Circulaire verklaring vakbekwaamheid buitenslands gediplomeerden volksgezondheid

[Regeling vervallen per 01-04-2010.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 05-05-2006 t/m 31-03-2010

Circulaire verklaring vakbekwaamheid buitenslands gediplomeerden volksgezondheid

§ 1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Deze circulaire bevat bekendmaking van beleid van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met betrekking tot de behandeling van aanvragen voor verklaringen omtrent de vakbekwaamheid buitenslands gediplomeerden volksgezondheid. Een buitenslands gediplomeerde kan een dergelijke verklaring bij de minister aanvragen op grond van artikel 41, eerste lid, onder b, dan wel 45, eerste lid, onder b, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg – hierna genoemd Wet BIG.

Deze circulaire vervangt de circulaire ‘Verklaring vakbekwaamheid’ van 16 januari 2003, IBE/BO-2342179, Staatscourant 20 januari 2003, nr. 13 welke in werking is getreden op 1 januari 2003. Deze circulaire treedt in werking op de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Zij heeft een geldigheidsduur van vier jaar.

Er zijn twee redenen om de circulaire van 16 januari 2003 nu te vervangen.

  • Bij de wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) van 22 mei 2003, Stb. 2003, 244 heeft de kennis- en vaardighedentoets een wettelijke grondslag gekregen en is er voor de beroepen die vallen onder de werking van artikel 34 de mogelijkheid gekomen van een oordeel ‘nagenoeg gelijkwaardig’. Bij de behandeling van deze wetswijziging heeft het parlement zijn instemming betuigd met de voorstellen om tot een aangepaste procedure te komen voor aanvragers met een diploma, behaald in een land van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland.

  • De Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s gezondheidszorg is apart gepubliceerd in de Staatscourant en vormt niet meer een bijlage van een circulaire. Bovendien heeft de minister besloten in deze regeling alleen diploma’s op te nemen welke genoemd zijn in een Europese Richtlijn. Diploma’s van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) of de Zwitserse Bondsstaat komen niet meer in deze regeling voor. Op 1 mei 2004 is de Europese Unie (EU) uitgebreid met tien nieuwe lidstaten. Bij de toetredingsverdragen zijn bepalingen opgenomen voor het onderling erkennen van diploma’s. De Regeling is op dit punt aangepast.

§ 2. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Artikel 3 van de Wet BIG geeft aan dat er registers zijn voor de volgende beroepsbeoefenaren: arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, fysiotherapeut, verloskundige en verpleegkundige. Voor inschrijving in een van de registers komen niet alleen houders van een Nederlands diploma in aanmerking, maar ook houders van een buitenlands diploma.

Buitenslands gediplomeerden met een nationaliteit van een land dat deel uitmaakt van de EER of van de Zwitserse Bondsstaat, die een diploma of getuigschrift bezitten dat wordt genoemd in de krachtens artikel 41, eerste lid, onder a, van de Wet BIG vastgestelde Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s gezondheidszorg, hebben dezelfde rechten op inschrijving in een krachtens artikel 3 van de Wet BIG ingesteld register als de bezitters van het desbetreffende Nederlandse diploma. Zij kunnen rechtstreeks een verzoek om inschrijving indienen bij het BIG-register (http://www.bigregister.nl), Postbus 16114, 2500 BC Den Haag, info@bigregister.nl.

Buitenslands gediplomeerden die niet in het bezit zijn van een in de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s gezondheidszorg genoemd diploma of wel zo’n diploma bezitten maar niet de nationaliteit van een EER-land of van de Zwitserse Bondsstaat, kunnen, een verklaring als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onder b, van de Wet BIG (vakbekwaamheidsverklaring) bij de minister (Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg) aanvragen.

De website van het Verwijspunt Buitenslands Gediplomeerden Volksgezondheid (http://www.verwijspunt.nl), Postbus 16114, 2500 BC Den Haag, info@verwijspunt.nl , bevat informatie over allerlei zaken waarmee buitenslands gediplomeerden die werk zoeken in de Nederlandse gezondheidszorg, te maken kunnen krijgen. Dit betreft niet alleen informatie op het gebied van vergunningen en diplomawaardering, maar ook over tal van andere zaken die van belang zijn.

Op 1 december 1997 is artikel 34 van de Wet BIG in werking getreden. Thans zijn dat de beroepen van apothekersassistent, diëtist, ergotherapeut, huidtherapeut, klinisch fysicus, logopedist, mondhygiënist, oefentherapeut, optometrist, orthoptist, podotherapeut, radiodiagnostisch laborant, radiotherapeutisch laborant, tandprotheticus en verzorgende in de individuele gezondheidszorg.

