van Financiën kennis
van het volgende:
Op 11 april 2006 hebben de bevoegde autoriteiten van Nederland en Spanje in het kader
van de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering
van de Spaanse Staat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen
naar het inkomen en naar het vermogen van 16 juni 1971 een Memorandum van Overeenstemming getekend ten behoeve van de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand
in belastingzaken.
Het Memorandum geeft richtlijnen voor de automatische en spontane uitwisseling van inlichtingen,
onder andere met betrekking tot onroerende goederen, dividenden, royalty’s, inkomsten
uit zelfstandige arbeid en dienstbetrekking en pensioenen. Daarnaast biedt het memorandum regels voor de uitvoering van gelijktijdige belastingcontroles en de aanwezigheid
van belastingambtenaren van de ene staat op het grondgebied van de andere staat ten
behoeve van een onderzoek.
Memorandum van Overeenstemming tussen de bevoegde autoriteiten van Nederland en Spanje
inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand in belastingzaken
van 11 april 2006, nr. DGB2006/4395M
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De bevoegde autoriteiten van Nederland en Spanje
In aansluiting op de bepalingen van de Richtlijn van de Raad nr. 77/799/EEG van 19 december
1977 inzake wederzijdse bijstand door de bevoegde autoriteiten van de Lidstaten op
het gebied van directe belastingen en heffingen op verzekeringspremies (hierna genoemd:
‘Richtlijn 77/799/EEG’),
En Artikel 28 van de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en de Regering van de Spaanse Staat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking
tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen van 16 juni 1971 (hierna genoemd:
‘de Overeenkomst’),
En gelet op de wens van beide bevoegde autoriteiten om de wederzijdse bijstand tussen
het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Spanje te verbeteren en te intensiveren,
Zijn het volgende overeengekomen:
Hoofdstuk I. Vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Voor de toepassing van dit Memorandum van Overeenstemming zijn de vertegenwoordigers
van de bevoegde autoriteiten:
In Nederland:
The Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst/Economische Controledienst,
Belastingdienst/FIOD-ECD kantoor Amsterdam, team Internationaal
Postbus 59395,
1040 KJ Amsterdam
Nederland
In Spanje:
Oficina Nacional de Investigación del Fraude: Equipo Central de Información
Agencia Estatal de Administración Tributaria
C/ Cardenal Marcelo Spínola n° 2
28016 Madrid
Spanje
Hoofdstuk II. Belastingen waarop het memorandum van toepassing is
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Dit Memorandum van Overeenstemming is van toepassing op de belastingen genoemd in
Artikel 2, Paragraaf 3, van de Overeenkomst and in Artikel 1 van Richtlijn 77/799/EEG
Hoofdstuk III. De automatische uitwisseling van inlichtingen en de intensivering van
de spontane uitwisseling van inlichtingen
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Paragraaf III.1
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De bevoegde autoriteiten verstrekken elkaar automatisch de beschikbare inlichtingen
als genoemd in Paragraaf III.3 op grond van de Artikelen 3 en 9 van Richtlijn 77/799/EEG en de artikelen 28 van de Overeenkomst.
Paragraaf III.2
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De bevoegde autoriteiten intensiveren de spontane uitwisseling van inlichtingen als
genoemd in Paragraaf III.4 op grond van de Artikelen 4 en 9 van Richtlijn 77/799/EEG en Artikel 28 van de Overeenkomst.
A. Automatische uitwisseling van inlichtingen
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Paragraaf III.3
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De bevoegde autoriteiten verstrekken elkaar automatisch inlichtingen met betrekking
tot de volgende inkomsten en/of gegevens:
-
a. het bezit van onroerende goederen als bedoeld in Artikel 6, Paragraaf 2, van de Overeenkomst;
-
b. dividenden als bedoeld in Artikel 10 van de Overeenkomst;
-
c. interest als bedoeld in Artikel 11 van de Overeenkomst;
-
d. royalty’s als bedoeld in Artikel 12 van de Overeenkomst;
-
e. inkomsten uit zelfstandige arbeid of andere werkzaamheden van zelfstandige aard als
omschreven in Artikel 15 van de Overeenkomst;
-
f. inkomsten bestaande uit salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen als bedoeld
in de Artikelen 16 and 20 van de Overeenkomst;
-
g. directeursbeloningen en soortgelijke beloningen als bedoeld in Artikel 17 van de Overeenkomst;
-
h. inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars als bedoeld in Artikel 18 van de Overeenkomst;
-
i. pensionen en andere soortgelijke beloningen als bedoeld in de Artikelen 19 and 20
van de Overeenkomst; en
-
j. overige inkomsten als bedoeld in Artikel 23 van de Overeenkomst.
