[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Subsidieprogramma CO2-reductie Goederenvervoer
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
§ 1. Inleiding
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Het Subsidieprogramma CO2-reductie Goederenvervoer, hierna genoemd het programma, is een CO2-programma als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Subsidieregeling CO2-reductie verkeer en vervoer (Stcrt. 2 november 2001, nr. 213), hierna genoemd de subsidieregeling. Doel van het
programma is invulling geven aan de subsidiemogelijkheden voor CO2-reductieprojecten, die voldoen aan de doelstellingen van de subsidieregeling. Het programma beperkt zich daarbij tot het ondersteunen van projecten die een substantiële
bijdrage leveren aan de CO2-reductie in de sector goederenvervoer. Gedacht kan worden aan een efficiëntere manier
van goederentransport of het vermijden of voorkomen van het transport van goederen.
Naast de voorwaarden en criteria zoals neergelegd in het programma zijn de voorwaarden
en criteria zoals neergelegd in de subsidieregeling onverkort van toepassing. Ingevolge de subsidieregeling stelt de minister een programma vast. Het onderhavige programma, is een aanpassing
naar aanleiding van de ervaringen met de derde ronde van het programma.
Het programma heeft een looptijd van ruim 5 jaar, van 2006 tot en met 2011.
§ 2. Subsidiabele activiteiten
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
-
a. Dit subsidieprogramma staat open voor investeringsprojecten, toepassingsprojecten
en kennisoverdrachtprojecten als bedoeld in artikel 1 van de subsidieregeling.
-
b. Ten aanzien van projecten komen alle in Nederland gevestigde ondernemingen, andere
Nederlandse organisaties, lokale en regionale overheden in aanmerking, die investeringen
plegen of actieve kennisoverdracht uitvoeren met betrekking tot een CO2-reductieproject waarbij de CO2-emissiereductie bij het transport van goederen, of door het vermijden van transport
van goederen, wordt gerealiseerd.
§ 3. Criteria voor de subsidie
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
-
a. Een investeringsproject voldoet in elk geval aan het volgende criterium:
– het project levert een CO2-reductie van ten minste 75 ton per jaar gemiddeld op, over de technische levensduur
van de voorziening.
-
b. Een toepassingsproject voldoet in elk geval aan de volgende criteria:
-
– het project levert een CO2-reductie van ten minste 75 ton per jaar gemiddeld op, berekend over een exploitatieperiode
van 10 jaar vanaf de start van het project;
-
– de subsidie-effectiviteit heeft een waarde van niet meer dan € 45 per ton CO2.
-
c. Een kennisoverdrachtproject voldoet in elk geval aan de volgende criteria:
-
– het te verlenen subsidiebedrag bedraagt ten minste € 20.000;
-
– de nadruk van het project ligt op actieve kennisoverdracht die beoogt te leiden tot
CO2-reductie in het goederenvervoer;
-
– de minister moet voldoende vertrouwen hebben dat met het project de beoogde CO2-reductie wordt gerealiseerd.
-
d. Voor een project gelden voorts de volgende criteria:
-
– het project dient te starten na het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen. Onder
starten wordt verstaan het aangaan van verplichtingen en/of het maken van kosten ten
behoeve van het project;
-
– het resultaat van het project mag niet significant in strijd zijn met andere doelstellingen
van het huidige beleid op het gebied van goederenvervoer en milieu;
-
– het project mag niet leiden tot een significant verhoogde emissie van NOx, CO, VOS of SOx noch tot een significant hoger geluidsniveau. Voor intermodale en multimodale projecten
geldt dat een verandering in vervoersmodaliteit moet worden aangetoond waarbij de
bestaande en de nieuwe transportketen op voorhand bekend zijn;
-
– het project moet volledig gerealiseerd zijn voor 1 januari 2012. De eindrapportage
en het verzoek tot vaststelling dienen uiterlijk 30 juni 2012 door SenterNovem te
zijn ontvangen.
Indien niet wordt voldaan aan alle bovenstaande criteria zal de aanvraag worden afgewezen.
§ 4. Verdeling van de gelden
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
De beschikbare gelden worden verdeeld naar rangschikking van de subsidieaanvragen.
De investeringsprojecten en toepassingsprojecten worden gezamenlijk gerangschikt.
De rangschikking van kennisoverdrachtprojecten geschiedt separaat.
§ 5. Rangschikking van subsidieaanvragen
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
a. De rangschikking van investingsprojecten en toepassingsprojecten wordt bepaald
aan de hand van vijf criteria:
-
– de subsidie-effectiviteit, waarbij een project hoger wordt gewaardeerd naarmate de
subsidie effectiever is;
-
– de omvang van de CO2-reductie van het project. Het betreft de mate van vermindering van de CO2-emissie die is toe te rekenen aan Nederland, ten gevolge van het project;
-
– andere maatschappelijke effecten. Het betreft de neveneffecten die optreden als gevolg
van het project. Het gaat hierbij om een bijdrage aan bereikbaarheid, duurzaamheid
(bijvoorbeeld de kwaliteit van water, lucht of geluidsoverlast) en veiligheid;
-
– het herhalingspotentieel. Hierbij wordt gekeken naar:
-
• de innovativiteit: de mate waarin de toe te passen technologie of het concept vernieuwend
is, en de mate waarin marktintroductie plaatsvindt;
-
• de voorbeeldwerking: de mate waarin de technologie of het concept binnen de onderneming(en)
van de bij het project betrokken projectpartner(s) of elders in de markt, binnen en
buiten de branche kan worden herhaald;
-
– de haalbaarheid gelet op de technische, organisatorische en financiële slaagkans.