De beoefenaren van deze beroepen kunnen bij de minister een vakbekwaamheidsverklaring aanvragen als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Wet BIG. In tegenstelling tot de ’artikel-3-beroepen’ kennen de ’artikel-34-beroepen’ geen wettelijke registratie. Dat betekent dat een positief besluit van de minister op een verzoek van een ’artikel-34-beroepsbeoefenaar’ omtrent een vakbekwaamheidsverklaring, alleen tot gevolg heeft dat betrokkene de desbetreffende opleidingstitel mag voeren.

Wel bestaat er voor de beroepen diëtist, ergotherapeut, huidtherapeut, logopedist, mondhygiënist, oefentherapeut-Cesar en -Mensendieck, podotherapeut, optometrist, orthoptist, radiodiagnostisch laborant en radiotherapeutisch laborant het Kwaliteitsregister Paramedici, Postbus 16124, 2500 BC Den Haag, www.kwaliteitsregisterparamedici.nl; informatienummer 0900-2020818.

Dit register heeft een privaatrechtelijk karakter en is niet bij wet ingesteld.

De inschrijving in het BIG register respectievelijk het mogen voeren van een opleidingstitel geven op zichzelf niet recht op beroepsuitoefening in Nederland. Daarvoor dient de buitenslands gediplomeerde een door de Minister van Justitie toegekende verblijfsstatus te hebben die hem/haar toestaat arbeid te verrichten alsmede voor beroepsbeoefenaren die geen onderdaan zijn van een EER-land, een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verleende tewerkstellingsvergunning.

Voor een verantwoorde beroepsuitoefening is het goed kunnen communiceren met patiënten en andere beroepsbeoefenaren essentieel. Dat betekent dat het beheersen van de Nederlandse taal van groot belang is. De toekomstige werkgever, respectievelijk supervisor alsmede de zorgverzekeraar kunnen ter zake eisen stellen. Ook de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst geeft aan dat hulpverlener en patiënt elkaar goed moeten kunnen begrijpen. Vandaar dat buitenslands gediplomeerden die de Nederlandse taal nog niet in voldoende mate beheersen, er verstandig aan doen om reeds gedurende de behandeling van hun verzoek om een vakbekwaamheidsverklaring de Nederlandse taal te gaan leren.

§ 3. Hoofdlijnen van de behandeling

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Algemeen

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

De volgende uitgangspunten gelden in Nederland bij de beoordeling van aanvragen om een gereglementeerd beroep te mogen uitoefenen, tenzij het Europese recht uitdrukkelijk anders bepaalt:

  • De door een aanvrager voltooide opleidingen en opgedane beroepservaring worden vergeleken met de Nederlandse opleidingseisen voor het desbetreffende beroep.

  • Aanvragers, die geen opleiding in Nederland hebben gevolgd of geen functioneel zelfstandige beroepservaring in Nederland hebben opgedaan, dienen door middel van een supervisietraject in ieder geval kennis te maken met het Nederlandse gezondheidszorgstelsel.

Het Europese recht maakt in bepaalde situaties uitzonderingen op de Nederlandse uitgangspunten bij de beoordeling van aanvragen om een gereglementeerd beroep te mogen uitoefenen. De nationale bepalingen worden dan conform de desbeteffende Europese regelgeving uitgelegd.

De buitenslands gediplomeerde die niet een beroep kan doen op de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s gezondheidszorg, kan bij het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Postbus 16114, 2500 BC Den Haag, een formulier aanvragen voor het verkrijgen van een verklaring inhoudende dat:

  • a. indien het een ’artikel-3 beroepsbeoefenaar’ betreft, tegen zijn/haar inschrijving in het desbetreffende register, voor wat betreft zijn/haar vakbekwaamheid geen bedenkingen bestaan;

  • b. indien het een ’artikel-34 beroepsbeoefenaar’ betreft, zijn/haar vakbekwaamheid gelijkwaardig kan worden geacht aan die van de desbetreffende in Nederland afgestudeerde beroepsbeoefenaar.

De onder a of b bedoelde verklaring wordt hierna aangeduid als: verklaring omtrent de vakbekwaamheid.

De minister onderzoekt of de vakbekwaamheid van de buitenslands gediplomeerde die een verklaring omtrent de vakbekwaamheid heeft aangevraagd, gelijkwaardig is aan de vakbekwaamheid die volgens de Wet BIG is vereist, namelijk de vakbekwaamheid van een volgens de wettelijke, Nederlandse opleidingseisen opgeleide beroepsbeoefenaar. De minister deelt het resultaat van zijn onderzoek bij beschikking aan de aanvrager mede.