B. Intensivering van de spontane uitwisseling van inlichtingen
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Paragraaf III.4
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
In het kader van dit hoofdstuk is tevens overeengekomen dat de spontane uitwisseling
van inlichtingen inzake directe belastingen wordt geïntensiveerd. Dit geldt met name
voor de volgende categorieën:
-
a. een wijziging in identificatiegegevens, zoals adres – waaronder vestigingsadres/hoofdkantoor
van ondernemingen – indien een persoon van de ene Staat naar de andere verhuist;
-
b. de inkomsten verkregen uit onroerende goederen als bedoeld in Artikel 6, Paragraaf
2, van de Overeenkomst
-
c. provisies, honoraria, courtages en andere beloningen die aan individuen of ondernemingen
van de andere Staat zijn betaald;
-
d. bedrijfshandelingen zoals: oprichting, vermogenstoename, fusies en de identificatie
van vennoten en bestuurders;
-
e. de bevoegde autoriteit van een van de Staten heeft redenen om te vermoeden dat in
de andere Staat een abnormale vrijstelling of vermindering van belasting bestaat;
-
f. een belastingplichtige verkrijgt in een van de Staten een vrijstelling of vermindering
die voor hem belastingheffing of verhoging van belasting in de andere Staat zou moeten
meebrengen;
-
g. transacties tussen een belastingplichtige in een van de Staten en een belastingplichtige
in de andere Staat worden over één of meer andere landen geleid op zodanige wijze
dat daardoor een belastingbesparing kan ontstaan in een van de Staten of in beide
Staten;
-
h. de bevoegde autoriteit van een van de Staten heeft redenen om te vermoeden dat belastingbesparing
ontstaat door een kunstmatige verschuiving van winsten binnen een groep van ondernemingen;
-
i. in een van de Staten komen in verband met inlichtingen die door de bevoegde autoriteit
van de andere Staat zijn verstrekt gegevens naar voren die voor de vaststelling van
de belastingschuld in deze andere Staat van nut kunnen zijn.
Paragraaf III.5
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De bevoegde autoriteiten van beide Staten kunnen in het kader van de overlegprocedure
als bedoeld in Artikel 9 van de Richtlijn de uitwisseling van inlichtingen uitbreiden
tot andere dan de hier bedoelde gevallen.
C. Voorwaarden voor de uitwisseling van inlichtingen
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Paragraaf III.6
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Indien mocht blijken dat de verstrekte inlichtingen onjuist of onvolledig zijn, dient
de bevoegde autoriteit dit zo spoedig mogelijk kenbaar te maken aan de andere Staat.
Hetzelfde geldt voor technische problemen of fouten bij het converteren van de verstrekte
inlichtingen.
Paragraaf III.7
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De inlichtingen als bedoeld in Paragraaf III.3 worden zo spoedig mogelijk periodiek
verstrekt en bij voorkeur aan het einde van elk kalenderjaar volgend op het jaar waarin
de inkomsten ontstonden.
Paragraaf III.8
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De inlichtingen als bedoeld in Paragraaf III.3 worden voor zoveel mogelijk elektronisch
verstrekt in het OECD Standard Magnetic Format (meest recente versie). Uitwisseling
op papier vindt slechts plaats voor inlichtingen als bedoeld in Paragraaf III.4, indien
geen elektronische middelen voor de uitwisseling beschikbaar zijn.
Paragraaf III.9
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Voor natuurlijke personen omvatten de te verstrekken inlichtingen de naam en het adres,
het fiscaal nummer van het woonland of het persoonlijk identificatienummer indien
het fiscaal nummer niet beschikbaar is. De inlichtingen omvatten indien beschikbaar
eveneens de geboortedatum en geboorteplaats. Overeenkomstige inlichtingen met betrekking
tot rechtspersonen worden eveneens verstrekt.
Paragraaf III.10
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Om tot een doelmatige behandeling van de verstrekte inlichtingen te komen zal een
limititatieve beperking worden toegepast voor situaties overeengekomen tussen de vertegenwoordigers
van de bevoegde autoriteiten.
