Subsidieregeling Stichting CAOP

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 29-06-2011 t/m 31-12-2014

Subsidieregeling Stichting CAOP

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 2 van de Wet overige BiZa-subsidies;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. de Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b. de Stichting CAOP: de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De Minister verstrekt een subsidie aan de Stichting CAOP.

  • 2 De subsidie wordt per boekjaar verstrekt.

  • 3 De subsidie bedraagt vanaf 2011 ten hoogste € 3.950.000,–.

  • 4 Met ingang van 2007 is op de subsidie de indexering voor de ter zake geldende begrotingsartikelen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van toepassing. De subsidie is 50% loongevoelig en 50% prijsgevoelig, conform opgave van het Ministerie van Financiën.

§ 2. Gesubsidieerde taken

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De subsidie wordt verstrekt voor kosten die direct samenhangen met de volgende activiteiten:

    • a. de secretariële en administratieve ondersteuning van:

      • de Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst;

      • de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid en de daaronder ressorterende commissies;

      • de Bedrijfscommissie Overheid;

      • de Commissie Integriteit Rijksoverheid;

    • b. de secretariële en administratieve ondersteuning van:

      • de Commissie van Advies Bezwaren Functiewaardering;

      • de Adviescommissie Grondrechten en Functie-uitoefening Ambtenaren;

      • de Adviescommissie Veiligheidsonderzoeken;

    • c. onderzoek en voorlichting op het terrein van de arbeidsverhoudingen bij de overheid waaronder het doen van onderzoek in het kader van de Stichting Albeda Leerstoel en de Stichting Ien Dales Leerstoel;

    • d. het verrichten van faciliterende werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering van het overheidsbeleid inzake integriteitbevordering in de openbare sector of die dienstig zijn aan overheden die uitvoering geven aan de beleidsthema’s ‘Veilige Publieke Taak’, ‘Topinkomens’ en ‘Diversiteit’.

  • 2 Onder de kosten, bedoeld in het eerste lid, worden tevens verstaan de infrastructurele kosten voor zover deze volgens de normen die in het maatschappelijke verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd, aan de in dat lid genoemde activiteiten kunnen worden toegerekend. De jaarlijkse afschrijvingskosten van bedrijfsmiddelen dienen in overeenstemming te zijn met de werkelijke gebruiksduur, die wordt gesteld op ten minste vijf jaar.

§ 3. Aanvraag van de subsidie en subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De aanvraag van de subsidie voor een boekjaar wordt uiterlijk dertien weken voor de aanvang van het boekjaar ingediend.

  • 2 De aanvraag van de subsidie gaat vergezeld van een activiteitenplan.

  • 3 Het activiteitenplan behelst een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en vermeldt per activiteit de daarvoor benodigde middelen en de daarbij behorende infrastructurele kosten. De activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c en d, worden nader gespecificeerd en de omvang en het kwaliteitsniveau daarvan worden in het plan beschreven.

  • 4 De aanvraag vermeldt de omvang van de egalisatiereserve, bedoeld in artikel 8, eerste lid, op 31 december van het voorgaande boekjaar.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De Minister geeft een beschikking tot subsidieverlening binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Indien de beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, stelt de Minister de Stichting CAOP daarvan in kennis en noemt hij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

§ 4. Voorschotverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De Minister verleent op de subsidie een voorschot.

  • 2 Het voorschot wordt binnen zes weken na de beschikking tot subsidieverlening uitbetaald. Het voorschot kan in één keer of in termijnen worden uitbetaald.

  • 3 Het voorschot wordt uitbetaald onder de voorwaarde dat terugbetaling plaatsvindt indien bij de vaststelling van de subsidie het subsidiebedrag lager is dan het verleende voorschot dan wel de subsidie wordt ingetrokken.

§ 5. Aan de subsidie verbonden verplichtingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Op de financiële verantwoording van de Stichting CAOP is Titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Het CAOP vormt een egalisatiereserve.

  • 2 Het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend, komt ten gunste onderscheidenlijk ten laste van de egalisatiereserve.

  • 3 De egalisatiereserve wordt zo hoog rentend en veilig als redelijkerwijs mogelijk is belegd. De van de egalisatiereserve genoten rente wordt aan de egalisatiereserve toegevoegd.

