Circulaire Provinciefonds 20 maart 2006

[Regeling vervallen per 01-07-2006.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 13-04-2006 t/m 30-06-2006

Circulaire Provinciefonds 20 maart 2006

Aan: – Gedeputeerde Staten van de provincies
– Dagelijks bestuur van het Interprovinciaal Overleg

Voorwoord

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

Deze maartcirculaire bevat informatie over de nacalculatie van het accres van het uitkeringsjaar 2005 en de verrekening van de behoedzaamheidsreserve.

Het accres percentage van het provinciefonds is uitgekomen op 1,64%. Dat is 0,98% punt onder de raming van de Voorjaarsnota 2005. De behoedzaamheidsreserve van het provinciefonds van € 18,152 mln wordt voor € 8,293 miljoen (46%) uitgekeerd. In de oktobercirculaire werd al uitgegaan van een bijstelling van het accres naar 1,87%. Uiteindelijk is het definitieve accres nog wat lager uitgekomen als gevolg van lagere rijksuitgaven. Volgens het principe ‘samen de trap op en samen de trap af’ leiden lagere rijksuitgaven ook tot een lager accres provinciefonds. In deze circulaire wordt dit alles nader geanalyseerd en toegelicht.

Daarnaast is in deze circulaire informatie opgenomen over een verhoging van de algemene uitkering voor het uitkeringsjaar 2005 in verband met de aanloopkosten voor de uitvoering van de voorziene wet op de archeologische monumentenzorg. Ook wordt bij deze circulaire de definitieve verdeling van het provinciefonds 2005 bekend gemaakt.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
mede namens:
de

Staatssecretaris

van Financiën,

J.W. Remkes

Toelichting

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

In deze circulaire informeer ik u, mede namens de staatssecretaris van Financiën, over de ontwikkeling van het provinciefonds. De voornaamste onderwerpen zijn de nacalculatie van het accres van het uitkeringsjaar 2005, de verrekening van de behoedzaamheidsreserve over dat jaar en de definitieve verdeling 2005. Sinds vorig jaar zijn een aantal maatstaven eerder beschikbaar gekomen bij het CBS waardoor het mogelijk is bij deze circulaire de definitieve verdeling 2005 bekend te maken.

2. Uitkeringsjaar 2005

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

2.1. Opbouw uitkeringen

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

Tabel 2.1 geeft de definitieve opbouwtabel 2005. Deze is geactualiseerd ten opzichte van de oktobercirculaire van 2005 aan de hand van de nacalculatie van het accres en de verrekening daarvan met de behoedzaamheidsreserve.

Tabel 2.1. Opbouw uitkeringen 2005, in miljoenen euro’s
 

Ramingen oktober circulaire van 20051

Ramingen deze

circulaire

Waarvan:

 

algemene uitkering

integratie-uitkeringen

Uitkeringen 2004

 

997,331

889,601

107,730

         

Algemene mutaties

       

– accres 2005

 

26,215

26,215

 

– behoedzaamheidsreserve 2005, inhouding

 

–18,152

–18,152

 

– behoedzaamheidsreserve 2005, uitkering

pm

8,293

8,293

 
         

Cluster Water en milieu

       

– bodemsanering

 

–5,213

–5,213

 

Natuurbeschermingswet en Flora- en Faunawet

 

9,050

9,050

 
         

Cluster Infrastructuur

       

– kenniscentrum Verkeer en Vervoer

 

–0,161

–0,161

 
         

Cluster Voorzieningen bevolking

       

– bescherming archeologisch erfgoed (Valletta)

–1,500

0,000

0,000

 

– regionale omroepen

 

         

IU rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen

       

– rivierdijkversterking-versnelling

 

–11,844

 

–11,844

– beheer en onderhoud hoofdwaterkeringen

 

–7,963

 

–7,963

– beheer en onderhoud hoofdwaterkeringen

   

0,885

–0,885

         

IU VERDI personeel

       

–integreren IU VERDI personeel in AU

   

3,494

–3,494

Uitkeringen 2005

987,763

997,556

914,012

83,5442

2.2. Nacalculatie accres en verrekening met de behoedzaamheidsreserve

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

Wij verhogen de algemene uitkering met € 8,293 miljoen in verband met de nacalculatie van het accres over het jaar 2005 en de verrekening daarvan met de behoedzaamheidsreserve. In totaal wordt € 9,859 miljoen in mindering gebracht op de behoedzaamheidsreserve van € 18,152 miljoen.