Relevante en recente beroepservaring (niet ouder dan vijf jaar) kan onder bepaalde voorwaarden leiden tot gehele of gedeeltelijke compensatie van de eventueel geconstateerde tekorten in de opleiding.

Gelijkwaardig

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Indien de minister meent dat de vakbekwaamheid van de buitenslands gediplomeerde gelijkwaardig is, geeft hij een dienovereenkomende verklaring omtrent de vakbekwaamheid af. Daarmee kan de betrokkene in aanmerking komen voor (on)geclausuleerde inschrijving in het BIG-register respectievelijk voor het voeren van de opleidingstitel.

Niet gelijkwaardig

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Indien de minister meent dat de vakbekwaamheid van de buitenslands gediplomeerde niet gelijkwaardig is, wijst hij de aanvraag voor een verklaring omtrent de vakbekwaamheid af. In dat geval adviseert de minister veelal aan de buitenslands gediplomeerde om contact op te nemen met een erkende, Nederlandse opleidingsinstelling teneinde het Nederlandse getuigschrift te behalen.

Nagenoeg gelijkwaardig

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Indien de minister meent dat de vakbekwaamheid van de buitenslands gediplomeerde nagenoeg gelijkwaardig is, geeft hij een dienovereenkomende verklaring omtrent de vakbekwaamheid af waarin hij beperkingen stelt aan de inschrijving in het BIG-register, dan wel aan het gebruik van de krachtens de wet beschermde beroepstitel.

Vereiste documenten

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Bij het insturen van het aanvraagformulier dient een aantal documenten te worden meegezonden zoals aangegeven in artikel 7, eerste lid, van het Besluit Buitenslands gediplomeerden volksgezondheid. De minister neemt een aanvraag pas in behandeling als een dusdanig compleet dossier voorligt dat behandeling van het verzoek mogelijk is. Het indienen van een niet complete aanvraag kan opschorting van de beslistermijn tot gevolg hebben. Is het niet mogelijk om bepaalde documenten of gegevens in te sturen, dan dient de aanvrager de minister daarvan schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte te stellen.

Van de documenten genoemd in artikel 7, eerste lid, van het Besluit buitenslands gediplomeerden volksgezondheid moeten originele exemplaren of gewaarmerkte kopieën worden overgelegd. De kopieën moeten zijn gewaarmerkt door de instantie die de originele bescheidenen heeft afgegeven of door een Nederlandse notaris.

Van de overige in dit artikel genoemde documenten volstaan kopieën die zijn gewaarmerkt door de instantie die de originele bescheidenen heeft afgegeven of door de afdeling burgerzaken van een Nederlandse gemeente.

§ 4. Adviescommissie

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Ten behoeve van de advisering door de Commissie buitenslands gediplomeerden volksgezondheid (CBGV) kan de minister of de CBGV een waardering van het onderwijskundig niveau van het buitenlands getuigschrift aanvragen. De instellingen die dergelijke diplomawaarderingen afgeven zijn de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het Hoger Onderwijs (Nuffic) en de Vereniging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven (Colo).

De Nuffic is in Nederland als erkennings- en informatiecentrum aangewezen en erkend door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in het kader van de Europese Unie (NARIC) en de Raad van Europa en Unesco (ENIC). Colo brengt voornamelijk diplomawaarderingen op het Nederlandse MBO-niveau uit.

De CBGV kan in het kader van haar adviserende taak referenties over de buitenslands gediplomeerde inwinnen en de buitenslands gediplomeerde uitnodigen voor een gesprek.

De CBGV kan de buitenslands gediplomeerde uitnodigen de kennis- en vaardighedentoets af te leggen indien de bij de aanvraag overgelegde bescheidenen voor de beoordeling inzake niet gelijkwaardigheid dan wel nagenoeg gelijkwaardigheid onvoldoende aanknopingspunten bieden.

Kennis en vaardighedentoets

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

De minister heeft besloten dat voor een bepaald aantal beroepsgroepen de procedure iets wordt aangepast. Het afleggen van kennis- en vaardighedentoetsen zal daarbij een grotere rol gaan vervullen dan voorheen. Dit wordt ook wel aangeduid als de zogenaamde assessment procedure. De CBGV vraagt bij deze procedure niet meer een diplomawaardering aan bij de Nuffic of Colo. Wel kan de CBGV bij de Nuffic of Colo het originele diploma laten verifiëren op echtheid. Het gaat daarbij om aanvragers met een diploma van buiten de EER of Zwitserland.

