Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit

[Regeling vervallen per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 04-03-2011 t/m 31-12-2011

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 december 2005, nr. TRCJZ/2005/3667, Directie Juridische Zaken, houdende verlening van mandaat en machtiging aan ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit (Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De inspecteur-generaal en de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

    • a. de uitgifte van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht aan ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit;

    • b. de afdoening van klachten betreffende gedragingen van ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit, voor zover de klacht niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende klachten niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de Secretaris-Generaal dient te worden ondertekend;

    • c. de beantwoording van aan de minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van zijn dienst betreffende voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk of namens deze door de secretaris-generaal dient te worden ondertekend.

  • 2 De inspecteur-generaal en de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur en de plaatsvervangend directeur Dienst Uitvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende de afwijzing van verzoeken om schadevergoeding en de toekenning tot bedragen van ten hoogste € 50.000,–.

  • 3 De inspecteur-generaal en de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur bedrijfsvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, en de plaatsvervangend directeur Dienst Uitvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit wordt mandaat verleend om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 2 De inspecteur-generaal, de plaatsvervangend inspecteur-generaal en het hoofd afdeling bestuurlijke boete van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu gemachtigd tot het nemen van een besluit als bedoeld in artikel 90, eerste lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 3a

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De inspecteur-generaal en de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd tot het nemen van besluiten namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu als het gaat om overtredingen betreffende:

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, en de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit wordt mandaat verleend om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende de navolgende bevoegdheden op grond van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke  bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002  (PbEU L300), hierna: basisverordening, en verordening (EG) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PbEU L 54), hierna uitvoeringsverordening:

  • a. de beoordeling van mest, melk en biest op grond van artikel 14, onderdeel l, van de basisverordening;

  • b. het verlenen van toestemmingen op grond van de basisverordening en de uitvoeringsverordening;

  • c. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen op grond van artikel 24, eerste lid, artikel 44, eerste lid en artikel 46, eerste lid, van de basisverordening;

  • d. het stellen van specifieke voorwaarden op grond van artikel 46, eerste lid, basisverordening;

  • e. het tijdelijk of definitief verbieden activiteiten uit te voeren op grond van artikel 46, tweede lid, van de basisverordening;

  • f. het weigeren, aanvaarden en het verbinden van voorwaarden aan de ontvangst van zendingen als bedoeld in artikel 48 van de basisverordening.

Artikel 4a

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur en de plaatsvervangend directeur Dienst Uitvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten over en stukken te ondertekenen betreffende de navolgende bevoegdheden op grond van Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en Verordening (EG) nr. 1255/97 (PbEU L3):

  • a. het verlenen van vergunningen als bedoeld in de artikelen 10, 11 en 23, derde lid, van de verordening;

  • b. [Red: vervallen;]

  • c. het schorsen en intrekken van vergunningen en certificaten als bedoeld in artikel 26, vierde lid, onderdeel c, van de verordening;

  • d. het schorsen en intrekken van getuigschriften van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 26, vijfde lid, van de verordening, van de verordening;

  • e. het treffen van maatregelen als bedoeld in artikel 21, derde lid, 22, eerste lid, eerste zin, 23, eerste en vierde lid, 26, eerste en vierde lid, onderdelen a en b, van de verordening.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur, de regiodirecteuren en de plaatsvervangend regiodirecteuren Dienst Uitvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit wordt mandaat verleend om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 5a

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Het hoofd van de Afdeling Incidentenmanagement, Meldkamer en Dierziektebestrijding van de Voedsel en Waren Autoriteit is gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten over en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur, de regiodirecteuren en de plaatsvervangend regiodirecteuren en de keuringsdierenartsen Dienst Uitvoering van de Voedsel en Warenautoriteit wordt mandaat verleend om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De keuringsdierenartsen Dienst Uitvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit wordt mandaat verleend om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 7a

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De inspecteur-generaal, de plaatsvervangend inspecteur-generaal, de directeur, de plaatsvervangend directeur, de regiodirecteuren en de plaatsvervangend regiodirecteuren Dienst Uitvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De ondertekening, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 7a, luidt:

    DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

    voor deze:

    gevolgd door de functieaanduiding, handtekening en naam functionaris.

  • 2 In afwijking van het eerste lid luidt de ondertekening van besluiten, bedoeld in artikel 3a als volgt:

    De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, respectievelijk De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu, respectievelijk De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

    namens deze:

    (naam)

    (functie)

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Naar boven