De nacalculatie 2005

De voor de normeringssystematiek relevante rijksuitgaven zijn in 2005 hoger uitgekomen dan in 2004. Dit resulteert in een definitief nominaal accrespercentage voor het uitkeringsjaar 2005 van 1,64%. Deze groei is voornamelijk veroorzaakt door hogere uitgaven voor onderwijs.

Het accrespercentage 2005 werd aanvankelijk geraamd op 1,81%. Bij de eerste stand bevoorschotting was deze raming opwaarts bijgesteld naar 2,16%. Op dit voorlopige percentage werd de bevoorschotting in eerste instantie gebaseerd (zie de septembercirculaire van 2004, § 5.2). Na de Miljoenennota 2005 is het accrespercentage geactualiseerd tot 2,62%, hetgeen leidde tot een herziening van de bevoorschotting (zie de meicirculaire van 2005, § 2.3). Na toepassing van de normeringssystematiek resulteren de uitkomsten van de Voorlopige Rekening 2005 van het Rijk nu in een nagecalculeerd accrespercentage van 1,64%. Tabel 2.2 geeft een overzicht van het verloop van het accres 2005 vanaf juni 2004.

Tabel 2.2. Het verloop van het accres 2005

Accresberekeningen/circulaires

accres %

mln €

verschil

raming Voorjaarsnota 2004/ juni 2004

1,81%

18,118

 

raming Miljoenennota 2005/september 2004 (1e stand bevoorschotting)

2,16%

21,719

3,601

raming Voorjaarsnota 2005/juni 2005 (2e stand bevoorschotting)

2,62%

26,215

4,496

raming Miljoenennota 2006/oktober 2005

1,87%

18,637

–7,578

realisatie Voorlopige Rekening 2005/maart 2006 (nacalculatie)

1,64%

16,356

–2,281

De neerwaartse aanpassing van het accres met 0,98% ten opzichte van de junicirculaire van 2005 is veroorzaakt doordat de voor het provinciefonds relevante netto gecorrigeerde rijksuitgaven per saldo circa € 0,2 miljard lager zijn uitgevallen dan werd verwacht in het voorjaar van 2005.

Eerder informeerden wij u reeds over de daling van het accrespercentage naar 1,87 tussen de juni- en de oktoberercirculaire van 2005 (zie de oktobercirculaire van 2005, § 4.2). Na oktober hebben zich diverse mee- en tegenvallers voorgedaan; per saldo is echter sprake geweest van een verdere daling van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven. Deze daling is vooral veroorzaakt door meevallers bij de rente-uitgaven en onderuitputting op de begroting van het Infrastructuurfonds (wijziging kasritme). Deze meevallers leiden tot lagere netto gecorrigeerde rijksuitgaven en daarmee tot een lager definitief accres.

De verrekening met de behoedzaamheidsreserve

Het nagecalculeerd accrespercentage van 1,64% komt overeen met een accres van € 16,356 miljoen. Ten tijde van de Voorjaarsnota 2005 werd op grond van de toen beschikbare gegevens een accres verwacht van € 26,215 miljoen (zie de opbouwtabel 2005 in de achtereenvolgende circulaires, zie ook tabel 2.2 hierboven). Het negatieve verschil van € 9,859 miljoen is de omvang van de nacalculatie over het uitkeringsjaar 2005.

Het resultaat van de nacalculatie wordt verrekend met de behoedzaamheidsreserve die in 2005 is ingehouden (zie voor een algemene toelichting op de wijze van verrekening en verwerking van de behoedzaamheidsreserve de meicirculaire van 1998, §§ 4.2 en 4.6). Wij brengen daarom de nacalculatie 2005 van € 9,859 miljoen in mindering op de behoedzaamheidsreserve 2005 van € 18,152 miljoen. Hierdoor komt uit deze reserve een bedrag van € 8,293 miljoen tot uitkering. Het bedrag wordt alsnog toegevoegd aan de algemene uitkering en verdeeld via de uitkeringsfactor.

De doorwerking

De nacalculatie over 2005 zal een meerjarig effect hebben op de uitkeringsfactor (negatief). Dit effect zal voor 2006 en latere jaren verwerkt worden bij de aanstaande meicirculaire.

