Instellingsbesluit Evaluatiecommissie Rathenau Instituut

[Regeling vervallen per 01-12-2006.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 15-06-2006 t/m 30-11-2006

Instellingsbesluit Evaluatiecommissie Rathenau Instituut

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • b. RI; het Rathenau Instituut

  • c. KNAW; Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen;

  • d. WRR; Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid

  • e. Evaluatiecommissie; de Evaluatiecommissie Rathenau Instituut.

Artikel 2. Instelling en taak

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

  • 1 Er is een ‘Evaluatiecommissie Rathenau Instituut’.

  • 2 De samenstelling van de Evaluatiecommissie heeft de goedkeuring van de KNAW en de WRR.

  • 3 De Evaluatiecommissie heeft tot taak om, conform het instellingsbesluit van het Rathenau Instituut (OWB/FO-93070908 van 19.4.1994) het Rathenau Instituut te evalueren op haar effectiviteit en doelmatigheid in de vervulling van haar taken, zoals deze zijn vastgesteld in de Kabinetsreactie op de vorige evaluatie.

  • 4 De Evaluatiecommissie betrekt in de evaluatie de nieuwe taak van het Rathenau Instituuut, Science System Assessment, en geeft advies over de optimale inbedding van deze taak in het Rathenau Instituut.

  • 5 De Evaluatiecommissie geeft advies hoe het Rathenau Instituut zijn taken, inclusief die van Science System Assessment, kan uitvoeren vanuit de onafhankelijke positie die daarvoor noodzakelijk is en met een beheersmatig efficiënt en effectief arrangement.

  • 6 De Evaluatiecommissie biedt de minister haar bevindingen aan.

Artikel 3. Instellingsduur

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

De Evaluatiecommissie wordt ingesteld met ingang van heden en wordt opgeheven uiterlijk per 1 december 2006.

Artikel 4. Informatieplicht

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

De Evaluatiecommissie verstrekt aan de minister desgevraagd de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen.

Artikel 5. Leden

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

  • 1 Tot leden van de Evaluatiecommissie worden benoemd:

    • a. de heer C.G.A. Cornielje, als voorzitter,

    • b. prof. ing. W. Zegveld,

    • c. prof.dr. A. Soeteman,

    • d. mw.drs. J.C. Witteveen-Hevinga.

  • 2 De benoeming geschiedt voor de duur van de Evaluatiecommissie.

Artikel 6. Werkwijze

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

  • 1 De Evaluatiecommissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2 De Evaluatiecommissie kan zich door andere personen doen bijstaan voorzover dat voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 7. Eindrapport

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

De Evaluatiecommissie brengt vóór 1 december 2006 haar eindrapport uit aan de minister.

Artikel 8. Vergoeding

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

Alleen die leden die geen functie ten behoeve van het Rathenau Instituut uitoefenen en die leden die geen ambtenaar zijn, ontvangen per vergadering een beloning op basis van het Vacatiegeldenbesluit 1988 en de daarop gebaseerde voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geldende bepalingen, waarbij de Evaluatiecommissie als algemene commissie in de zin van het Vacatiegeldenbesluit 1988 wordt aangemerkt.

Artikel 9. Kosten deskundigen

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

Indien de Evaluatiecommissie ten behoeve van haar werk deskundigen raadpleegt waaraan kosten zijn verbonden, dient voor vergoeding van deze kosten vooraf door de minister goedkeuring te zijn verleend.

Artikel 10. Kosten van de Evaluatiecommissie

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

  • 1 De kosten van de Evaluatiecommissie komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister.

    Onder kosten worden in ieder geval verstaan:

    • a. de kosten voor vergaderingen en secretariële ondersteuning

    • b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek, en

    • c. de kosten voor publicatie van rapportages.

  • 2 De Evaluatiecommissie biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting en een planning aan de minister aan.

Artikel 11. Verantwoording

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

  • 1 De Evaluatiecommissie biedt de minister voor 1 december 2006 een eindverslag aan waarin verslag wordt gedaan over de activiteiten van de periode dat de Evaluatiecommissie werkzaam is geweest

Artikel 12. Geheimhouding

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

  • 1 De Evaluatiecommissie neemt geheimhouding in acht ten aanzien van alle informatie die in het kader van dit besluit bekend wordt en waarvan het karakter als vertrouwelijk is aan te merken.

  • 2 De Evaluatiecommissie zorgt ervoor dat door een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van de Evaluatiecommissie, geheimhouding in acht wordt genomen ten aanzien van alle informatie die in het kader van dit besluit bekend wordt en waarvan het karakter als vertrouwelijk is aan te merken.

Artikel 13. Openbaarmaking

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

Rapporten, notities, verslagen en andere producten welke door of namens de Evaluatiecommissie worden vervaardigd, worden niet door de Evaluatiecommissie openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister uitgebracht.

Artikel 14. Archiefbescheiden

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

De Evaluatiecommissie draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van zijn werkzaamheden of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van de directie Onderzoek en Wetenschapsbeleid (OWB) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 15. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met de dag van tekening.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 december 2006.

Artikel 16. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-12-2006]

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Evaluatiecommissie Rathenau Instituut.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven