Vaststellingsregeling 2006 artikel 6 toezichtkosten DNB Wet toezicht kredietwezen 1992

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 13-01-2006 t/m 31-12-2006

Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 5 januari 2006 tot vaststelling van de bedragen voor 2006, bedoeld in artikel 6 van de Regeling toezichtkosten DNB Wet toezicht kredietwezen 1992

De Nederlandsche Bank N.V.,

Gelet op de artikelen 6 en 10 van de Regeling toezichtkosten DNB Wet toezicht kredietwezen 1992;

Besluit:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het bedrag, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, van de kostenregeling wordt vastgesteld:

    • a. voor kredietinstellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1° van de wet:

      • 1°. wanneer het betreft aanvragers van een vergunning voor een onderneming of instelling waarvan de staten op grond van artikel 55 van de wet niet op geconsolideerde basis in de staten van een op grond van de wet vergunninghoudende instelling worden opgenomen, of wanneer het betreft aanvragers van een vergunning voor een dochtermaatschappij van een niet in Nederland gevestigde kredietinstelling, waarop de toezichthoudende autoriteit in de Staat waar de buitenlandse kredietinstelling gevestigd is, onvoldoende geconsolideerd toezicht uitoefent, op € 35.500;

      • 2°. wanneer het betreft aanvragers van een vergunning voor een onderneming of instelling waarvan de staten op grond van artikel 55 van de wet op geconsolideerde basis in de staten van een op grond van de wet vergunninghoudende instelling worden opgenomen, of wanneer het betreft aanvragers van een vergunning voor een dochtermaatschappij van een niet in Nederland gevestigde kredietinstelling, waarop de toezichthoudende autoriteit in de Staat waar de buitenlandse kredietinstelling gevestigd is, voldoende geconsolideerd toezicht uitoefent, op € 23.300.

    • b. voor kredietinstellingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 2° van de wet:

      • 1°. wanneer het betreft aanvragers van een vergunning voor een onderneming of instelling waarvan de staten op grond van artikel 55 van de wet niet op geconsolideerde basis in de staten van een op grond van de wet vergunninghoudende instelling worden opgenomen, of wanneer het betreft aanvragers van een vergunning voor een dochtermaatschappij van een niet in Nederland gevestigde kredietinstelling, waarop de toezichthoudende autoriteit in de Staat waar de buitenlandse kredietinstelling gevestigd is, onvoldoende geconsolideerd toezicht uitoefent, op € 28.400;

      • 2°. wanneer het betreft aanvragers van een vergunning voor een onderneming of instelling waarvan de staten op grond van artikel 55 van de wet op geconsolideerde basis in de staten van een op grond van de wet vergunninghoudende instelling worden opgenomen, of wanneer het betreft aanvragers van een vergunning voor een dochtermaatschappij van een niet in Nederland gevestigde kredietinstelling, waarop de toezichthoudende autoriteit in de Staat waar de buitenlandse kredietinstelling gevestigd is, voldoende geconsolideerd toezicht uitoefent, op € 23.300.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Vaststellingsregeling 2006 artikel 6 toezichtkosten DNB Wet toezicht kredietwezen 1992.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 5 januari 2006

De

directeur

van De Nederlandsche Bank N.V.,

A. Schilder

Naar boven