Om misverstanden te voorkomen wijzen wij er met nadruk op dat de uitkering uit de behoedzaamheidsreserve 2005 een eenmalig karakter heeft. Deze uitkering leidt tot een verhoging van de uitkeringsfactor 2005, die niet doorwerkt in de geraamde uitkeringsfactor voor 2006 en latere jaren. Bij de bevoorschotting over 2006 wordt immers wederom een behoedzaamheidsreserve van € 18,152 miljoen ingehouden.

Zoals gebruikelijk worden op dit moment geen mutaties doorgevoerd voor de komende jaren. De uiteindelijke omvang van de uitkering 2006 zal afhankelijk zijn van ontwikkelingen en beleidsbeslissingen, die in hun totaliteit nu nog niet zijn te overzien. Om die reden wordt de besluitvorming over de Voorjaarsnota 2006 afgewacht. In de meicirculaire zullen wij u informeren over de aanpassingen die zullen resulteren uit die besluitvorming. Dan wordt ook het meerjarig effect van de nacalculatie weergegeven.

2.3. Bedragen per eenheid

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

Over de bedragen per eenheid voor 2005 hebben wij u geïnformeerd in de oktobercirculaire van 2005, bijlage 2. Wij zijn voornemens deze bedragen per eenheid definitief vast te stellen conform die tabel.

Op grond van de Financiële-verhoudingswet, artikel 9 tweede lid, dient bij de definitieve vaststelling van de bedragen per eenheid de openbare voorbereidingsprocedure te worden gevolgd, zoals deze is geregeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze procedure is er op gericht de belanghebbenden te informeren over het te nemen besluit en hen in de gelegenheid te stellen hun opinie hierover kenbaar te maken.

Om die reden zal het ontwerpbesluit ter vaststelling van de bedragen per eenheid 2005 vanaf 10 april a.s. ter inzage liggen in de bibliotheek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Tevens wordt de tekst geplaatst op de internet-website van het ministerie in de informatierubriek provinciefonds (zie ). Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na 10 april 2006 hun zienswijze over het besluit naar voren brengen. Nadien worden de bedragen op de gebruikelijke wijze vastgesteld.

2.4. Definitieve vaststelling maatstaven

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

Sinds vorig jaar zijn een aantal maatstaven (aantal inwoners in stedelijke gebieden en aantal inwoners in landelijke gebieden met maximum van 607.000) eerder beschikbaar gekomen bij het CBS waardoor het mogelijk is bij deze circulaire de definitieve verdeling van het provinciefonds 2005 bekend te maken. Hiervoor gebeurde dit in de septembercirculaire.

2.5. Bescherming archeologisch erfgoed (Valetta)

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

We verhogen de algemene uitkering voor het uitkeringsjaar 2005 met € 1,5 miljoen (ten opzichte van de oktobercirculaire van 2005) in verband met de aanloopkosten voor de uitvoering van de voorziene wet op de archeologische monumentenzorg. In de oktobercirculaire van 2005 hebben we u gemeld dat de vergoeding toen nog niet in de begroting van het provinciefonds van 2005 was voorzien.

Inmiddels is de tegemoetkoming van het ministerie van OCW in de 2e suppletoire begroting van het provinciefonds opgenomen. Dit voorstel is inmiddels tot wet verheven (Stb. 2006, 86). De verdeling vindt via de uitkeringsfactor plaats.

Naar verwachting wordt ook in 2006 nog € 1 miljoen voor aanloopkosten toegevoegd aan het provinciefonds. Daarover zal in de meicirculaire van 2006 nadere informatie worden verstrekt.

2.6. Voorschotbetalingen 2005

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

De nacalculatie van het accres 2005 en de verhoging in verband met de wet op de archeologische monumentenzorg leidden tot een eenmalige uitkering van € 9,793 miljoen. In de bijlage kunt u zien hoe de uitkering over de provincies is verdeeld. Tevens is in de bijlage het effect van de definitieve vaststelling van de maatstaven aangegeven. De basis voor de verdeling van de nacalculatie van het accres is de uitkeringsfactor. De bijlage geeft de nieuwe uitkeringsfactor voor 2005. De betaling die per saldo resteert (de kolom ‘verschil algemene uitkering’ in tabel 3) vindt in één keer per valutadatum 3 april 2006 plaatst.

