Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit 2005

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 13-11-2005 t/m 31-12-2005

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 8 november 2005, nr. TRCJZ/2005/2947, houdende verlening van mandaat en machtiging aan ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit (Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit 2005)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 De inspecteur-generaal en de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

    • a. de uitgifte van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht aan ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit;

    • b. de afdoening van klachten betreffende gedragingen van ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit, voor zover de klacht niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende klachten niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de Secretaris-Generaal dient te worden ondertekend;

    • c. de beantwoording van aan de minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van zijn dienst betreffende voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk of namens deze door de secretaris-generaal dient te worden ondertekend.

  • 2 De inspecteur-generaal en de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur en de plaatsvervangend directeur Dienst Uitvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende de afwijzing van verzoeken om schadevergoeding en de toekenning tot bedragen van ten hoogste € 50.000,–.

  • 3 De inspecteur-generaal en de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur bedrijfsvoering van de Voedsel en Waren Autoriteit zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, en de plaatsvervangend directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur en de plaatsvervangend directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur en de plaatsvervangend directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende de navolgende bevoegdheden op grond van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEU L273):

  • a. de beoordeling van mest, melk en biest op grond van artikel 5, tweede lid, onderdeel e;

  • b. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van intermediaire bedrijven op grond van artikel 10, eerste lid;

  • c. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van opslagbedrijven op grond van artikel 11, eerste lid;

  • d. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van verbrandingsinstallaties met een lage capaciteit op grond van artikel 12, tweede en derde lid;

  • e. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van categorie 1- en categorie 2-verwerkingsbedrijven op grond van artikel 13, eerste lid;

  • f. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van categorie 2- en categorie 3-oleochemische bedrijven op grond van artikel 14, eerste lid;

  • g. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van biogas- en composteerinstallaties op grond van artikel 15, eerste lid;

  • h. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van categorie 3-verwerkingsbedrijven bedrijven op grond van artikel 17, eerste lid;

  • i. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen van bedrijven voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren en van technische bedrijven op grond van artikel 18, eerste lid;

  • j. het verlenen en intrekken van toestemming voor afwijkingen met betrekking tot het gebruik van dierlijke bijproducten op grond van artikel 23, eerste en tweede lid.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De inspecteur-generaal, de directeur en de plaatsvervangend directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

  • a. de bevoegdheden op de grond van de artikelen 2, vierde lid, en 10 van Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEU L 21) tot het verlenen van instemming voor het vooraf via telecommunicatie of andere elektronische middelen mededelen van de gegevens in het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst, onderscheidenlijk tot het goedkeuren van het met elektronische middelen opstellen, gebruiken, doorzenden en opslaan van het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst;

  • b. de bevoegdheden op grond van de artikelen 1, vierde lid, en 7 van Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 februari 2004 betreffende de vaststelling van een document voor de aangifte en de veterinaire controle van uit derde landen afkomstige dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEU L 49) tot het verlenen van instemming voor het vooraf via telecommunicatie of andere elektronische middelen mededelen van de gegevens in het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst, onderscheidenlijk tot het goedkeuren van het met elektronische middelen opstellen, gebruiken, doorzenden en opslaan van het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur, de kringdirecteuren en de plaatsvervangend kringdirecteuren van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Het hoofd van de Afdeling Dierziekten en Diergezondheid van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De inspecteur-generaal van de Voedsel en Waren Autoriteit, de directeur, de plaatsvervangend directeur, de kringdirecteuren en de plaatsvervangend kringdirecteuren en de keuringsdierenartsen van de Voedsel en Warenautoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De keuringsdierenartsen van de Voedsel en Waren Autoriteit, onderdeel Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te besluiten en stukken te ondertekenen betreffende:

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 9, luidt:

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE INSPECTEUR-GENERAAL VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE PLAATSVERVANGEND INSPECTEUR-GENERAAL VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE DIRECTEUR VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE PLAATSVERVANGEND DIRECTEUR VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE KRINGDIRECTEUR VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE PLAATSVERVANGEND KRINGDIRECTEUR VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

HET HOOFD VAN DE AFDELING DIERZIEKTEN EN DIERGEZONDHEID VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’,

onderscheidenlijk

‘DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

voor deze:

DE KEURINGSDIERENARTS VAN DE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT, ONDERDEEL RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Dit besluit wordt aangehaald als Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit 2005.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 8 november 2005

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Naar boven