Wanneer een aanvrager onder andere een serie kennis- en vaardighedentoetsen heeft afgelegd, kan de CBGV op grond van de uitslagen daarvan een gewogen advies opstellen. Daarin geeft zij aan of de aanvrager een vakbekwaamheid heeft die gelijkwaardig is aan die van een in Nederlands opgeleide beroepsbeoefenaar, dan wel waar specifiek de tekorten zijn geconstateerd en hoe deze kunnen worden weggewerkt.

De toetsen zijn in het Nederlands. Dat betekent dat een aanvrager de Nederlandse taal goed moet beheersen om aan deze toetsen te kunnen deelnemen. De minister neemt vervolgens een besluit op grond van dit advies.

Nadere informatie over deze procedure is te vinden op de website www.buitenlandsediplomahouders.nl . Wanneer voor een bepaalde beroepsgroep is besloten dat de aanvragers de nieuwe vorm van toetsing moeten volgen, komt de reguliere vorm van afhandeling van aanvragen te vervallen. Deze aangepaste procedure geldt niet voor aanvragen in het kader van het belang van land van herkomst, een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang of waarneming (zie paragrafen 9, 10 en 11).

Per 1 december 2005 is deze aangepaste procedure voor in het buitenland gediplomeerde artsen ingevoerd. Het is het voornemen om deze nieuwe manier van beoordelen ook voor andere beroepsgroepen te gaan invoeren. Indien dat gebeurt, wordt dit in de Staatscourant bekend gemaakt.

§ 5. Verklaring van vakbekwaamheid met beperkingen

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

De minister kan om verschillende redenen aan een buitenslands gediplomeerde een verklaring omtrent de vakbekwaamheid afgeven waarin hij beperkingen stelt aan de inschrijving in het BIG-register, dan wel aan het gebruik van de krachtens de wet beschermde beroepstitel.

Het gaat om beperkingen die het belang van de volksgezondheid dienen. De beperkingen die de minister kan stellen aan de inschrijving in het BIG-register, dan wel aan het gebruik van de krachtens de wet beschermde beroepstitel, kunnen betrekking hebben op, onder andere:

  • de duur van de inschrijving;

  • de wijze waarop de supervisie moet plaatsvinden;

  • de hoedanigheid en kwalificaties van de supervisor;

  • de duur van de beroepsuitoefening;

  • het gebied waar de beroepsuitoefening plaatsvindt;

  • de gezondheidszorginstelling waar de beroepsuitoefening plaatsvindt;

  • de afdelingen of deelgebieden waar de beroepsuitoefening plaatsvindt;

  • de te behandelen patiëntencategorieën.

Voor wat betreft de houder van een buitenlands diploma, die een aanvraag voor een verklaring omtrent de vakbekwaamheid voor een artikel 34-beroep heeft gedaan, geldt in deze situatie dat deze aan bepaalde voorwaarden moet voldoen en daarvoor onder supervisie moet werken. Zolang aan deze voorwaarden niet is voldaan, mag deze beroepsbeoefenaar niet de beschermde opleidingstitel voeren.

Personen die op grond van het bezit van een vakbekwaamheidsverklaring als hier bedoeld in het register worden ingeschreven dan wel een opleidingstitel mogen voeren, mogen hun beroep alleen uitoefenen met inachtneming van de in de verklaring omschreven beperkingen; de beoefenaren van een ’artikel-3 beroep’ komen alleen voor geclausuleerde inschrijving in aanmerking.

De verklaring heeft een geldigheidsduur van twee jaren. Voor een beroepsbeoefenaar van een ‘artikel 3 beroep’ geldt dat deze binnen twee jaren na afgifte van de verklaring zich moet laten inschrijven in het BIG-register. De duur van een geclausuleerde inschrijving bedraagt maximaal twee jaren tenzij de verklaring omtrent de vakbekwaamheid expliciet een langere inschrijvingsduur vermeldt. Na verloop van de inschrijvingsduur vervalt de geclausuleerde inschrijving van rechtswege.

§ 6. Supervisor

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

Indien de minister in de verklaring omtrent de vakbekwaamheid heeft bepaald dat de buitenslands gediplomeerde alleen onder supervisie het desbetreffende beroep mag uitoefenen geldt het volgende.