Voor de volledigheid melden wij dat u aan de berekening van de voorschotten geen rechten kunt ontlenen voor de definitieve vaststelling van de uitkeringen. De betalingen van de voorschotten vinden plaats op de provinciale rekeningen bij de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten.

Bijlagen

[Regeling vervallen per 01-07-2006]

Tabel 1. Verdeling algemene uitkering 2005 (in eenheden)
 

Fysieke gegevens

                     
 

Aantal inwoners

Aantal inwoners met minimum van 640.000

Aantal inwoners in stedelijke gebieden

Aantal inwoners in landelijke gebieden met maximum van 607.000

Hectaren land

Hectaren water

Hectaren groen*

Gewogen kilometers weglengte

Warmte- kracht-

koppeling

Opbrengst per opcent MRB over 2003

Groningen

575.072

640.000

148.310

339.690

233.598

63.192

205.286

517

2.272.226

467.059,13

Fryslân

642.977

642.977

99.940

462.330

334.926

239.161

303.653

490

319.034

532.563,64

Drenthe

483.369

640.000

33.070

353.220

264.198

3.838

237.720

361

892.119

434.459,45

Overijssel

1.109.432

1.109.432

313.140

576.790

332.673

9.413

290.843

650

665.321

938.403,95

Gelderland

1.972.010

1.972.010

491.600

607.000

497.506

16.145

423.941

1.204

1.779.449

1.768.803,44

Utrecht

1.171.291

1.171.291

566.200

381.320

138.616

6.296

106.083

414

86.077

1.152.095,38

N-Holland

2.599.103

2.599.103

1.632.370

601.090

267.036

142.141

195.672

701

1.535.717

2.209.041,66

Z-Holland

3.458.381

3.458.381

2.269.300

607.000

281.810

60.040

195.805

682

5.250.678

2.887.201,53

Zeeland

379.978

640.000

62.360

265.560

178.812

114.578

153.644

398

2.518.377

342.476,98

N-Brabant

2.411.359

2.411.359

756.580

607.000

491.929

16.246

401.239

778

1.823.902

2.417.162,02

Limburg

1.136.695

1.136.695

297.870

607.000

215.305

5.617

170.335

574

1.379.623

999.334,96

Flevoland

365.859

640.000

136.170

128.430

141.930

99.300

125.292

404

133.071

324.813,52

Totaal

16.305.526

17.061.248

6.806.910

5.536.430

3.378.339

775.967

2.809.513

7.173

18.655.594

14.473.415,66

Tabel 2. Verdeling algemene uitkering 2005
 

Bedragen in basis

                     
 

Inwoners

Inwoners met minimum van 640.000

Inwoners in stedelijke gebieden

Inwoners in landelijke gebieden met maximum van 607.000

Hectaren land

Hectaren water

Hectaren groen*

Gewogen kilometers weglengte

Warmte- kracht- koppeling

Vast bedrag

                     

