Besluit erkende organisaties Schepenwet

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-06-2018 t/m 22-12-2020

Besluit ter uitvoering van de artikelen 6, tweede lid, van de Schepenwet en 6 van het Schepenbesluit 1965, alsmede de artikelen 23, eerste lid, 36, 48, tweede lid en 59, eerste lid, van het Schepenbesluit 2004 (Besluit erkende organisaties Schepenwet)

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen en de Minister van Toerisme en Transport van Aruba;

Gelet op artikel 6, tweede lid, van de Schepenwet en artikel 6 van het Schepenbesluit 1965, alsmede de artikelen 23, eerste lid, 36, 48, tweede lid en 59, eerste lid, van het Schepenbesluit 2004;

Besluit:

Artikel 1. Erkende organisaties

  • 1 Als rechtspersonen waarvan de regels kunnen gelden als eisen als bedoeld in artikel 3a van de Schepenwet, worden aangewezen:

    • a. American Bureau of Shipping (ABS) Europe Ltd te Londen, Verenigd Koninkrijk;

    • b. Bureau Veritas (BV) te Parijs, Frankrijk;

    • c. DNV GL AS te Høvik, Noorwegen;

    • d. Lloyd's Register Group LTD (LR) te Londen, Verenigd Koninkrijk;

    • e. Nippon Kaiji Kyokai General Incorporated Foundation (ClassNK) te Tokio, Japan;

    • f. RINA Services S.p.A. te Genua, Italië;

    • g. Indian Register of Shipping te Mumbai, India.

Artikel 2. Bijzondere onderzoeken

  • 1 Onverminderd artikel 1, tweede lid, is tot het verrichten van onderzoeken van elektronisch aangedreven liften, personenliften, niet zijnde elektrisch aangedreven liften, en roltrappen tevens bevoegd de Stichting Nederlands Instituut voor Lifttechniek (Liftinstituut) te Amsterdam.

  • 2 Als keuringsinstantie voor opblaasbare reddingmiddelen als bedoeld in voorschrift III/20.8 van het SOLAS-verdrag, worden aangewezen:

    • a. Survitec Service & Distribution B.V. te Grou;

    • b. Survitec Service & Distribution B.V. te Rotterdam;

    • c. Nautische Unie-Hunfeld te Farmsum;

    • d. Jacobs Lifesaving B.V. te Strijen;

    • e. Nemad Marine Safety te Schiedam;

    • f. Viking Life-Saving B.V. te Zwijndrecht;

    • g. Viking Life-Saving B.V. te Den Helder;

    • h. Catis Marine Division N.V. te Curaçao;

    • i. Koninklijke Marine- Marinebedrijf te Den Helder;

    • j. VEVC te Urk;

    • k. De Wolf Products B.V. te Yerseke.

  • 3 Als testing ASP voor het verrichten van onderzoeken gericht op het testen van geschiktheid van apparatuur voor het automatisch zenden van gegevens, bedoeld in voorschrift V/19.1 van het SOLAS-verdrag worden aangewezen:

    • a. Alewijnse Marine Systems B.V., te Krimpen aan den IJssel;

    • b. Radio Holland Group B.V. Rotterdam;

    • c. Pole Star Space Applications Limited, te Londen, Verenigd Koninkrijk, in combinatie met de rechtspersonen, genoemd in de onderdelen a en b;

    • d. Alphatron Marine B.V., te Rotterdam;

    • e. SAM Electronics Nederland B.V., te Rotterdam;

    • f. Collecte Localisation Satellites, te Ramonville Saint-Agne, Frankrijk.

  • 4 Als keuringsinstantie voor de zeegaande zeilende beroepsvaart, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken gericht op de certificering van zeilschepen van minder dan 500 GT, gebruikt voor het vervoer van ten hoogste 36 passagiers, die op grond van Nederlandse rechtsregels gerechtigd zijn de vlag van het Koninkrijk te voeren, wordt aangewezen: RHC B.V. te Steenwijk.

  • 5 Als keuringsinstantie in verband met de afgifte van het nationaal veiligheidscertificaat, bevoegd tot het verrichten van bij of krachtens artikel 15, vierde lid, van het Schepenbesluit 2004 voorgeschreven onderzoeken, wordt aangewezen: RHC B.V. te Steenwijk.

  • 6 Als keuringsinstantie voor reddingmiddelen, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken gericht op het onderhoud van reddingmiddelen als bedoeld in circulaire MSC.1/Circ.1206/Rev.1 van de Maritieme Veiligheidscommissie, wordt in het Koninkrijk aangewezen: Polyrep te Hellevoetsluis.

  • 7 Als keuringsinstantie voor tuigage, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken aan de tuigage van zeilschepen, wordt aangewezen: RHC B.V. te Steenwijk.

  • 8 Als keuringsinstantie voor radio-uitrusting, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken in verband met het certificeren van de radio-uitrusting van vissersvaartuigen en schepen voor zover zij niet door een klassenbureau als bedoeld in artikel 1, eerste lid, worden onderzocht, worden aangewezen:

    • a. Radio Holland Group B.V. te Rotterdam;

    • b. Alphatron Marine B.V. te Rotterdam;

    • c. Wärtsilä SAM Electronics Nederland B.V te Rotterdam;

    • d. Pro Nautas B.V. te Barendrecht;

    • e. NavCom Inspection & Consultancy B.V. te IJmuiden.

  • 9 Aan de aanwijzingen, bedoeld in het derde tot en met het achtste lid, zijn de voorschriften verbonden, opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 10 Buiten het Koninkrijk zijn aangewezen als keuringsinstantie voor opblaasbare reddingmiddelen en keuringsinstantie voor reddingmiddelen als bedoeld in het tweede respectievelijk het zesde lid, de door de bevoegde autoriteiten ter plaatse erkende organisaties.

