Warenwetregeling taakverdeling toezichthouders Warenwet voor levensmiddelen

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 14-09-2016 t/m 08-12-2020

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 december 2005, nr. VGP/VL 2642637, houdende de Warenwetregeling taakverdeling toezichthouders Warenwet voor levensmiddelen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Financiën;

Gelet op artikel 25, derde lid, en artikel 25a, vierde lid, van de Warenwet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. verordening (EG) 852/2004: verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PbEU L 139 en L 226);

  • b. verordening (EG) 853/2004: verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU L 139 en L 226);

  • c. NVWA: de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

  • d. het COKZ: de stichting Centraal Orgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel;

  • e. primaire bedrijven: inrichtingen waarop bijlage I van verordening (EG) 852/2004 van toepassing is en waar geen eieren, eiproducten, rauwe melk of zuivelproducten worden geproduceerd, bereid, verpakt of geëtiketteerd;

  • f. zuivelinrichtingen: inrichtingen waar rauwe melk of zuivelproducten worden geproduceerd, bereid, verpakt of geëtiketteerd, bedoeld in bijlage III, sectie IX, van verordening (EG) 853/2004;

  • g. ei- en eiproducteninrichtingen: inrichtingen waar eieren of eiproducten worden geproduceerd, bereid, verpakt of geëtiketteerd, bedoeld in bijlage III, sectie X, van verordening (EG) 853/2004;

  • h. gemengde bedrijven: een combinatie van onder e, f of g bedoelde bedrijven.

Artikel 2

  • 1 Het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de Warenwet gestelde regels inzake eet- en drinkwaren wordt uitgeoefend door controleambtenaren van de NVWA.

  • 2 Onverminderd het eerste lid wordt het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de Warenwet gestelde regels inzake eet- en drinkwaren tevens uitgeoefend door:

    • a. controleurs van het COKZ bij uitsluitend zuivelinrichtingen en ei- en eiproducteninrichtingen;

    • b. controleurs van hetzij de NVWA, hetzij het COKZ bij gemengde bedrijven;

    • c. ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane, bij het vanuit derde landen binnen Nederlands grondgebied brengen van eet- en drinkwaren;

    • d. inspectieambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen, bij uitsluitend mijnbouwinstallaties.

  • 3 De inspecteur-generaal van de NVWA stelt na overleg met het COKZ de taakverdeling vast voor het toezicht op gemengde bedrijven, bedoeld in het tweede lid, onder b.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling taakverdeling toezichthouders Warenwet voor levensmiddelen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst

Naar boven