De buitenslands gediplomeerde draagt aan de minister een supervisor voor. Wat betreft de beroepen genoemd in artikel 3 van de Wet BIG moet de supervisor zijn ingeschreven in het BIG-register voor het beroep waarvoor de buitenslands gediplomeerde de verklaring omtrent de vakbekwaamheid heeft ontvangen. Wat betreft de beroepen die zijn aangewezen op grond van artikel 34 van de Wet BIG, moet de supervisor in het bezit zijn van het vereiste Nederlandse getuigschrift of van een verklaring van vakbekwaamheid voor het beroep waarvoor de buitenslands gediplomeerde de verklaring omtrent de vakbekwaamheid heeft ontvangen. De supervisor moet zelf het desbetreffende beroep daadwerkelijk uitoefenen en mag niet onderworpen zijn aan enige beperking in die beroepsuitoefening, beperkingen opgelegd door de Inspectie voor de Gezondheidszorg en opgelegd in het buitenland daaronder begrepen. De supervisor moet gedurende minimaal vijf jaar in voltijd, dan wel gedurende een equivalent daarvan in deeltijd, beroepservaring hebben opgedaan op het desbtreffende vakgebied in de Nederlandse gezondheidszorg. De supervisor moet werkzaam zijn in dezelfde praktijk als de gesuperviseerde en moet daadwerkelijk regelmatig in de praktijk aanwezig zijn om direct toezicht te kunnen houden op het handelen van de gesuperviseerde. De supervisor mag geen partner, bloedverwant of familielid zijn van de gesuperviseerde.

Voorts kan de minister in de verklaring omtrent de vakbekwaamheid specifieke eisen stellen ten aanzien van de supervisie en de supervisor.

Nadat de minister met de supervisor heeft ingestemd, sluit de buitenslands gediplomeerde – op eigen titel – een supervisieovereenkomst met de supervisor en stelt hij met de supervisor een werkprogramma op. Nadat de minister de supervisieovereenkomst met daarbij het werkprogramma heeft goedgekeurd en de buitenslands gediplomeerde zich – wat betreft de beroepen genoemd in artikel 3 van de Wet BIG – in het BIG-register heeft laten inschrijven, mag de buitenslands gediplomeerde onder supervisie het desbetreffende beroep uitoefenen.

Wat betreft de beroepen genoemd in artikel 3 van de Wet BIG moet de buitenslands gediplomeerde bij de aanvraag voor geclausuleerde inschrijving aangeven welke beroepsbeoefenaar als supervisor zal optreden en wat het BIG-registratienummer van die beroepsbeoefenaar is. Wat betreft de beroepen die zijn aangewezen op grond van artikel 34 van de Wet BIG, moet de buitenslands gediplomeerde vóór aanvang van de supervisie aangeven welke beroepsbeoefenaar als supervisor zal optreden en een gewaarmerkte kopie van het getuigschrift of een kopie van de verklaring van vakbekwaamheid van die beroepsbeoefenaar overleggen.

Wanneer een supervisor gedurende de supervisieperiode tijdens het werk van een gesuperviseerde tijdelijk niet aanwezig kan zijn, dan zorgt de supervisor ervoor dat gedurende die periode een waarnemend supervisor optreedt of dat de supervisor als achterwacht fungeert.

§ 7. Kennis maken met het Nederlandse zorgstelsel

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

De minister kan op grond van artikel 41, eerste lid, onder b, en derde lid, van de Wet BIG, aan een buitenslands gediplomeerde een verklaring omtrent de vakbekwaamheid voor geclausuleerde inschrijving ten behoeve van kennismaken met het Nederlands zorgstelsel afgeven. Een dergelijke verklaring geeft de minister af indien de buitenslands gediplomeerde weliswaar wat betreft medisch kennis voldoet aan de Nederlandse opleidingseisen, maar nog niet gedurende minimaal zes maanden op het desbetreffende vakgebied zelfstandig werkzaam is geweest in de Nederlandse gezondheidszorg. Door het kennismaken moet de buitenslands gediplomeerde voldoende kennis van de verschillende aspecten van de Nederlandse gezondheidszorg opdoen om na afloop van de supervisieperiode zelfstandig en op het niveau van een volgens de Nederlandse opleidingseisen afgestudeerde beroepsbeoefenaar te kunnen functioneren op het desbetreffende vakgebied. Het kennismaken met het Nederlandse zorgstelsel duurt doorgaans zes maanden in voltijd. In overleg met de supervisor kan de buitenslands gediplomeerde het equivalent daarvan in deeltijd kennismaken.

De buitenslands gediplomeerde moet het kennismaken met het Nederlandse zorgstelsel binnen twee jaar na inschrijving in het BIG-register met goed gevolg afronden tenzij in de verklaring omtrent de vakbekwaamheid anders is bepaald.

