Verordening op de praktijkuitoefening (onderdeel Wid en Wet MOT)

[Regeling vervallen per 01-08-2008.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-01-2006 t/m 31-07-2008

Verordening op de praktijkuitoefening (onderdeel Wid en Wet MOT)

Het College van Afgevaardigden van de Nederlandse Orde van Advocaten,

Overwegende dat de advocaat bij verlening van bepaalde aangewezen diensten een identificatie- en meldplicht heeft; dat het gewenst is dat de dekens toezicht uitoefenen op de financiële integriteit van de advocaat;

Gezien het ontwerp met toelichting van de Algemene Raad;

Gelet op:

– de artikelen 26, 28, 33, 34 van de Advocatenwet;

– de artikelen 5:17 en 5:20 Algemene wet bestuursrecht;

– de artikelen 7, 8 en 8a, eerste lid Wet identificatie bij dienstverlening;

– de artikelen 9 en 17b, eerste lid Wet melding ongebruikelijke transacties;

Stelt de navolgende verordening vast:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

De advocaat is verplicht met betrekking tot zijn praktijk een zodanige administratie te voeren dat daaruit te allen tijde genoegzaam blijkt van de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wid en de Wet MOT.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 De advocaat is verplicht desgevraagd de deken of de namens de deken optredende secretaris van de Algemene Raad de gewenste inlichtingen te verschaffen over de door hem gevoerde administratie waaruit te allen tijde genoegzaam dient te blijken van de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wid en de Wet MOT.

  • 2 Wanneer de deken van oordeel is dat met betrekking tot die onderwerpen nader onderzoek noodzakelijk is, gaat hij daartoe over.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening op de praktijkuitoefening (onderdeel Wid en Wet MOT)’.

De verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

Naar boven