Wet internationaal goederenvervoer over de binnenwateren

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-06-2006 t/m heden

Wet van 16 februari 2006 tot goedkeuring en uitvoering van het op 22 juni 2001 te Boedapest tot stand gekomen Verdrag van Boedapest inzake de overeenkomst voor het vervoer van goederen over de binnenwateren (CMNI) (Trb. 2001, 124) (Wet internationaal goederenvervoer over de binnenwateren)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 22 juni 2001 te Boedapest tot stand gekomen Verdrag van Boedapest inzake de overeenkomst voor het vervoer van goederen over de binnenwateren ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden, alsmede dat het wenselijk is in verband daarmee aan afdeling 2 van titel 10 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek één bepaling toe te voegen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Het op 22 juni 2001 te Boedapest tot stand gekomen Verdrag van Boedapest inzake de overeenkomst voor het vervoer van goederen over de binnenwateren (CMNI), waarvan de Nederlandse, Franse en Engelse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2001, 124, wordt goedgekeurd voor Nederland.

Artikel 2

Goedgekeurd wordt dat bij de binding van het Koninkrijk aan het in artikel 1 genoemde verdrag voor Nederland verklaringen als bedoeld in artikel 31 onder a en b worden afgelegd, inhoudende dat partijen bij vervoerovereenkomsten waarbij de laadhaven of plaats van inontvangstneming en de loshaven of plaats van aflevering op Nederlands grondgebied gelegen zijn, bij overeenkomst CMNI van toepassing kunnen verklaren alsmede dat CMNI ook vervoer om niet behelst.

Artikel 3

Aanpassingen van de aansprakelijkheidslimieten en van de rekeneenheid, tot stand gekomen overeenkomstig artikel 37 CMNI, behoeven geen goedkeuring van de Staten-Generaal.

Artikel 6

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 16 februari 2006

Beatrix

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

De Minister van Buitenlandse Zaken ,

B. R. Bot

De Minister van Verkeer en Waterstaat ,

K. M. H. Peijs

Uitgegeven de zevende maart 2006

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Naar boven