Op het supervisieformulier is aangegeven met welke specifieke onderdelen van het Nederlandse zorgstelsel de buitenslands gediplomeerde kennis moet maken. Het gaat daarbij met name om de volgende onderwerpen:

  • van toepassing zijnde wet- en regelgeving in de gezondheidszorg;

  • structuur van het Nederlandse gezondheidszorgsysteem;

  • financiële regelingen in de gezondheidszorg;

  • medische ethiek (in ieder geval voor artsen en tandartsen)

  • bejegening van patiënten;

  • de communicatie in de Nederlandse taal;

  • omgang met collega’s.

Na afloop van de supervisieperiode moet de supervisor op het supervisieformulier aangeven of de buitenslands gediplomeerde wel of niet in voldoende mate heeft kennisgemaakt met het Nederlandse zorgstelsel. Indien het oordeel van de supervisor positief is, kan de minister besluiten dat de geclausuleerde ischrijving van de buitenslands gediplomeerde wordt omgezet in een ongeclausuleerde inschrijving in het BIG-register

Het formulier is te raadplegen op www.buitenlandsediplomahouders.nl.

§ 8. Vakbekwaamheid nagenoeg gelijkwaardig

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

De minister kan op grond van artikel 41, eerste lid, onder b, en derde lid, van de Wet BIG, aan een buitenslands gediplomeerde een verklaring omtrent de vakbekwaamheid voor geclausuleerde inschrijving afgeven om de buitenslands gediplomeerde in de gelegenheid te stellen onder supervisie hiaten in zijn vakbekwaamheid, ten opzichte van de vakbekwaamheid die volgens de Wet BIG is vereist, weg te werken. Een dergelijke verklaring geeft de minister af indien de vakbekwaamheid van de buitenslands gediplomeerde nagenoeg gelijkwaardig is bevonden aan de vakbekwaamheid van een volgens de Nederlandse opleidingseisen opgeleide beroepsbeoefenaar. In dat geval is het niet nodig dat de buitenslands gediplomeerde geheel of gedeeltelijk de desbtreffende Nederlandse opleiding volgt. Door onder supervisie te werken kan de buitenslands gediplomeerde zijn vakbekwaamheid van een niveau nagenoeg gelijkwaardig brengen naar een niveau gelijkwaardig aan de vakbekwaamheid die volgens de Wet BIG is vereist. De supervisie heeft een onderwijskundig karakter. Bij deze vorm van supervisie stelt de minister hogere eisen aan de supervisor dan wanneer de buitenslands gediplomeerde alleen kennis moet maken met het Nederlandse zorgstelsel. Zo moet de supervisor in contact staan met een opleidingsinstelling teneinde na te kunnen gaan of de gesuperviseerde heeft voldaan aan de desbetreffende Nederlandse opleidingseisen.

Tijdens de supervisie kan de in het buitenland gediplomeerde tevens kennismaken met het Nederlandse zorgstelsel.

Wanneer een buitenslands gediplomeerde onder supervisie moet werken op verschillende afdelingen van een ziekenhuis, is het toegestaan dat de supervisor of opleidingscoördinator ervoor zorgt dat per afdeling een BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar – die volledig bevoegd is – daadwerkelijk toezicht houdt op het functioneren van de in het buitenland gediplomeerde. De toezichthoudende beroepsbeoefenaren rapporteren aan de supervisor of opleidingscoördinator.

Bij deze vorm van supervisie is het aan de in het buitenland gediplomeerde om aan de minister een supervisor voor te dragen die aan de gestelde eisen voldoet. Verder sluiten de supervisor en de in het buitenland gediplomeerde een supervisieovereenkomst af en stellen een werkprogramma op. Bij het CIBG is een model supervisieovereenkomst te verkrijgen. Zodra de minister met de supervisieovereenkomst en het werkprogramma akkoord is gegaan, kan betrokkene zich geclausuleerd laten inschrijven in het BIG register en kan de supervisie beginnen.

Na afloop van de supervisieperiode moeten de in het buitenland gediplomeerde en de supervisor de volledig ingevulde en ondertekende formulieren, die bij de supervisieovereenkomst behoren, bij de minister indienen. De supervisor moet aangeven of de in het buitenland gediplomeerde wel of niet de vakbekwaamheid heeft verworven die gelijkwaardig is aan de vakbekwaamheid die volgens de Wet BIG is vereist. Indien dat oordeel van de supervisor positief is, kan de minister besluiten dat de inschrijving van de in het buitenland gediplomeerde wordt omgezet in een ongeclausuleerde inschrijving in het desbetreffende BIG-register. Indien het oordeel van de supervisor negatief is, besluit de minister dat de in het buitenland gediplomeerde zich niet ongeclausuleerd kan laten inschrijven in het desbetreffende BIG-register. In het laatste geval kan alleen de in het buitenland gediplomeerde samen met de supervisor bij de minister een gemotiveerd verzoek indienen om de duur van de geclausuleerde inschrijving te verlengen. De supervisor moet een dergelijke verlenging ook noodzakelijk en verantwoord achten.

