Instellingsbesluit commissie Toegangsbeheer Schiphol

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 18-04-2005 t/m heden

Besluit van de Minister van Justitie van 15 april 2005, nr. 5347827/05/NCTb, houdende de instelling van de commissie Toegangsbeheer Schiphol (Instellingsbesluit commissie Toegangsbeheer Schiphol)

De Minister van Justitie,

Besluit:

Artikel 2

De commissie heeft tot taak inzicht te verschaffen in het toegangsbeheer van en naar airside op de luchthaven Schiphol, waarbij met name zal worden bezien de toegang van personen, voertuigen en goederen naar het platform, de bagagekelder en de terminal, alsmede het toegangspassensysteem.

Artikel 3

  • 1 De commissie is als volgt samengesteld:

    • de heer I. Hutcheson;

    • de heer R.K. Oord;

    • de heer R. Uijlenhoet.

  • 2 De commissie wijst uit haar midden een voorzitter aan.

Artikel 5

  • 1 De commissie is bevoegd zich binnen het kader van haar taak rechtstreeks te wenden tot alle instanties en personen die aan het uitvoeren van de taak een bijdrage kunnen leveren.

  • 2 De commissie is bevoegd om kennis te nemen van alle stukken die zij nodig acht en die zich binnen de relevante overheidsdiensten bevinden.

Artikel 6

De commissie brengt zo spoedig mogelijk schriftelijk verslag uit over haar bevindingen en de daaraan te verbinden conclusies en aanbevelingen.

Artikel 7

  • 1 Het beheer van de archiefbescheiden van de commissie geschiedt door de secretaris van de commissie met inachtneming van de terzake geldende bepalingen van het beheersreglement van het ministerie van Justitie.

  • 2 Bij opheffing van de commissie worden de archiefbescheiden overgedragen aan het centraal archief van het ministerie van Justitie.

Artikel 8

Op de voorzitter en de leden van de commissie zijn het Reisbesluit Binnenland en het Reisbesluit Buitenland van toepassing. Voor hun werkzaamheden ontvangen de voorzitter en de leden van de commissie een vergoeding.

Artikel 9

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens en voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van 18 april 2005. Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

De

Minister

van Justitie,
namens deze:
de

Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

,

T.H.J. Joustra

Naar boven