  • 4 De egalisatiereserve mag uitsluitend worden aangewend voor kosten die direct samenhangen met de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 5 Indien op 31 december 2010 de egalisatiereserve meer dan € 572.100,– bedraagt, kan de Minister bepalen dat het meerdere wordt teruggestort op de bankrekening van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 6 Op 31 december 2015 bedraagt de egalisatiereserve ten hoogste € 572.100,–. Het bedrag waarmee de egalisatiereserve op 31 december 2015 het bedrag van € 572.100,– overschrijdt, wordt teruggestort op de rekening van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De Stichting CAOP behoeft de toestemming van de Minister voor de handelingen, bedoeld in artikel 4:71, eerste lid, onderdelen b en g, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De Stichting CAOP verstrekt aan de Minister alle informatie die nodig is voor de verantwoording van bestede subsidiegelden.

  • 2 Voor de verantwoording van bestede subsidiegelden wordt een controleprotocol gehanteerd, dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd.

  • 3 De Minister is bevoegd om gedurende de looptijd van deze regeling het protocol, bedoeld in het tweede lid, te wijzigen.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De Stichting CAOP werkt mee aan onderzoeken welke worden verricht door of in opdracht van de Minister.

  • 2 De Stichting CAOP draagt er zorg voor dat de accountant meewerkt aan door of namens de departementale auditdienst in te stellen onderzoeken naar de door de accountant verrichte werkzaamheden.

§ 6. Vaststelling van de subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar ingediend.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van:

    • a. een financieel verslag en een jaarrekening, als bedoeld in artikel 361 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

    • b. een activiteitenverslag;

    • c. een accountantsverklaring met betrekking tot de documenten bedoeld onder a, en

    • d. een schriftelijke verklaring van de accountant over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3 De in het tweede lid genoemde verantwoordingsdocumenten geven in elk geval inzicht in:

    • a. de kwantiteit van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, de daarvoor benodigde middelen en de daarbij behorende infrastructurele kosten uitgesplitst per activiteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, waarbij de activiteit, bedoeld onder c, nader wordt gespecificeerd;

    • b. de kwalitatieve beoordeling van de in artikel 3 genoemde activiteiten door de Stichting Verbond voor Sectorwerkgevers Overheid, de centrales van overheidspersoneel en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • c. de omvang van de egalisatiereserve op 31 december van het boekjaar.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De Minister stelt de subsidie vast binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie. Indien de beschikking tot subsidievaststelling niet binnen dertien weken kan worden gegeven, stelt de Minister de Stichting CAOP daarvan in kennis en noemt hij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

  • 2 De subsidie wordt overeenkomstig de subsidieverlening vastgesteld.

  • 3 De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:

    • a. de Stichting CAOP niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • b. de Stichting CAOP onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of

    • c. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de Stichting CAOP dit wist of behoorde te weten.

  • 4 Kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd, worden bij de vaststelling van de subsidie niet in aanmerking genomen.

  • 5 De subsidie wordt uitbetaald onder verrekening van het reeds betaalde voorschot.

§ 7. Evaluatie-, overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt in 2008 en 2013 een evaluatie op die inzicht biedt in de ontwikkeling en de kwaliteit van de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Ter dekking van de overgangskosten die direct samenhangen met de invoering van deze regeling verstrekt de Minister aan de Stichting CAOP een overgangssubsidie.

  • 2 De overgangssubsidie wordt per boekjaar verstrekt.

  • 3 De overgangssubsidie bedraagt:

    • in 2006 maximaal € 749.500,–;

    • in 2007 maximaal € 572.100,–;

    • in 2008 maximaal € 374.700,–;

    • in 2009 maximaal € 187.400,–.

  • 4 Met ingang van 2007 is op de overgangssubsidie de indexering voor de ter zake geldende begrotingsartikelen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van toepassing. De subsidie is 50% loongevoelig en 50% prijsgevoelig, conform opgave van het Ministerie van Financiën.

  • 6 Onverminderd artikel 13 kan de overgangssubsidie lager worden vastgesteld indien de overgangskosten die direct samenhangen met de invoering van deze regeling lager zijn.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Voor het boekjaar 2006 wordt in afwijking van artikel 4, eerste lid, de aanvraag voor subsidie ingediend binnen tien weken na inwerkingtreding van deze regeling.

  • 2 Na inwerkingtreding van deze regeling is op het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 8 december 2005, nr. 2005-0000305234, deze regeling van toepassing.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De

Regeling Subsidiëring CAOP vervalt, met dien verstande dat de vaststelling van de subsidie voor het boekjaar 2005 zal plaatsvinden op grond van en onder de voorwaarden van de Regeling Subsidiëring CAOP.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006 en vervalt met ingang van 1 januari 2015.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Stichting CAOP.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Controleprotocol Subsidieregeling Stichting CAOP

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

In artikel 10, tweede lid, van de Subsidieregeling Stichting CAOP is geregeld dat voor de verantwoording van de bestede subsidiegelden een controleprotocol wordt gehanteerd.