§ 9. Geclausuleerde inschrijving in het belang van het land van herkomst

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

De minister kan op grond van artikel 41, eerste lid, onder b, en derde lid, van de Wet BIG, aan een buitenslands gediplomeerde een verklaring omtrent de vakbekwaamheid voor geclausuleerde inschrijving in het belang van het land van herkomst afgeven. Na ontvangst van een dergelijke verklaring kan een buitenslands gediplomeerde zich eenmalig voor een periode van – in beginsel – maximaal één jaar in het desbetreffende BIG-register laten inschrijven in het belang van het land van herkomst. De minister geeft uitsluitend een dergelijke verklaring omtrent de vakbekwaamheid af indien inschrijving in het desbetreffende BIG-register noodzakelijk is in het kader van een opleiding die de buitenslands gediplomeerde in Nederland in het belang van het land van herkomst moet volgen. Een dergelijke noodzaak kan bestaan indien de buitenslands gediplomeerde in het kader van een specifieke vervolgstudie of ten behoeve van specifieke deskundigheid beroepservaring moet opdoen als specialist. In dat geval kan een tijdelijke inschrijving voor de duur van de supervisie noodzakelijk zijn.

Inschrijving in het belang van het land van herkomst vindt altijd geclausuleerd plaats: uitsluitend voor de duur van de supervisie en uitsluitend voor het deskundigheidsgebied waarop de de supervisie zal plaatsvinden.

Deze vorm van supervisie moet plaatsvinden op grond van een internationale samenwerkingsovereenkomst tussen Nederland en het land van herkomst of op grond van samenwerkingsafspraken tussen (academische) ziekenhuizen of andere door de overheid erkende zorg- of opleidingsinstellingen in Nederland en het land van herkomst.

Alleen wanneer expliciet in een internationale samenwerkingsovereenkomst is opgenomen dat de supervisie langer mag duren dan één jaar, kan worden afgeweken van de hierboven genoemde inschijfduur van maximaal één jaar. Een dergelijke overeenkomst bestaat tussen Nederland en Suriname en Indonesië.

De onderhavige supervisie strekt er niet toe dat de buitenslands gediplomeerde verschillen met de Nederlandse opleidingseisen wegwerkt. Zij wordt slechts gevolgd in het belang van het land van herkomst. De geclausuleerde inschrijving in het belang van het land van herkomst kan niet leiden tot een ongeclausuleerde inschrijving.

Voorafgaand aan de inschrijving moeten de betrokken instelling en supervisor gezamenlijk namens de buitenslands gediplomeerde en in het kader van het belang van het land van herkomst een verklaring omtrent de vakbekwaamheid aanvragen op grond van artikel 41, eerste lid, onder b, en derde lid, van de Wet BIG. Daarbij geven zij aan:

  • op grond van welke internationale samenwerkingsovereenkomst de opleidingssupervisie of -stage zal plaatsvinden;

  • voor hoeveel personen de samenwerkingsovereenkomst geldt;

  • voor welke periode de supervisie zal plaatsvinden;

  • op welk deskundigheidsgebied de supervisie betrekking heeft;

  • bij welke zorginstelling en op welke afdeling de supervisie zal plaatsvinden, en;

  • waarom het in het belang van het land van herkomst is dat de buitenslands gediplomeerde geclausuleerde wordt ingeschreven.

Ook geven de betrokken instelling en supervisor een inhoudelijk uitvoerige onderbouwing wat betreft het opdoen van de specifieke deskundigheid.

Naast de documenten genoemd in artikel 7, eerste lid, van het Besluit buitenslands gediplomeerden volksgezondheid moet de aanvraag de volgende documenten bevatten:

  • een verklaring van de bevoegde autoriteit in het land van herkomst dat de aanvraag wordt gedaan in het belang van dat land;

  • een door de buitenslands gediplomeerde ondertekende terugkeerverklaring, en;

  • een verklaring van de betrokken instelling en supervisor dat de gesuperviseerde buitenslands gediplomeerde niet zal werken buiten het aangegeven specifieke werkterrein.

De aanvragers regelen de verzekering voor de beroepsaansprakelijkheid en andere verzekeringstechnische zaken voor de gesuperviseerde, evenals de financiering van de supervisieplaats. Dit is geen taak voor de Nederlandse overheid.