Hoofdstuk IV. Gelijktijdige belastingcontroles
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Teneinde te komen tot een meer doelmatige uitwisseling van inlichtingen en het vermijden
en ontgaan van belastingen doeltreffend te behandelen kunnen de bevoegde autoriteiten
gelijktijdige belastingcontroles uitvoeren van geselecteerde belastingplichtigen of
groepen van belastingplichtigen.
Onder ‘gelijktijdige belastingcontrole’ wordt verstaan een regeling tussen de bevoegde
autoriteiten van beide Staten om gelijktijdig en zelfstandig, ieder op het eigen grondgebied,
de belastingzaken van een belastingplichtige of een groep belastingplichtigen te onderzoeken
waarin zij een gezamenlijk en verbonden belang hebben, met het doel de daarmee verkregen
van belang zijnde inlichtingen uit te wisselen.
Gelijktijdige belastingcontroles worden uitgevoerd als onderdeel van de reguliere
belastingcontroles van ieder van de Staten. Iedere Staat draagt de eigen kosten van
deze werkzaamheden.
De doelstellingen, de procedures voor de selectie van zaken en de onderzoeksprocedures
die de bevoegde autoriteiten zijn overeengekomen, zijn nader beschreven in de bijlage
bij dit Memorandum van Overeenstemming.
Hoofdstuk V. De aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene staat op het grondgebied
van de andere staat
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
A. Algemene bepalingen
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Paragraaf V.1
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Dit hoofdstuk is gebaseerd op Artikel 6 van Richtlijn 77/799/EEG en Artikel 28 van de Overeenkomst.
Paragraaf V.2
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
In bijzondere gevallen kan een verzoek worden gedaan om belastingambtenaren van de
ene Staat bij een onderzoek op het grondgebied van de andere Staat aanwezig te laten
zijn. Het gaat hierbij in het bijzonder om:
-
a. gevallen waarin aanwijzingen bestaan van grensoverschrijdende onregelmatigheden of
belastingontwijking;
-
b. complexe gevallen die de aanwezigheid van belastingambtenaren wenselijk maken;
-
c. gevallen waarin termijnoverschrijding dreigt en waarin de aanwezigheid van de belastingambtenaren
het onderzoek kan bespoedigen;
-
d. onderzoeken in het kader van een overeengekomen bilateraal of multilateraal onderzoek,
met inbegrip van gelijktijdige belastingcontroles.
Paragraaf V.3
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De bevoegde autoriteiten kunnen de aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene
Staat op het grondgebied van de andere Staat toestaan in andere dan de in paragraaf
V.2 omschreven gevallen.
Paragraaf V.4
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Indien een verzoek wordt ingewilligd, geschiedt dit met dien verstande dat de verzoekende
Staat in soortgelijke omstandigheden ook belastingambtenaren van de aangezochte Staat
zou toelaten.
B. Voorwaarden voor het indienen van een verzoek
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Paragraaf V.5
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Een verzoek om aanwezigheid van belastingambtenaren wordt schriftelijk ingediend door
de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat en maakt deel uit van een verzoek
om inlichtingen. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat neemt zo spoedig
mogelijk een beslissing over het verzoek.
De aangezochte Staat kan het verzoek slechts afwijzen na overleg met de verzoekende
Staat onder vermelding van de redenen voor deze beslissing.
Paragraaf V.6
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Het verzoek vermeldt waarom de aanwezigheid van belastingambtenaren noodzakelijk is
en geeft een korte omschrijving van de zaak.
C. Het onderzoek en de verstrekking van inlichtingen
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Paragraaf V.7
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Indien het verzoek wordt ingewilligd, stelt de bevoegde autoriteit van de aangezochte
Staat de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat zo spoedig mogelijk in kennis
van het tijdstip en de plaats van het onderzoek en van de autoriteit of functionarissen
die zijn aangewezen om het onderzoek uit te voeren.
Paragraaf V.8
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Het onderzoek wordt uitsluitend verricht door belastingambtenaren van de aangezochte
Staat. De bezoekende belastingambtenaren zijn bevoegd aanwezig te zijn bij een onderzoek
dat wordt uitgevoerd in overeenstemming met het verzoek om inlichtingen zonder dat
zij actief deelnemen aan het onderzoek. De bezoekende functionarissen houden zich
aan de wetten van de aangezochte Staat.
Paragraaf V.9
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De bezoekende belastingambtenaren mogen slechts aanwezig zijn bij die onderdelen van
het onderzoek in de aangezochte Staat die voor het onderzoek in de verzoekende Staat
van belang zijn of kunnen zijn.
