Instellingsregeling WBI

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 23-07-2005 t/m heden

Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 juni 2005, nr. 2350225/01 tot instelling van de Werkgroep Bijzondere Informatiebeveiliging (Instellingsregeling WBI)

De Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Besluit:

Artikel 1. Verklaring van gebruikte begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. bijzondere informatie: staatsgeheimen en overige bijzondere informatie waarvan kennisname door niet-gerechtigden nadelige gevolgen kan hebben voor de belangen van de staat, van zijn bondgenoten of van één of meer ministeries;

  • b. bijzondere informatiebeveiliging: beschermen van bijzondere informatie tegen kennisname door niet-gerechtigden;

  • c. Cryptofaciliteit: eenheid die tot taak heeft het leveren van bijdragen aan het realiseren van systemen en (cryptografische) producten voor de beveiliging van bijzondere informatie van de rijksoverheid;

  • d. CVIN: Comité Verenigde Inlichtingendiensten Nederland;

  • e. NBV: Nationaal Bureau Verbindingsbeveiliging;

  • f. rubricering: aanduiding waarmee wordt aangegeven dat een gegeven bijzondere informatie is en welke mate van beveiliging aan die informatie moet worden gegeven;

  • g. WBI: Werkgroep Bijzondere informatie beveiliging, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 2. Werkgroep Bijzondere Informatiebeveiliging

  • 1 Er is een Werkgroep Bijzondere Informatiebeveiliging (WBI).

  • 2 Een ministerie wendt zich met betrekking tot de bijzondere informatiebeveiliging voor advies tot de WBI.

  • 3 De WBI ontvangt aanwijzingen van het CVIN.

Artikel 3. Taken WBI

De WBI heeft tot taak:

  • 1. het adviseren, door tussenkomst van het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, van het CVIN ten aanzien van het beleid van de overheid inzake de bijzondere informatiebeveiliging en de samenhang in het beleid inzake de bijzondere informatiebeveiliging en maatregelen ter zake;

  • 2. het uitvoering geven aan het vastgestelde overheidsbeleid teneinde een consistent niveau van de bijzondere informatiebeveiliging te garanderen, door het adviseren aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het verlenen van goedkeuring – na evaluatieonderzoek – voor het gebruik van technische informatiebeveiligingssystemen of componenten daarvan ten behoeve van de beveiliging van bijzondere informatie;

  • 3. het adviseren van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten aanzien van het aanpassen van de matrix met exclusiviteitseisen, zoals opgenomen in het Besluit voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst – bijzondere informatie;

  • 4. het adviseren van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten aanzien van het door Nederland te voeren beleid op het gebied van de bijzondere informatiebeveiliging in internationaal verband;

  • 5. het adviseren van het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst ten aanzien van de beschikbaarstelling aan derden van nationaal ontwikkelde technische informatiebeveiligingssystemen of componenten daarvan, die zijn goedgekeurd of na evaluatie zullen worden goedgekeurd voor de beveiliging van bijzondere informatie;

  • 6. het adviseren inzake het vaststellen van het jaarlijkse programma en bestedingsplan van de Cryptofaciliteit.

Artikel 4. Samenstelling en werkwijze

  • 1 De WBI bestaat uit een vertegenwoordiger van:

    • de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst:

    • het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directoraat-generaal

    • Veiligheid:

    • het ministerie van Buitenlandse Zaken;

    • het ministerie van Defensie;

    • het ministerie van Justitie.

  • 2 De vertegenwoordiger van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst is tevens voorzitter van de WBI.

  • 3 De WBI kent de volgende agendaleden:

    • het ministerie van Algemene Zaken;

    • de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

  • 4 Het hoofd NBV en het hoofd Cryptofaciliteit zijn vaste adviseurs van de WBI.

  • 5 Het secretariaat van de WBI is belegd bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

  • 6 De WBI kent vaste vertegenwoordigers. De vaste vertegenwoordigers kunnen zich, indien daar aanleiding toe is, laten vervangen of zich laten ondersteunen door specialisten van het eigen ministerie ter zake.

  • 7 De WBI kan zich in haar vergaderingen laten adviseren door externe deskundigen..

  • 8 De WBI is bevoegd om ter voorbereiding of uitvoering van haar taak, commissies en werkgroepen in te stellen en projecten uit te (laten) voeren.

  • 9 Als een ministerie dat niet in de WBI is vertegenwoordigd betrokken is bij een door de WBI te behandelen vraagstuk, dan zal dat ministerie worden uitgenodigd om een vertegenwoordiger aan de beraadslagingen van de WBI over dat vraagstuk te laten deelnemen.

  • 10 De WBI vergadert in ieder geval vier keer per kalenderjaar en daarnaast telkens op verzoek van een of meerdere leden.

Artikel 5. Advisering

  • 1 Er wordt gestreefd naar unanimiteit bij de advisering. Indien er geen unanimiteit wordt bereikt worden adviezen van de WBI vastgesteld overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de werkgroep.

  • 2 Op verzoek van vertegenwoordiger(s) die ter vergadering een standpunt hebben ingenomen dat afwijkt van het gevoelen van de meerderheid van de werkgroep, wordt het standpunt bij het advies vermeld.

Artikel 6. Veiligheidsonderzoek

  • 1 De vertegenwoordigers van de ministeries die lid of agendalid zijn van de WBI en adviseurs van de WBI moeten zijn gemachtigd om kennis te nemen van stukken voorzien van de hoogste rubricering en relevante merkingen.

Artikel 7. Evaluatie

  • 1 De WBI evalueert haar functioneren vóór 1 mei 2009. Zij brengt het verslag van de evaluatie ter kennis van het CVIN.

  • 2 Op basis van de uitkomsten van de evaluatie, bedoeld in het eerste lid, besluit de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, nadat het CVIN hierover aan hem advies heeft uitgebracht, tot voortzetting of opheffing van de WBI.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven