Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen, diverse onderwerpen

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-07-2005 t/m 08-08-2007

Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen, diverse onderwerpen

De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Inleiding

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

Richtlijn nr. 2003/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op spaargelden in de vorm van rentebetaling (hierna: Richtlijn 2003/48/EG) is met ingang van 1 juli 2005 van toepassing. De daarmee verband houdende wijzigingen in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (hierna: WIB) zijn op diezelfde datum in werking getreden. Thans is gebleken dat de bepaling in artikel 4b, tweede lid, onderdeel c, van de WIB te ruim is geformuleerd. Vooruitlopend op wetswijziging heb ik goedgekeurd om de reikwijdte van deze bepaling te beperken (onderdeel 1). Eveneens vooruitlopend op wetgeving heb ik goedgekeurd dat artikel 4l ook kan worden toegepast als het een verzoek betreft als bedoeld in de overeenkomsten met de staten en gebieden, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Richtlijn 2003/48/EG (onderdeel 2). Voorts mag de zogenoemde home country rule worden toegepast bij de vraag of een collectieve beleggingsinstelling onder Richtlijn 2003/48/EG valt (onderdeel 3). Ten slotte is mij gevraagd of het begrip rentebetaling in artikel 4b, eerste lid, aanhef en onderdeel c, mag worden opgevat als het bedrag dat netto aan de gerechtigde wordt uitgekeerd, dus na aftrek van de in rekening gebrachte kosten (onderdeel 4).

1. Reikwijdte begrip collectieve beleggingsinstelling

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

Blijkens artikel 4b, tweede lid, van de WIB wordt, voor de toepassing van artikel 4b, binnen de Europese Unie onder een collectieve beleggingsinstelling verstaan een icbe en een entiteit die gebruik mag maken van de keuzemogelijkheid voor icbe. Buiten de Europese Unie geldt het ruime begrip instelling voor collectieve belegging, bedoeld in artikel 4b, tweede lid, onderdeel c, van de WIB. Zoals artikel 4b, tweede lid, onderdeel c, nu is geformuleerd vallen daaronder ook de instellingen voor collectieve belegging die zijn gevestigd in de in artikel 17, tweede lid, van de Richtlijn 2003/48EG bedoelde staten en gebieden. Dit is echter niet de bedoeling. Uit de overeenkomsten met die staten en gebieden blijkt dat voor deze instellingen in belangrijke mate eenzelfde regime geldt als voor instellingen voor collectieve belegging die binnen de Europese Unie zijn gevestigd.

In verband hiermee keur ik – vooruitlopend op aanpassing van wetgeving – goed dat de werking van artikel 4b, tweede lid, onderdeel c, van de WIB beperkt is tot instellingen voor collectieve belegging die niet zijn gevestigd in een van de lidstaten dan wel in een van de staten of gebieden, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Richtlijn 2003/48/EG. In samenhang met deze beperkte werking wordt:

  • 1. onder een collectieve beleggingsinstelling behalve een icbe (artikel 4b, tweede lid, onderdeel a) tevens verstaan een met een icbe vergelijkbare instelling voor collectieve belegging die is gevestigd in een van de staten of gebieden, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Richtlijn 2003/48/EG, waarbij voor Zwitserland als vergelijkbare instelling voor collectieve belegging uitsluitend wordt aangemerkt een Zwitsers beleggingsfonds als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel c, onder (iv), en onderdeel d, onder (iv) van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in de Richtlijn 2003/48/EG.

  • 2. voor de toepassing van artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, in aanvulling op artikel 2a van de Uitvoeringsregeling WIB, met een lidstaat gelijkgesteld: de Turks- en Caicos eilanden, de Kaaimaneilanden en Anguilla.

2. Woonplaatsverklaring

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

Op grond van artikel 4l van de WIB wordt door de bevoegde functionaris een zogenoemde woonplaatsverklaring afgegeven na een verzoek als bedoeld in artikel 13 van de Richtlijn 2003/48/EG. Vooruitlopend op aanpassing van wetgeving keur ik goed dat ook in gevallen waarin het een verzoek betreft als bedoeld in een van de overeenkomsten met de in artikel 17, tweede lid, van de Richtlijn 2003/48/EG bedoelde staten of gebieden, een woonplaatsverklaring wordt afgegeven.