Paragraaf V.10
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De bezoekende belastingambtenaren mogen geen beslissingen nemen over zaken aangaande
het onderzoek in de aangezochte Staat, maar zij mogen met betrekking tot dergelijke
zaken voorstellen doen aan de autoriteit of functionarissen die zijn aangewezen voor
de uitvoering van het onderzoek. Een beslissing over deze voorstellen wordt genomen
door de autoriteit of functionarissen van de aangezochte Staat.
Paragraaf V.11
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De tijdens het onderzoek verkregen inlichtingen dienen te worden uitgewisseld door
de bevoegde autoriteiten in overeenstemming met de bepalingen inzake de uitwisseling
van inlichtingen van artikel 28 van de Overeenkomst.
Hoofdstuk VI. Termijnen en voorwaarden
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Paragraaf VI.1
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De bepalingen van Richtlijn 77/799/EEG en de Overeenkomst zijn van toepassing op de geheimhouding en de beperkingen die
worden gesteld aan de uitwisseling van inlichtingen.
Paragraaf VI.2
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De verzoeken om bijstand en de uit te wisselen inlichtingen worden door de bevoegde
autoriteiten van de aangezochte Staat gezonden aan de bevoegde autoriteiten van de
verzoekende Staat.
Paragraaf VI.3
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De verzoeken om bijstand worden waar mogelijk binnen drie maanden beantwoord door
de aangezochte Staat. Indien een verzoek niet kan worden beantwoord of indien niet
aan een verzoek kan worden voldaan binnen de genoemde termijn, wordt de verzoekende
Staat hiervan in kennis gesteld voordat de termijn is verstreken.
Paragraaf VI.4
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De verzoeken om bijstand worden opgesteld in het Engels of in de taal van de aangezochte
Staat, gevolgd door een Engelstalige versie. In spoedeisende gevallen mag een verzoek
geheel of gedeeltelijk worden opgesteld in de taal van de verzoekende Staat na overleg
tussen de bevoegde autoriteiten.
Hoofdstuk VII. Inwerkingtreding en citeertitel
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Paragraaf VII.1
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Dit Memorandum van Overeenstemming treedt in werking op de dag na de laatste der beide
data waarop de ondertekenaars van de bevoegde autoriteiten van Nederland en Spanje
hebben getekend. Hoofdstuk III is van toepassing op inlichtingen vanaf het kalenderjaar
2005. De Administraties dragen zorg voor de vereiste bekendmaking van dit Memorandum
van Overeenstemming.
Paragraaf VII.2
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De ondertekenaars komen overeen bijeen te komen om dit Memorandum van Overeenstemming
te evalueren na het verstrijken van een periode van drie jaar na de datum van inwerkingtreding,
tenzij zij elkaar schriftelijk meedelen dat een evaluatie niet noodzakelijk is. Vragen
betreffende een herziening kunnen echter te allen tijde op verzoek van een van de
ondertekenaars in behandeling worden genomen.
Paragraaf VII.3
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Dit Memorandum van Overeenstemming kan door elk van de ondertekenaars door middel
van een schriftelijke kennisgeving worden beëindigd en houdt op van kracht te zijn
zes maanden na ontvangst van een dergelijke kennisgeving. Dit Memorandum van Overeenstemming
blijft in geen geval langer van kracht dan de Overeenkomst.
Paragraaf VII.4
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Dit Memorandum van Overeenstemming kan worden aangehaald als het ‘Memorandum van Overeenstemming
tussen Nederland en Spanje inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse
bijstand in belastingzaken’.
Dit Memorandum van Overeenstemming wordt in drievoud getekend in de Nederlandse, Spaanse
en Engelse taal, de drie talen zijnde gelijkelijk authentiek. Ingeval de teksten verschillend
kunnen worden uitgelegd, zal de Engelse tekst doorslaggevend zijn.