Pijs per eenheid

20,72

10,02

12,49

17,5

42,11

31,83

17,13

20.722,23

0,61

5.300.750,79

Groningen

11.915.492

6.412.800

1.852.392

5.944.575

9.836.812

2.011.401

3.516.549

10.713.393

1.386.058

5.300.751

Fryslân

13.322.483

6.442.630

1.248.251

8.090.775

14.103.734

7.612.495

5.201.576

10.153.893

194.611

5.300.751

Drenthe

10.015.406

6.412.800

413.044

6.181.350

11.125.378

122.164

4.072.144

7.480.725

544.193

5.300.751

Overijssel

22.987.431

11.116.509

3.911.119

10.093.825

14.008.860

299.616

4.982.141

13.469.450

405.846

5.300.751

Gelderland

40.860.047

19.759.540

6.140.084

10.622.500

20.949.978

513.895

7.262.109

24.949.565

1.085.464

5.300.751

Utrecht

24.269.150

11.736.336

7.071.838

6.673.100

5.837.120

200.402

1.817.202

8.579.003

52.507

5.300.751

N-Holland

53.853.414

26.043.012

20.388.301

10.519.075

11.244.886

4.524.348

3.351.861

14.526.283

936.787

5.300.751

Z-Holland

71.657.654

34.652.978

28.343.557

10.622.500

11.867.019

1.911.073

3.354.140

14.132.561

3.202.914

5.300.751

Zeeland

7.873.144

6.412.800

778.876

4.647.300

7.529.773

3.647.018

2.631.922

8.247.448

1.536.210

5.300.751

N-Brabant

49.963.358

24.161.817

9.449.684

10.622.500

20.715.130

517.110

6.873.224

16.121.895

1.112.580

5.300.751

Limburg

23.552.320

11.389.684

3.720.396

10.622.500

9.066.494

178.789

2.917.839

11.894.560

841.570

5.300.751

Flevoland

7.580.598

6.412.800

1.700.763

2.247.525

5.976.672

3.160.719

2.146.252

8.371.781

81.173

5.300.751

Totaal

337.850.499

170.953.705

85.018.306

96.887.525

142.261.855

24.699.030

48.126.958

148.640.556

11.379.912

63.609.009

Tabel 3. Verdeling algemene uitkering 2005
 

Bedragen

                       
 

Bruto-uitkeringsbasis

Opbrengst motorrijtuigenbelasting3

Netto-uitkeringsbasis

Algemene uitkering

Corr. bedragen cfm. bijlage 3 bij Stb. 1997, 526 (m €)

Corr. bedragen x (uf 2004/uf 1998)

Herberekende gecorrigeerde algemene uitkering

Alg. uitkering volgens okt. Circ. van 2005

Verschil algemene uitkering

Wv. effect definitieve vaststelling eenheden

Wv. effect definitieve vaststelling accres en ‘Valetta’

Groningen

58.890.223

–17.051.542

41.838.681

63.626.151

1.960.371

2 653 504

66.279.655

65.608.075

671.580

145.828

525.752

Fryslân

71.671.197

–19.443.001

52.228.196

79.426.001

125.911

170.430

79.596.431

78.715.960

880.471

258.055

622.416

Drenthe

51.667.953

–15.861.382

35.806.571

54.452.823

1.149.685

1.556.182

56.009.005

55.336.988

672.017

215.144

456.873

Overijssel

86.575.546

–34.259.547

52.315.999

79.559.527

–1.794.372

–2.428.812

77.130.715

76.301.877

828.838

92.009

736.829

Gelderland

137.443.933

–64.576.033

72.867.900

110.813.820

–1.090.191

–1.475.652

109.338.168

10.513.434

824.734

–358.597

1.183.331

Utrecht

71.537.408

–42.061.061

29.476.347

44.826.138

1.436.428

1.944.309

46.770.448

45.767.683

1.002.765

371.395

631.370

N-Holland

150.688.719

–80.648.388

70.040.331

106.513.795

–3.501.354

–4.739.336

101.774.459

100.144.156

1.630.303

350.738

1.279.565

Z-Holland

185.045.146

–105.406.862

79.638.284

121.109.877

–2.069.841

–2.801.680

118.308.197

117.403.874

904.323

–684.186

1.588.509

Zeeland

48.605.242

–12.503.257

36.101.984

54.902.073

3.234.066

4.377.543

59.279.616

58.724.258

555.358

108.954

446.404

N-Brabant

144.838.050

–88.246.512

56.591.538

86.061.551

751.844

1.017.675

87.079.226

86.428.269

650.957

–610.702

1.261.659

Limburg

79.484.903

–36.484.035

43.000.867

65.393.546

494.440

669.260

66.062.806

65.392.272

670.534

–22.477

693.011

Flevoland

42.979.035

–11.858.394

31.120.641

47.326.698

–696.987

–943.422

46.383.275

45.882.153

501.122

133.840

367.282

Totaal

1.129.427.355

–528.400.016

601.027.339

914.012.000

0

0

914.012.000

904.218.999

9.793.001

1

9.793.000

Uitkeringsfactor 2005: 1,520749

  1. Deze kolom is alleen ingevuld als de raming van het betreffende onderdeel is gewijzigd. ^ [1]
  2. integratie-uitkering rivierdijkversterking/hoofdwaterkeringen 42,202integratie-uitkering regionale omroepen 41,342 ^ [2]
  3. Dit is de opbrengst per opcent over 2003 maal het bedrag per eenheid, gedeeld door de uitkeringsfactor ^ [3]
Naar boven