Een aanvraag voor deze verklaring kan worden gedownload van www.belastingdienst.nl.

3. Beleggingsinstellingen; de zogenoemde home country rule

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

In artikel 4b, eerste lid, onderdelen b en c, van de WIB wordt het begrip rentebetaling uitgebreid met inkomsten uit rentebetalingen door een collectieve beleggingsinstelling en de inkomsten bij verkoop, terugbetaling of aflossing van aandelen of bewijzen van deelneming in een collectieve beleggingsinstelling. In artikel 4b, tweede lid, is aangegeven wat onder een collectieve beleggingsinstelling moet worden verstaan. Bij de beoordeling of een collectieve beleggingstelling onder Richtlijn 2003/48/EG valt, mag de zogenoemde home country rule worden toegepast. Dit betekent dat de lidstaat van vestiging bepaalt of de collectieve beleggingsinstelling wel of niet onder de richtlijn valt. Nederland volgt de beslissing van de vestigingsstaat, tenzij de kwalificatie van de staat van vestiging duidelijk niet strookt met de feiten en omstandigheden. De ‘home country rule’ kan ook worden toegepast op beleggingsinstellingen die zijn gevestigd in de staten en gebieden, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Richtlijn 2003/48/EG, waarmee een overeenkomst is gesloten. Deze overeenkomst heeft immers tot gevolg dat de bepalingen uit Richtlijn 2003/48/EG van toepassing zijn op deze staten en gebieden. De ‘home country rule’ is niet van toepassing op collectieve beleggingsinstellingen, bedoeld in artikel 4b, tweede lid, onderdeel c, van de WIB die in derde landen zijn gevestigd, waarmee geen overeenkomst is gesloten.

4. Begrip rentebetaling; netto of bruto

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

In artikel 4b, eerste lid, onderdeel c, van de WIB wordt zoals hiervoor al aangegeven het begrip rentebetaling uitgebreid met de verkoopopbrengst van aandelen in bepaalde collectieve beleggingsinstellingen. Door een Nederlandse financiële instelling is de vraag voorgelegd of de hier bedoelde rentebetaling mag worden opgevat als het bedrag dat netto wordt uitgekeerd aan de gerechtigde, dus na aftrek van de in rekening gebrachte kosten.

In het algemeen dient rente te worden opgevat als een bruto-begrip, zijnde het totaal van de betaalde rente zonder aftrek van kosten. Het renseignement van de bruto-rentebetaling zal door de belastingdienst van de andere lidstaat worden gebruikt als contra-informatie bij de controle van de door de belastingplichtige aangeleverde gegevens. Bij rentebetalingen op de voet van art. 4b, eerste lid, onderdeel c, van de WIB zal niet de rente zelf worden gerenseigneerd maar het bedrag van de verkoopopbrengst. In deze situatie zal een directe band met het door de belastingplichtige aangegeven rentebedrag ontbreken; de renseignering heeft in deze gevallen vooral een signaleringsfunctie. De belastingdienst van de andere lidstaat zal in deze gevallen het bedrag dat als rente moet worden aangemerkt alleen via een nader onderzoek kunnen vaststellen. Daarbij kan dan tevens een oordeel worden gevormd over de behandeling van de kosten.

Gelet op de bijzondere aard van de hier bedoelde rentebetaling zijn er geen overwegende bezwaren indien het nettobedrag wordt gerenseigneerd, dus de verkoopopbrengst verminderd met het bedrag van de in rekening gebrachte kosten. Uiteraard dient bij alle andere rentebetalingen als bedoeld in de artikelen 4a en 4b van de WIB te worden uitgegaan van het brutobedrag van de rente.

5. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 31-08-2007 met terugwerkende kracht tot en met 09-08-2007]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dagtekening van dit besluit, met dien verstande dat het terugwerkt tot en met 1 juli 2005.

Naar boven