Op basis van artikel 12, eerste lid, van de regeling dient de Stichting CAOP zes maanden na afloop van het boekjaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in. Deze aanvraag gaat ondermeer vergezeld van een financieel verslag over de bestede subsidiegelden, de jaarrekening en accountantsverklaringen bij beide documenten. Tevens maakt een schriftelijke verklaring van de accountant over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen onderdeel uit van de aanvraag.

1.1. Reikwijdte accountantscontrole

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit controleprotocol dient om de reikwijdte en het object van de accountantscontrole van het financiële verslag van de Stichting CAOP nader aan te geven. Er wordt niet beoogd een aanpak van de accountantscontrole voor te schrijven. Veelal zal de accountant zich immers bij zijn controle baseren op een (risico)analyse van de administratieve organisatie en interne controle bij de stichting en op basis daarvan komen tot een optimale afweging van de in te zetten controlemiddelen.

De accountantscontrole strekt zich uit tot de deugdelijkheid van het financiële verslag en de rechtmatigheid van het daarin verantwoorde beheer. Onder de controle op de rechtmatigheid van het verantwoorde beheer wordt verstaan de controle of de verantwoorde bestedingen (lasten) tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de relevante regelgeving. Het doel van deze controle is te komen tot het afgeven van een accountantsverklaring bij het financiële verslag van de Stichting CAOP.

1.2. Regelgeving

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De van toepassing zijnde regelgeving betreft de Subsidieregeling Stichting CAOP. Van belang zijn daarbij met name de volgende artikelen:

  • Artikel 3. Hierin wordt aangegeven waaraan de reguliere subsidie mag worden besteed.

  • Artikel 7. Hierin wordt geregeld dat Titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing is.

  • Artikel 8. Hierin is de vorming van een egalisatiereserve voorzien ten laste van de reguliere subsidie.

  • Artikel 9. Hierin wordt voor bepaalde rechtshandelingen toestemming van de Minister vereist.

  • Artikel 12. Hierin worden de vereiste verantwoordingsdocumenten genoemd alsook geregeld waar deze documenten in elk geval inzicht in moeten verschaffen.

  • Artikel 15. Hierin zijn de omvang en de voorwaarden verbonden aan de overgangssubsidie opgenomen.

2. Aandachtspunten

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

De accountant stelt vast dat:

  • de bestedingen ten laste van de reguliere subsidie zoals verantwoord in het financiële verslag voldoen aan de eisen zoals ze opgenomen zijn in artikel 3, eerste en tweede lid, van de Subsidieregeling Stichting CAOP en juist en volledig zijn weergegeven;

  • de opgenomen bestedingen inzake de infrastructurele kosten volgens de normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd, aan de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, zijn toegerekend;

  • de jaarlijkse toevoeging aan de egalisatiereserve het verschil is tussen de jaarlijks vastgestelde reguliere subsidie en de jaarlijkse werkelijke kosten van de activiteiten die met de reguliere subsidie zijn bekostigd, en

  • de bestedingen ten laste van de overgangssubsidie zoals verantwoord in het financiële verslag voldoen aan de eisen zoals ze zijn opgenomen in artikel 15 van de Subsidieregeling Stichting CAOP en juist en volledig zijn weergegeven.

3. De accountantsverklaring en -rapportage

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Voor geconstateerde onjuistheden en onzekerheden gaat de accountant na wat hiervan de consequenties zijn voor de af te geven accountantsverklaring.

In de accountantsverklaring bij het financiële verslag dient het punt dat het controleprotocol is nageleefd tot uitdrukking te worden gebracht. Een dergelijke vermelding impliceert mede dat de controle is uitgevoerd met inachtname van de hieronder gestelde eisen.

De accountant heeft bij zijn oordeelsvorming gestreefd naar een ‘hoge mate van zekerheid’. Indien dit begrip ten behoeve van het gebruik van statistische technieken moet worden gekwantificeerd dan is een betrouwbaarheid van 95% gehanteerd.

De accountant heeft geconcludeerd dat de meest waarschijnlijke fout (goedkeuringstolerantie) met betrekking tot de deugdelijkheid van het financiële verslag en de rechtmatigheid van het daarin verantwoorde beheer, niet groter is dan aangegeven in onderstaande tabel.

Overzicht van toleranties

Onjuistheden in de verantwoording/besteding

Onzekerheden in de controle

Beperking

Afkeuring

Beperking

Oordeel

Onthouding

>1% en <3%

>3%

>3% en <10%

> 10%

Naar boven