Artikel 3. Onderzoeken ingevolge de IMDG-Code

  • 1 In dit artikel wordt onder de IMDG-Code verstaan: de International Maritime Dangerous Goods Code, bedoeld in hoofdstuk VII, deel A, van het SOLAS-verdrag.

  • 2 Als bevoegde instanties voor de toepassing van de IMDG-Code worden, voor de daarbij aangegeven taken, in het Koninkrijk aangewezen de in tabel 2 genoemde organisaties. Als bevoegde instanties buiten het Koninkrijk zijn aangewezen de door de bevoegde autoriteiten ter plaatse erkende instanties.

  • 3 De uitoefening van taken, aangeduid met een asterisk, geschiedt in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat.

    Tabel 2. Bevoegde instanties voor taken bedoeld in de IMDG-Code

    Instanties

    bevoegd ten aanzien van de taken, bedoeld in de volgende voorschriften van de IMDG-Code

    Rechtspersonen, genoemd in artikel 1, eerste lid

    4.2.1.7; 4.2.1.9; 4.2.3.6.4*; 4.2.3.7.1*; 4.2.5.3 (TP4, TP10, TP16 en TP24); 6.7.1.1.1; 6.7.2.2; 6.7.2.3; 6.7.2.6; 6.7.2.7; 6.7.2.8; 6.7.2.10; 6.7.2.12; 6.7.2.18; 6.7.2.19.4; 6.7.2.19.5; 6.7.19.9; 6.7.19.10; 6.7.3.2; 6.7.3.7; 6.7.3.8; 6.7.3.14; 6.7.3.15.3; 6.7.3.15.5; 6.7.3.15.9; 6.7.3.15.10; 6.7.4.2; 6.7.4.3; 6.7.4.6; 6.7.4.7; 6.7.4.13; 6.7.4.14.3; 6.7.4.14.10; 6.7.4.14.11; 6.7.5; 6.8.3.1; 6.8.3.2.1; 6.8.3.2.2.1; 6.8.3.2.3; 6.8.3.3.2.1; 6.8.3.3.3; 7.4.2.3; 7.5.1.3

    TÜV Rheinland Nederland B.V.

    6.1.1.2*; 6.1.1.3*; 6.1.3.1; 6.1.3.7; 6.1.3.8, 6.1.5; 6.3.1.1; 6.3.2.7; 6.3.3.2; 6.5.1.1.2*; 6.5.1.1.3; 6.5.1.6.1*; 6.5.1.6.4; 6.5.1.6.7; 6.5.2; 6.5.4; 6.6.1.2*; 6.6.1.3*; 6.6.3.1; 6.6.5.1; 6.6.5.4

    Lloyds Register Nederland

    4.1.4.1 P200, P201, P203, P902; 4.1.4.3 LP902; 4.1.6.1.2; 6.2

    SGS Redwood B.V

    6.7.2.19.5

    RDW

    4.2.1.7; 4.2.1.9; 4.2.3.6.4*; 4.2.3.7.1*; 4.2.5.3 (TP4, TP10, TP16 en TP24); 6.7.2.2; 6.7.2.3; 6.7.2.6; 6.7.2.7; 6.7.2.8; 6.7.2.10; 6.7.2.12; 6.7.2.18; 6.7.2.19.4; 6.7.2.19.5; 6.7.2.19.9; 6.7.2.19.10; 6.7.3.2; 6.7.3.7; 6.7.3.8; 6.7.3.14; 6.7.3.15.3; 6.7.3.15.5; 6.7.3.15.9; 6.7.3.15.10; 6.7.4.2; 6.7.4.3; 6.7.4.6; 6.7.4.7; 6.7.4.13; 6.7.4.14.10; 6.7.4.14.11; 6.7.5; 6.8.2.2.3; 6.8.3.1; 6.8.3.2.1; 6.8.3.2.2.1; 6.8.3.2.3; 6.8.3.3.2.1; 6.8.3.3.3; 6.9.4.3; 6.9.4.4

Artikel 4. Erkende beveiligingsorganisaties

Als erkende beveiligingsorganisaties, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken als bedoeld in artikel 19 van het Schepenbesluit 2004, worden aangewezen de in artikel 1, eerste lid, genoemde rechtspersonen.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit erkende organisaties Schepenwet.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt ten aanzien van de artikelen 1 tot en met 3 en, voor zover betrekking hebbende op de aanwijzing van Registro Italiano Navale (RINA) als erkende beveiligingsorganisatie, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken als bedoeld in artikel 19 van het Schepenbesluit 2004, artikel 4, terug tot en met 1 januari 2005.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

Bijlage

Voorschriften verbonden aan de aanwijzing, bedoeld in artikel 2, negende lid

  • a. Indien de instantie weigert de taken uit te voeren waarvoor de aanwijzing geldt, wordt daarvan onder opgave van redenen mededeling gedaan aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat,

  • b. De instantie verstrekt de Inspectie Verkeer en Waterstaat desgevraagd of uit eigen beweging inlichtingen omtrent haar taakuitoefening,

  • c. Indien de instantie voornemens is de taken waarvoor de aanwijzing geldt te beëindigen, wordt daarvan ten minste drie maanden voor de voorgenomen datum van beëindiging mededeling gedaan aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat, en

  • d. De instantie verleent onvoorwaardelijk medewerking aan audits en steekproeven, gehouden door of vanwege het Hoofd van de Scheepvaartinspectie of de inspecteur-generaal van de Inspectie Verkeer en Waterstaat met betrekking tot de taken waarvoor de aanwijzing geldt.

Naar boven