Alleen aanvragen die voldoen aan deze voorwaarden komen in aanmerking voor een dergelijke verklaring omtrent de vakbekwaamheid. Indien niet is voldaan aan de voorwaarden, neemt de minister de aanvraag als een reguliere aanvraag in behandeling.

§ 10. Geclausuleerde inschrijving in het kader van een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

De minister kan op grond van artikel 41, eerste lid, en derde lid, van de Wet BIG, aan een buitenslands gediplomeerde een verklaring omtrent de vakbekwaamheid voor geclausuleerde inschrijving in het kader van een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang afgeven. Na ontvangst van een dergelijke verklaring kan een buitenslands gediplomeerde zich voor een periode van maximaal 1 jaar in het desbetreffende BIG-register laten inschrijven in het kader van een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang.

Voorafgaand aan de inschrijving moet de betrokken zorginstelling namens de buitenslands gediplomeerde en in het kader van een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang een verklaring omtrent de vakbekwaamheid aanvragen op grond van artikel 41, eerste lid, onder b, en derde lid, van de Wet BIG. Naast de documenten genoemd in artikel 7, eerste lid, van het Besluit buitenslands gediplomeerden volksgezondheid moet de aanvraag een verklaring van de betrokken zorginstelling bevatten dat die instelling in het kader van een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang behoefte heeft aan de buitenslands gediplomeerde en dat die instelling in de lidstaten van de EER en in Zwitserland vergeefs heeft gezocht naar een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar. De verklaring moet vergezeld gaan van bewijs van het laatste. Daarnaast moet in de verklaring duidelijk aangegeven en onderbouwd zijn dat er in Nederland een tekort is aan de desbetreffende beroepsbeoefenaren.

De minister is terughoudend met het toekennen van deze vorm van supervisie. Voor het beoordelen of er daadwerkelijk een tekort bestaat, raadpleegt hij de rapporten van het Capaciteitsorgaan voor de medische en tandheelkundige vervolgopleidingen. Het Capaciteitsorgaan is gehuisvest bij de KNMG te Utrecht.

Het gebruiken van de mogelijkheid om iemand aan te trekken in het kader van het wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang is niet mogelijk gelijktijdig met een reguliere aanvraag van een persoon voor een verklaring omtrent de vakbekwaamheid. Het kan dus niet gebruikt worden als overbrugging van de tijd die een reguliere aanvraag duurt.

Gaat het om een specifieke situatie, bijvoorbeeld een academisch ziekenhuis wil tijdelijk een hoogleraar van buiten de EER aantrekken die in Nederland gastcolleges komt geven en deze hoogleraar zal tevens in ons land enkele operaties verrichten. Dan is het raadzaam dat het academisch ziekenhuis vooraf contact opneemt met het CIBG. Vervolgens zal worden nagegaan welke procedure voor het aantrekken van deze hoogleraar het beste gevolgd kan worden.

§ 11. Geclausuleerde inschrijving ten behoeve van waarneming

[Regeling vervallen per 01-04-2010]

De minister kan op grond van artikel 41, eerste lid, onder b, en derde lid, van de Wet BIG, aan een buitenslands gediplomeerde een verklaring omtrent de vakbekwaamheid voor geclausuleerde inschrijving ten behoeve van waarneming afgeven. Na ontvangst van een dergelijke verklaring kan een buitenslands gediplomeerde zich éénmalig per kalenderjaar voor een periode van maximaal drie maanden in het desbetreffende BIG-register laten inschrijven ten behoeve van waarneming.

Voorafgaand aan de inschrijving moet de zorginstelling waarbij de waarneming moet plaatsvinden namens de buitenslands gediplomeerde en ten behoeve van waarneming een verklaring omtrent de vakbekwaamheid aanvragen op grond van artikel 41, eerste lid, onder b, en derde lid, van de Wet BIG.

Naast de documenten genoemd in artikel 7, eerste lid, van het Besluit buitenslands gediplomeerden volksgezondheid moet de aanvraag een verklaring van de zorginstelling bevatten dat die instelling behoefte heeft aan een gekwalificeerde waarnemer en dat die instelling in de lidstaten van de EER en in Zwitserland vergeefs heeft gezocht naar een gekwalificeerde waarnemer. De verklaring moet vergezeld gaan van bewijs van het laatste. Ook is aangegeven wie als supervisor zal optreden.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
voor deze:
de

directeur van het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg

,

G.J.M.W. Arkesteijn

Naar boven