Amsterdam, 11 april 2006,
Voor Nederland:
Th.W.M. Poolen
Plaatsvervangend directeur-generaal Belastingdienst
Voor Spanje:
Carlos Cervantes Sánchez Rodrigo
Directeur Audit Department
Bijlage
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Gelijktijdige belastingcontroles
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Teneinde een model te verstrekken voor de uitvoering van gelijktijdige belastingcontroles
zijn de bevoegde autoriteiten van Nederland en Spanje het volgende overeengekomen:
A. Doelstellingen
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De hoofddoelstelling van de gelijktijdige belastingcontrole is het vaststellen van
de juiste schuld van de belastingplichtige onder andere in gevallen waarin:
-
– kosten worden toegedeeld of doorbelast en winsten worden verdeeld tussen belastingplichtigen
in verschillende rechtsgebieden of meer in het algemeen vraagstukken betreffende verrekenprijzen
aan de orde zijn;
-
– duidelijke technieken of patronen voor het vermijden of ontgaan van belastingen met
inbegrip van schijntransacties, gecontroleerde financieringsregelingen, prijsmanipulaties,
kostenverdelingen of constructies voor het ontgaan van belastingen worden geïdentificeerd;
-
– niet opgegeven inkomsten, witwassen, smeergelden, omkoopsommen, onrechtmatige betalingen
en dergelijke worden vermoed;
-
– transacties met belastingparadijzen en constructies voor het vermijden of ontgaan
van belastingen waarbij belastingparadijzen zijn betrokken, worden geïdentificeerd;
-
– multinationale bedrijfspraktijken, complexe transacties, fiscale controlevraagstukken
en trends in het niet voldoen aan de fiscale verplichtingen worden geïdentificeerd
die specifiek kunnen zijn voor een bedrijfstak of bedrijfstakken;
-
– winstverdelingsmethoden worden gebruikt op bijzondere terreinen zoals wereldwijde
handel en nieuwe financiële instrumenten.
Gelijktijdige belastingcontroles zijn niet bedoeld ter vervanging van de regeling
voor onderling overleg als bedoeld in artikel 27 van de Overeenkomst.
B. Selectie van gevallen en onderzoeksprocedures
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De selectieprocedure verloopt als volgt:
-
1. De bevoegde autoriteit van iedere Staat wijst zelfstandig belastingplichtigen aan
voor een gelijktijdige belastingcontrole.
-
2. De bevoegde autoriteit van iedere Staat stelt de bevoegde autoriteit van de andere
Staat in kennis van de door haar gekozen gevallen, die mogelijk voor gelijktijdige
belastingcontrole in aanmerking komen, aan de hand van de in het volgende omschreven
selectiecriteria. Voorzover mogelijk, geeft de bevoegde autoriteit de reden van de
keuze en verstrekt de inlichtingen die tot het voorstel hebben geleid, tezamen met
overige relevante inlichtingen alsmede de beperkende voorwaarden die van toepassing
zijn op de zaken waarvoor gelijktijdige belastingcontroles worden voorgesteld.
-
3. Iedere bevoegde autoriteit bepaalt of hij wenst deel te nemen aan een gelijktijdige
belastingcontrole.
-
4. De bevoegde autoriteit waaraan is verzocht aan een gelijktijdige belastingcontrole
deel te nemen, beraadt zich over de ontvangen inlichtingen in samenhang met de informatie
uit eigen bronnen en bericht de bevoegde autoriteit van de andere Staat schriftelijk
over de instemming dan wel weigering aan een bepaald gelijktijdige belastingcontrole
deel te nemen, onder vermelding van de betreffende belastingplichtige(n), belastingen
en belastingjaren.
Alvorens dit schriftelijk te bevestigen, tracht de bevoegde autoriteit krachtens haar
nationale wetgeving dan wel de voorzieningen van de Richtlijn en artikel 28 van de
Overeenkomst, alle inlichtingen te verkrijgen teneinde een besluit te kunnen nemen.
Iedere bevoegde autoriteit geeft schriftelijk aan welke vertegenwoordiger uit hoofde
van zijn functie verantwoordelijk is voor de aansturing van de controle. Daarna kunnen
de bevoegde autoriteiten een verzoek tot uitwisseling van inlichtingen bij elkaar
indienen of spontaan inlichtingen aan elkaar verstrekken in overeenstemming met de
Richtlijn en de Overeenkomst.
-
5. De aangewezen vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten dragen zorg voor de
praktische kanten van de gelijktijdige belastingcontrole (tijdschema voor het onderzoek,
de te volgen aanpak en de te onderzoeken tijdvakken).
-
6. Een eerste vereiste en derhalve voorwaarde voor selectie is, dat de belastingjaren
moeten openstaan voor belastingcontrole in beide Staten die belang hebben bij een
gelijktijdige belastingcontrole ten aanzien van een bepaalde belastingplichtige of
bepaalde belastingplichtigen.
