Instellingsbesluit Adviescommissie Pôle de Compétitivité

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 31-03-2006 t/m heden

Instellingsbesluit Adviescommissie Pôle de Compétitivité

De Minister van Economische Zaken,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de commissie: de Adviescommissie Pôle de Compétitivité;

  • b. de minister: de Minister van Economische Zaken.

Artikel 2

  • 1 Er is een Adviescommissie Pôle de Compétitivité.

  • 2 De commissie heeft tot taak de minister een beoordeling te geven over het innovatieprogramma ‘Pôle de Compétitivité’ op het terrein van nanotechnologie en embedded systemen, waarbij in ieder geval wordt ingegaan op:

    • a. de strategische betekenis voor de Nederlandse economie op basis van de verwachte duurzame en economische impact;

    • b. de gerichtheid op innovatieve ontwikkelingen en de hoogte van het risico dat gepaard gaat met de uitvoering;

    • c. de mate en wijze van ambitie, organisatie en betrokkenheid van grote, middelgrote en kleine bedrijven, kennisinstellingen en overheid;

    • d. de ambitie in internationaal perspectief en de kansen voor Nederland op een versterking van de internationale kennis- en concurrentiepositie;

    • e. de noodzaak van betrokkenheid van de overheid voor de realisatie van de ambities.

  • 3 De commissie beoordeelt voorts de kwaliteit en de uitvoerbaarheid van het voorgestelde programma, in samenhang met de geschetste visie, ambitie en de daaraan ten grondslag liggende strategische agenda.

  • 4 Het advies van de commissie gaat vergezeld van een deugdelijke motivering.

Artikel 3

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en maximaal vijf leden.

  • 2 De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd en kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3 De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

  • 4 Te rekenen vanaf 1 maart 2006 worden tot lid van de commissie benoemd:

    • a. prof. dr. L. Soete, te Maastricht, tevens voorzitter;

    • b. drs. L.J. Halvers, te Oosterbeek;

    • c. dr. M. Hinoul, te Genk (België);

    • d. prof. dr. M. Rem, te Eindhoven;

    • e. ir. R.E. Selman, te Sittard.

Artikel 4

  • 1 De commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2 In het secretariaat van de commissie wordt door de minister voorzien.

  • 3 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie opgeborgen in het archief van dat ministerie.

  • 4 Na het uitbrengen van haar advies over het innovatieprogramma ‘Pôle de Compétitivité’ is de commissie opgeheven.

Artikel 5

De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen.

Artikel 6

  • 1 De voorzitter van de commissie ontvangt voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding van € 260,00.

Artikel 7

  • 1 De andere leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding van € 200,00.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2006.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

Den Haag, 25 maart 2006

De

Minister

van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Naar boven