Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 2006

[Regeling vervallen per 01-01-2016.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 26-05-2012 t/m 31-12-2015

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 20 december 2005, nr. WJZ 5725140, houdende de vaststelling van de Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 2006

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Een aanvraag voor een S&O-verklaring wordt ingediend bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie met gebruikmaking van een formulier, waarvan de inhoud is neergelegd in de bij deze regeling behorende bijlage 1.

  • 2 De indiening van een aanvraag geschiedt niet per telefax.

  • 4 Indien het gebruik van de elektronische weg als bedoeld in het derde lid onredelijk bezwarend is voor de S&O-inhoudingsplichtige, kan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, al dan niet op verzoek, ontheffing verlenen van de verplichting tot het gebruik daarvan. De ontheffing geldt voor maximaal twee jaar. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie kan voorschriften verbinden aan de ontheffing.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 De S&O-inhoudingsplichtige of de S&O-belastingplichtige die speur- en ontwikkelingswerk verricht waarvoor hij beschikt over een S&O-verklaring voert gedurende de periode waarop de S&O-verklaring betrekking heeft een zodanige administratie dat daaruit op eenvoudige en duidelijke wijze zijn af te leiden:

    • a. de aard en inhoud van het verrichte speur- en ontwikkelingswerk;

    • b. op welke dagen door een werknemer van de S&O-inhoudingsplichtige of door de S&O-belastingplichtige speur-en ontwikkelingswerk is verricht, en om hoeveel uur het per dag ging;

    • c. de voortgang van het verrichte speur- en ontwikkelingwerk.

  • 2 De S&O-inhoudingsplichtige of de S&O-belastingplichtige houdt de administratie zodanig bij dat deze binnen twee maanden na afloop van het kalenderkwartaal waarin het speur- en ontwikkelingswerk is verricht, beschikbaar is voor controle.

  • 3 In afwijking van het tweede lid houdt de S&O-inhoudingsplichtige of de S&O-belastingplichtige de administratie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, steeds zodanig bij dat deze uiterlijk 10 werkdagen na een dag waarop speur- en ontwikkelingswerk is verricht, beschikbaar is voor controle.

  • 4 Indien de S&O-verklaring betrekking heeft op speur- en ontwikkelingswerk dat bestaat uit meerdere projecten wordt de administratie per project bijgehouden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 2 In afwijking van het eerste lid is de peildatum voor aanvragen die betrekking hebben op 2009 of een deel van dat kalenderjaar 1 juli 2008.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst of, indien dat later is, bij de inwerkingtreding van het Belastingplan 2006, met uitzondering van artikel 5, dat in werking treedt met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en terug werkt tot en met 4 december 2005.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 2006.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage 1 die ter inzage wordt gelegd bij SenterNovem, agentschap van het Ministerie van Economische Zaken, Dokter van Deenweg 108, Zwolle.

Den Haag, 20 december 2005

De

Minister

van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1. Het gemiddelde uurloon bedoeld in artikel 23, vierde lid, eerste volzin, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, wordt berekend als A gedeeld door B, waarbij de uitkomst vervolgens naar boven wordt afgerond op een veelvoud van € 5.

    A = het loon genoten over de uren waarin speur- en ontwikkelingswerk is gerealiseerd waarvan blijkt uit de S&O-administratie over 2004.

    B = het aantal uren waarop het loon bedoeld onder A betrekking heeft.

  • 2. Het gemiddelde uurloon, bedoeld in artikel 23, vierde lid, tweede volzin, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, wordt berekend als A gedeeld door B.

    A = het loon dat naar verwachting zal worden genoten over de uren waarin het blijkens de aanvraag voorgenomen speur- en ontwikkelingswerk zal worden verricht, verhoogd met

    • a. de tantièmes, gratificaties en andere beloningen die in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar worden toegekend;

    • b. overwerkloon;

    • c. loon in de vorm van krachtens een publiekrechtelijke regeling of collectieve arbeidsovereenkomst regelmatig bij de betaling van het loon verstrekte vakantiebonnen, vakantietoeslagbonnen of van daarmee overeenkomende aanspraken, en

    • d. loon ter zake waarvan de belasting ingevolge artikel 31 van de Wet op de loonbelasting 1964 wordt geheven van de inhoudingsplichtige, voorzover sprake is van loon dat in geblokkeerde vorm wordt gespaard ingevolge een spaarloonregeling.

    B = het aantal uren waarop het loon bedoeld onder A betrekking heeft.

Naar boven