-
7. De bevoegde autoriteit van iedere Staat kan door middel van een verklaring gericht
aan de bevoegde autoriteit van de andere Staat aangeven dat zij, alvorens de betreffende
inlichtingen in overeenstemming met artikel 28 van de Overeenkomst te verstrekken,
haar ingezetenen of onderdanen krachtens haar nationale wetgeving hiervan in kennis
stelt.
C. Criteria voor de selectie van gevallen
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Ieder geval dat geselecteerd wordt voor een gelijktijdige belastingcontrole betreft
in het algemeen een belastingplichtige of belastingplichtigen met gemeenschappelijke
belangen in beide Staten.
De factoren die in aanmerking worden genomen bij de eventuele selectie van een geval
voor een gelijktijdige belastingcontrole omvatten hoofdzakelijk, maar zijn niet beperkt
tot:
-
– aanwijzing van belastingvermijding en -ontwijking;
-
– aanwijzing van substantiële niet-naleving van de belastingwetgeving in beide Staten;
-
– aanwijzing voor manipulatie met betrekking tot verrekenprijzen die mogelijk ten nadele
zijn van de Staten;
-
– aanwijzing van andere vormen van internationale belastingontwijking die, indien hiertegen
succesvol wordt opgetreden, een extra belastingopbrengst voor de Staten kan opleveren;
-
– aanwijzing dat de economische positie van een belastingplichtige of daarmee verbonden
belastingplichtigen gedurende een bepaalde periode aanmerkelijk slechter is dan verwacht
zou mogen worden, bijvoorbeeld:
-
• de economische prestatie wordt niet op een juiste wijze weerspiegeld in de opbrengsten
indien afgezet tegen de omzet, het balanstotaal etc.;
-
• gevallen waarin de belastingplichtige voortdurend verlies lijdt, met name op de lange
termijn;
-
• gevallen waarin de belastingplichtige, ongeacht de rentabiliteit, over de betreffende
periode weinig of geen belasting heeft betaald;
-
– de aanwezigheid van transacties waarbij belastingparadijzen zijn betrokken;
-
– situaties waarin de bevoegde autoriteiten het in het belang van de staten achten de
naleving van de belastingplicht op international niveau te stimuleren.
D. Personeel
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
De controles zullen binnen het kader van de nationale wetgeving en praktijk afzonderlijk
worden uitgevoerd door uitsluitend functionarissen van de belastingautoriteiten van
beide Staten onder gebruikmaking van de beschikbare voorzieningen inzake de uitwisseling
van inlichtingen.
Omwille van de doelmatigheid van het onderzoek kan de aanwezigheid van vertegenwoordigers
van de bevoegde autoriteiten van de andere Staat worden toegestaan in overeenstemming
met de bepalingen van Hoofdstuk V van het Memorandum van Overeenstemming tussen Nederland
en Spanje inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand in belastingzaken.
E. Planning van de gelijktijdige belastingcontrole
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Alvorens met de gelijktijdige belastingcontrole te beginnen bestuderen de belastingdienstmedewerkers
die verantwoordelijk zijn voor de zaak tezamen met hun collega’s van de andere Staat
de onderzoeksplannen van elke Staat, mogelijke kwesties die dienen te worden uitgewerkt
en streefdata. Het kan dienstig zijn coördinerende bijeenkomsten te houden ten behoeve
van de planning en het nauwgezet volgen van het verloop van de gelijktijdige belastingcontrole.
F. Uitvoering van de gelijktijdige belastingcontrole
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Een gelijktijdige belastingcontrole vereist samenwerking tussen belastingdienstmedewerkers
gevestigd in beide Staten, die gelijktijdig maar zelfstandig de belastingplichtige(n)
binnen hun rechtsgebied onderzoeken. Zij stemmen hun werkschema’s zo goed mogelijk
op elkaar af.
G. Staking van de gelijktijdige belastingcontrole
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Indien een van de bevoegde autoriteiten vaststelt dat het niet langer nuttig is een
gelijktijdige belastingcontrole voort te zetten, kan zij zich terugtrekken door de
andere bevoegde autoriteit daarvan in kennis te stellen.
H. Afronding van de gelijktijdige belastingcontrole
[Regeling vervallen per 10-03-2017]
Een gelijktijdige belastingcontrole wordt afgerond na afstemming en overleg tussen
de bevoegde autoriteiten van de Staten. Op kwesties op het gebied van dubbele belasting
die rijzen naar aanleiding van het onderzoek, is uitsluitend de regeling voor onderling
overleg van artikel 27 van de Overeenkomst van toepassing.