Het betreft de mate waarin de risico’s worden ingeschat en de beoogde resultaten daadwerkelijk
zullen worden bereikt.
Een project wordt hoger gewaardeerd naarmate het project meer positief bijdraagt aan
deze criteria. Hierbij geldt dat het eerste rangschikkingcriterium twee keer meeweegt
en de overige vier één keer.
b. De rangschikking van kennisoverdrachtprojecten wordt bepaald aan de hand van vier
criteria:
-
– de verhouding tussen de verwachte omvang van de CO2-emissiereductie als gevolg van het project en de kosten van het project; waarbij
een project hoger wordt gewaardeerd naarmate de subsidie effectiever is;
-
– het herhalingspotentieel: de mate waarin de projectresultaten elders in de markt kunnen
worden toegepast of door hun voorbeeldwerking kunnen bijdragen aan kennisverspreiding
in de markt;
-
– de haalbaarheid gelet op de technische, organisatorische en financiële slaagkans.
Het betreft de verwachting van de mate waarin de beoogde resultaten worden bereikt,
en de mate waarin de aanvrager in staat wordt geacht het project uit te voeren;
-
– andere maatschappelijke effecten dan CO2-emissiereductie: het betreft de neveneffecten die optreden als gevolg van het project.
Het gaat hierbij om een bijdrage aan bereikbaarheid, duurzaamheid (bijvoorbeeld de
kwaliteit van water, lucht of geluidsoverlast) en veiligheid.
Een project wordt hoger gewaardeerd naarmate het project meer positief bijdraagt aan
bovenstaande criteria. De hiervoor genoemde vier criteria wegen even zwaar.
§ 6. Indiening en beoordeling van een subsidieaanvraag
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Aanvragen kunnen worden ingediend met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst en dienen uiterlijk op 18 januari
2007 voor 18.00 uur te zijn ontvangen.
Een subsidieaanvraag wordt ingediend bij SenterNovem door middel van een daar te verkrijgen
aanvraagformulier.
Het postadres is:
SenterNovem Zwolle/ CO2-reductie verkeer en vervoer
Postbus 10073
8000 GB Zwolle
Het bezoekadres is:
SenterNovem Zwolle/ CO2-reductie verkeer en vervoer
Dokter van Deenweg 108
8025 BK Zwolle
Telefoon: (038) 4553422/4553401
Fax: (038) 4540225
E-mail: CO2@senternovem.nl
Website: http://www.senternovem.nl/CO2-goederenvervoer
§ 7. Subsidieplafond
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Het subsidieplafond bedraagt € 2.750.000,– voor investering- en toepassingsprojecten
samen, en € 250.000,– voor kennisoverdrachtprojecten. Indien na rangschikking blijkt
dat een van de hiervoor genoemde budgetten niet is uitgeput, dan zal het resterende
bedrag worden toegevoegd aan het andere budget.
§ 8. Verplichtingen subsidieontvanger
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
De subsidieontvanger zal gedurende een periode van ten hoogste drie jaar, ingaand
na de subsidievaststelling als bedoeld in artikel 18 van de subsidieregeling, informatie verstrekken met betrekking tot het resultaat van het project voor zover
het de CO2-emissie betreft. Voor de wijze waarop dit zal gebeuren wordt door SenterNovem een
opzet verstrekt.
§ 9. Uitgangspunten voor berekening
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Bij de berekening van de CO2-reductie, de subsidie-effectiviteit en de subsidiabele projectkosten gelden de volgende
uitgangspunten:
-
a. bij de berekening van de reductie van de CO2-emissie geldt als referentie de referentiesituatie. De referentiesituatie is de situatie
die ontstaat dan wel gecontinueerd wordt als het project geen doorgang vindt, waarbij
de bij de aanvrager dan wel de in de branche gangbare praktijk de norm is;
-
b. bij de berekening van de subsidie-effectiviteit wordt voor investeringsprojecten de
annuïteitfactor gebaseerd op een disconto van 6% en is de technische levensduur van
een voorziening ten hoogste 25 jaar;
-
c. bij de berekening van de subsidie-effectiviteit wordt voor toepassingsprojecten de
CO2-reductie berekend over een exploitatieperiode van 10 jaar, gerekend vanaf de start
van het toepassingsproject;
-
d. het subsidiabele deel van de projectkosten kan maximaal bestaan uit de additionele
kosten zoals genoemd in artikel 4 en 5 van de subsidieregeling. De berekening van het subsidiabele deel van de projectkosten vindt plaats volgens
de berekeningswijze die is opgenomen in de aanvraagformulieren behorend bij dit programma.
§ 10. Forfaitaire kentallen
[Regeling vervallen per 01-01-2009]
Waar van toepassing gelden bij berekeningen voor diverse energiebronnen de volgende
forfaitaire waarden voor energie-inhoud en CO2-emissiefactoren:
|
Energie-inhoud in MJ per eenheid (stookwaarde)
|
CO2-emissiefactor in kg per eenheid
|
Aardgas
|
32 per nm3
|
1,8 per nm3
|
LPG
|
24 per liter
|
1,6 per liter
|
Benzine
|
33 per liter
|
2,4 per liter
|
Dieselolie
|
36 per liter
|
2,6 per liter
|
Gasolie
|
43 per kg
|
3,1 per kg
|
Stookolie, alle gradaties
|
42 per kg
|
3,1 per kg
|
Elektriciteit
|
3,6 per kWh
|
0,37 per kWh
|